gesteld, z(ju zoover gevorderd, dat tot liet nemen eener beslissing eerlang zal kgnnfo worden overgegaan. Voorts is eene som van f 5000 op de begrooting gebragtals subsidie voor de kweekschool voor machinisten te Amsterdam. Deze inrigting stelt zich ten doel de vorming van bekwame, wetenschappelijk ontwikkelde en opgeleide machinisten, in de eerste plaats ten behoeve van de koopvaardij- stoomschepen, maar ook voor kleinere schepen, stoomgemalen, fabrieken, spoorwegen enz. Eene zoo nuttige inrigting heeft, naar het gevoelen der regering„aanspraak op steun. Lager .ónderwijs. De voor het lager onderwijs voorgedragen cijfers schij nen geene hreede toelichting te vorderen. Velen daarvan komen overeen met die, opgenomen in het wets-ontwerp tot verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1880 (lager ouderwijs), hetwelk de noodigeophel deringen bevat. Er blijven dus slechts enkele posten over, waaromtrent eenige mededeeling wenschelijk kan worden geacht. Door de vestiging eener rijks-kweekschool te Maastricht is het getal dier inrigtingen tot zeven geklommen. Neemt men in aanmerkingwelke gelegenheden tot opleiding van onder wijzend personeel er bestaan, dan schijnt er voor het tegenwoordige geen lehoefte aan vermeerdering van het getal der rijks-kweekscholen; zoodat daarvoor geen gelden op deze begrooliug zijn aangevraagd. Alleen is daarbij gerekend op de mogelijkheid, dat de kweekschool te Arnhem door het rijk worde overgenomen. De gemeente Amsterdam ontvangt thans een rijks subsidie van 15000 ten behoeve harcr kweekschool. Zjj is voornemens die eerlang in alle opziglen aan de voor de rijks-kweekscholen gestelde ver- eischlen te laten voldoen en heeft alzoo, op grond van art. 12. 3* lid, der wet van 17 Aug. 1878, verhooging van dat subsidie tot 18000. de helft der kosten, verzocht; voorts tegemoetkoming in de kosten van vestiging en inrigting der aan die school te verbinden leerschool, geraamd op ƒ77000, en in de jaarlijksche uitgaven voor die school, geraamd ƒ15500. De rege ring heeft zich bereid verklaard in de begrooting voor 1881 te dier zake sommen respectiveljjk van 18000, 25000 en 6000 te brengen. Ook andere gemeenten zullen weliigt in 1881 kweekscholen oprigten of reeds bestaande zóó inrigten, dat aanspraak kan worden gemaakt op ondersteu ning van rijkswege; daarvoor behooren dus eenige gelden te worden be schikbaar gehouden. Voor de toepassing van art. 49 der wel is gelet op het gemiddeld cijfer, dat in de laatste jaren voor toepassing van art. 36 der wet van 1857 iioo- dig was. Het rijk en de provinciën betaalden daarvoor gezamenlijk p. m. ƒ300.000; voortaan komt die uitgaaf, ingevolge de wet, geheel ten laste van het rjjk. Al wordt krachtens art. 45 door het rijk aan de gemeenten .jaarlijks dertig ten honderd van het bedrag der kosten in art. 44 vermeld vergoed, deze som zal uit den aard der zaak onvoldoende wezen ter volle dige bestrijding der kosten van het slichten van schoollocalen en ondcrwrj- zerswoninaeii in gemeenten welke voor het verkrijgen van subsidie te dier zake in aanmerking plegen te komen. Ofschoon alleen de ondervinding kan leeren, welk bedrag voor de toepassing van art. 49 vereischt wordt, schijnt, met het oog op de vergoeding van 30 pCt., veilig een lager cijfer dan tot nog toe noodig was te mogen worden geraamd. De minister bepaalt zich daarom tot de aanvraag van ƒ200.000. Voor die 30 pCt. is eene som van drie millioen op de begrooling voor 1881 gebragt. Uit de memorie van toelichting van het wets-ontwerp tot verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1880 blijkt, dat voor de uitgaven, vermeld in art. 44 der wet, een bedrag van ongeveer acht millioen op de gemeente-begrootingen voor 1880 was uitgetrokken. Let men op de in die memorie vermelde bijzonderheden en daaruit afgeleide gevolgtrekkingen, dan schjjnt met eenigen grond te mogen worden aange nomen, dat de uitgaven der gemeenten iu 1881 lot tien millioen zullen stijgen. Daaruit zou dan het rijk drie millioen hebben bij te dragen. 'sGRAVENHAGE. 29 September. Den 25s''" September 11. heeft Z. M. de koning in een bijzonder gehoor ontvangen den heer Jushii Moriyoshi Nagaoka, die aan Hoogstdenzelve over handigd heelt 1'. zijne geloofsbrieven als buitengewoon gezant en gevol- magtigd minister van Z. M. den keizer van Japanen 2". de versierselen der orde van den Chrysanthemum, aan Z. M. verleend door den keizer van Japan. De le luit. bij het corps mariniers 11. A. J. Batteké, geplaatst bij 's rjjks werf te Amsterdam en belast met de dienst der draagbare wapenen bjj de marine, wordt eervol van de waarneming dier betrekking ontheven en ter beschikking gesteld van den kommandant van het corps mariniers. Met 1 October wordt die betrekking opgedragen aan den 1'° luit. van dat corps J. R. J. P. Cambier. De officier van administratie 1' kl. G. 11. Verboon, dienende aanboord van het opleidingschip Admiraal van Wauenaer, wordt op non-activiteit gesteld en vervangen door den officier van administratie 1* kl. C. H. S. Pastor. In de zitting van de tweede kamer van heden is het ontwerp-adres in ant woord op de troonrede aangenomen met 51 tegen 16 stemmen, na uitvoe rige discussie over de Indische en de Atjeh-aangelegcnheden. De hh. de Ca- sembroot, Rutgers en Keuchenius laakten de optimistische voorstelling inde troonrede. De minister van koloniën beriep zich op de telegrammen uit In- dië. waaruit bleek dat de toestand in Atjeh bevredigend was en de vee- typhus verminderde. Het gebeurde te Samalangan had geenszins eene zoo groote portee. Een amendement van den heer de Casembroot, om de zin snede over den algemi enen toestand in lndië minder rooskleurig te doen zijn, werd verworpen met 49 tegen 20 stemmen. De gemeenteraad alhier heeft in zijne gisteren gehouden vergadering aan den heer K. v.in den Heuvel, op zijn verzoek, op de meest eervolle wijze en onder dankbetuiging voor zijne bewezen dienstenontslag ver leend als secretaris dezer gemeente. De raad heeft voorts aan burg. en welli magtiging verleend, om op nieuw bij den minister van binnenlaudsche zaken pogingen aan te wenden, ten einde alhier eene rijks kweekschool voor onderwijzers of rijks normaallessen gevestigd te krijgen. Aan het einde der vergadering deelde de voorzitter nog mede, dat was ingekomen een voorstel van een aantal raadsleden, om gelden beschikbaar te stellen voor de oprigting van een gedenkteeken voor hun medelid den heer jh'. H. C. A. Ver-Huell op de gronden tusschen 's Gravenhage en Sche- veningen, als eene regtmatige hulde voor zijne ijverige bemoeijingen in het herscheppen van woeste duinen in aangename wandelplaatsen en lommer rijke bosschen. De raad ontving dit voorstel met toejuichingen. De burge meester wensclite den heer Ver-Huell hiermede van harte geluk en deze betuigde zijn innigen dank voor dit hem zeer verrassend blijk van erken telijkheid. Door het kantongeregt alhier zijn gisteren wegens dronkenschap niet minder dan 146 personen veroordeeldwaaronder Maria Christina de Leeuw voor de 60,le maalP. F. Allart en A. F. Scheidele beiden voor de 36!te maal. De eerste brief door den moordenaar aan den heer Bogaardt gerigt, was van den volgenden inhoud; Geachte heer. Daar ge uw zoon wel zult misschen, maak ik van papier gebruik om u zijn wegblijven op te helderen. Hij is in bewaring genomen door een wanhoopig man die u uit indië nog kent. Ik moet mijne zaken redden, ge zoudt er mij goedwillig geen geld genoeg toe geven daarom doe ik 't zoo; omdat ik mij dan gelijktijdig op uw vrouw Marie, die ik haat, kan wreken in haren zoon. Ik heb vijf en zeventig duizend. 75000 gl. noodig. Uw zoon is door mij in een kelder gesloten, waar hij wel kan leven, doch van mij niets krijgt, hjj zal 't dus niet lang uit houden, en het hangt van u slechts af hem vrij te maken, zoo spoedig dat hij nog leeft. Laat dus 't geld morgen middag brengen dan is hij nog gered. Ik kan ook niet lang wachten want ik ben op 't uiterste. Zoo ik 't geld niet krijg dan dood ik hem en mij door een paar schoten of ik vlucht en laat hem stil zitten. Ik ben zoo zeker van mijne zaak dat 't slechts van u afhangt hem te redden. Doet gij dat niet dan zal hem geen dag leven blijven, al zou ik 'talleen maar doen uit woede dat ge mij niet helpt. Veel tijd om 't geld op te ha len geef ik u dus niet. Gij geeft 't bedrag aan bankbillelten in een pakket gesloten aan een uwer dienstmeiden, deze gaat er mede de Hoef kade op, zij zal die wel weten, 'tis de eerste laan links, als zjj van 't lloll.-station komt. Zij loopt dus met 't pakket in de hand als herkenningsteekende Hoefkade op, en volgt die tot aan 't einde, altijd tusschen de weilanden door voor dat ze aan 't eind is zal ze wel iemand ontmoeten, die haar vraagt of ze uw dienstmeid is, aan deze geeft ze 't pakket dan is alles goed. Ze moet echter niet verzuimen door te loopen tot 'teinde, dus niet stil blij ven staan. Zij gaat juist om 3 uur van huis, dan is ze tegen half vier aan de Hoefkade en begint haar marsch. Ge zult er niemand iets van zeg gen, want als ik bemoeilijkt word, dan dood ik uw zoon dadelijk. Poog niet iets te ontdekken, want ge kunt niets snappen, en 't in kennis stellen aan de politie, zou uw zoon dooden, omdat ik dan't geldt niet onbemoeiljjkt zou krijgen. Ge kunt me ook niet verrassen want ik de politiezaken dadelijk. Dengene die ik zend om 't pakket te halenis iemand die van niets af weet, mijn ware naam niet kent. en denkt dat hij een bundel brieven van een meisje die ik niet zelve wil ontmoeten voor mij ontvangt. Van hem kunt ge dus niets vernemen, aan hem hebt ge dus niets; doch komt hij niet op de bepaalde tijd bij mjj terug, of is hij niet alleen, of hebt ge hem iets van de zaak gezegd, zoo dat hij mij doorgrond; dan dood ik uw zoon da- deljjk of laat hem verhongeren. Mijn posteljon kent de gevangenis niet, en kan mij niet vinden als heel eenzaam, terwijl ik hem in 'toog laat houden door mijn confrater. Uw zoon komt niet terug voor dat de bankbllletten behoorlijk zijn ingewisseld, denk daarom, ik zal hem echter alsdan eenig voedsel geven, maar is de zaak niet eerlijk, dan blijft hij voor de kelder- ratten. Denk niet dat hjj in of bij den Haag zit, och nee, dat niet, hij zal zaterdag met de trein arriveren bij u t'huis, zoo mijn zaken opfleuren, dan krijgt ge 'tgeld terug. Kom niet zelve 't brengen of zend geen ander als uw dienstmeid, want dan komt 't niet terecht, daar mijn posteljon eene machiene is; alsdan daar ik niet langer kan wachten, vlucht ik en laat uw zoon zitten. Uw dienstmeid gaat dus om 3 van huis met 't pakket in de hand en begint hare wandeling, op vrijdag 24 Sept. Lees nu goed alles over. denk er aan dat mijn posteljon van niets weet, dat ge door in iel* van 't voorgeschrevene af te wijken, uw zoon dood, dat ik geen koud hollandsch bloed in mij heb, dat door 't te laat terug komen van mjjn posteljon ook alles bedorven is, hetgeen door zijn schuld niet zal gebeuren. Zoo deze brief niet bij 't pakket is dan houd ik uw zoon nog een dag of acht voor ik hem terug zend. Maak nu dus niet dat de moord voor niets gebeurt, door dwaze hande lingen van uw zijde: ik ben toch in 't voordeel daar ik zeker van mijn zaak ben. Ik ben niet bang voor mij, dat ge 'taan de politie zegt, want die snap pen toch niets, maar dan krijg ik geen geld en sterft uw zoon voor niets. Namens den officier van justitie alhier is aan de ambtenaren van de politie een facsimile gezonden van den aan den heer Bogaardt bezorgden brief, met verzoek naauwkeurig te doen onderzoeken of weliigt de inzage daarvan tot ontdekking van den schrijver kan leiden. BU IT KMA NIISGIIK BK lil G T K \7 ENOEIiAND, LONDEN, 28 September Volgens de jongste Indische berigten is te Kandahar alles rustif en wordt de terugmarsch van de troepen naar Indië niet belemmerd. De Ka- bulsche benden, die bij Kandahar onder Ayoub-Ivhan streden, zijn naar hunne stad terug. De Ghilzai's hebben zich verstrooid en Ayoub-Khan zelf is naar Herat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2