BUITENLANDSCHE BERIGTEN. schillende gouden en diamanten voorwerpen. Het is aan de politie te Mid delburg gelukt den vermoedelijk en dader, een der werklieden van die stoom boot, die bij een ingezetene aldaar een der vermiste voorwerpen in bewa ring kwam brengen, in hechtenis te nemen. 'sGRAVENHAGE. 4 October. Aan den heer mr. J. A. Raedt is, op zjjn verzoek, eervol ontslag ver leend als ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kantongeregten in het arrond. lieerenvecn, ter standplaats Heerenveen, en als zoodanig is be noemd de heer mr. A. M. Pleyle, advocaat te 's Gravenhage. Tot ontvanger der registratie enz. zijn benoemd: te Tiel, de heer Z. van der Mark, thans in dezelfde betrekking te Oss; te Helder, de heer D. van Drumpt, thans surnumerair der registratie. De heer C. C. A. M. Domi nions. ontvanger der directe belastingen te Bellingwolde, is als zoodanig benoemd te Monnikendam. Tol telegrafist 2' kl. zijn benoemd: J. Zoeter, R. A. Dekker, L. M. Lugien, J. van Boven en E. Jansen, thans telegrafisten 3« kl.en A. de Veer. W. F. Jansen, J. G. Anderson, C. A. Deul, W. A. E. Mulder, W. Ringnalda, F. C. C. Baarslag, G. J. Verhage, J. H. Bekker en C. N. de Vos, thans leerlingen-telegrafist. De 1' luit. H. Seret, van de II' afd. vesting-artillerie, gedetacheerd bij de inspectie der draagbare wapenen, is, op zijn verzoek, op non-activi teit gesteld. De kapitein-luit. ter zee J. M. Brevet, 1« officier aan boord van het wachtschip te Willemsoord, wordt op non-activiteit gesteld en vervangen door den kapitein-luit. ter zee A. J. Willekens. Z. M. de koning heeft aan de commissie, belast met het aanbieden van het adres ter beantwoording der troonrede, hel volgende geantwoord: Mijne heeren! llet is mij aangenaam te vernemen dat de tweede kamer der slalen-generaal de veelomvattende taak, die haar wacht, met moed aan vaardt. Haar streven naar bevordering van 'slands heil zal, naar ik ver trouw, ook dit zittingjaar vruchten dragen. Ik verzoek u, mijne heeren, de tweede kamer der staten-generaal mijnen dank te betuigen voor haar adres van antwoord. Naar men thans bepaaldelijk verneemt zal de doopplegtigheid van H. K. H. prinses Paulina plaats hebben op Dingsdag den 12d'D October a. s. in de Kloosterkerk, waarbij de hofprediker. dr. van Koetsveld, de dienst zal vervullen. In de heden gehouden zitting der tweede kamer heeft de heer Seret, na te zijn beëedigd, zitting genomen. De heer Godefroi heeft berigt, dat hij wegens gezondheidsredenen, geruimeii tijd verhinderd zal zijn deel aan de werkzaamheden te nemen, met verzoek om zijnentwil de behandeling van het strafwetboek niet te verdagen. Gisteren avond herdacht de hofprediker dr. van Koetsveld in de Groote kerk alhier zijne 50-jarige evangeliebediening. De waardige voorganger sprak daarbij de gemeente toe naar aanleiding der woorden te vinden in Hebreën 13: vers 8. Na het uitspreken van den zegen werd gezang 91: vers 2 aangeheven. De zeer talrijke opkomst bewees de sympathie, die zijne gemeentenaren voor den geachten prediker koesleren; o. a. werden verschillende kerkeraadsleden en de alhier wonende predikanten opgemerkt. Ook heden werden hem hiervan de ondubbelzinnigste blijken gegeven. Van wegc de gemeente zoowel als van vele particulieren werden den evangelie dienaar nuttige geschenken aangeboden. Z. M. de koning heeft den jubilaris het kommandeurskruis der orde van de Eikenkroon doen toekomen. In den afgeloopen nacht is aangehouden en onmiddellijk, in afwach ting van zijne verschijning voor de justitie, naar het huis van arrest ge- bragt een persoon van omstreeks 25-jarigen leeftijddie verdacht wordt in betrekking te staan tot den gepleegden moord op den jongeheer Bogaardt. lieden voormiddag ten 10 ure is de gearresteerde per celwagen naar het hoofdcommissariaat gebragt om voor den officier van justitie het eerste ver hoor te ondergaan. De aangehoudene is W. M. de Jongh. oud-sergeant van het Indisch leger, thans werkzaam bij het depart, van koloniën. Alvorens eenige nadere bijzonderheden omtrent zijne arrestatie mede te dcelengaan hier eenige inlichtingen omtrent den persoon zeiven vooraf. De Jongh heeft als onderofficier gediend bij het regiment grenadiers en jagersen heeftnadat hij niet geslaagd was in zijne pogingen om op den cursus voor de opleiding tol officier te worden geplaatst, dienst genomen bij het (t. I. leger. Nadat hij als sergeant gepensioneerd was op een bedrag van J50 'sjaars, is hij onlangs uit Indië in het moederland teruggekeerd, in trek nemende ten huize zijner moedereene weduwe, wonendein de Nieuwe Schoolstraat alhier. Kort na zijnen terugkeer hier te lande werd hij als volontair geplaatst aan het departement van koloniën. De justitie is hem op het spoor gekomen door haren flinken maatregel om het handschrift van den schrijver van den brief aan den vader van den vermoorden knaap door den druk te vermenigvuldigen en alom te verspreiden. Zooals wel meer gebeurttelde de Jongh gedurende zijne militaire dienst onder zjjne ranggenoolen verschillende kennissen, een waaraan hij zijne bijzondere vriendschap schonk. Deze onderofficier, de heer W. B.van de grenadiers, heeft, zoodra hij het geschrift onder de oogen kreeg, wat eerst Zaturdag avond het geval was. daar hij toen van verlof uit Brussel terugkeerde, de hand van zijn vroege- I ren wapenbroeder daarin herkend. Kort na zijne ontdekking gaf hij daarvan kennis aan de justitie, met overlegging nog van een zestal brievendie hij in zijn bezit had en die hem in zijn vermoeden versterkten. Deze gewigtige gegevens leidden tot de voorloopige arrestatie van den persoon de Jongh. De aanhouding geschiedde gisteren avond laat ten zijnen huize door een inspecteur, vergezeld van een hoofdagent van politie. De verdachte bevond zich in zijne woning en volgde zonder verzet de politie ambtenaren. Voorloopig werd bjj naar het huis van arrest overgebragt, alwaar hij het eerste verhoor onderging. Bij het verhoor, dat heden ochtend door de justitie aan het politiebureau gehouden werd. heeft hij bekend de schrijver van den brandbrief aan den heer Bogaardt te zijn. Naar aanleiding eener mededeeling, dat hij, na zijnen terugkeer in Neder land. in het bezit zou zijn van een degenstok, ondervraagd zijnde, moet de aangehoudene hebben verklaard, dat hij dit voorwerp reeds sedert geruimen tijd aan een ander persoon had weggegeven. De koetsier, die den 23en September den rid naar de Laan van Meerder- voort deeden de dienstbode aan de school van den onderwijzer Bouscholte zijn met de Jongh geconfronteerddoch zouden in hem niet den persoon herkend hebben, dien zij op 23 September gezien hadden. Men mag dus aannemendat er medepligtigen aan de gruweldaad zijn. Bij het verhoor, dat de aangehoudene de Jongh heeft ondergaan, moet hg, behalve de schrijver van den brief te zijn, ook bekend hebben de per soon te zijn geweest, die zich daags na den moord in de nabijheid van de Hoefkade bevond met het doel om de geldsom in ontvangst te nemen, ver der dat hij den degenstok heeft «overgebragt". Hij beweert geene verdere inlichtingen te kunnen geven, ontkent halsstarig den moordenaar te zijn en weigert of verklaart niet in staat te zijn den bedrijver der gruweldaad i aan te wijzen. Van wege de justitie is gisteren avond weder eene bekendmaking ge publiceerd betreflende het meisje, dat zich voor of op Woensdag 22 Sep tember heeft vervoegd aan de school van den heer II. D. Ubbens in de Trompstraat, om te vragen of aldaar was de jongeheer Bogaardt. Naauw- keurige opsporing van dit meisje wordt verzocht en zij wordt uitgenoodigd zich ten spoedigste aan te melden aan het hoofdcommissariaat van politic. Voor het geval, dat zij zich vrijwillig aanmeldt, wordt haar door den vader van den vermoorden knaap ƒ500 beloofd. Degene, die het meisje aanwijst, zal eene geldelijke belooning ontvangen. Het Fad. deelt mede: Onder de verklaringen, die dezer dagen voor de justitie zijn afgelegd en betrekking hebben op den moord komt ook voor eene van eene te Scheveningen logerende dame. Deze maakte op den avond van den moord tegen zes ure of halfzeven eene wandeling langs het strand, en heeft toen een haar onbekend heer gejaagd en met verwilderde blikken uit het duin zien komen. De vreemdeling wist blijkbaar eerst niet, welken weg hij zou uitgaan; althans na de dame voorbij te zijn gegaan, keerde hij op zijne schreden terug, ging hij haar weder voorbij en zette toen zijn loop langs het strand voort. In hoeverre deze ontmoeting in verband staat met den moord, zal welligt later kunnen blijken. Z. M. de koning stelt zeer veel belang in de zaak. Z. M. heeft een on derhoud van een uur met den procureur-generaal gehad. De koning heeft herhaaldelijk zjjn wensch uitgesproken, dat de misdadiger moge ontdekt worden. ENGELAUrn LONDEN, 3 October Aan the Times wordt uit Dublin gemeld, dat Zondag II te Killeen, in het graafschap Galway, eene meeting is gehouden, waarop de volgende reso- lutiën. na door het parlementslid O'Connor en anderen hartstogtelijk verde digd te zijn, eenparig aangenomen werden: 1°. wordt besloten, dat wij, inwoners van het graafschap Galway. in openbare meeting vergaderd, hier mede protest aanteekeuen tegen de lafie en inconstitionele bedreigingen, die blijkbaar van de regering uitgaan, terwij! wjj onze landslieden zoo in als buiten het land uitnoodigen om kalm en moedig tegenover deze onwettige bedreigingen op te tredenen verklaren hierbij tevens, dat wij vast besloten zijn met al de in onze magt staande middelen ons te verzetten tegen elke poging om ons te berooven van het constitutioneel regt van vereenigen en vergaderen; 2". wordt besloten, dat de grondbezitters van Ierland door hunne onregtvaardige handelingen zich vijandig hebben gedragen jegens de belan gen huns lands en dat daarom het geheele stelsel van het «landlordisme" verdient uitgeroeid te wordenwaartoe ieder regtgeaard burger wordt uit genoodigd het zijne bij te dragen; 3°. wordt besloten-, dat voortaan een ieder, die eene hoeve huurt, waarvan een ander is uitgezet, als een vijand Gods en der menschen wordt beschouwd. Rij proclamatie van den onderkoning van Ierland wordt er eene be looning van 1000 gesteld op aanhouding der moordenaars van lord Mountmorris, waarmede eene volle amnestie gepaard gaat voor alle me depligtigen, welke inlichtingen zullen willen verstrekken, leidende lot het vonnissen der moordenaars. FRANIiRMK. De minister van binnen), zaken en eeredienst heeft aan de bisschoppen eene circulaire doen toekomen, waarin hij hen uilnoodigt te zorgen, dal de directeuren der seminariën geen onderwijzers aanstellend^e leden zijn van niet-erkende geestelijke orden. Verscheidene bisschoppen hebben hierop aan den minister geschreven, dat zij bereid zijn zich overeenkomstig diens aanschrijving te gedragen. De lntransigeanlhet blad van Rochefort, oppert het denkbeeld van eene bijeenkomst, ten doel hebbende, de regering te beletten Frankrijk op gevaarlijke wijze in de Oostersche aangelegenheden te mengen, eene soort van Engclsche «meeting", bestemd om der regering de gevoelens te doen kennen, welke haar gedrag in zake van Dulcigno der natie inboezemt. Den 5CD October vertrekt eene expeditie van Fransche officieren naar Se- negambië, om aldaar de voorloopige werkzaamheden te laten verrigten voor een spoorweg lusschen die Fransche kolonie en de rivier de Niger. De ka-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2