Spoedig stond men tegenover elkander. Dit oogenblik was zeer plegtïg. Een ieder, zoowel ingenieur als werkman, was ontroerd en aangedaan. Spoedig maakte dit echter plaats voor eene buitengewone opgewondenheid en vreugde; zoowel Italianen als Zwitsers riepen om beurt //Vive Tltalie" eu •Vive la Suisse". Mannen, die elkander nooit gezien hadden, waren vrien den geworden. En toch bij al deze luidruchtigheid, bij al deze vreugde, was er loeli nog een zweem van droelheid en teleurstelling op ieders aange- zigt te lezen. lie man toeh, die dit groolsehe werk had ondernomen, de man, die zich met hart en ziel aan dezen reuzenarbeid had gewijd, die man was niet by hunne feestvreugde tegenwoordig. Louis Favre. want dit was zijn naam, als werkman begonnen, had door ijver en vlijt hel zoover gebragt, dat Duitschland, Italië en Zwitserland de volvoering van dit reuzenwerk aan zjjne handen toevertrouwden. Helaas, hij mogi de vruchten van zijn arbeid niet smaken. Gezond en wei ging hij eens den tunnel binnen en dood werd hij er uit gedragen. Hiermede eindigde de spreker. De herhaalde toejui chingen. die hem telkens ten deel vielen, bewezen genoeg dal bij een ieder voldaan had. Een niet bijzonder talrjjk, maar uitgelezen en belangstellend publiek vulde gisleren avond de groote zaal van 'l Nulsgebouw om de, vroeger wegens ongesteldheid van den spreker, uitgestelde lezing van den beer 11. de Veer bij te wonen. Mogen als oorzaken voor deze minder gunstige opkomst bet gelijktijdig optreden van den lieer Sécretan in het gebouw der Loge, en het vergevorderd lees-saizoen in rekening kunnen worden gebragt, de maatregel om de vroeger rondgezonden toegangbiljetten óók voor dezen avond geldig te verklaren heelt daartoe zeker wel het meeste bijgedragen. Nadat toch sedert ruim veertien dagen verloopen waren zullen velen dezer biljetten wel den weg naar de snippermand ol andere onbereikbare plaats gevonden hebben, en daardoor menigeen zijn teruggebleven. Hoe het zij, die er waren,en dit getuigde hunne onverpoosde belangstellende aandacht, zullen 't gewis met ons eens zijn dat deze laatste spreekbeurt zeker niet de minste der vier in dit saizoen was. Die er, om welke reden dan ook, niet warenhebben inderdaad veel verzuimd. Vóóral voor de laatsten willen wij, door een kort resumé van bet gehoorde, dit verzuim zoo dragelijk mogelijk trachten te maken. Een viertal schetsen, wij durven ze gerusl, wat vorm en inhoud be treft. een viertal juweeltjes noemen, werden vóór en na de pauze twee aan twee op welsprekende en boeijende wijze voorgedragen. •Sneeuwklokje" was de titel van het eerste. Zij tierde en bloeide in een gezin, aanvankelijk door de fortuin zóó mild op allerlei wijze begiftigd, dat men er haar liet ovaal gelaathare aanminnige blaauwe oogen en rijke blonde krullen, bij de schil lerende kleuren en geuren, die van de rozen, hare zusters, afstraalden en verspreidden, bijna niet opmerkte. Terwijl deze en hunne ouders zich iu weelde baadden en in bals en feestpartijen hun genot zochtenvond //Sneeuwklokje" in huisselijkheid en toewijding aan anderen haar reinste genoegen, en vlocht beurtelings al hare zusters den bruidskrans van witte camelia's en oranjebloesem in de haren. Maar toen tegenspoed ook dit rijk bedeeld huisgezin bezocht, en, zooals helaas1 meest altijd het geval is, het eertijds druk bezoek van vrienden en vriendinnen voor eenzaamheid plaats maakte; toen fatsoenlijk gebrek den weeldcrigen rijkdom van vroeger verving; toen eindelijk ziekte en dood den drempel der ouderlijke woning oversehredeuwaar de rozen van vroeger al lang niet meer schitterden, toen vóóral spreidde //Sneeuwklokje" haten zachten liefe lijken glans, ook aan het ziek- en sterfbed van vader en moeder zóó ten toon, dat de ontboezeming van den spreker: dat zij voor hem een levend bewijs te meer was voor een leven na dit levenen er gewis een bloem hof daarboven moet zjjn, waar, voor den troon des Almagtigenzulke bloemen eerst regt bloeyen, door de luide instemming der aanwezigen werd gedeeld. //Ouderlijke voorbarigheid" was hel opschrift der tweede schets. Met de herinneringhoe de Génestet in een regel of wat op zijne éénige manier geschetst had hoe 'I berouw van een kind de verbolgenheid eens vaders ont wapenen kan, gaf spreker tevens den grondslag aan voor hetgeen volgen zou, in deze woorden: hoe 't berouw over het voorbarig beschuldigen van een kind ook óns ontwapenen kan. Twee familiën. zeer verschillend door de fortuin bedeeld, beiden echter met een drietal kinderen gezegend, houden, althans zoo schijnt het, een lutiemen vriendschappelijke!) omgang. Bij een bezoek bij den rijken vriend op een schoonrn zomerschcn dag op diens prachtig //buiten", valt de scène voor die lot liet opschrift boven deze schels aanleiding gaf. Wij moeten om onze beperkte ruimte, de zoo juiste schildering der ontvangst, waar in woord en daad de rijkdom hare voorregten telkens jegens den minder be deelden vriend doet uitkomen en iedere gift breed wordt uitgemeten, achter wege laten. Te midden van een onderhoud o»er de wijze van opvoeding hunner kinderenwordt in de verte een rumoer vernomen. Opspringen en naar de plaats ijlen van waar het kwam, is liet werk van een oogenblik. Tableau: een waar tournooi. Twee vechtende knapen, door hunne broertjes en zusjes omringd, die deels aanhitsen of weeklagen, bieden aan de ver schrikte ouders een schouwspel aan, waaraan door den vader die bij den rijken vriend te gast isonmiddellijk een einde wordt gemaaktdoor, juist op liet oogenblik, dat diens knaap den anderen op den grond zal werpen, hem hij den kraag te vatten, en deze, zonder onderzoek naar de oorzaak der tweespalt, en zonder naar de verschoonende pleitredenen der zusters te willen liooreu, onder zeer vernederende omstandigheden naar huis laat bren gen. De dag wordt verder zonder dien "Oiidciigeiiden hengel", die zóózeer I de wellen der gastvrijheid «turfde schendenten einde gebragt. Maar wat I blijkt nu by het naar huis gaan? Reeds vóór men weder de eenvoudige woning heeft bereikt, is de vader. de moeder was 't al lang. door de uiiêdeelingen zijner andere kinderen ten volle overtuigd, dat hij zijn zoon voorbarig en onschuldig gestraft heeft. Niet hijmaar de andere knaap niet wiea hij worstelde, is de schuldige, die is een wreedaard, een dierenmar- lelaar en daarover ontstond juist de vechtpartij. Zal hij t'htiis gekomen, wat hij eerst van plan was, de zaak maar op zijn beloop laten? Zal hij niet, doorzijn ongelijk te bekennen, aan hel vaderlijke gezag te kort doen? Zijn beter ik triomfeert. Hij gaat naar boven naar het bed van zijn kind, dat zeker inmiddels van verdriet en vermoeijenis is ingeslapen. Wat daar lusschen vader en kind verhandeld wordt vermeldt de schets niet. maar.... j genoeg, in de huiskamer teruggekomen, leest de bedrukte moeder in 's vaders oogen: »ik heb mijn jongen niet verloren, geen rancune tusschen ons kind en mij!" - Omtrent de beide 11a de pauze voorgedragen karakterbeelden: «Een man die het regie oogenblik voorhij liet gaan" en //Een vlieg die de besmetting overbrengt", moeten wij om de bovenvermelde reden lot ons leedwezen zeer kort zijn. In het eerste wordt ons, na een blik op het academieleven van vóór 40 jaren in vergelijking met thans, te hebben geworpen, het beeld geschetst van: «Piet Weldam", den studentomtrent wiens kennis en ge leerdheid bjj professoren en studenten maar één roep was. Niemand wist, hoe of van waar hij er aan kwam. Overal bij, bij straatrumoer en feest- gedruisch, was zijne volomvattende kennis voor ieder een raadsel. Schitte rend was zijne promotie, maarin het practische leven gaat hij schier geheel onder, om eindelijkna zich in een provinciestadje te hebben terug getrokken, de stellingen tot waarheid te maken: //Beter geen talent en geen meer dan alledaagsche wetenschap, dan die op te polten tot men aan '6 werkelijke leven ontgroeid is", en: //Ouderdom is niet eerbiedwaardig als hij 't karakter van een welbesteed leven mist". Het laatste schetst ons Jufvrouw Popkins, die, nadat haar man als het slagloller harer zuinigheid den lol aan de natuur heeft betaald, nu als we duwe, te fatsoenlijk om te werken en te weinig bemiddeld om zonder hulp» harer familie te kunnen leven, beurtelings by die uitgebreide familie, dan hier dan daar, voor een poos uit logeren gaat. Zonder het direct te willen, meer uit zucht om belangwekkend dan om kwaadsprekend (e zijn, strooit zij evenwel onder de verschillende leden harer familie, het zaad der jaloezie met volle handen uit. Welig tiert het op. Geschillen komen er uit voort waarvan niemand den oorsprong kent, ja, die zelfs nu en dan weer door haar worden bijgelegd, maar die toch deze stelling bewijzen: //dat deze huisvlieg van de makste soort een kleefstof aan de pootjes heeft waaraan haat en andere ondeugden zich vasthechten. Straks vliegt zij het venster uit en vergiftigt de spijs waarmede zij zelf eu anderen zich voeden." Dat de aanwezigen, na zooveel schoons en leerzaams, genoten te hebben, uiterst voldaan huiswaarts keerden, wien zal 'i verwonderen 'sGRAVENHAGE, 16 April. Door Z. M. is aan den heer II. B. A. Sassen, consul der Vereenigde Staten van Venezuela te Amsterdam, verlof verleend tot het aannemen van het onderscheidingsteeken der orde van Nischan Iftihar 2' kl., hem door den Bey van Tunis geschonken. De heer J. E. Westenberg, controleur der directe belastingen enz. te Haarlemis benoemd lot ontvanger der directe belastingen te Arnhem. De directeur van een der rijkstelegraafkantoren C. C. de Koek is, op zijn verzoek, eervol uit 's rijks dienst ontslagen. Aan den met verlof hier te lande aanwezigen officier van gezondheid 2' kl. bij het leger in Nederl. Indië, J. G. J. van Oppenraay, en aan den met verlof hier te lande aanwezigen kapitein der infanterie van liet I^ger in Nederl. Indië, 11. W. Mynders, is, wegens ligchaamsgebreken, eervol ontslag verleend uil de militaire dienst. De luit. ter zee 2' kl. J. W. A. F van Maren van den Berg, uit O. I. in Nederland teruggekeerd, is op non-acliviteit gesteld. De luit. ter zee 2' kl. P. 11. Brocx wordt geplaatst aan boord van het wachtschip te Amsterdam. 11. K II. prinses Hendrik is heden ochtend naar Haarlem vertrokken. H. K. II. de groothertogin van Saksen-Weimar heeft voor het hulde blijk aan luit.-generaal van der lleyden ƒ200 beschikbaar gesteld. In de zitting van de tweede kamer van heden heeft de heer de Jong verlof bekomen nader de regering te interpelleren over de ziekte onder het rundvee in verband met den handel op Engeland. De discussie is aange vangen over het ontwerp lot aanvulling van het Indisch (arief, uitvoerreg- teii. Door verschillende sprekers sterk bestreden werd het door den mi nister van koloniën vooral verdedigd met het oog op de vermeerdering der Indische inkomstendaar ook de volgende Indische begrooting met een tekert, minstens 4 milliocn, zal sluiten. Maandag voortzetting. De kunstschilder K. Klinkenbergalhier, is door deu groothertog van Saxen-Weimar-Eisenach benoemd tot ridder der orde van den Witten Valk. In eene vergadering der afdeeling 'sGravenhage van de Holl. Maat schappij van landbouw is besloten in de maand Augustus a. s. wederom eene harddraverij met paard en chais te houden, waartoe aan het bestuur een crediet van ƒ500 is toegestaan. Te Scheveningen zyn gisteren avond ruim 30 schuiten aangekomen, die van ƒ25 tot ƒ100 besotnden. Hoewel heden ochtend veel schuiten ver wacht werden, kwam er. ten gevolge der verandering van wind, slechts één aan, met weinig visch, die legen zeer lioogen prijs werd verkocht. UU1TLN LA N DSC UK m:HlCTKV EN6ELAND. LONDEN. 15 April. Volgens de Times is het zeker dat het kabinet terstond zal aftreden, en wordt er bij den heer Gladstone teil sterkste op aangedrongen als hoofd van het kabinet op te treden. Te Kabul is eene groote vergadering gehouden en daarin werd door de Engelsche gevolmagtigdensir F. Huberts en den heer Lepel Griffinaan de verzamelde Sirdars cn verdere hoofden medegedeeld, dat het Engelsche leger onmiddellijk zal allrekken, zoodra een vorst is verkozen, wiens regering duurzaam belooft Ie zijn en vriendschappelijk voor Engeland. Alle aanwe zigen schenen vriendschappelijk gezind, maar ofschoon nagenoeg alle Sirdars en hoofden aanwezig waren, werden er twee gemist: generaal Mohamed Jan en de ex-gouverneur van Djellalabad. F KAAK II IJ K. De commissie voor liet standbeeld van Thiers Ie Marseille heeft het modeldoor den heer Clésinger ingezondengoedgekeurd. Thiers wordt staande algebeeld, de regterhand rp het marmer eenige losse bladen schrifts uitzoekende, de linkerhand uitstrekkende als om nadruk bij te zeilen aan een argument. - In den gemeenteraad van Parijs is door het lid Parent voorgesteld, het volgende besluit te nemen: »Elk kunstenaar, schilder, beeldhouwer of gravenr, die deelgenomen heeft aan de inschrijving van kunstenaars ten bate der Christelijke scholen, is uitgesloten van de mededinging naar door de stad Parijs uitgeschreven werken. De stad zal voortaan niets van hem koopen, noch hem eenige bestelling doen." liet voorstel is naar eene com missie verwezen. De directeur der groote opera, die van den staat een jaarlijkse!) sub sidie ontvangt van 8G0.000 fr.heeft aan de commissie, belast met het uitbrengen van rapport over de begrooling van fraaije kunsten, medege deeld, dat dc jaarlijksclie ontvangsten der opera betekend zijn op 2% mil- lioen, en dat op dit cijfer slechts een winst van 100.000 fr. behaald wordt. Indien dns liet subsidie kwam Ie vervallen, zou de opera een verlies af werpen van 700,000 fr. Onder die omstandigheden verklaart de directeur het voor onmogelijk, zeker aantal voorstellingen te geven legen verminder den prijs en ook kosteloosgelijk van hem gcëischt wordt. De heer Loc- kroy, rapporteur, heelt nu het denkbeeld geopperd, om van gemeentewege iels te doen, opdat de directeur in staal gesteld worde voorstellingen te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2