LËIDSCHE
COURANT.
256.
MAANDAG 1 NOVEMBER.
ST ADS-BER ÏCIITEN.
BINNENLAiNDSCIlE BKIWGTE.N.
ISSO,
Dc Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd, De prijs der Couravl is per vierendeel jaars 1.50, franco p. p. f2.
wiet het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 1.85, franco p. p. 2.35. Hel Verslag uf-onderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
'sjaars, luiten de expeditiekoslen. Afzonderlijke nummers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
Re prijs der AdvertenliPn is vail 14 regels 1.iedere regel meer 25 ccnls.
»U deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Bij deze Courant wordt verzonden bladz. 67-
den Gemeenteraad Zittingverslag
-70 der Handelingen van
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIOEN:
Gezien de circulaire van den. Commissaris des Konings in deze provincie
van den 21"tn September 1880 Provblad n°. 61), herinneren hij deze den
ingezetenen dezer gemeente aan de bepalingen van de arlt. 27 en 42 der
wet van den 29'1"1 Maart 1833 [Staatsblad n". 4), zooals die zijn gewijzigd
en aangevuld bij de arlt. 7 en 14 der wet van den 9,e0 April 1869 Staats
blad n'. 59), behelzende bepalingen omtrent de op hen ruslende verplich
ting tot het inleveren van suppletoire aangiften wegens het in gebruik
nemen van perceelcn of perceclsgedeelten of aanschaffing van belaslingvoor-
werpen naar de 5' en 6e grondslagen terwijl zij tevens worden gewezen
op de strafbepalingen van art. 35 der wet van 29 Maart 1833 Staatsblad
n°. 4), voor zooverre die zijn gewijzigd bij art. 13 der wet van 9 April
1869 [Staatsblad n°. 59) en van art. 39 der wet van 29 Maart 1833
Staatsblad n°. 4), waaraan zij zich bij nalatigheid in het doen der aangiften
zouden blootstellen.
En wordt deze door plaatsing in de eidscke Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER. Burgemeester.
Leiden 23 October 1880. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten dat,
ingevolge art. 11 van het Koniukl. besluit van 9 November 1851 (Staatsblad
n». 142), in verband niet Zijner Majesteits besluit van 11 Augustus 1859
(Staatsblad n*. 80), op den 30eo November a. s., 's middags te twaalf uren
op het Raadhuis eene vergadering van kiesgerechtigden zal worden gehouden
>Jc'.
om de plaatsen aan te vullen van de Heeren
IV-L.JJE FREMERY, Jj -
I'. P. DU RIEU,
J. L VAN WENSEN, f\
-JW-H-fiHTEMANen
O. J. LEEMBRUGGEN,
die met het einde dezes jaars als leden van dc Kamer van Koophandel en
Fabrieken moeten aftreden, doch ingevolge art. 7 van eerstgemeld besluit
op nieuw benoembaar zijn; dat de lijst van kiesgerechtigden, waartegen
bezwaren kunnen worden ingebracht bjj het gemeentebestuur, gedurende
acht dagen, te rekenen van den dag der aankondiging, ter inzage ligt op
de Secretarie dezer gemeente en dat de inlevering der stembriefjes op boven-
genoemden dag geschiedt van 12 tot 2 uren, waarna de bus geledigd wordt
en de slemopneming plaats heeft.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, 29 October 1880. DE KANTEB, Burgemeester.
E. KISTSecretaris.
LEIDEN, 30 October.
In de algemeene vergadering van leden der Maatschappij voor Toon
kunst alhier, gisteren avond in het gebouw van het Nut gehouden, werd
in de eerste plaats door de ten vorigen jare benoemde commissie tot het
nazien der rekening van het toen afgeloopen maatschappelijk jaar, be
staande uit de heeren Btimke, de Loos en Kaiser, bij monde van eerstge
noemde verslag uitgebragt, waaruit bleek, dat, niettegenstaande de school
gelden 8942.12% en de contribution ƒ1392, dus te zamen het niet onaan
zienlijk bedrag van 10334.10% hadden opgeleverd, de financiën der
Maatschappij echter in geen gunstigen toestand verkeeren, en het tekort,
dat ten vorigen jare ƒ111 37 bedroeg, ditmaal nog iels meer en wel ƒ113.18
had beloopen. hetgeen, daar er wegens de geheerscht hebbende epidemie
geene openbare uitvoering door dc leerlingen was gehoudeneer minder had
moeten zijn. Brast men daarbij echter andere omstandigheden in rekening,
o. a. de aanschaffing eener nieuwe piano, dan kon geconstateerd worden,
dat de financien met ƒ80 waren vooruitgegaan.
Tol het nazien der rekening van het nu afgeloopen maatschappelijk jaar
werden daarna door de vergadering benoemd de daartoe door het bestuur
voorgedragen heerenR. Koopmans van BoekerenT. W. J. II. Tengbergen
en C. T. Steflelaar, en tot plaatsvervangers de heeren: dr. II. G. Hagen,
G. A. Reimeringer en M. W. Jaeger.
Uit het daarop door den secretaris, dr. W. G. C. Brjvanck, uitgebragt
jaarverslag bleek omtrent den toestand der muziekschool, dat zich voor
den nieuwen cursus voor de verschillende lessen deden inschrijven 432
leerlingen, en hoewel dit cijferbij vergelijking van het vorig jaar, eene
geringe vermindering aanwees, leverde dit echter, met het oog op de school,
geen overwegend bezwaar op. Behalve het verleend eervol ontslag aan den
heer Landsman en de tijdelijke aanstelling van mej. 11. Gotidsmit als onder
wijzeres, hadden in het personeel der ouderwijzers geene inslijpende ver
anderingen plaats. Gelijk reeds uit het hierboven vermeld rapport was ge
bleken, werd cr wegens de heerschende epidemie geen jaarlijksche openbare
les der leerlingen gehoudenhetgeen den leerlingen een genoegen en den
onderwijzers eene gelegenheid tot betooning van belangstelling in het door
hen gegeven onderwijs deed missen.
Er werden twee gewone en een buitengewoon concert geseven. Het reeds
vroeger opgevat ernstige voornemen om de uitvoeringen financieel geheel
van de muziekschool te scheiden, deed liet aantal der uitvoeringen inkrim
pen, te meer daar de steun van een groot aantal toehoorders in den regel
ontbrak, hoewel toch aan den anderen kant ook wel blijken van sympathie
gegeven werden, getuige het geschenk eener volledige partituur, door een
belangstellende der Maatschappij aangeboden.
Het getal leden was merkbaar afgenomen, het bedroeg slechts 254 tegen
270 in het vorig jaar. Uit latere mededeelingen bleek, dat dit getal dit
jaar nog meer dreigde te zullen verminderen.
Tot bestuursleden werden, in plaats van de heeren d'Aumerie en Kaiser,
in de vergadering van 21 Nov. 1879 gekozen de heeren ,1. Campert en
L. G. Le Pooleterwijl dc muziekschool een gevoelig verlies leed door het
vertrek naar elders van haren secretaris, den heer J. van Leeuwen Az.
Het kon niet ontkend wordendat de geheele toestand der Maatschappij
ongunstig was. Zij verkeert, met het oog op de eischen des tijds, in een
tijdperk van overgang, zonder de middelen te bezitten om, voor het oogen-
blik althans, aan die omstandigheden het hoofd te kunnen bieden. Het be
stuur houdt zich echter ernstig bezig om den toestand aan een naatiwgezet
onderzoek te onderwerpen, en hoopt eerlang in eene buitengewone verga
dering voorstellen hieromtrent aan de leden te doen.
In plaats van de aftredende leden, de heeren d'. W. Pleyte en J. van
Leeuwen Az., werden door de vergadering, uit de voordragten van het be
stuur. gekozen de heeren: prof. van der Hoeven en dr. G. J. Dozy.
Op eene vraag van prof. Sttringar, om nadere inlichtingen omtrent den
toestand der Maatschappij, refereerde de voorzitter zich grootendeels van
bet verslag van den secretarisen hoopte spoedig in de buitengewone ver
gadering, zoo mogelijk nog dit jaar te houden, hieromtrent meer ampele
mededeelingen en voorstellen te kunnen doen.
Ten slotte werd nog, naar aanleiding van door een paar leden gevraagde
inlichtingenmedegedeelddat de heer Locher zijn ontslag als onderwijzer
had gevraagd, en mej. Gripekoven op haar verzoek van hare piano-lessen
was ontheven en uitsluitend voor het onderwijs in den zang aan de muziek
school verbonden bleef.
De heer J. E. Inckel. predikant b(j de Evang. Luth. gemeente alhier,
is voornemens, bij het nederleggen zijner ambtsbediening, een werkje in het
licht le geven, bevattende eenige bladzijden uit zijn levensboek als Evange
liedienaar. De uitgave zal plaats hebben bij den boekhandelaar C. Kooyker
alhier, en wel ten voordcelc van het wees- en oudelirdenhuis der Evang.
Luth. gemeente alhier. Dat gesticht was, sedert d». Inckel's komst hier ter
stede, altijd het voorwerp zijner belangstelling; in vervallen toestand ver-
keerendc, heeft het in den zoo verbeterden toestand, waarin heizichthans
bevindt, veel aan hem te danken- hij toch ontzag moérte noch inspanning
om het gesticht tot eene geschikte woning voor weezen en ouden van da
gen in te rigten. Geen wonder dan ook, dal hij bij zijn aftredenals af
scheidsgroet aan die stichting, die hem zoo lief is, nog eene poging doet