hui t kl\ la ai ksi i i l m: iu<; i brug tot de Spanjaards brug en van het Ka Ik brugje tot de Kerkstraat te Leiderdorp met ƒ1000 te verminderen, en dan aan die wegen alleen de allernoodigste herstel lingen te doen. De heer Wilhelmy Damsté had den bedoelden weg gezien en ge loofde, dat die nog wel opgeknapt kon worden. De voorzitter wees op het contract van vroegeren tijd, waardoor men tot het onderhoud verpligt was; de vernieuwing was noodzakelijk. Met 13 tegen 5 stemmen werd dit amendement verworpen en daarna de post goedgekeurd. De heer van der Lith kondigde bij dit punt nog aan, dat hij eerstdaags een voorstel zou doen ten opzigte van de Ruïne, namelijk om zich tot de tweede kamer der staten-generaal te wendenten einde te verkrijgen dat men of overging tot het stichten aldaar van een nieuw akademiegebouwbf dat het plein weder aan de stad kwam. Bij no. 99Onderhoud van huizen enz. welke post met ƒ260 werd verhoogd voor de Lakenhal, gaf de heer Le Poole het verlangen te kennendat in het volgend jaar gelden mogten worden beschikbaar gesteld om den muur van het cement te ontdoen. De voorzitter zeide, dat de muur in zoo ellendigen toestand verkeerde, dat men het cement niet kon missen, bijaldien men geen nieuwen muur wilde zetten. Bij no. 108, Jaarwedde van de commissarissen van politie, stelde de heer van der Lith voor den post met ƒ200 te verminderen, uitgetrokken tot verhooging van de jaarwedde van den commissaris van politie. De voorzitter merkte hierop aan, dat reeds vroeger was bepaald, dat die jaarwedde op ƒ2600 moest gebragt worden hij geloofde niet, dat de minister en gedep. staten met eene andere regeling genoe gen zouden nemen. De heer van der Lith meende, dat de gemeente hierbij op een onafhankelijk standpunt stond Het amendement werd met 10 tegen 7 stem men verworpen. Bij no. 109 stelde de heer van der Lith insgelijks voor den post met J 1850 te verminderen, voorgedragen voor verhooging van het tractement der agenten van phlitienaar aanleiding van een adres door dezen ingediend. De heer van Iterson was niet tegen de verhooging voor de agenten 3de kl. Een groot aantal hunner toch was van promotie uitgesloten. Men moest dit echter niet be schouwen als een blijk van ingenomenheid met de werking der politie. De heer Donner verklaarde zich mede zeer voor de verhooging. De voorzitter geloofde, dat men soms de politie te ligtvaardig beoordeelde en veroordeelde. Er werd veel ge vergd van de politie. Kleine leiten werden breed uitgemeten. De heer van Iterson meende, dat daar al de motiven tegen de verhooging ontleend waren aan ontevre denheid over de politie, men door de verhooging verbetering mogelijk zou maken, De heer van der Lith vond het vreemddat men ontevreden was over de politie en toch tot verhooging wilde overgaan. De heer Juta bestreed mede de verhooging. Het amendement werd ten slotte verworpen met 13 tegen 4 stemmen. Bij no. 113, Onderhoud van brandspuiten, bragt de heer de Goeje de aanschaffing van eene tweede stoomspuit ter sprake. De voorzitter zeidedat dit later in ernstige overweging zou worden genomen; de tijd was toch niet meer ver af dat enkele brandspuiten minder geschikt voor de dienst zouden worden. De heer van Iterson wilde lievermet het oog op de goede diensten, die de stoomspuit had bewezen bij het blusschen van brandgeld besteden om te zorgendat de spuitdie men had spoedig op het terrein van den brand was. De voorzitter zeide, dat men daartoe het mogelijke deed, maar dat de stoomspuit toch altijd nagenoeg een kwartier uurs noodig hadeer zij de vereischte drukking hadmeerdere spoed zou weinig sche len want bij het vertrek wordt reeds het vuur aangestoken. Bij no. 120 werd de torenwachter, met 14 tegen 3 stemmen, weder in zijne functie bevestigd.— No. 121, Kosten van toezigt der openbare huizen enz., werd met 17 stemmen tegen 1 aangenomen. Het hoofdstuk Kosten voor het onderwijs enz.gaf tot geene aanmerkingen aan leiding. De voorzitter gaf te kennen, dat eerstdaags bij de behandeling der reeds ingediende nieuwe verordeningen ruimschoots de gelegenheid zou aangeboden wor den otn dit onderwerp te bespreken. Bij no. 142 van het hoofdstuk Kosten voor het armwezen e' z.stelde de heer Juta voor den post voor de gemeente-apotheek te verminderen niet f 300, welke som zou moeten dienen tot verhooging van de belooning van den apotheker en zijn bediende. De beer Wilhelmy Damsté ver klaarde zich danitegen, op grond, dat bijaldien de tegenwoordige apotheker mogt heengaan men toch nog meer geld zou moeten uitgeven om een ander te verkrij gen. De heer van Iterson stemde hiermede in. Het amendement werd verworpen met 13 tegen 4 stemmen. In de avondzitting gaven de hoofdstukken IX, Renten en aflossingen van geld- leeningen, en X, Andere uitgaven, niet onder vorige hoofdstukken begrepen, tot geene discussie aanleiding. No. 168, Toelage aan de eigenaars van den schouw burg, werd met II tegen 4 stemmen goedgekeurd. No. 169, Aankoop van inschrijvingen op het grootboek, werd verminderd met ƒ5700, ingevolge een besluit in de vorige vergadering genomen. Hoofdstuk XI, Onvoorziene uitgaven, werd voorloopig aangehouden. Bij de behandeling der Inkomsten werd naar gewoonte de vaststelling van het bedrag der plaatselijke directe belasting voorloopig aangehouden. No. 9, Op brengst van brug- en havengelden enz., werd verhoogd met ƒ4900 naar aanlei ding van een vroeger genomen besluit omtrent de bruggelden. De heer Donner beval aan het dagelijksch bestuur ornstig ter overweging aan het denkbeeld tot het heffen van een lig- of havengeld voor schepen. In andere plaatsen werd dit gehe ven o. a. te Delft bragt ditnaar hij had vernomenp. m. J 30000 op. l)e voor zitter zeide, dat van schepen, die hier handel drijven een liggeld wordt geheven, niet van schepen, die alleen hier lossen of laden De hooge opbrengst te Delft, waarvan gesproken was, was het gevolg van het heffen van doorvaartgelden De heer Donner verklaarde, dat ook de heffing van doorvaartgelden in zijne bedoeling lag. Bij no. 18, Opbrengst van schoolgeld linger onderwijs), verklaarde de heer Donner, dat hij gedacht had een voorstel te doen tot verhooging van het schoolgeld voor minvermogendenmaar na gezien te hebben de famcuse somdie uitgegeven werd voor het onderwijs ten dienste der meergegoedenhad hij er van afgezien. Bij no. 29Ontvangsten der gasfabriek verklaarde de heer Scheltemadat hij niet in beschouwingen zou treden over deze zaak, alleen wilde hij een voorbeeld aanhalen om het verschil aan te wijzen tnsschen overschot van exploitatie en winst. Blijkens het verslag uitgebragt omtrent de maatschappij -Zeeland", voorkomende in de 0/jrrgte Haarlr.msche Courant, leverde de exploitatierekening een overschot op van f 159,000, en niettegenstaande dit overschot gaf de winst-en verliesrekening een tekort aan van f 8200(1. De heer de Fremery tradnaar aanleiding daarvanin eene uiteenzet ting van de resultaten van het beheer der gasfabriek, maar de heer Scheltema meende dat daardoor zijn bezwaar, dat er meer werd uitgekeerd dan de winst bedraagt, niet was weggenomen. De lieer Hartevelt meende, dat het voorbeelddoor den heer Scheltema aangehaaldeen ongelukkig voorbeeld wasdat met de gasfabriek niets gemeens had; de gasfabriek had geen kapitaal verloren. De heer van Iterson drukte zijn leedwe zen uit, dat hij van den heer de Eremery niets vernomen had wat naar eene explicatie geleek van de ongelukkige uitkomst der drie laatste maanden, wat betrof de lichtsterkte van het gas. De lieer de Eremery verklaarde, dat de photometer van de fabriek overgebragt was naar het lokaal van prof. Rijke, om die te doen verifiërendoor omstandigheden was dit vertraugdzoodat men aan de fabriek geene vergelijking had kunnen maken; hij maande tot geduld aan om de uitkomsten af te wachten van de volgende drie maanden. De heer Cock verwonderde het thans nog te booren spreken van geduld te hebben. Uit de retro-acta, die hij opsomde, toch bleek, dat de zaak dagteekende van October 1879 en sedert dien tijd was de licht sterkte van het gas met reuzenschreden, in plaats van vooruitachteruit gegaan. Ook de heer van Iterson drong aan op het uitvoeren van het vroeger genomen besluit. Hij stelde vertrouwen in de resultaten door prof. Rijke verkregen. Men moest de fout zoeken daar, waar zij zat, in de fabricatie, en de handen uit de mouw steken om de lichtsterkte te verbeteren. Bij no. 30, Baggeren in stadsgrachten, drong de heer de Goeje er op aan om de reiniging der grachten tot een punt van onder zoek te makenten einde met het einde van het pacht-contract omtrent het bag geren, in 1883, niet gebonden te zitten.-De voorzitter geloofde, dat het reinigen der grachten alleen zou te verkrijgen zijn door aan- en afvoer van water, dat mis schien zal te bereiken zijnwanneer de inrigting van Rijnland te Katwijk gereed zal zijn. Bij no. 53Vérkoop van inschrijvingen op het grootboekstelde de heer van der Lith voor dien post, ad ƒ5000, te schrappen, op grond van een ten vorigen jare genomen besluit. Hij toch wilde de aflossing, van de gasfabriek verkregen, niet verkoopen. De voorzitter verklaarde, dat burg. en weth. met dit voorstel niet konden medegaan. De heer van Iterson stelde voor den post met 800 te ver minderen, voor de rentegarantie van de duinwaterleiding, die gevonden moet wor den deels door verkoop van kapitaal, deels door belasting. Hiermede konden burg. en weth. zich vereenigen. Uit deze voorstellen ontstond eene uitvoerige ingewik kelde discussiewaaraan ookbehalve de heer van der Lith en de voorzitternog deelnamen de hh. van Iterson, Wilhelmy Damsté en Juta De slotsom was, dat bjj de stemming over het voorstel zich 8 stemmen daarvoor en 8 stemmen daarte gen verklaardenzoodat de stemmen staakten. Men was dus genoodzaakt de ver dere aidoening en de vaststelling der begrooting tot heden uit te stellen. In eene heden namiddag gehonden zitting is de behandeling der begrooting ten einde gebragt. Bij de stemming over het voorstel van den heer van der Lith staakten op nieuw de stemmen9 voor en 9 tegendientengevolge werd het geacht verwor pen te zijn en werd de post no. 53overeenkomstig het voorstel van den heer van iterson, overgenomen door burg. en weth., gebragt op ƒ4200, en alzoo aangeno men met 10 tegen 8 stemmen. De plaatselijke directe belasting werd vervolgens uitgetrokken tot een bedrag van ƒ120,000 en alzoo aangenomen met 17 stemmen tegen 1. De onvoorziene uitga ven werden gesteld op ƒ40046waaronder is begrepen hef rijks-subsidie in zake het lager onderwijs ad ƒ39307. Deze post werd met algemeene stemmen aan genomen. De uitgaven en ontvangsten, ieder tot een bedrag van ƒ685,481 weiden goedge keurd; de uitgaven met 17 stemmen tegen 1, de ontvangsten met 15 tegen 3 stem men. De geheele begrooting werd ten slotte aangenomen met 15 stemmen tegen 3. Tegen stemden de hh. Le Poole, Donner en Verster. 'sGRAVENHAGE29 October. In de zitting van de tweede kamer der stalen-generaal van beden zijn, na eene korte discussie, alle artikelen van het eerste boek van liet slrafwelboak nagenoeg onveranderd aangenomen. De behandeling van het tweede boek (misdrijven) is aangevangen. Artt. 92—156 zijn goedgekeurd, behoudens een viertal aangehouden artikelen. Maandag is titel 7 aan de orde. Morgen herdenkt een van de oudste leden der Haagsche balie, mr. D. Léon, zijne veertigjarige onafgebroken practijk als advocaat bij den hoogen raad der Nederlanden. De Haagsche petroleuse A. S. v. d. M., wed. van B. H.oud 47 jaren, thans gedetineerd, die haar man in den avond van 13 Julij jl., terwijl hij in beschonken toestand te huis was gekomen, met petroleum begoot en vervolgens in brand slakwaarvan de dood van dezen binnen weinige da gen het gevolg was, zal zich op Donderdag 11 Nov. a. s. te dier zake voor het geregtshof te dezer stede moeten verantwoorden. In de vorige week werd de directeur der Haagsche tramway-maat- schappjj voor het kantongcregt alhier gedagvaard ter zake van viermalen te laat wegrijden van tramwagens van de Kapelsbrug naar Delft. Voor de eersie maal werd door den ambtenaar van het 0. M., mr. Wtiewaall, de toepassing gevraagd der nieuwe wet op de openbare middelen van vervoer, die met 1 September jl. in werking is getreden. Door mr. Beliufante. die als gemagtigde van den heer Waulhy optrad, werd vrijspraak van den be klaagde gevraagd èn op grond van het beslaan van overmagt è'n op grond dat de nieuwe wet tot veroordeeling eisehtdat de beklaagde in strijd met de wet "had gehandeld of doen handelen'', terwijl uil het getui genverhoor was geblekendat de directeur tot dit late vertrek geen last had gegeven en daarvan ook geheel onkundig was geweest. Dergelijke ver volgingen konden naar plaatselijk inzigl volgens de nieuwe wet slechts tegen den beambte worden ingcsield en alleen dan tegen den directeur, indien hjj tot het strafbare feit last had gegeven. In de zilting van hel kaniongeregt van gisteren heeft de kantouregter dcn bekl. ter zake van vier vervolgingen vrijgesproken. ENGELAND. LONDEN, 28 October. lil Ierland zijn twee personen, Healy en Walsh, gevangm genomen. De eerstgenoemde hield le Banlry eene redevoeringwaarbij hij legen een particulier, den landbouwer Manning, het volk ophitste, zijn hoorders aan sporende om Manning letsel te doen, zoo deze eene zekere hoeve niet ont ruimde. Vervolgens gingen Healy en Walsh naar Manning's woning, waar zij hunne bedreigingen tegen hem hernieuwden. Dingsdag II. is een monument onthuld, dat ter eere van den tesen- woordigen minister Chamberlain, onlangs nog burgemeester van Birmingham, aldaar is opgerigt. en eene dankbare hulde is voor hetgeen hij in die be trekking tot welzijn van Birmingham heeft gedaan. Het telegraafkantoor te Manchester, dat eene prooi der vlammen is geworden, was een gebouw in Yorkstreet, dat vijl of zes verdiepingen hoog was. Op de werkdagen waren er 400 ambtenaren en bedienden werk zaam. Zondag nacht waren er echter slechts 10 telegrafisten aan den arbeid. Toen de brand ontdekt werdstonden zij op het punt de Reuters-telegram- men uil Londen op te nemen en hadden zij juist nog tijd om te seinen, dat het gebouw brandde. Op de vraag of het veel te beduiden had kon geen antwoord meer volgendaar de zaal reeds vol rook stond. De gutra- percha-bekleeding der telegraafdraden en de vele kokers, die de gemeen schap tusschen verschillende verdiepingen onderhielden maakten dat in een oogenblik het geheele gebouw brandde. Ondanks alle inspanning van de brandweer kon er dan ook nagenoeg niets gered worden. Een dierentemmer is dezer dagen te Derby veroordeeld tot 5 boete, wegens het martelen van hyena's, die hij wilde dwingen door een vuur te loopen. Na een hevigen storm werd op de westkust van Ierland een reusach tige polyp of Octopus gevonden. Rondom den mond slonden acht armen, elk zoo dik als een mans arm en vijftien voet lang; aan de onderzijde van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2