FRANKRIJK.
Bij de verkiezing van een afgevaardigde, die in het arrondissement
Ruffec (dep. Charente), is de heer Gautier, Bonapartist, gekozen. In het
district Narbonne, dep. Aude, had mede eene verkiezing plaats. De uitslag
der stemming is nog niet bekend, maar de verkiezing van den heer Abadié
(van de linkerzijde) kan als verzekerd worden beschouwd.
UVITSCIILAND.
Naar men verneemt zal de 83,te verjaardag des keizers niet op den
dag zeiven, 22 Maart e. k., gevierd worden, maar twee dagen vroeger,
Zaturdag 20 Maart, daar de 22'te in de stille week valt. Dit heeft reeds
meermalen plaats gehad.
Bij de voortzelling der beraadslagingen in den rjjksdag over de Icger-
wet wees de heer Richter op de verklaring van den minister van oorlog,
dat geene redenen van dringenden aard voor het ontwerp tot herziening
der legerwet voorhanden zijn. Daarmede verviel de verontrustende opvat
ting der verstandhouding met Rusland. Hij verlangde invoering van twee
jarigen diensttijd. Moltke betoogde, dat alle regeringen den vrede willen
bewaren zoo lang zij kunnen. Daarom moet men de regering niet beschou
wen als eene in zekere mate vijandige magt, die zooveel mogelijk beperkt
moet worden. Daar alle andere staten slechts naar eene zijde front be
hoeven te maken en een aanzienlijk gedeelte van hunne legers aan de gren
zen over verscheidene plaatsen verspreid hebben, waarin wij geen bepaald
oogmerk behoefden te zoekenmoet Duitschland hiermede rekening houden.
Hjj wees vervolgens in bijzonderheden aan hoe aanmerkelijk de legers van
Frankrijk en Rusland in getalsterkte zijn vermeerderd, en hoe de dienst
tijd in beide landen is verlengd. Hjj verklaarde, dat een tweejarige dienst
tijd niet uitvoerbaar isop economische en krijgskundige gronden. In
elk geval zou men geen ongunstiger tijdstip voor invoering daarvan kunnen
kiezen dan het tegenwoordige. Wij moeten vrede houden, zeide hij, vrede
handhaven; wij zullen daarbij misschien niet alleen staan. Daarin ligt geen
bedreiging, maar een waarborg voor den vrede, mits wij sterk zijn en
gereed. De heer Reichensperger verklaarde zich legen het ontwerp, omdat
de tegenwoordige lasten reeds drukkend genoeg zijn voor het volk. De ver
houding van Duitschland tot Oostenrijk is een reden te meer om de toe
komst geruster in le zien. In geval van aanneming der wet, verlangde hij
tweejarigen diensttijd. De heer Bennigsen deelde mede, namens de meer
derheid der nationaal-liberalen, dat zij het ontwerp in hoofdzaak aannemen,
en stelde voor, het ontwerp te stellen in handen der commissie.
De rijkscommissaris voor de wereldtentoonstellingen in Australië heeft
bekend gemaakt, dat de ruimte, op de tentoonstelling te Melbourne aan
Duitschland toegestaan, door hel reeds ingezondene ruimschoots wordt in
beslag genomen, zoodat geen verdere aanmeldingen kunnen aangenomen
worden. Ook hebben de deelnemers aan de tentoonstelling te Sydney, welke
uog geen kennis gegeven hebben dat zij ook aan de tentoonstelling te Mel
bourne wenschen deel te nemen, niet meer op plaats te rekenen.
Te Salzburg heeft Donderdag 11. een hevige brand gewoed, die zoo
snel toenam, dat er geen tjjd was om alle bewoners tijdig te waarschu
wen; er kwamen er 5 in de vlammen om.
Het berigt dat de keizer van Rusland weldra het kasteel Rametz te
Meran zou betrekken, moet geheel uit de lucht zijn gegrepen.
De grootsche onderneming, het doorboren van den St. Gothard-tunnel,
is thans tot stand gekomen. Er is reeds een trein doorgereden. Die trein
was bestemd voor directeuren, ingenieurs, enz. en werd bij de aankomst
te Aïrolo onder muziek en kanonschoten ontvangen. De tunnel heeft eene
lengte van 14.92 kilometer. Men berekent dat de togt door den tunnel met
den spoortrein 50 minuten zal duren.
I'KH TKLEUHAAK.
ST..PETERSBURG, 1 Maart. {Part. dép. IV. R. CDe politie heeft een
ordonnantie uitgevaarJigdinhoudende bevel dat morgen (den feestdag des
keizersl en eenige volgende dag' n voor elk huis drie bewakers moeten ge
posteerd zijn.
Na de leesten van het 25-jarig jubilé zal de Czaar het paleis Sarskoi-Zclo
gaan betrekken, ten einde aan den president van het veiligheids-comité
Loris MelikofF de vrije hand te laten in het beramen en uitvoeren der
maatregelendie hij tot herstel van veiligheid en rust zal noodig achten.
PARUS. 1 Maart. De markies de St. Vallier heeft per telegraaf aan den
heer Freycinet de geruchten, die door de Times waren verspreid, tegen
gesproken, onder verklaring dat de betrekkingen tusschen Frankrijken
Duitschland vredelievender en vriendschappelijker zijn dan ooit te voren.
PARUS, 1 Maart, liet gerucht van eene aanranding, door hier woonach
tige Russen op den heer Andrienx gepleegd, is ten eenenmale onwaar. De
heer Andrieux heelt heden de kamerzitting bijgewoond.
LONDEN, 1 Maart. De districtsbank van Huil heeft heden hare betalingen
geschorst. Passief nog onbekend.
LONDEN, 2 Maart. Het hoogerhuis heeft bij tweede lezing de wet tot
het verleenen van hulp aan Ierland aangenomen.
In het lagerhuis werd de begrooling van het departement van oorlog,
zoo als de minister Stanley ze had ingediend, aangenomen. De getalsterkte
van het leger is op 131,859 man bepaald.
ST. PETERSBURG, 2 Maart. De Regeringsbode bevat een door Bismarck
mede-onderteekenden brief van den Duitsehen keizer aan den Czaar, waarin
de keizer, ter gelegenheid van het regeringsjubilé van den Czaar, zijne
vreugde te kennen geeft en de hoop uitdal de vriendschap, door welke hunne
vaders verbonden warenmoge gehandhaafd worden in hunne betrekkingen
tot elkander. Keizer Willem vertrouwt dat die vriendschap lot het einde
zijns levens ongestoord zal bestaan, en bidt dat de Goddelijke bescherming,
door welke de Czaar nog dezer dagen zoo wonderbaarlijk is behouden ge
bleven, dezen souverein npg lang voor zijn volk moge bewaren.
LAHORE, 1 Maart. Mustaphi Habeeboola, die als Engelsch gezant naar
Ghuznee was gegaan is niet geslaagd in zijne onderhandelingen met Mahomed-
Jan. Laatstgenoemde heeft, naar men zegt, 6 regimenten te zijner beschikking,
doch wil niettemin, vereenigd met de strijdmagt van Mir Matcha, 2000
man sterk, de vijandelijkheden hervatten.
ST. PETERSBURG, 2 Maart. De gezamenlijke bladen drukken, in een
terugblik op de laatste 25 jarende grootste erkentelijkheid uit voor de door
den keizer verleende grootsche en weldadige hervormingen. Eenstemmig
zijn zij overtuigd dat noch de bnitenlandsche zwarigheden noch de inwen
dige vijanden in staat zullen zijn den regelmatigen ontwikkelsgang van
Ruslanden de gehechtheid van het volk aan deu keizer te doen
wankelen.
Volgens de Russische Pelersbttrgsche Courant van heden is het berigt om
trent de aanwezigheid alhier van Vera Sassulitsch en hare gevangenneming
ongegrond.
LEID SCHE SCHOUWBURG.
(Voorstelling van 1 Maart 1880).
„De Markies De Villemer", Tooneelspel in 4 bedrijven, door
George Sand. Vertaling van W. Van Korlaar.
De Markiezin De Villemer was tweemalen gehuwd; eerst met den Spaan-
schen Hertog d'Aleria, daarna met den Markies, wiens naam zij, na diens
dood, bleef voeren. Uit het eerste huwelijk bezat zij een zoon Gaëtan, uit
het tweede een Urbain genaamd. Gaëtan is van het bloed der Don Cezars
de Bazan, een goedhartige lichtmis, die zijne eigen fortuin en dal zijner
moeder heeft doorgebracht; Urbain bij hem vergeleken een braaf jongmensch
al heeft hij eene daad op zijn gewetenwelker gevolgen hij in jeugdige
onbezonnenheid niet heeft berekend. Wij vernemen immers uit zijn eigen
mond dat hij betrekkingen heeft aangeknoopt met eene gehuwde vrouw
wier echtgenoot gedurende langen lijd op reis was en dat deze hem tot
vader gemaakt had van een jongske, welks geboorte zij slechts kort over
leefde. Sedert is zijn hart ten prooi aan de wroeging en toch mag hij niet
sterven omdat hij voor zijn kind, dat ergens en province besteed is, zor
gen moet.
De Markiezin gist niets van dit alles en bespreekt kalm een huwelijk
voor hem met Diana De Saintrailles, die pas de kostschool heeft verlaten.
Inmiddels komt Gaëtan terug, verneemt dat zijne schulden door Urbain be
taald zijn en wil op allerlei wijzen zijne dankbaarheid toonen. Hij vindt
daartoe al aanstonds eene ongezochte gelegenheid wanneer Diana binnen
treedt, vergezeld door haar voogd, den Graaf De Dunières; want wanneer
het jonge meisje blijken geelt hem de voorkeur te verleenen, slaagt hij er
in hare aandacht op den persoon zijns broeders te vestigen. Hij voor zich,
panier percé als hij is, zou zich al gelukkig rekenen wanneer Caroline
De Saint-Geneix, de gezelschaps-juflrouw zijner moeder, zich over hem wilde
ontfermen. Deze Caroline tot eene verarmde familie behoorende en voor
hare moeder en eenige jeugdige kinderen harer zuster moetende zorgen,
bemint echter juist Urbain. gelijk deze haar liefheeft. Zij begrijpt echter
dat-zij aan die liefde niet mag toegeven en nu ontstaat van alle zjjden een
waar combat de générosite'dat. ondanks de pogingen van Leonie, Barones
d'Arglade, om de hand van Gaëtan machtig te worden, eindigt met een
huwelijk tusschen dezen en de jeugdige Dianaen een ander huwelijk tus
schen den Markies en Carolina.
Deze schets van het dramatisch product uit de vruchtbare pen van Mevr.
Dudevant, geb. Dupin, beter bekend onder haar pseudoniem George Sand,
gevloeid, is, wij erkennen het. hoogst onvolledig, maar geeft toch eenig
denkbeeld van de belangrijke verwikkelingen, welke uit den strijd der harts
tochten in zulk een tooneelspel kunnen ontstaan. De 'moederliefde van
Mevr. De Villemer (door Mevr. Valeis-Sablairolles uitstekend voorgesteld)
de toewijding aan het plichtsgevoel, bij den strijd der liefde, van Caroline
(die in Mej. Beersmans eene waardige vertolkster vond); de kamp van edel
moedigheid tusschen Urbain en Gaëtan (de Heeren Chrispijn en D. Haspels)
de lage zelfzucht van Leonie (Mevr. Van Ofïel-Kley) en de hartelijke goede
trouw van Pierre, den kamerdienaar (den Heer A. Van Zuylen) geven aan
leiding tot prachtige momenten, door Fransche geestigheden, zooals George
Sand die scheppen kon, geïllustreerd, en werden door de acteurs goed be
grepen, door het publiek met iugenomenheid ontvangen.
Dat publiek was, ondanks de in Leiden veld winnende gewoonte van ver
schillende zalen te gelijk voor kunstgenot te openen, tamelijk wèl opge
komen, en niemand van hen die kwamen zal zich beklaagd hebben ver
schenen te zijn tot bijwoning eener tooneelvoorstelling, waarbij kunstena
ressen als Mevr. Valois en Mej. Beersmans met elkander wedijverden in
fijnheid van spel en de Heer D. Haspels zoo onverbeterlijk den verloren en
wedergevonden zoon voorstelde, gesteund door den lieer Chrispijn en de
andere leden van het gezelschap, die zelfs de mindere rollen met toewij
ding vervulden.
OPGAVE VAN BRIEVEN,
welke in de tweede helft der maand Januarij door het postkantoor te Leiden
zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wie zij
geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren.
Geadresseerd aan: G. van der Burg, le Alkmaar; Zuster Sigusmunde,
G. Mazürel, J. Guiser, allen te Amsterdam; J. Burgering, te Bloemcndaal;
A. Brouwer, (3 stuks), te Delft; Sluiter, te Deventer; J. Bexemte Gouda;
J. L. K. A. Meijer, J. van Bellen, van BemelcnA. Rouché, Koiperhoek,
Treuler Niehoop, Gravin de RooC. O. van B'-rgen, allen te 'sGravenhage;
1'. de Graaff, te Halfweg; H. Hoogeveen, leKruisweg; J. T. de Grient Druk,
te Ootmarsum; den Hoed, te Rotterdam; Boers, te Sliedreclit; mevr. Bodde.
te Vlaardingcn; P. Visser, le Voorschoten; J. van Rooijen, te Vreeswijk;
Verwey, te Willemsdorp; G. J. Rossmolder, (niet vermeld). Briefkaarten:
P. J. Stryns, II. de Boer Jr.D. Hoek, allen te Amsterdam.