studentuw oude oppasser zal u ook niet vergeten hebben en nog meer
enderen niei. En nu, zoo eindigde hij, het grootste gedeelte uwer waardig
heid is achtergebleven aan het stationsgebouw; thans toch gaat gij weder
het oude studentenleven, voor een korten tijd maar, te gemoet.
De bijvalsbetuigingen, die na deze woorden den spreker te beurt vielen,
waren uitbundig en bijna zonder einde.
Na hem nam de heer Philips, van Amsterdam, namens de reünisten, het
woord. Hij bedankte den president voor den welkomsgroet en hel geheele
studenten-corps voor de wijze, waarop bet hen bij het intreden dezer feest-
week ontvangen had. Hij herinnerde hun hel vers van Piet Paaltjens, «van
drie studentjes en de wereld trapte ze dood." Hiertegen kwam hy op;
want. zeide bij. de wereld trapt ons niet dood, wanneer wy zulks niet
verkiezen; ook wij zjjn thans vol levenslust en levensmoed.
Hierna begaven de aanwezigen zich naar de sociëteit Minerva, waar de
heer Reepmaker, president-commissaris, den reünisten een hartelijk woord
toeriep. Hij bragt in herinnering hoeveel malen zij in Minerva gekomen
waren, was het niet in dit gebouw, dan toch in het vorige, om van de
vermoeijenissen uit te rusten; hoe hier dikwijls genoegelijk uren waren
doorgebragt. Ook den reünisten riep hij thans toe niet
Wijsheid, duik, ik ben u moe;
Adieu lot morgen ochtend toe;
maar wel.... lol na de feesten!
I>e heer Philips nam hierop het woord, liet zeide dat, meer nog dan het
i ieuwe gebouwde woorden van den heer Reepmaker hem verwonderd
hadden. Wel is waar was voor het oude een nieuw vorstelijk gebouw in
de plaats getreden; maar toch immer was het eene sociëteit. Dit echter
begreep hij niet, hoe de tegenwoordige studenten aldaar kwamen om uit
te rusten. De tegenwoordige oud-studenten toch werden in hun tijd op de
sociëteit «dood moe". Wij zulien dan ook u studenten, zeide hQkomen
bespieden, hier in uwen geheelen handel en wandel, niet hoe gij werkt,
maar hoe gij rust.
De pleglige ontvangst der reünisten was hiermede afgeloopen.
Gedurende den geheelen dag was men ijverig bezig met het aanbrengen
van versieringen en de toebereidselen voor de illuminatie op morgen, om
den jeugdigen vorst, die alsdan zijne intrede zal doen, op waardige wijze te
ontvangen, betgeen in de hoofdstraten eene ongemeeue drukte en levendig
heid te weeg brengt. Hier en daar zag men smaakvolle bloemenversieringen
rn vlaggeo-lroprën verrijzen. Zelfs Boerhave geeft op die wijze een bewijs
van zijne deelneming in het feest. Het aantal vreemdelingen, die getuigen
willen zijn van den optogt, neemt gaandeweg toe. Mogt het weder mede
werken. dan zal de viering van dit lustrum zeker niet onderdoen voor die,
welke daaraan voorafgingen.
lieden-morgeit is alhier uil 's 11 age een detachement huzaren aange
komen. tin einde morgen by den optogt dienst te doen.
De banketbakkers W. II. Francken. alhier, hebben den persoon
van Philips den Schoone te paard van chocolade gemaakt. Dat men niet
meismuile! Niet omdat zulk een ruiter Ie paard genietbaar is want de
chocolade van Francken is vermaard maar omdat het werk waarlijk zoo
kwaad niet is en het flinke beeld van Philips goed zit op het kloeke
paard, dat zeer gelukkig is uitgevallen en omdat ruiter en paard zoo ge
trouw naar de opgaaf in het costuum zijn gestoken, waarbij de fijnheid der
slof zeer goed overeenkomt met de afmeting van het geheel daarom ver
dient deze gelegenheidsproeve meer dan aardig genoemd te worden. De
vlugge teekenaar. die met bewilliging van den uitgever der maskaradeprent
eene schets bezorgde, heeft wel eenigc voldoening van zijne bereidvaar
digheid.
Gisteren bij den roeiwedstrijd stond een menigte jongens op balken,
die daar aan de molens liggenplotseling geeft een hunner een geweldigen
slootwaardoor de balken van elkander gingen en een zestal jongens te
water raakte; zij kwamen echter allen met den schrik vry.
(n den namidag is een der bestuurders van eene schuit, die van de plaats
van den wedstryd terugkeerde, wat duizelig zijnde, In hel Galgewater over
boord geraakt: men heelt den man echter de noodige hulp kunnen verschaf
fen om weder in de schuit te kotnen.
Rij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen
van 100, 10 en 5 hectoliters, waren de prijzen 38. -- ƒ4 en ƒ2.
De inteekening voor liet huldeblijk, aan te bieden aan den generaal
van der Iléyden, bedraagt hier ter stede, na altrek der onvermijdelijke on
kosten 647,80.
Men schrijft ons uit Zoeterwoude; Vrijdag namiddag kwam een klein
scheepje met een grooten stoomketel op sleeptouw door Leiden in den Vliet.
Het gevaarte van 26000 kilo was gehaald aan de afgebrande suikerraffina
derij te Amsterdam en bestemd naar 's Hage. Even door Leiden geraakte
het op een der ondiepten in den Vliet vast. Pogingen om den ketel af te
brengen, bleken vruchteloos; hij bleef in het midden van liet vaarwater
zitten. Nu begon onder het heen en weer trekkend vaartuig een aanhou
dend getob te ontstaan. Menig schip moest blijven liggen, andere geraak
ten bij den naauwen doortogl vast op ondiepe plaatsen. Van wege de firma
van Eyndhoveu C". te 's Ilage werd Zaturdag hulp afgezonden, die ten
2 ure 'suamiddags aankwam. Kettingen, takels, ledige tonnen, om den ketel
te doen rijzen, waarbij de manschap met leenwenmoed werkte, vermogten
w einig of niets. Ten half tien 's avonds moest het werk gestaakt worden,
lieden morgen werd het werk hervat, nu met twee vletschuiten, balken,
kettingen en kelderwind. Ten 4% uur namiddag had men den ketel zoo
veel doen rijzen dat hij tusschen de schuiten kon wegvaren. Dag en nacht
van Vrijdag tot heden namiddag heeft de schippery al de ellende van on
diepten op den nu beruch:en Vliet kunnen ondervinden.
De minister van binneulandsche zaken heeft aan de commissarissen des
konings de volgende aanschrijving gerigt: Tijdelijke schaarschte van slagl-
vee geefi aanleiding tot verzoeken om vergunning lot invoer van dat vee
uit Duitschland voor Amsterdam en 's Gravenbage. Weigering van die ver
zoeken werd door één der adressanten beantwoord met verwijzing naar
dergelijke vergunningdoor uw ambtgenoot in Overijssel gegeven. Ik acht
het onder deze omstandigheden raadzaam, de magtiging, aan u verleend
door mijn ambtsvoorganger bij circulaire van 30 Mei 1877, tot het geven
van vergunning tot invoer van slagtvee, in te trekken, en u te verzoeken
de reeds verleende vergunningen op te zeggen.
Ter kennis van hel leger is gebragt, dat bij het in September a. s.
te houden officiers-examen zullen worden opengesteld; bij het leger hier te
lande, infanterie 25, cavallerie 2, artillerie 10. administratie 7; voor het
leger in Oost-Indië, infanterie 20, artillerie 5, administratie 3 plaatsen.
Heden is de agenda verschenen van de werkzaamheden der prov. stalen
van Zuid-Holland in hunne aanstaande zomervergadering. In de eerste plaats
komt daarop voor de verkiezing van twee leden der eerste kamer) aftre
dende leden de hh. J. W. Hein en mr. G. A. de Raadt), de verkiezing van
vijf leden van het collegie ven ged. statenin plaats van de heereu m'. C.
van Vollenhoven, jhr. mr. 11. A. Sieengracht van Duivenvoorde en m'. P. L.
F. Blussé wegens periodieke aftredingjhr. mr. H. A. C. da la Rassecour
Gaan, mr. G. J. Goekoop, wegens aftreding als leden der prov. staten, alsmede
benoeming van een buitengewoon lid van ged. staten.
Uit een nader verslag der gedep. staten van Zuidholland over de ge
voerde onderhandelingen over verhooging en verzwaring van den Noorder-
Lekdijk blijkt o. a. dat van dit collegie geen voorstel tot toekenning eeniger
bijdrage uit de provinciale kas, in mindering van eene der door Rijnland
aan die werken te verzekeren sommente verwachten was. Zij voegen
hierbij, dat blijkens bestek en voorwaarden, waarnaar dc bovenvermelde
verhooging en verzwaring van den Lekdijk-Bovendams. waartoe het collegie
van den Lekdijk-Bovendams zich jegens Rijnland verbond, op 28 April II.
werd aanbesteed, het geheele werk Bovendams voltooid moet worden opge
leverd vóór 1 December eerstkomende, zoodat, behoudens het onvermijdelijk
bezwaar aan' elk verscli aardwerk ontleend, alle maatregelen zijn genomen
door welke wat dien dijk betreft de aanstaande winter met gerust
heid kan worden tegemoet gezien
De Spectator deelt liet volgende mede: Wij zijn in staat gesteld om
een laatsten groet mede te deelen, door onzen vriend J. J. Cremer gerigt
aan velen in den lande, die hem kenden en lief hadden. Wjj hopen dat de
verschillende bladen dezen groet wel zullen willen overnemen, ten einde
dien te brengen onder de oogen van allen, wie het betreft. «Aan de vele
goede, hartelijke vrienden, die mij ook bij mjjne winteruiistapjes het
leven zoo zeer veraangenaamden, roep ik een dankbaar «vaart wel!" toe.
Al noem ik geen namen: wie mij gekend hebben, weten nu dal ik mijn
laatste dagen ook bepaaldelijk aan hen heb gedacht en hun, als 't ware, de
hand ten afscheid heb gedrukt."
Dc Heraut meldtDe conferentie namens de vrije universiteit met de
syn commissie der Christ geref. kerk heelt te Leiden plaats gehad en liep
op zeer bevredigende wijze ten einde. Ter voorkoming van misverstand is
besloten at hetgeen aangaande deze conferentie later geopenbaard mogt wor
den vooraf over en weêr te laten contrasigneren. Reeds de aard der syno
dale commissie is voor het overige genoegzame aanduiding, dat de zamen-
spreking geheel deliberatiel bleef.
Te IJsselmonde Is bij het onweder, dat Zaturdag middag plaats had. de
bliksem geslagen in de werkplaats van den herbergier en timmerman P. van
Sliedrecht. De herberg en de werkplaats zijn geheel afgebrand; het woon
huis bleef behouden en heeft alleen eenige schade bekomen. In den Oranje
polder zijn 2 paarden dood geslagen. Ook sloeg de bliksem in eene woning
aan den Maasdijk, rigtte eenige verwoesting in dc kamer aan, maar ver
oorzaakte geen brand.
Dezer dagen bevond zich een doofstom kind op den spoorweg te Slo-
terdijk, toen de afsluitboom reeds gesloten en de trein kort in dc nabijheid
was. De spoorwachlerdie niet wist dal het kind doofstom was, riep het
terug, doch ziende dat het kind zich niet bewoog, ijlde hij er heen, en
redde het met gevaar voor eigen leven.
Vrijdag II. was een persoon werkzaam op hel dak van een pand in
de Gasthuissteeg te Utrecht. Terwyl hy een oogenblik leunde tegen een
schoorsteen, die bljjkbaar daartegen niet meer bestand was, stortte de
schoorsteen in elkander, met het ongelukkig gevolg, dat de man mede van
het dak viel en spoedig een lijk was.
Naar men thans tiit Zwolle meldt heeft de geneeskundige inspecteur,
dr. Lubacli, het gemeentebestuur niet in overweging gegeven de kermis niet
te doen plaats hebben, maar die te schorsen, dat is uit te stellen.
Een treurig voorval had dezer dagen te Hoogeveen plaats. De vrouw
van den schoenmaker J. Perfors zat des avonds in het woonvertrek met een
kind van 2% jadr, dat zij eenige oogenblikken te voren uit de wieg geno-
nomen had, op haren schoot. Op de tafel, waarbij zij met het kind was
gezeten, stond een petroleumlamp te branden. De man komt te huis en
krijgt al spoedig twist met zijne vrouw, die met eenige beweging vergezelt
gaat, en waarschijnlijk oorzaak is dal de lamp omvalt, en een groot deel
van den brandenden inhoud over de vrouw en het kind uitstort. De vrouw
werd slechts in geringe mate gedeerd, doch het half ontbloote ligchaam
van het kind werd met brandwonden overdekt. Geneeskundige hulp, of
schoon spoedig ingeroepen, was dan ook vruchteloos; ua een dag en twee
nachten van hevig lijden is het kind bezweken.
Na afloop der Vrijdag II. te Leeuwarden gehouden harddraverij had des
avonds in den Prinsentuin een concert plaats, dat met een vuurwerk werd
besloten. Er waren meer dan 4000 bezoekers aanwezig. Op hel einde had
er een hoogst treurig voorval plaats. De stok van een afgestoken vuurpijl
viel neder op het hoofd van een zevenjarig meisje, dat met hare ouders en
familie aan een tafeltje was gezeten. De slok drong tot diep in de her
senen door. Een paar geneeskundigen, ia den tuin aanwezig, verleenden
zoo spoedig mogelijk hulp. De toestand van liet kind is echter bijna hopeloos.