dekte Russische correspondentie. Lord Lytton heeft een voorstel aangekon digd, betreffende de voorgenomen ontruiming van Kandahar. PARIJS, 7 February. In de kamer van algevaardigden heelt de heer Renault gesproken ten gunste van regeling omtrent echtscheiding. Naquet bestreed het contra-ontwerp van Drunel, die «scheiding" in plaats van echt-s scheiding wilde invoeren. LONDEN, 7 February. In het lagerhuis heeft sir Ch. Dilke in antwoord op verschillende interpellaliCn de volgende verklaringen afgelegd: Er bestaat grond om aan te nemen, dat uit hel geschil tusschen Britsche onderdanen en de Fransche maatschappü in Tunis geen verwikkelingen tusschen Engeland en Frankrijk zullen ontstaan. Geene der mogendheden heeft het voorstel omtrent eene conferentie te Konstantinopel begunstigd. Het Turksche voorstel, betreffende onderhan delingen tusschen de gezanten en de Porie, maakt bij de mogeudheden uog een punt van overweging uit. Men gelooft, dat de Porie geen goedkeuring zal verleenen voor de oprig- ting eener JooJsche kolonie ter ontwikkeling van Palestina. Oostenryk en Belgic hebben zich bereid verklaard ter deelneming aan de conferentie over de suikerprrmie. Duitschland heeft geweigerd. Frankryk en Nederland hebben nog niet geantwoord. Het bevestigt zich dal de koning der Ashanlijncn de Goudkust met een oorlog, bedreigt. LONDEN. 7 Februarij. Blijkens officieel berigt uit Kaapstad hebben een groot aantal opstandelingen der Basulos zich onderworpen. De hoofden van den opstand hebben den gouverneur bij adres om vrede gevraagd. De gouverneur heeft geantwoord, dal wanneer zij de wapens nederleggen en zich aan het gouvernement onderwerpen, zü niet slechts regt, maar ook edelmoedigheid kunnen verwachten. NEW-YORK, 6 Februarij. Een vergadering van aandeelhouders der Wes tern Union telegraaf compagniegisteren gehoudenheeft besloten het ka pitaal fonds tot 80 mm. dollars te verhoogen. De heer van der Bilt heeft aan den heer Gorringe al de kosten betaald van hel transport der Egyptische Obelisk van Alexandrië. „De Men Birch - LEIDSC11E SCIIOL!WBl'RG. (Voorstelling van 7 Februari 1881 Orgeldraaier cn zijn Pleegkind", Tooneelspel in 5 be dreven, vrü bewerkt naar het lloogduitsch van Charlotte Birch Pfeiffer, door J. Both Jr. moge er van zeggen wat men wil; maar die drama's van Mevrouw Pfeiffer, van welke wel eens op ietwat smadelyken loon gesproken wordt, zijn, over het algemeen, wel geschikt de toeschouwers te boeien en in elk' geval verre te verkiezen boven zekere zoetelijke onbeduidendheden, welke door het een of ander clubje in de hoogte gesloken en als typen van tooneelarbcid toegejuicht worden, 't Is waar. dat nu en dan in die drama's iels voorkomt, dat op geene groote male van waarschijnlijkheid kan aan spraak maken, maar eigenlijk is dal met de meeste looneelproducien het geval, en de noodzakelijkheid om de handelingen der verschillende persoaed tot een minimum van tijd en plaats terug te brengen, werkt krachtig hier toe mede: doch even waar is het, dat Birch—Pfeiffer uitnemend de kunst verslaat de klippen zoowel der verveling als die der êcha/audage te ver mijden waarop tal van hare kunstbroeders schipbreuk tijden. Ook dit stuk levert er het bewys van. - In liet eerste hedrjjl geeft de schrijfster ons een troepje landverhuizers te aanschouwen, die op tiet punt slaan zich naar Amerika te begeven. Een Jong meisje, Rika geheeten, en dochter van Steven Balder. een kastenma ker uit Baden, behoort, even als haar moeder, lot die ongelukkigeuwier hope zoo dikwjjls beschaamd wordt. Door een toeval raakt zij te water, zonder dat men ei op het vertrekkende schip iels van bemerkt Gelukkig echter doet de orgeldraaier: Frederik Kraan een man, die betere dagen gekend heeft - dit wel Hij zeil kan niet zwemmen, maar een matroos.de goedhartige Willem Peters, verslaat die kunst uitstekend, redt hel meisje, en vertrouwt haar aan de zorg des orgeldraaiers, die het lieve kind, dat geene bloedverwanten daar bezitbij zich in buis neemt en zich voorneemt met haar hulp zich van den brandewijn-duivel te bevrijden, die hem, na den dood van zijn kind, in zijne klaauwen heeft. Het tweede bedrijf verplaatst ons in den winkel van Martha Stevens, eigenares eener bakkerij, die, weduwe en kinderloos geworden, geen ande ren wettelijken erfgenaam heeft dan haar neef, denzelfden Willem Peters, die Rika redde. Haar meesterknecht is tijdens hare afwezigheid bezig zich aan een roman van Sue te vergasten en tevens aan de voor leedere ge waarwordingen niet-ongevoelige winkeldochter hel hof te maken. De mees teres komt te huis en. zelve de guurheid van het weder ondervonden heb bende, wordt haar hart bewogen door het lied van een meisje en den klank van een orgeldat voor haar deur wordt gehoord. Men begrypt reeds dat het Rika en haar pleegvader zijn, die, door den honger ter deure uit gejaagd, een beroep komen doen. niet zoozeer op den kunstzin als wel op de milddadigheid hunner hoorders. Kraan is eigenlyk een oude kennis van Martha, wordt even als zijn pleegkind binnen gelaten en beiden vertrekken eerst wanneer zy gevoed en ondersteund zyn door de brave weduwe. Het derde bedryf doet ons zien hoe eenige dieven Martha's woning van welker tuin zjj door de zorgeloosheid des meesterknechts een sleutel hebben binnensluipen en welke pogingen Rika aanwendt om dit te voor komen. 't Is eigenlijk meer een tafereel, dat aan de tooneelen uit den Götz van Berlichingen van Goethe doet denken. Het vierde bedrijf leert ons den afloop dier pogingen kennen. Martha werd er door van dood en berooving gered en sinds dien tijd is Rika met haar pleegvader by haar geïnstalleerd, onder conditie dal de laatste zich niet meer aan dronkenschap zal overgeven, eene belofte welke de man aanvankelijk houdt, doch ten slotte, na eene hevige worsteling met zyn beter ik. verbreekt, zoodat dan ook dit bedrijf eindigt met een afscheid, dat zoowel Kraan als Rika die hem niet wil verlaten, nemen van de woning, waar ze achttien maanden lang gelukkig zijn geweest. Het vijfde bedrijf leidt tot eene ontknooping. welke zich eenigszins liet gissen. Willem Peters, die reeds vroeger zijne tante met zich verzoende en hare vergeving noodig had. omdat hij ook min gunstige hoedanigheden be zat, dan die welke hem Rika deden redden, komt als geroutineerde bakkers knecht terug, hoewel hij als zeeman is vertrokken en verkrygt hierdoor de hand van Rika, aan wie de bakkerij door Martha «in vollen en vrijen eigendom" is overgedragen. Hel verjaarfeest der zestigjarige weduwe wordt op deze wyze een dubbel feest voor iedereen, behalve voor Lodewyk Knol den verwaanden meesterknechtdie, na twee meisjes te gelyk gevryd te hebben, per slot van rekening geen van beiden krijgt en dus in het geval verkeert van den weifelenden ezel ons door Van Leiinep beschreven, met liet referein: «En hy lag toch zoo mooi tusschen twee schelven hooi". Na in vluchtige trekken het drama geschetst te liebhenblijft ous de taak over de wyze van uilvoering te bespreken, en dan hebben wy een woord van hoogen lof voor Mejuffrouw Beersmans, die Martha en.voor Mevrouw Egener Van Dam, die Rika voorstelde, dan gewagen wij met groote ingeno menheid van Faassenwaar hij ons een orgeldraaier te aanschouwen gaf, die in verliederlijkte fatsoenlijkheid niets te wenschen overliet: van W. Van Zny- len, die Willem Peters voorlreflelijk wedergaf, en van Nieuwland, die den dwazen meesterknecht goed tot zijn recht deed komen, dan onthouden wij mevrouw Chrispyn— Sloctz de loftuiting niet dat zij als Jetje, de winkel dochter, los en bevallig speelde; maar voegen wy levens er de verklaring by dat de overige acteurs ook Mevrouw Luers medewerkten tol het welslagen eener voorstelling, welke, naar wij meenen, een der beste was. gedurende dit seizoen, door liet Rotterdamsch tooneelgezelschap binnen Leiden gegeven. INCiEZlJN»EN. DE KARNEMELKSBRUG. Iemand vernam dat de naam van Karnemelksbrog eene verbastering is van Cairmeliienbrug. omdat aan den hoek van de HoogewOerdwaar nu de heer Oudshoorn de bakker woont, een Garmeliten-kloosler geslaan heeft, waaruit de monniken over die brug naar de Hooglandsche kerk gingen. Hetgeen die iemand vernam, heeft hij in de Leidtche Courant van 29 Januarij II. bekend gemaakt en hij wenschtals hetgeen hij vernam juist is. wel ver betering in den naam der brug gebragt Ie hebben. Zooals dat wel eens nieer met wat «men verneemt" gebeurt, hapert er ook hier misschien wel wat aan de juistheid van liet vernomene. Er heelt ten minste nooit aan dien hoek een Caroieliten-kloostrr gestaan en zoo het er mogt gestaan heb ben. dan zouden de monniken van dat klooster niet naar de Hooglandsche. maar naar de Sint-Pieterskerk gegaan zijn. Met andere woorden, dat ge deelte der stad behoorde niet aan het kapittel ten Hoogelande, maar aan Sjint Pieter. Er bestond in de stad-zelf maar één mannenklooster, te welen dat der Cellebroeders (fratres Cellitae) of Alexianen, op de Cellebroêrsgraft. Als (triers de gebuurten der stad Leiden beschryftnoemt hij reeds de Kar- nemelksbiug by naam aan den Nieuwen Ryn en daar Orlers voor omtrent 250 jaar zijne beschrijving der stad uitgaf, is die naam blykbaar niet alleen oud, maar zal Karnemelksbrug wel altoos Karnemelksbrug geweest zyn. Mr. Simon van Leewen. ook al een oude beschryver van Leiden, noemt haar Botermarkt- of Karnemelksbrug, en zoo brengt ons van Leewen mis schien als vangzeil digter tot de waarheid, dan men vernam van hooren zeggen. Daar is meer overeenkomst, dunkt my, tusschen Botermarkt en Karnemelk dan tusschen Karnemelk en Carmeliet. Hoe de Karnemelksbrug aan dien naam gekomen is, heeft men mij ook al weten te vertellen, dus ik vernam ook iets. Toen de brug zou gebouwd worden klaagde men dat zy geen rij- maar slechts een loopbrug zou worden: waarom niet voor heiden ingerigl? Nu was het al even zoo schraal als Karnemelk, die na de bewerking van de Zoete overblijft, en kyk, daar was in eens de naam van Karnemelksbrug gevonden. Verbeeld 11, in het grijs verleden reeds over eene houten brug zulk een strijd van meening! Het moet zelfs beschreven staan en ik heb er naar gezocht, maar bij de kronykschrijvers daaromtrent niets kunnen vinden, tenzy ik met myn neus gekeken heb, zöoals men dat noemt, of mijn zegsman nog meer oudheidkennis aan den dag heeft willen leggen, dan schrijvers van voor een honderd jaar of wat. Leiden, 5 Februarij 1881. A. J. K. Zitting van hel Kantongerecht te Leiden van 7 Februari 1881. Kantonrechter Mr. W. van der Kaay. Ambtenaar van het openbaar ministerie Griffier mr. F. G. van Binsbergen.mr. P. A. van Bnttingha Wichérs.. Uitspraak in strafzaken. Naam en woonplaats der beklaagden. T, v. d. V., Leiden, I). v. II. Warmond, C. Z., G.1L.Voorhout, J. M.Katwijk L- v, d P. Noord- wijkerhout W. v. d, B,Noordwijk, P. v. A., idenj, C. Di, rdeih J. v: d. B.Noord- wijkerhont P. S.idem J. v. d. K.idem T; S.Katwijk P. v. d. Z.Noordwijk. H. v. d. B.Noord- wijkerhout D. Z.idem J. v. d. B-,Noordwijk, G. v. d. Z.idem A. v. D.Katwijk, Aard van het misdrijf. Gevallen uitspraak. Visschen in met ijs bedekt wa ter, Leiderdorp, zich zonder jachtacte met ge laden schietgeweer in het veld bevinden, Warmond, idemNoordwtjkerhont idem, Voörhout, zich zonder jachtacte in het veld bevinden met een hond die wild achtervolgtKatwijk, delven naar konijnenNoord- wjjkerhout bemachtigen van wild door strikkenNoordw ijk y idem idem, idem N oord w ij k er hou t- idemNoordwijk zieh met wildstrikken in het veld bevinden idem idemKatwijk idem bij nachtNoordwijk. idem, Noordwijkerhout uitzetten van een wildstrik idem idem, na vroegere vcroor- deeling, Noordwijk, idem na vroegere veroordeeling 1° zich met wildstrikken in het veld bevinden en 2" jagen zonder acte én zonder ver der vergunningKatwijk, 4 of 1 dag (driemaal). f 15 of 4 dagenverbeurte geweer. 10 of 3 dagen, verbeurte geweer, idem. f 10 of 3 dagen (tweemaal) verbeurte geweer en 10 of 3 dagen. ƒ10 of 3 dagen. 20 of 5 dagen-, vernie ling strikken. v' 20 of 5.dagen, hansjyer- beurd., vernieling strikken, idem. idem. idera. - -f 10 of 3 dagenstrik te vernielen, idem. 20 ot 5 dagen vernieling strikken ƒ10 of 3 dagenvernieling strikken. 20 of 5 dagen, vernieling strik. /Ü5 of 7 dagen vernieling strikken, idem. ƒ20 of 5 dagen (driemaal) geweer verbeurd, vernie ling strikken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 3