LEIDSCHE COURANT. V. lit. 1881. VRIJDAG 13 VIEI. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd, De prijs der Courant is per vierendeel jaars /1.50, franco p. p. f2- Afionderlyke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cenls. LEIDEN. 12 Mei. In de zitting van den gemeenteraad van heden is o. a. ingekomen een verzoek van de Leidsche Bouwvereeniging ter bekoming in eigendom van gemeentegrond aan de Haverstraat, alsmede een verzoek van de vereeniging Bouwkunst en Viiendschapter bekoming van grond voor de oprigting eener ambachtsschool. Door den voorzitter werd medegedeeld, dal bij de aanstaande verkiezing van een lid van de tweede kamer in het stembureau zitting zullen hebben de hh. Zaalberg en Le Poole. Tot leerares in het bandleekenenkunstgeschiedenis en schoonheidsleer aan de openbare scholen voor middelbaar en lager onderwijs is benoemd mej. II. Tonnel, te Harderwijk, en tol tweede onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de school n°. 3 der 3dc klasse mej. M. J. Thijssen. Etn staat van af- en overschrijving op de begrooting van het Evang. Luthersch wees- en oudeliedenhuis werd goedgekeurd en de voordragl be treflende den aanleg van trottoirs aan de Hoogewoerd met 16 tegen 4 stem men aangenomen. De heer Cock had tegen die voordragl bezwaren van regtskundigen aard, die door het belangrijk advies van den stads-eonsuleut niet waren opgeheven. De heer dn Rieu kon met de voordragl medegaan, maar had toch enkele bezwaren. De heer van Heukelom achtte onze stad niet aangelegd voor trottoirs en meende, dal het eene zaak was, die de tramweg-maatschappjj had behooren te verrigten. De heer Damsté was wel in den regel tegen trottoirs, maar nam de voordragt aan, nu burg. en weth. voorstelden cement-steen te gebruiken, waardoor er geen gevaar voor uit glijden bestond. De voorzitter meende, dat men in deze vertrouwen moest stellen in den stads-consulent. Men had zekerheid verkregen dal de stad in haar regt was. Overigens was aan de bewoners medegedeeld wat er van de zaak was en er had geen verzet plaats gehad. Bij het verleenen van de concessie aan de tramweg maatschappij was haar de zaak niet op gedragen, en men kon baar nu die verpligting niet opleggen. Rel verzoek van 1'. J. 't Hoofd, lot het leggen eener stoep, werd toegestaan, en de voordraglen tot verkoop van inschrijving 2% pCt. op het grootboek, ad ƒ8700 nominaal, tot hel verleenen van eene gratificatie aan eenige voor malige brugwachterstot het brengen van eenige veranderingen in de schoollokalen aan het Plantsoen en in de Brandewijnsteeg en tol uitbrei ding van het hulppersoneel aan de school n°. 3 der 3de kl. werden goedge keurd. Voor de aanneming van de genoemde voordragt, betreffende het brengen van eene verandering aan twee schoollokalen, had er eene discussie plaats tusschen den heer van der Lith en den voorzitter, over de wen- scheljjkheid uitgesproken in het rapport der commissie van financiën om niet tot de uitvoering over te gaan alvorens zekerheid was verkregen dat ook van die uitgaven het bij de wet op het lager onderwijs be doelde subsidie van 30 percent zal worden uitgekeerd. De voorzitter zeide, dat het ook de meening was van burg. en weth.dat 30 pCt. van die on kosten zou worden gerestitueerd. Hij geloofde niet, dat hierover verschil van gevoelen zou zijn. Maar al was dit zoo, dan nog was de gemeente niet ontslagen van de verpligting om de scholen in te rigten overeenkomstig de wet. Ten slotte kwam in behandeling het voorstel van den lieer de Goeje om trent het onderzoek van de lichtsterkte van het gas, in de laatste vergade ring iugediend. Gelijk gemeld is, strekte dat voorstel om le besluiten, dat dat onderzoek thans als geëindigd zal worden beschouwd. De heer du Rieu bad vroeger voor dat onderzoek een tweede station onnoodig geacht, maar nu hel bestond, geloofde hij, dat het goed was dat hel bleef. Wel moest men maatregelen nemen tot het bezigen van gelijke werktuigen of de werk tuigen verwisselen, maar de controle behouden. De heer van Iterson wilde 'an den voorsteller weten, wat zijne bedoeling was en wat de gevolgen van bet voorstel zouden zijn. Wilde de heer de Goeje het onderzoek, waartoe °P 16 Oct. 1879 besloten was doen eindigen Toen werd bepaald dat het gas eene lichtsterkte zou hebben van 16 Eng. kaarsen en het onderzoek werd voortgezet °ui te zien of het raadsbesluit werd nageleefd. Was nu de bedoeling dat raadsbesluit te handhaven, hoe zou dat dan worden gecontroleerd? De beer de Goeje antwoordde hierop, dat er lol een onderzoek was besloten, ®aar dal onderzoek was tijdelijk: er was een tijd dat dat onderzoek was af- geloopen en men tot eene conclusie kwam. Het was nu gebleken dat verkregen *as wat de raad verlangd had. Eens moest de tijd van onderzoek eindigen en hij geloofde dat dit thans was gekomen. Wat de gevolgen betrof, bet was alsof commissarissen der gasfabriek tegenover den gemeenteraad stonden en of commissarissen geen leden der vergadering wareu, aan wie zij een last had opgedragen. Commissarissen hadden zich lot dien last bereid ver klaard en die loyaal uitgevoerd. Commissarissen wisten nu wat de raad verlangde en nu was het dus tijd dat zij weder hunne plaats innamen. De beer van Iterson bleef aandringen op een meer bepaald antwoord op zijne vraag omtrent de handhaving van bet bedoelde raadsbesluit. De heer de Goeje gaf daarop te kennen, dat met zijn voorstel die bepaling verviel, maar dat hij reeds gezegd haddat commissarissen het verlangen van den raad niet uit het oog zouden verliezen. De heer van Iterson zeide, dat, nu het voorstel strekte om terug te keeren lot den vorigeu toestand, er niet veel woorden noodig waren om het te bestrijden. Allen kenden de vroegere klagtenmen was nu op den goeden weg. Hij kon niet begrijpen, hoe hij iemand het denkbeeld kon opkomen om dien te verlaten. De een vond het gas goed, de ander niet, en daarom was men er toe gekomen te bepalen wat goed gas was. De oude klagten zouden weder terugkomenzonder dat men een middel had hel zwijgen op te leggen, üok de heer Cock achtte de bestrijding van het voorstel eene gemakkelijke taak. De voorsteller had moeten aanloonen dat de maatregel niet deugde; integendeel men was er over te vreden. Volgens den heer de Goeje had het eene vreemde houding, dal de raad haar eigen commissie con troleerde, maar dat zag hij niet in. Niemand acht zich zoo volmaakt of hij wil wel gecontroleerd worden. Controle door eigen ambtenaren achtte hij niet groot. Commissarissen hadden vroeger gezegd niets tegen het onderzoek te hebben want het was voor hen een waarborg. De burgerij moest eene controle hebben. De raad mogl een groot vertrouwen hebben, de burgerij had geen groot ver trouwen in de zaak. De heer van der Zweep meende dat, om aan den wensch van den heer Cock te voldoen, men een ofliciëlen controleur zou moeten aanstellen. Hjj wees ook de gebreken aan die aan de controle kleefden. Er waren nooit meer klagten ingekomen dan tijdens de controle. De heer de Fremery trad in uitvoerige beschouwingen. Het was onmoge lijk in eene vergadering van 25 personen te bepalen hoe de fabriek moest zijn ingerigt. De heer Cock had gezegd dat de burgerij geen vertrouwen in de zaak stelde. Was dat zoo, dan was dit hel gevolg van het be spreken van klagten, die ongegrond waren. De heer van Iterson vroegwaar om moet de controle ophouden? Omdat zij onrust in plaats van rust ople vert en een schat van geld kost. In den laatsten tijd was het gebleken dal de lichtsterkte van het gas niet verminderdehoe verder men het bragt; bij ruime buizen blijft het in kracht gelijk. Sedert 1871 was die meening omtrent vermindering van kracht te niet gedaan. In den loop zijner rede verklaarde hij nog betreflende deze zaak stukken uit eene ge voerde correspondentie te willen overleggen ouder voorwaarde van geheim houding door de leden. Dit gaf den heer van der Lith aanleiding tot het doen van eene motie van orde om de verdere beraadslaging te staken, in afwachting van de mededeeling van bedoelde stukken. Hiertegen hadden enkele leden bedenking. Zij meenden dat de publieke zaak publiek moest worden behandeld en dat, na de overlegging der stukken, de raad alleen te bepalen had of zij publiek zouden gemaakt worden of niet. Zij wilden liever geen kennis maken met die stukken, daar, bijaldien deze invloed hadden op hunne zienswijze, zij toch hunne stem niet zoudeu kun nen motiveren. De voorzitter meende, dat de leden, die de stukken niet wilden lezen die maar konden laten liggen. De heer de Fremery ver klaarde dat hij, na met zijne mede-commissarissen te hebben gesproken, er zich bij zon neêrleggenwanneer de raad, na inzage der stukken, besloot die publiek le maken. De verantwoordelijkheid rustte dan op den raad. Daarop werd de motie van den heer van der Lith aangenomen met 14 tegen 6 stemmen. Bij de verkiezing van 34 gemagtigden in het kiescollegic der Ned. herv. gemeente alhier, zijn de door /'Geloof en Belijdenis" voorgestelde can- didaten gekozen. Gisteren namiddag, omstreeks 2 ure, viel aan den Nieuwen Rijn al spelende in het water het 7-jarig dochtertje van L.; het werd spoedig door een voorbijganger gered. Nu twee personen gebeten zijnzijn wederom tol onderzoek twee honden in de daartoe bestemde bewaarplaats afgezonderd. Door de politie alhier is proces-verbaal opgemaakt tegen den persoon van J. K.ter zake verzet legen de politic. - Men meldt ons uit Warmond: Eergisteren vierde »de Harmonie" van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 1