BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant
van Maandag 29 November óHHOiVü. 260.
BINNENLANDSCHE BEKIGTEN,
LEIDEN, 27 November.
Ter vervulling eener in de plaatselijke schoolcommissie alhier bestaande
vacature worden door burg. en weth. voorgedragen de hh. mr. J. S. D. van
Doorn en dr. G. Pekelharing.
Burg. en weth. adviseren tot het toestaan van het verzoek van de admi
nistratie van de Holl. ijzeren spoorweg-maatschappij om een uitweg te hebben
op den Rijnsburger straatweg en te dien einde eene brug te leggen over de
sloot langs den straatweg, op de door de commissie van fabricage gestelde
voorwaarden. Onder die voorwaarden is opgenomen, dat, zoodra burg. en
weth zulks verlangen, kosteloos vergunning wordt verleenddat de wagens
van de Leidsche tramway-maatschappij doorloopen en standplaats houden
over de brug voor het station; behoudens de verpligting van laatstgenoemde
maatschappij tot onderhoud van het gedeelte weg door haar ingenomen.
Burg. en weth. vereenigen zich met de strekking van het door den heer
mr. van der Lith ingediende voorstel betreffende de Ruïne en stellen voor
eene commissie te benoemen lot het ontwerpen van een adres aan de tweede
kamer der staten-generaal.
Door het kiescollegie der Ned. herv. gemeente is, ter vervulling der
vacature van predikant bij die gemeente, het volgende zestal gevormd: dd. g
P. Deetman, pred. te Kampen; D. Rijnders, pred. te Middelburg; G. Boer,
pred. te Ouderkerk aan den IJssel; J. Langhout, pred. te Anjum; G. H.
van Kasteel, pred. te Kollum; C. de Wilde, pred. te Schiedam.
Tot ouderling is gekozen de heer W. F. de Vink en tot diaken de heer
J. Fontein.
-- Heden morgen bevonden zich aan den Ouden Rijn een paar Haagsche
kooplieden. Door een hunner werd aan een 15-jarigen jongen, die tegenover
hen zeer brutaal was, een slag met de hand toegediend. De jongen trachtte
daarop zijn aanvaller door middel van een schippershaakdie hij had ge
haald, te slaan of te steken, hetgeen door den anderen koopman werd voor
komen. die den jongen met eene lat voorzien van een ijzeren punt, die hij
aan zijn wagen had, een slag toebragt, waardoor eene nog al beduidende
wonde aan de linker wang ontstond, die heelkundige behandeling noodza
kelijk maakte.
Ter waarschuwing kan dienendat gisteren namiddag door de politie
alhier een paar 13- a 14-jarige schooljongens, die op de Hooigracht aan het
vechten warennaar het bureau van politie werden gebragt en eenigen tijd
in bewaring zijn gesteld.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 57 tot 69 volwassen personen en 7 tot 11 kinderen.
Bij beschikking van den minister van justitie is ingetrokken de aan
stelling van onbezoldigd rijksveldwachter verleend aan M. A. Burgers, laat
stelijk conducteur bij de paardenspoorwegen te Leiden.
De thans verschenen Rijks- en Residentie- almanak voor 1881 be
helst eene vergelijkende tabel betreflende de uitkomsten der jongste (zesde)
algemeene tienjarige volkstelling in Nederland, op 31 December 1879, en
de vorige tellingen, aanvangende met die op 16 November 1829. Daaruit
blijkt, dat het gezamenlijk bedrag der bevolking des koningrijks in die
halve eeuw met 1,399,206 inwoners is vermeerderd, daar zij van 2.613,487
tot 4,012,693 geklommen is. De vermeerdering van het mannelijk ge
slacht beliep in dat tijdvak 705,118, die van het vrouwelijk geslacht
694,088. Gemiddeld per jaar was de toeneming der bevolking in de jongste
halve eeuw 27,988. De betrekkelijk grootste aanwas der bevolking had
in de jongste tien jaren plaats, te weten 433,164 inwoners tegen 246,963
van 1829 tol 1839; van laatstgemeld jaar tot 1849 was de vermeerdering
196,429, van 1849 tot 1859 252,249 en van 1859 tot 1869 270.041.
Nu de Willem Barents wederom van de Noordelijke IJszee is terug
gekeerd heeft het comité van uitvoering voor de Nederl. ijsvaart de plaat
selijke comité's en alle belangstellenden uitgenoodigd tot het bijwonen eener
vergadering op Zaturdag 4 December e. k.des namiddags ten 3 ure. in
het gebouw «Eensgezindheid" te Amsterdam. In deze bijeenkomst wenscht
het comité van uitvoering: 1». verslag uit te brengen van den logt door de
Willem Barents volbragt onder bevel van den luit. ter zee lc kl. van
Broekhuizen2°. mededeeling en verantwoording te doen omtrent den
tegenwoordigen staat der geldmiddelen; 3°. de vraag te bespreken op welke
wijze het zoo goed aangevangen werk tot eer van ons vaderland zal wor
den voortgezet, wat het volgend jaar en wat met het oog op de naaste
toekomst der IJszee-vaart gedaan moet worden.
Het stoomschip Prinses Marievan Amsterdam naar Bataviais op
25 Nov. van Suez vertrokken.
Op den 4d°n Dec. e. k. zal een detachement suppletietroepen uit Har
derwijk naar Amsterdam vertrekken.
Door het prov. kerkbestuur van Drenthe zijn tot de Evangeliebedie
ning in de Ned. berv. kerk toegelaten de hh. N. P. van Es, H. Visch, J. L.
de Heer en A. A. L. J. Rouyer, alle van de Utrechtsche universiteit.
Het r. k. instituut te Katwijk a/R. viert in den aanstaanden zomer
zijn vijftigjarig bestaan. Er heeft zich uil de oud-leerlingen eene commissie
gevormd, die zich tot de andere oud-leerlingen heeft gewend, om hen uit
te noodigen tot gezamenlijke deelneming aan de genoemde feestviering.
Te Amsterdam is heden nacht inbraak gepleegd ten huize van dr. Peil,
in de Huddeslraat. De dieven hebben zich van eene som van ƒ120 en eenige
oude munten meester gemaakt.
Naar het U. D. meldt, is door den ontvanger der gasfabriek te Utrecht
proces-verbaal opgemaakt tegen een gasverbruiker, die verdacht wordt, zijne
leiding zóó te hebben ingerigt, dat hij gas verbruiken kan, zonder dat dit
door den meter aangegeven wordt. Die persoon wordt geregtelijk vervolgd.
Er beslaat vermoeden, dat er meer in dit geval verkeeren, en men is erop
uit, omtrent dit vermoeden zekerheid te verkrijgen.
Men meldt uit Zwolle: De communicatie te water tusschen Assen,
Meppel, Steenwijk, Blokzijl, Genemuiden, Zwartsluis, Hasselt en Zwolle
onderling wordt thans onderhouden door zeven schroefstoombooten. Voor
enkele jaren bestonden er slechts twee naar Assen en twee naar Meppel.
Wanneer men daarbij voegt vier groote zeebooten van Zwolle en Meppel-en
nog eene vrachtboot op Deventer en twee op Rotterdam, dan kan onze
streek op dat gebied goed meêdoen.
Het door zwaren wind opgestuwde water heeft in deze streek geen
kwaad gedaan. De veldvruchten waren opgeruimd en het overstroomde
weiland was zonder vee en zonder gras.
Voor het geregtshof te Leeuwarden stond eergisteren teregt O. v. O.,
oud 55 jaren, boekdrukker te Groningen, beschuldigd van het opzettelijk
in brand steken van brandbare stoffen, derwijze geplaatst, om den brand
te doen overgaan tot een gebouw, waarbij te voorzien was, dat eenig men-
schenleven daardoor in gevaar kon worden gebragt. Er werden 17 getuigen
gehoord. Besch ontkent alle schuld, en wil het laten voorkomen, dat,
buiten zjjn weten, iemand op den zolder kan zijn geklommen door een
luik, dat naar buiten openslaat.
De Nederlandsche brik Plutus, kapitein van der Mey, te huis be
hoorende te Harlingenden 201,en van Riga vertrokken, is reeds den vol
genden nacht door een zwaren noordwesten storm overvallen. Een sneeuw-
jagl, die den storm vergezelde, belette den uitkijk en ondanks alle pogin
gen, geraakte het schip in den morgen bij Bullen op het strand. De storm
sloeg het schip onmiddellijk wrak en alle pogingen tot redding mislukten.
Den volgenden morgen vonden vier Oostzee-visschers twee half verkleumde
matrozen, C. Burchardt en G. Wopsma, die zich aan een balk hadden vast
geklemd en zoo op zee rondzw alkten. De visschers namen hen in hunne
schuiten op. De kapiteinde stuurman en vier matrozen waren na een
zwaren strijd met de golven verdronken.
Van de Lemmer meldt men, dat den 24steD November op de Zuiderzee
200,000 haringen zijn gevangen, voor dezen tijd van het jaar een ongekend
groot getal.
Vijf smokkelaars van koflïj en tabak uit Venlo zijn Dingsdag avond
slaags geraakt met een Pruissisch ambtenaar. Toen deze van zijn vuur
wapen gebruik maakte, wierpen 4 hunner de zware pakken, waarmede zij
beladen waren, af; de vijfde moest het onderspit delven, doordat op het
schieten hulp kwam opdagenen viel met de achtergelaten buit in handen
der ambtenaren.
Wel werd men gisteren avond, bij de muziekuitvoering door de afd.
Leiden der Maatschappij tot bevordering der toonkunst in de Stadszaal ge
geven in den geest naar lang vervlogen tijdperken teruggevoerd. De meeste
nommers toch van het vrij uitvoerig programma, die over het algemeen
zuiver, flink en met aplomb werden voorgedragen, konden op een bestaan
van meer dan drie eeuwen bogen, en leverden wèl het bewjjs, dat ook
toen de edele toonkunst reeds eene hoogte had bereikt, die nu nog de ken
ners de kunstgewrochten van dien tijd in stille bewondering doet genieten,
vooral als zijzooals gisteren avond onder de verdienstelijke leiding van
den heer Daniël de Lange plaats had. zoo schoon en rein ten gehoore wor
den gebragt.
De Missa Papae Marcelli voor zes-stemmig koor en soli, van Palestrina,
vulde het eerste gedeelte van het programma. Wie de geschiedenis er van
kent, en weet, dat zij haar ontstaan dankt aan een besluit van het Con
cilie van Trente, in 1563 genomen, toen om de misbruiken die bij de
opvoering van meerstemmige muziek in de kerk waren ingeslopen, besloten
werd aan Palestrina de taak op te dragen eene mis te componeren waarin
het zuiver kerkelijk karakter bewaard bleef zal beseflen, dat hier een
toonwerk werd ten gehoore gebragt, waarbij niet, zooals vaak bij vele
missen, ook van groote meesters, het geval is, de tekst aan de muziek
werd opgeofferd, maar integendeel de toonkunstenaar, geheel van het hei
lige zijner taak doordrongen, en zich strikt houdende aan de vertolking
der verhevene gedachten in de woorden van den tekst neêrgelegd, de mu
ziek daaraan dienstbaar maakte. Toen dan ook na afloop van het Concilie,
door eene afzonderlijke commissie van acht kardinalen, het werk van den
maestro moest beoordeeld worden, wenschten zij en alle aanwezigen, bij
het einde der mis, den meester geluk met zijne wonderbaar geslaagde
pogingen en het pleit was daardoor ten gunste der meerstemmige kerk
muziek beslist.
Den ID0™ Junij 1565 werd deze mis voor het eerst in de Sixtijnsche kapel
in tegenwoordigheid van Paus Pius IV en geheel het pausselijk hof gezon
gen, en na afloop der plegtigheid werd Palestrina tot componist der paus-
selijke kapel benoemd.
Zullen wij ons wel wachten, zelfs in de verte, ons aan eene beoordee
ling van dit meesterwerk te wagenmoeijelijk is het evenzeer den juisten
indruk weêr le gevendie de uilvoering op ons en het inderdaad uitgelezen
publiek, waaronder men vele meesters en belangstellenden ook van elders
opmerkte, maakte. In het algemeen toch heelt alles, en niet het minst de
kunst, bijzondere eischendie niet veronachtzaamd kunnen worden of zij
doen zich toch, zij het ook onwillekeurig, gelden. En zoo kwam het ons
voor, wat wij ook reeds voorleden jaar bij de opvoering eener andere mis
van Palestrina in het midden bragten dat, wat oorspronkelijk voor de
uitvoering in een kerkgebouw met al de attributen aan de eeredienst verbonden
bestemd is, noodwendig in een concertzaal veel van haar effect verliezen
moet. Wij doen daardoor geenszins aan de uitmuntende uitvoering te kort,
integendeel gelooven wij, dat, zoowel de verdienstelijke directeur als de
soli en koren, in de onverdeelde aandacht, die gedurende de geheele uit
voering heerschie en die zich nu en dan in de pausen en later aan het
slot, in overeenstemming met het stuk in een hoogst bescheiden applaus
lucht gaf, het bewijs hebben gezien, dat, afgezien van het genoemde be
zwaar, allen de correcte en zuiver harmonische voordragt met stille be
wondering hadden gevolgd.
Moeten wij over de andere stukken, die na de pauze werden uitgevoerd,
uit den aard der zaak kort zijn, dit neemt niet weg, dat met een enkel
woord gezegd kan worden, dat ook hier, zoowel de solisten als de koren,
zich uitmuntend van hunne vaak moeijelijke taak kweten. Zoowel de
dames in de quarietten voor vrouwen-stemmen, als de heer B. J. de Goey
in het Ave Verum (compositie van Dan. de Lange) hebben aanspraak op
onzen lof. Ook de oud-Engelsche Madrigalen en het dubbel quartet uit het
Oratorium Elias van Mendelssohn werden schoon en zuiver gezongen.
Na zooveel Latijn en Duitsch deed het ons goed, en, wij zagen het
op menig gelaat, velen met ons, in de daarop gevolgde oud-Hollandsche
Volksliederen onze schoone moedertaal op de vleugelen der toonen door de
zaal te hooren weêrklinken. Of het koor met dienzelfden geest bezield
was? Wij zouden het uit den vollen flinken toon, waarmede die liederen
werden voorgedragen, wel durven opmaken, en wij konden ons best voor
stellen hoe de mannen dier dagen (1573) op de toonen van die liederen
met zulke opwekkende melodiën, het zwaard aan de heup en de hellebaard
in de hand, voor de vrijheid des gewetens en de onafhankelijkheid van
have en erf gestreden hebben. Dat die liederen, gelijk wij reeds veron
derstelden, dus in den smaak van het publiek vielen, bewees niet alleen
de onverdeelde aandacht waarmede zij gevolgd werden, maar ook de geest
drift, die zich aan het slot in luide bijvalsbetuigingen lucht gaf.
'sGRAVENHAGE27 November.
Door Z. M. is aan de voor de Jdienst in Indië bestemde soldaten E. VV.1
B. E. Hempel en J. Beijer, van liet koloniaal werfdepot, vergunning ver
leend tot het dragen, eerstgenoemde van de Duitsche medaille ingesteld ter