-- Te Uitgeest sloeg Maandag avond de bliksem in de woning van de weduwe G. De vrouw des huizes viel achterover en bleef eenigen tijd be wusteloos. Zij heelt echter geen letsel bekomen en ook de woning is niet beschadigd. - Door onvoorzigtigheid van kinderen bij het branden van dennenblade ren is Brand ontstaan in eene boerenwoning onder de gemeente Berchem. Het huis en het grootste gedeelte van den inboedel werden eene prooi der vlammen. De rcgter-commissaris bij de arrond.-regtbank te Leeuwarden heeft zich, vergezeld van den officier van justitie en den griffier, naar Marrum begeven, ten einde aldaar een onderzoek in te stellen naar eene vermoede lijk gepleegde brandstichting ten huize van den gefailleerde J. 11. Stap, kastelein aldaar, 's Nachts vóór den dag, waarop de verkoop der roerende goederen zou plaats hebbenzyn huis en inboedel verbrand. Te Birdaard. bij Dantumadeel, is Vrijdag de timmerman F. Fokkema, van Uttdkerk, bij lamplicht iets te herstellen hebbende in den pelmolen van den heer Steenhuisen, terwijl de molen flink rond ging. in de raderen vast geraakt en daartusschen verbrijzeld. Omtrent de zaak van notaris de Haan te Winschoten wordt nog ge meld, dal er eene schuldbekentenis, eenige duizenden groot, voor den dag is gekomen ten laste van een zeer geacht ingezetene uit Scherpenzeel (West- steliingwerf). Hoewel de handteekening van den persoon er onder staat, zegt. hij er niets van te weten. Te Haarlem is gisteren de 9Je algemeene vergadering gehouden van de Nederl. Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde, onder voorzitterschap van den heer mr. D. Visser van Hazerswoude. In zijne openingsrede gaf de voorzitter een overzigt van hetgeen door de maatschappij in het vorige jaar was verrigt en eenige aanwijzingen omtrent den weg, die verder door de maatschappij moet worden ingeslagen. Ik twijfel niet. zeide hij o. a. betreffende het laatste, dat allen het eens zijn. dat wij de regten en de be langen van den tuinbouw moeten handhaven bij de regering en tegenover derden; dat wij onderwijs, kennis, welvaart tnoeten verspreiden, in één woorddat wij groote zaken moeten volbrengen. Maar welke middelen moe ten worden aangewend om dat groote doel te bereiken, daarover zijn allen het. zoo wij tnecnen niet zoo geheel eens. Twee wegen staan ons daartoe open. Wilt gij eene krachtige maatschappij vormen, waarvan de afdeelingen en bet huoldbestuur een gesloten geheel uitmakeneene maatschappij die weet te denken en te overleggen maar die ook weet te handelen en uit te voe ren wanneer het noodig is? tlf wilt gij eene maatschappij vormen, waar van de afdeelingen slechts door een zwakken band verbonden zijn, en het hoofdbestuur is eene vlag en eene ijdele verlooning Wilt gjj het eerste, zoo kiest leden voor het hoofdbestuur, die werkzaam zijn. Zet het hoofd bestuur lol werken aan, zoo dit mogt te kort schieten, en geelt zoo mo gelijk zeiven het voorbeeld. Maar wanneer gij de personen verkozen hebt,, die gij verlangt, wanneer gij plannen gemaakt en besluiten genomen hebt, onthoudt dan de middelen niet om uwe eigene besluiten ten uitvoer te bren gen. Want indien gij dit doetvervalt gij in de zwakke maatschappijdie wel van lijd tot tijd bijeen kan komen om te beraadslagen en te redeneren, maar die nimmer zal kunnen uitvoeren, omdat haar de middelen ontbreken. Ik begrijp, dal er eenig bezwaar bestaat in sommige aldeeliugen om de con tributie te innen, die moet gestort worden in de algemeene kas, omdat de leden niet terstond begrijpen, wat met dat geld zal worden gedaan. Welnu zegt aan uwe leden, dat het hoofdbestuur werkzaam is voor allen, en laat ons lootten door onzen gcmeenschappelijken ijver, wat eene krachtige maat schappij vermag tot het bevorderen van de algemeene welvaart. Blijkens het door den algemeenen secretaris-penningmeester uitgebragt ver slag omtrent den toestand der maatschappij, was het ledental met ongeveer 250 vermeerderd en bedroeg dit thans 1150. Door ontbinding van de afd. Assen is het aantal afdeelingen met een verminderd hier tegenover staat ech ter, dat voor weinige dagen eene nieuwe aldeeling is opgerigt te Drachten, prov. Friesland. Door het hoofdbestuur werd aan den minister van binnen- landsche zaken een adres gerigt omtrent de oprigting van eene rijks-tuinbouw school. Hel gevolg hiervan was, dat op verlangen van den minister door het hoofdbestuur eene conferentie plaats had met den inspecteur van het M. 0. den heer dr. M. Salverda, omtrent de inrigiing eener zoodanige school. Aan den minister vanfinanciën werd een adres gerigt ter verkrijging van minder oponthoud, aan de grenzen, van levende planten en afgesneden bloe men. Aan de minisiers van buitenlandsche zaken en van waterstaat enz. werd een adres gerigt naar aanleiding van de voor den plantenhandel zoo belemmerende bepaling in art. 3 der Benier conventie tot wering van de Phylloxera. De te Groningen gehouden tentoonstelling mag als uitstekend geslaagd worden beschouwd. Het totale bedrag der medailles en geldswaar den, die werden toegekend, bedraagt/45i0. De geheele ontvangsten der tentoonstellingen hebben bedragen 11089,50 en de uilgaven ƒ11766,58, zoodat slechts een tekort van ƒ7708 door de maatschappij behoelt te wor den gedekt. Het voorstel van het hoofdbestuur tot liet houden van de gewone jaar- Irjksche voordragten in de afdeelingen werd na eenige discussie aangenomen niet 55 tegen 6 stemmen, De vraag, ol het weuschelijk en mogelijk is, om de handeldrijvende kweekers uit te uoodigen. hel kwecken en het in den handel brengen van druivenstokken te stakenzoo dit als voorwaarde mogt worden gesteld om art. 3 der Berner conventie omtrent de Phylloxera te doen vervallen, werd bevestigend beantwoord, met bijvoeging van "des noods". Vervolgens werd gesproken over de middelen, die kunnen strek ken om den invoer van nieuwe planten in Nederland te bevorderen. De onder-voorzitter, dr. D. J. Coster, wees op den invoer van liandelsgewassen uit Oosl-Indié naar vele landen, maar niet naar Nederland, dat gewoonlijk de laatste is om er nut van tc trekken, tl ij gaf, namens hel hoofdbestuur, in overweging den nieuwen directeur van 's lands Plantentuin die zaak ter behartiging te bevelen en te trachten van daar het moederland het eerst te voorzien van de planten, welke voor uitvoer in aanmerking komen. De vergadering vereenigde zich met het advies van dr. Coster en magligde het hoofdbestuur in dien geest pogingen aan te wenden, en wel nu reeds, daar de nieuwe directeur, dr. Treub, eerst 28 dezer naar Indië vertrekt. Over eenkomstig het voorstel van het hoofdbestuur werd voor liet jaar 1881 een subsidie van /50 toegekend aan het Arboretum te Bussum, wanneer dit tol stand komt, en besloten eene bijdrage van ƒ25 te verleenen aan het te Berlijn op te rigten gedenkteeken voor dr. Karl Koch. Omtrent het voorstel van de afdeeling Leiden, om middelen te beramen tot het ver spreiden van periodieke mededeelingen over onderwerpen van tuinbouw deelde de voorzitter mede, dat het hoofdbestuur dit denkbeeld toejuicht, de uilvoering tot later uitstellende. Het voor en tegen van het plan werd door verschillende sprekers uiteengezet en vooral verdedigd door de voor stellende afdeeling. De slotsom der beraadslaging was, dat de vergadering het voorstel met 36 tegen 25 stemmen verwierp, na het uitspreken van den wensch van enkele afgevaardigden, dat de zaak bjj tijd en wijle weder ter tafel mogt worden gebragt. Tot leden van het hoofdbestuur, in de plaats van de aftredende niet her kiesbare bestuurders dr. D. J. Coster. J. J. Jurissen en A. Glijm de Vos.wer den gekozen de heeren J. Duijvené de Wit, te Velp, J. C. de Lange, te Bot terdam, en Ilenri van Lunteren, te Utrecht. 'sGRAVENHAGE, 15 September. Door Z. M. is aan den heer J. J. M. 11. Hotiba, secretaris-generaal van den raad van administratie der Egyptische staatsspoorwegen, telegraphed en van de haven van Alexandria, verlof verleend tot hel aannemen van de versierselen der orde van Medjidieh 4' kl., hem door den Sultan van Turkije geschonkenen aan den voor de dienst in Indië bestemden soldaat K. 1. Neusser, van het koloniaal werfdepot, vergund het dragen van de Oos- tenrijksche Krijgsmedaitle. Door Z. M. zijn benoemd: bij den plaatselijken staf, tot kapitein plaatselijken adjudant le kl., de 1* luit. G. Goebelplaatselijk adjudant 2e kl. te Amsterdam: b(j hel wapen der cavalerie, tot ritmeester, de 1» luit. van het wapen op non-activiteit G. N. H. Schultz van Haegen; bij liet 3e reg. huzaren, lot ritmeester 1' kl., de le luit. J. van der Wedden, van hel 2reg. huzaren. De minister van binnenlandsche zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor verleenen. Z. K. H. de groothertog van Saxen-Weimar heeft heden verschillende merkwaardigheden der residentie, waaronder de Trèveszaal, bezigtigd. Ter aanvulling van het gisteren vermelde omtrent de onthulling van hel standbeeld van Spinoza, diene nog het volgende: Ten 2 ure werd de feestredenaar, dr. J. van Vloten, door den president van het Spinoza-comité, den graaf van Limburg Stirum. opgeleid, die de verschillende titels opsomde, waarom van Vloten de eer toekwam de betee- kenis van dit beeld vóór zijne onthulling te schetsen. Hij herinnerde hoe van Vloten door zjjne in 1862 uitgegevene Spinoza-studie den stoot lot deze vereering heeft gegeven, hoe deze geleerde, wat kennis der wijsbegeerte betreft, in Nederland door niemand werd overtroffen en hoe veelvuldig en veelsoortig de offers waren geweest, die van Vloten veil had gehad om lot de oprigting van dit standheeld mede te werken. De feestredenaar schetste daarna de beteekenis van dit beeld. //Spuwt op dit gral", had na Spinoza's dood de Middelburgsche predikant Tuinman ge zegd, en twee eeuwen na dat niet van wellevendheid getuigende woord zon het beeld verrijzen ter eere van denzelfden man, gedurende zijn leven ver guisd en vervloekt. Hierin zag de feestredenaar een blijk van vooruitgang en ontwikkeling. Want waarom dit beeld voor Spinoza? "Omdat hij, die in zijn nederigen en nuttigen werkkring het stoffelijk oog werktuigelijk poogde te verscherpen, ook op onstoffelijk gebied zorgde, dat elk zonder krukken zou kunnen loopen en met ongebrilde oogen zou kunnen zien". Welke zijn de verdiensten van Barucli Spinoza als wijsgeer? Dal hij gewezen heeft op den adel der menschelijke natuur, al wist hij. dat de verdichtselen van 's menschen harte boos waren, gelijk nog op den beruchten avond in deze zelfde stad was gebleken, toen eene aangehitste menigte, opgeruid door evangelie-predikers, den edelen raadpensionaris om het leven bragt dat hij de menschheid aanspoorde niet toe te geven aan «le inblazingen der harlstogten. maar zich redelijk en zedelijk te ontwikkelen, daar het «Ie harlstogten zijn, die den mensch van edelaardig doener tot deerniswaardig lijder maken; dat hij leerde, dat de ware wijsheid geene doods-maar levens bespiegeling is; dat hij het doel van het menscheljjke leven zamenvatte in dit schijnbaar eenvoudige, maar in waarheid veelomvattende woord: weldoen en blijde zijn; dat hij aantoonde (dit is de kern van Spinoza's wijsbegeerte), dat werkdadige deugd is genot. De feestredenaar wees aan het einde zijner rede op de beteekenis van dit beeld als opwekking tot verdraagzaamheid. Was eens van Spinoza door onwetendheid getuigd: //hij was een slecht jood en geen beter christen": Joden en chistenen zouden bij dit standbeeld hun stam- en geloofsverschillen afschudden en in plaats van de godsdienst twisten, die verdeelenliefde zoeken, die vereent, en beiden zich voorne men zonder eigenbaat maar voor elkander te levenvan hunne redelijke en zedelijke roeping bewust en met blijmoedigheid in de vervulling van hunnen arbeid". Daarna gaf de heer van Violen liet teeken lot onthulling van liet stand beeld. dat Spinoza voorstelt //als edelsten vertegenwoordiger der menschheid en eene levenwekkende gedachte te boek stellende". Zoowel van de tribu nes als van buiten dc enceinte werd het nu ontsluijerde beeld met geest- drilt toegejuicht; de kunstenaar heeft het bekende portret van 1677 slipt uitgewerkt, zooals men dit in zijne posthumc werken aantreft. De feestrede van den heer van Violen is in druk. verschenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2