die den boel in brand stak, deze misdaad bedreef op verzoek en verleid door de beloften van een ander. De beide beschuldigden waren woonachtig in de gemeente Strijen, nabij Dordrecht. De eerste beschuldigde, een grijsaard van 63 jaar., leent zich om aan den tweedeneveneens hoog bejaardalle mogelijke instructie te geven voor eene brandstichting, waartoe laatstge- melde zich voor enkele guldens vernedert. Blijkens het onderzoek ter teregt- zilling was nagenoeg hel volgende gebeurd. In den avond van 22 Novem ber jl. brandde te Strijen bijna totaal een huis en schuur af, waarvan de 1' besch. eigenaar was. Het pand was voor ƒ600 tegen brandschade ver zekerd, terwijl de inboedel, welke later bleek uit de woning verwijderd te zijn, tot 970 was geassureerd. De opstijging van een gloed, die aan het verbranden van petroleum deed denkende geringe inboedel en de afwezigheid van den bewoner gaven grond tot vermoeden van misdaad. Hoewel in den beginne een arbeider verdacht werd van den brand te heb ben gesticht, waartoe vermoeden bestond, omdat ten zijnen huize de in boedel van het in asch gelegde perceel werd gevonden, vielen echter later de vermoedelijke bedrijvers der misdaad in handen, te weten de personen, die heden te regt stonden, beschuldigd ter zake van: de eerste opzettelijke brandstichting, de tweede medepligligheid aan voormelde misdaad. Reeds geruimen tijd had de eigenaar van het huis het misdadig oogmerk opgevat, om te trachten voor rekening der assurantie-maatschappij een nieuw pand te doen bouwen. Zelf voor de volvoering van het plan terugdeinzende maakte hij den 2'1'" beschuldigde met zijn voornemen bekend, tot wien hij zcide dat hij gaarne wenschte dat zijn huis aihrandde om van een natten boel bevrijd te zijn. De tweede beschuldigde verklaarde aanvankelijk er over te zullen denken, maar deelde later mede, dat hij besloten had den boel in brand te steken. De cigenaaar vond dat goed en zou dezen arbeid met 20 beloonen, hij zou zorgen voor lucifers en petroleum, dat er een nachtlichtje aanwezig en de sleutels van de deur op zekere plaats te vinden zouden zijn. Waarin een ander, de schoonmaakster vanbesch., die deze reeds vroegerge- tracitt had lot de booze daad over te halen, in der eeuwigheid geen zin had, noemde de 2<° besch. eene kleinigheid. Eenige dagen later ging laatstge- melde de woning binnen, stortte de petroleum op stroo en andere voorwer pen, wierp er brandende lucifers in met dit gevolg, dal het huis binnen het half uur in de asch was gelegd. Opmerkelijk is het, dat de brandstichter onmiddeliyk, volgens sommigen in beschonken toestand, naar huis is gegaan cn leukweg lerrtiggekomen is als iid van de brandweer. /'Aux grands maux de grands remèdes", was het motto van hel requi sitoir, dat adv.-gen mr. Gregory nam Sinds het gebruik van petroleum algemeen is geworden en vooral sedert de assurantie-maatschappijen, althans hare agenten, weinig kieskeurig zijn in de middelen om het aantal verze kerden te vergrooten is, volgens zijne ondervinding, het aantal brandstich tingen schrikbarend toegenomenzoodat hij het noodig acht op de zelden bewezen misdaad van brandstichting een zware straf toe te passen. Alleen hunne bejaardheid hield hem terug een zwaardere straf te eischen dan eene tuchthuisstraf van 6 jaren voor den 2r° besch. ter zake van opzettelijke brandstiching en voor den tijd van 8 jaren voor den 1" (z. i. den meest schuldige) wegens medepligligheid aan die misdaad. Als verdedigers traden op de hh. m1"1. van Rossem Bz. en Bik. BUIT KN LA N DSC Iltë BLIUGT K N BELG IE. Tc Schaarbeek had dezer dagen het volgende plaats. De heer Willem- sen, koopman aldaar, is eenige jaren geleden getrouwd met een weduwe, die drie kinderen van haar eerste huwelijk had; een dezer, Alexander Goenegracht, is thans 21 jaar oud. Coenegracht woonde sedert eenigen tijd bij zijn stiefvader. Naar het schijnt, gedroeg hij zich zeer slecht, en bijna eiken dag veroorzaakte hij twist in huis. De moeder nam gewoonlijk de verdediging op van haren zoon, terwijl Willemsen hem verwjjtingen deed. Maandag had waarschijnlijk weêr een dergelijke twist plaats gehad, toen Willemsen eensklaps een revolver uit zijn zak haalde en twee schoten loste op Coenegracht en op zijn vrouw. Coenegracht werd gekwetst, doch hij had nog de magt Willemsen te vervolgen, die zich naar eene herberg der Geefsstraat had begeven, alwaar de politie hem heeft aangehouden. De toestand van Coenegracht is zeer bedenkelijk. De vrouw werd insgelijks gekwetst in den ruzdoch hare wonde is niet gevaarlijk. - Zondag II. is in eene kleine boerderij bij Soignies brand uitgebroken. Er was geen water en aan blusschen viel niet te denken. De man en de vrouw, bejaarde lieden, zijn met drie kinderen in de vlammen omgekomen. ENGEbAIVD. LONDEN. 12 Februarij. De week die Za'.urdag eindigde, was door den langdurigen killen mist voor het leven te Londen noodlottig, liet aantal sterfgevallen binnen Londen bedroeg in die week 3376, zijnde 1637 meer dan het gemiddelde cijfer over dezelfde week in de jongste tien jaren. Buiten Londen was de sterile niet grooter dan gewoonlijk. Zondag II. verliet het stoomschip Chimborazo Plymouth met bestem ming naar Australië. Aan boord bevonden zich 362 passagiers. Dingsdag was hel schip reeds terug. Ilel was door een geweldigen storm in het kanaal overvallen, en had met zulke hooge zeeën te worstelen, dat al wat op dek zich bevond werd meegesleeptdaaronder twee matrozen cn een passagier. Van de overige passagiers werden onderscheidene door denzelfden golfslag, die drie mcnschen het leven deed verliezen, zoo tegen de ver schansing geslagen, dal zij zwaar werden gekwetst. Velen zagen het ge vaar, wierpen zich op het dek en bleven gespaard, liet schip zelf had veel geleden. Zes booten waren weggeslagen, de zee stroomde de machine kamer binnen. Het salon geleek eene ruïne, het stuurtocstel werd wegge- atren. maar gelukkig waren de veiligheidsmaatregelen goed genomen, zoo dat het hulptoestel dadelijk kon worden gebruikt. Na deze verschrikkelijke gebeurtenis keerde de Chimborazo naar Plymouth terug. Aan de bekomen wonden overleed een passagier, en 17 passagiers zijn ter verpleging opge nomen, waaronder enkelen met zeer zware wonden. In het Londensche aquarium geeft op het oogenblik eene kunstenares, Zaeo genaamd, avondvoorstellingen. Hare kunst bestaat hierin, dat zij zich als kogel uit een kanon laat schieten en bij het neervallen op een net teregt komt. Op zekeren avond moet het kanon zwaarder dan gewoonlijk geladen zyn geweest, want de arme Zaeo vloog ver over het uitgespannen net heen en viel misvormd en oogenschijnlijk levenloos op den grond. De Londensche dagbladen vinden in dit ongeval eene welkome aanleiding om het parlement tegen dergelijke halsbrekende acrobatische toeren in het harnas te jagen. De toestand van Zaeo is hoogst zorgelijk. FRANKRIJK. By de kamer is een voorstel ingediend om een crediet van 2,400,000 frs. uit te trekken voor het ministerie van openbare werken, ten einde 7000 hectaren wijngaarden in de departementen Aude en Hérault onder water te zetten en aldus een einde te maken aan de verwoestingen der druifluis aldaar. De gezamenlijke waarde dier wijngaarden wordt op 70 millioen frs. geschat. De door den staat te maken onkosten zouden later bpna geheel vergoed worden door eene belasting van de eigenaars telleden. Volgens eene door den heer de Villefort, hoofdambtenaar bij het ministerie van buitenlandsche zaken, opgemaakte statistiek, heeft de oorlog van 1870 aan Frankrijk gekost 13.839.000.000 fr„ ongerekend de verliezen van het particuliere vermogen. Te Brest zijn twee schepen uit Nieuw-Caledonië aangekomen met een aantal geamnestieerde communards aan boord. Onder hen bevindt zich Henri Place, gewezen redacteur van de lJatrie en danger. Bij den dood van Crémieux brengt de Ind. B. bet feit in herinne ring dat hij het was, die voorstelde de oorlogsschatting aan Duitschland van vijf milliard francs door vrijwillige bijdragen bijeen te brengen en dat hij zeil een groot deel van zijn vermogen, 100,000 francs, daarvoor he- sechikbaar stelde. Het denkbeeld was niet voor verwezenlijking vatbaar; het bewees echter hoeveel hij voor zijn land overhad. In het bosch van Tourte, bij le Puy, heeft een hevige boschbrand gewoed, waardoor in twee uren 60 hectaren gronds. met denneboomen be plant, verwoest zijn. De ramp is veroorzaakt door het wegwerpen van een brandende lucifer. In de dagbladen van Gibraltar wordt omtrent het gebeurde te Fez, in Marokko, nader het volgende medegedeeld: Den 15'" Januarij speelden eenige jonge meisjes buiten de poorten van de Jodenwijk. Terwijl zij zich aldus vermaakten, ging een Moor voorbij, die een van haar aan het schrik ken maakte en sloeg. Een Fransche Israëliet, die zich in de nabijheid be vond, trok voor het kind partij en greep den aanvaller om hem voor den Caïd te brengen. Intusschen waren andere Mooren toegeschoten, die den Jood verzochten, hun landsman los te laten, wat deze weigerde. Voor het paleis van justitie gekomen, vonden zij dit gesloten, gelijk geschiedt wan neer de Sultan daar langs moet komen. Er stonden daar vele Mooren, die het openen van de deuren afwachtten. Toen zij den Israëliet zagendie den Moor voor het geregt wilde brengen, begon deze te schreeuwen, dat de Jood hem beleedigd had en het niet meer niogeiijk was, met lieden van zijn geloof te leven.. Daarop wierpen de Muzelmannen zich op den Jood, sloegen hem met stokken en stecnen en lieten hem voor dood liggen. Toen hij het bewustzijn teruggekregen had, wist de Israëliet eenige Marokkanen voor geld over te halen, hem naar de deur van eene gevangenis te bren gen, de eenige die in de buurt open was, om op die wijze aan den dood te ontkomen. De Mooren begonnen toen te schreeuwen, dat de Joden zich onverdragelijk maakten en zekere onafhankelijkheid toonden, waarop zij iederen Jood dien zij ontmoettenbegonnen te slaan. Onder deze onge- lukkigeu bevond zich een 70 jarige grijsaard, die niet kon loopen. De ellendelingen grepen den man aan cn sloegen hem dood. Hiermede niet tevreden, smeerden zij zijn ligchaam in met petroleum cn na het lpk op een houtmijt geplaatst te hebben, verbrandden zij hem in het openbaar. Toen na een nacht vol angst en vrees eenigs Israëlileu de Jodenwijk ver lieten om den ouden man te zoeken, vonden zij slechts zijn verkoolde beenderen. DIJIT8CIILAND. De opening van| den rijksdag had plaats door den plaatsvervanger van den rykskanseliergraaf Stolberg. - De koning van Beijeren heeft aan den burgemeester te Munchen zijn dank betuigd voor het plan ter viering van het 700-jarig bestaan van het regerend stamhuis, onder opmerking echter dat voor eene luisterrijke feest viering als de voorgenomene onder de tegenwoordige omstandigheden te zware opofferingen van de ingezetenen zouden worden vereischt. Het zou hem dus aangenaam zijn, indien men zich wilde bepalen tot schoolfeesten enz. op eenvoudigen voet en er slechts een gedeelte der gelden werd besteed, en wel om de eene of andere stichting te doen verrijzenaan wier naam de gedachtenis van hel historisch feit zou verbonden zijn. I'KH TKLKÜKAAF. PARIJS, 12 Februarij. In de kamer verklaarde de Freycinet, dat de regering meent de volledige amnestie nadrukkelijk te moeten afwijzen, daar de bevolking in het aannemen dier amnestie slechts zou zien een be wijs van zwakheid der regering, j Na eene rede van Madier de MontjaiT" werden de conclusies der commis- I sie, waarbij de volledige amnestie wordt verworpen, aangenomen met 313 legen 104 stemmen. BERLIJN. 12 Februarij. liet bij den bondsraad ingediend wetsontwerp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2