Li UIT UiN LA N DSC 11K BKHIGTEN. - Voor hei kanlongeregt te Venlo stond dezer dagen leregt de stom en doof geboren P., uit Horst, als beschuldigd van het maken van burengerucht door '/geschreeuw". Op het getuigenis van de mare'chausees uit Horst, sprak de regter het schuldig uit en veroordeelde P. met inachtneming van ver zachtende omstandigheden tot 5 50 boete en in de kosten of subsidiair één dag gevangenisstraf. Regtstrceksche berigten van de Kaap, door het Hbl. medegedeeldbe vatten o. a. het volgendeHet Kaapsch bewind blijft bij zijn voornemen om ook de Basoelo's te ontwapenen. Men is te Kaapstad niet zonder beduchtheid, dat dit tot nieuwe moeijelijkhedenja tot gewapend verzet voeren zal. Het gevaar van zulk een verzet zou vooral daarin gelegen zijndat de Zuid- Afrikaanders verbitterd zjjn over de handelingen der Engelschen ten opzigte der Transvaal en de boeren in den Oranje-Vrijstaat daarom thans ongeneigd zouden zijn het Kaapsche bewind te steunen tegen een volkdat zij vroe ger als vijand beschouwden. De inwendige moeijeljjkheden in de Transvaal 1 verminderen niet door de maatregelen van generaal Wolseley. die, naar men zegt, op bevel van de rijks-regering handelt, dat hem lot pligt zou hebben gesteld een einde aan de beweging te maken, iets wat gemakkelijker be volen dan gedaan is. De bepalingen nopens het bestuur in de Transvaal worden zelfs als strijdig met de proclamatiën bij de inlijving beschouwd1 en de vervolgingen tegen sommige leiders der bevolking als in verband slaande met een stelsel van willekeur, dat kwalijk strookt met de hoogge roemde vrijheid, welke men verklaarde in de Transvaal te willen vestigen. sGRAVENHAGE, 9 Februarij. Door Z M. is aan de na te noemen personen vergunning verleend tot hel dragen der onderscheidingsteekenen achter hunne namen vermeld: J. J. baron Taets van Amerongen, te 's Gravenhage, commandenrs-kruis der orde van de Wendische Kroon, hem door den groothertog van Mecklenburg Schwcrin geschonken; J. 11. L. de Haas, tijdelijk te Brussel, hel ridderkruis van Verdienste 1' kl. van den 11. Michael van BeijerenA. Harlog, te Parijs, de Medjidieh-orde 4e kl. van Turkije. Aan den heer G. E. Breunissen Troost is, op zijn verzoek, eervol ont slag verleend als kantonregter-plaatsvervanger te Heerlen. Tot leeraar aan de rijks landbouwschool is benoemd de heer II. C. Reimers. De arrondisscment-regtbank alhier heeft heden den zaakwaarnemer R. vrijgesproken *an de aanklagt van misbruik van vertrouwen door het ten eigen bate aanwenden van gelden, welke hem tol een bepaald doel waren ter hand gesteld. Deze handeling zou hierin hebben bestaan dat de be klaagde een honorarium, waarop bij meende regt te hebben, had afge trokken van eenc som, die een cliënt hem lot regeling zijner zaken had ter hand gesteld. IC IV fi K li A IV IS. LONDEN, 8 Februarij. In eene vergadering der commissie tot het verleenen van hulp aan dé1 betrekkingen van hen, die bij het spoorwegongeluk op de Tay het leven hebben verloren, heeft de voorzitter medegedeeld, dat tot dusver 5558 is ontvangen en veertig aanzoeken om hulp ingekomen zijn. De vraag der verantwoordelijkheid van de spoorwegmaatschappij moet nog beslist wor den, doch de commissie zou tot het verleenen van hulp overgaanzon der die uitspraak al te wachten. De zware mist, die in de vorige week ook te Londen heerschte, heeft een aantal menschen reglstreeks of middellijk het leven gekost. Som migen zijn in het water gejoopen en verdronken, anderen hebben zich door vallen bezeerd en zijn aan de gevolgen daarvan gestorven. Een werkman die door den mist huiswaarts keerde, klaagde des avonds over pijn in de borst, werd gedurig erger, en overleed spoedig. Dok zijn dood bleek, bij onderzoek, een gevolg van den mist te zijn. FRANKRIJK. De president, de heer Grévy, gaf Donderdag een groot bal, dat zeer schitterend was. Er waren 5000 genoodigden. Daaronder merkte men op de ministers, vele afgevaardigden en senatoren, een groot aantal generaals, onder welke de hertog van Aumale, het geheele corps diplomatique, met inbegrip van den Chineschen gezant met zijne vrouw en de Marokkaansche gezanten in nationaal cosluum, de e&-koningin van Spanje met twee hof dames enz. Aan de commissie der kamer betreflende de amnestie heelt de minister Cazot verklaard, dat de regering tegen het voorstel van Louis Blanc is. Van de amnestie zijn thans nog uitgesloten 805 personen, van welke 262 veroordeeld zijn bij verstek. Het linker-centrum van den senaat heelt de candidatuur van den heer John Lemoinne als Senator voor het leven, in plaats van wijlen den heer Léonce de Lavergne, gesteld. In de Zaturdag door de kamer van algevaardigde gehouden zitting, heeft de minister van oorlog, bij de beraadslaging over het wetsontwerp tot wijziging der posten van uitgaaf, er over geklaagd dat de begroolingscom- missie hem een crediet van 800,000 fr. voor de versterking der koloniën geweigerd heeft Hij vroeg aan de kamer hem dit crediet alsnog toe te staan, doch de kamer weigerde het. De kamer nam het wetsontwerp aan, waarbij tiet buitengewone budget van 1880 met 170,698,000 fr. voor oorlogs- inaterieel verhoogd wordt. De buitengewone uitgaven der begrooting voor dat dienstjaar bedragen dus 226,635,000 fr. voor oorlog. Paul de Cassagnac heeft aan den heer Gambelta den volgenden brief geschreven: Mijnheer de voorzitter. De staatkundige strijd maakt ons tot tegenstandersdie in alle opzigten van elkander gescheiden zijn. Maar ik zou meenen te kort te doen aan de eerlijkheid, waardoor ik mij mijn ge heele leven lang heb laten leiden, indien ik, u persoonlijk mijne erkente lijkheid betuigende, u niet tevens openlijk, uit naam mijner familie, mjjn dank deed geworden voor de wijze, waarop gij zoo volledig regt hebt laten wedervaren aan het welbeminde hoofd der familie, dat wij verloren hebben. Het Journ. des Déb., zeer tevreden over de wijze, waarop de minister Tirard dezer dagen in de kamer voor zijne gevoelens ten gunste van den vrijen handel is uitgekomen, stelt echter op den voorgrond, dat de minister ten slotte niet meer verlangt dan de handhaving van den tegenwoordigen staat van zaken, welke, volgens dat blad, nog zeer veel te wenschen over laat. Wel verre van ten aanzien van den vrijen handel andere natiën voor te zijn, bevindt Frankrijk zich in de achterhoede. Ondanks de her vorming van 1860 is Frankrijk een der meest protectionistische landen van Europa gebleven, en is het alleen Rusland en Spanje vooruit, de twee ach terlijkste mogendheden van het geheele vasteland namelijk. Dit behoort anders te worden. Een voorloopig onderzoek omtrent de oorzaken van het spoorwegon geluk, bij Parijs voorgevallen, heeft het waarschijnlijk gemaakt, jdat de ramp is toe te schrijven aan den mist en aan de onvoorzigtigheid van den machi nist op den tweeden trein, die, in strijd met alle regelen van voorzigligheid, volle vaart aan zijn locomotief gaf, ofschoon hij weten moest dat een voor trein niet ver af kon zijn. Die machinist is echter omgekomen, zoodat weinig bijzonderheden aan het licht zullen komen. Tegen het einde van 1878 werd te Parijs het hoofd eener dievenbende, Gustave Humbert, naar Nieuw-Caledonië gedeporteerd. Deze man moet thans, volgens de dagbladen, geheel alleen in eene roeiboot ontsnapt en in eene Australische haven bij Sidney aangekomen zijn. llij had een geschrift achtergelaten, waarin hij zijn berouw over zijne vroegere loopbaan uit drukte en verklaarde verder als eerlijk man te willen leven. Vóór eenige maanden werden, op eene klagt van den Russischen ge zant, verschillende personen in hechtenis genomen, die valsche Russische bankbilletten in Engeland en Frankrijk verspreidden. De makers echter en de plaats, waar de billetten vervaardigd werden, kon men niet ontdekken, Dezer dagen deed de stationschef van Creil. dep. Oise, de onafgehaalde kisten] en pakken, welke daar langer dan een half jaar gestaan hadden, ope nen en in een daarvan vond hij valsche bilietten tot een bedrag van meer dan 7 millioen fres Een orkaan op de Philippijnsche eilanden lieert, volgens berigt nit Madrid, den ondergang van 25 schepen ten gevolge gehad, waarvan vier niet van Spaanschc nationaliteit waren. liet aantal verdronken personen wordt op 46 geschat. DUITS C II LAAI». De keizer heeft 1000 mark geschonken aan de weduwen en weczen van hen, die bij de jongste gasontploffing in een der mijnen bij Minden het leven verloren. De Staats- Anzbevat nu het officieel verslag van het vergaan van de Grosser Kurfürst. In het Deutsche Moutagsblatt waarschuwt dr. Werner Siemens legen jiet onvoorwaardelijk geloof hechten aan de wonderbaarlijke berigten omtrent nieuwe uitvindingen, die van tijd tot lijd uit Amerika overkomen. Edison, zegt hij, wordt door een geldelijke maatschappij van middelen voorzien om aan zijn electrische verlichting te werken. Als de actiën van de maatschappij niet gunstig genoeg staan, dan wordt door een reporter een onderhoud met Edison openbaar gemaakt, dal der gasmaatschappij haar naderend einde voorspelt. Dan dalen de gasaandeelen in Europa en in Amerika, en de rest begrijpt men vanzelf. Aan hel slot van zijn schrijven geelt dr. Siemens met halve woorden te kennen, dat ook hij een uitvinding op dat gebied heeft gedaan, maar die eerst nog tot meerdere rijpheid wil laten komen, voor hij haar openbaar maakt. RVKLAIVD. Aan de onlangs gemelde ontdekking van de geheime drukkerij wordt groot gewigt geheclil, niet alleen omdat men dientengevolge de hoofddruk kerij van de gevaarlijke Naroduaja iPoja opgeheven en een der nihilistische hoofden, zij het dan ook dood, in handen heeft gekregen, maar oök en vooral omdat de keizer daardoor een nieuwen aanslag op zjjn leven ontgaan is. De persoon des keizers wordt sedert den aanslag van Moscou met groote zorgvuldigheid bewaakt. Een correspondent van de N. R. C. te St. Petersburg meldt het vol gende: Zondag II. begaf ik mij in gezelschap van de correspondenten der Times, Standard cn Daily Netcs naar den Sapeumi Pereonlonk, ten einde het huis, waarin onlangs de geheime drukkerij ontdekt werd, in oogen- schouw te nemen. Aldaar aangekomen bevonden wij ons voor een groot gebouw, welks porle-cochère gesloten was. Wij schelden aan en weldra werd de poort door een politieagent geopend, die ons op ons verzoek zeer beleeld veroorloofde het tooneel van het gevecht te bezigligen. Dapper traden wij binnendoch naauwelijks waren wjj over den drempel of de groote poort vloog met een geweldig geraas in het slot en wij zagen ons door een aantal agenten omringd, die ons naar onze namen vroegen en onze zakken doorzochten, ten einde revolvers of andere moordinstrumenten te vinden. Blijkbaar dacht men weder eene goede vangst gemaakt te heb ben. Wij gaven onze namen en qualiteiien op, doch dit hielp niets. Wij werden in hechtenis genomen en "voorwaarts marsch" ging het naar het politiebureau. Aan het politiebureau aangekomen, werden wij weder onder vraagd en onderzocht en werd van alles proces-verbaal opgemaakt. Ver volgens wilde men ons naar het hoofdbureau der derde afdeeling brengen. Doch nu begonnen wij te meenen, dat de grap wat te lang duurde, en weigerden wij hepaald daarheen te gaanen verlangden dat men onze ge zanten van het gebeurde zou verwittigen. Na lang overleg besloot de dienstdoende commissaris een estafette naar zijn chef, generaal SourofF, den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2