en <le burgemeester last gaf, om de boot onder polilieloezigt tol de grens
der gemeente te begeleiden. Ontevredenheid, omdat door het breken van
het ijs het schaatsenrijden belet werd, was de oorzaak van deze wanorde
lijkheden. Ook te Alphen werd de bemanning eener stoomboot, die bezig
was hel ijs op den Rijn te breken, met steenen geworpen, zoodat de kapi
tein genoodzaakt was een veldwachter aan boord te nemen.
Uit Dordrecht meldt men dat het ijs in de rivier zich weder vast
beeft gezet, zoodat liet gansche vaarwater weder een ijsveld is, op een
open vak na van de Merwekade naar de Noord. Aan de veren wordt het
ijs met de schietschouwen gepasseerdhoezeer deze er nu en dan doorzak
ken. Sommige waaghalzen hebben reeds met goed gevolg de rivier van de
Vuilpoort af naar Zwijndrechl te voel gepasseerd.
Naar men uit Wijhe meldt werd Maandag 11. de IJssel aldaar ook tè
voet gepasseerd.
Te Haarlem had gisteren de heer F. L. Kist, procureur, het voorregt
gedurende een tijdsverloop van 40 jaren in die stad zijne practijk te hebben
uitgeoefend. Talrijk waren de blijken van belangstelling, die den jubilaris
zoo van de regtbank als van zijne ambtgenooten, vrienden enz. mogten te
beurt vallen.
liet geregtshof te Amsterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen
den fabrieksarbeider Gradus Kuipers van Lonneker, door het geregtshof te
Arnhem "Ter zake van opzettelijke brandstichting tot een tuchthuisstraf van
zes jaren veroordeeld, eene beslissing, die door den hoogen raad is vernie
tigd. mei verwijzing der zaak ter nieuwe behandeling naar het geregtshof
te Amsterdam Het hof heelt overwogen dat het overtuigend bewijs van
de schuld des beschuldigden niet is geleverd, en hem mitsdien vrijgespro
ken. Als eene opmerkelijke bijzonderheid wordt vermeld, dat de verdediger
ter teregiziiting bad medegedeeld, dat de patroons van dezen arbeider heb
ben bijgedragen in de kosten die noodig zijn geweest om 4 getuigen a
decharge van Enschedé naar Amsterdam te krijgen.
Gevallen van geveinsde krankzinnigheid bij misdadigers zijn in de
criminele regtspleging niet zeldzaam. Een merkwaardig feit van dien aard
kwam aan het Hbl. ter oore. Een paar jaar geleden werden eenige per
sonen, verdacht van het maken van valsche stempels voor officiële stukken
enz., te Amsterdam in hechtenis genomen. Tol hen behoorde iemand die
zich van Ilrcke noemtmaar waarschijnlijk niemand anders is dan een
zekere de Mol, vroeger in Frankrijk veroordeeld, maar wegensoogenschijn-
lijke zwakheid van geestvermogens in een krankzinnigengesticht verpleegd,
waaruit hij ontsnapte. Het duurde geruimen tijd eer de zaak voor het hof
werd behandeldomdat van Hecke krankzinnig scheen. Steeds voor zich
heen ziende, met het een of ander in de hand en allerlei wartaal uitgal
mend, kon men niets uit hem krijgen en nadat een Jaar was gewacht,
werden de mededaders teregtgesteld en veroordeeld, terwijl van llecke in
preventive hech euis bleef. Herhaaldelijk werd z(jn geestestoestand door
deskundigen onderzocht, en allen waren der meening toegedaan dal de
krankzinnigheid geveinsd was, totdat ten laatste dr. Persijn dezelfde ver-
klaring aflegde, maar, tot het verkrijgen van volkomen zekerheid, de over
brenging van den man naar een krankzinnigengesticht aanbeval. In Maart jl.
werd van Hecke naar het geslicht te Koudewater bij den Bosch gebragt,
en thans is hij in de gevangenis teruggekeerd met een verklaring dat hij
niet krankzinnig is. Nu zon men meenen dat de man tot bekeering is ge
komen. Neen, hij zit alweêr alsof er niets gebeurd ware in een hoek der
cel, met ecu bosje slroo of een stukje doek, allerlei figuren makende, in
denzclfden toestand van voorheen. Zijne verschijning voor het hof zal nu
niet lang meer uitblijven.
Te Huizum zijn een 12- en een 9-jarige knaap, broeders, door het ijs
gezakt en verdionken. De oudste had zich, in weerwil der waarschuwing
van den jongste, te ver gewaagd. Toen bij er doorheen viel, snelde de
jongere hem te hulp, doch het mogt hem niet baten: ook de jongere ver
dronk evenals zijn broeder.
sGRAVENHAGE, 28 Januarij.
Door Z M. is agreatic verleend der door het Kapittel der Duitsche
Orde, Balije van Utrecht, gedane admissie van den edel-expectant Friedrich
Wilhelm Otto Richard Fortunalo Albreeht graaf von Bcrnstorff, tot ridder-
expeclant van gemelde orde, met vergunning lot het dragen van het kleine
kruis der Orde.
De officier van administratie 3' kl. F. D. van Genderen is, op zijn
verzoek, eervol uit de zeedienst ontslagen, en tot officier van administratie
3' kl. is bevorderd de scheepsklerk H. J. Verveen.
Z. M. de koning beeft voor het jaar 1880 aan de Vereeniging «het
Nidcrlandsch Tooneel" op nieuw het koninklijk subsidie toegekend, zoowel
voor bet tooneel te Amsterdam als te 's Gravenhage.
-- De hooge raad, criminele kamer, hield heden morgen zitting, ter be
handeling van de zaak PincofFs— Kerdijk.
Ten 11 ure nam de hooge raad zitting in de groote audiëntiezaal, die
alleen voor plegtige installation is bestemd cn thans voor de teregtzitlingen
in deze zaak te houden is ingerigt. De tribune voor bet publiek is tamelijk
bezet; de gereserveerde plaatsen en die voor de balie zijn door slechts
weinige belangstellenden ingenomen.
Nadat de tcregtzitting door den voorzitter was geopend, wordt de be
schuldigde 11. P. Kerdijk binnengeleid en geplaatst tegenover den president
voor de balustrade, die de zaal van de estrade, waarop de hooge raad ge
zeten isafscheidt. Hij wordt vergezeld door drn brigadier-majoor en een
brigadier der rijksveldwacht, die achter den beseh. plaats nemen. De ver
dedigers, m van Andel voor Pincofls en van Gigch voor Kerdjjk, zijn
tegenwoordig.
De president doel den beschuldigde de gebruikelijke vragen nopens naam.
ouderdom, beroep en woonplaats, die door Kerdijk kalm worden beant-
w'oord, waarna door den president wordt gelast den hesch. PincolTs uil te
roepen. Hieraan wordt door den deurwaarder voldaanmaar geeft deze te
kennen dat deze besch. niet tegenwoordig is.
De president verleent daarop het woord aan den proc.-gen.die verzoekt
dat voorlezing gedaan worde van de verklaring van den griffier van de
eerste kamer, waaruit blijkt dat Pincofls lid was van dat staats-collegie, en
voorts van de gedane exploiten, waaruit blijkt dat ten aanzien van dezen
beschuldigde de formaliteiten bij de wet voorgeschreven zijn in acht geno
men. Ingevolge dat verzoek worden de bedoelde stukken voorgelezen,
waaruit tevens blijkt dat aan de laatste verblijfplaats van den beschuldigde
Pincofls zijn beteekend het arrest van verwijzing, de acte van beschuldiging
en de lijst der getuigen en dat deze beschuldigde behoorlijk is gedagvaard
voor de leregtzitting van heden.
De president geeft daarop wederom het woord aan den proc.-gen. die, -
gezien het arrest van verwijzing ten aanzien van beide besch. naar de open
bare leregtzitting van den raad om teregl te staan ter zake van valschheid
in geschriften van koophandel, het desbewust gebruik maken daarvan en
bedriegelijke bankbreuk, en overwegende dat de beschuldigde Pincofls,
hoezeer behoorlijk gedagvaard, niet is verschenen, op grond van de artt.
275 277 wetb. van strafvord. requireert dat de hooge raad moge bevelen
dat Lodewijk Pincofls andermaal zal worden opgeroepen en wel tegen de
teregtzitting van Maandag 23 Februarij aanstaande, des morgens ten,10ure,
en bepalen dat tot op dat tijdstip de behandeling der zaak van den mede-
besch. Kerdijk zal worden uitgesteld, met last dat deze alsdan zonder nadere
oproeping ter tcregtzitting zal verschijnen. De president vraagt aan mr. van
Andel of hij tegen het requisitoir van den proc.-gen. iets heelt in te bren
genwaarop ZEG. ontkennend antwoordt. Nadat de leregtzitting voor eene
korte poos was geschorst en de hooge raad middellerwijl in raadkamer
was vergaderd, wordt de zitting heropend. De beschuldigde rigt zicji van
zijne zitplaats op en de president leest een arrest voor, waarbij, overeen
komstig het requisitoir van den procureur-genaraal. de nadere oproeping
van den beschuldigde Pincofls wordt bevolen en de verdere behandeling
dezer zaak worAt verdaagd tot Maandag 23 Februarij, des morgensten
10 ure.
De procureur-generaal bij het geregtshof heeft cassalie aangeteekend
tegen het arrest, waarbij hij niet-ontvankelijk is verklaard in zijn eiscli
tegen J. de G.huisvrouw van K. te Rotterdam, wegens onderschuiving van
een kind.
Voor de algemeene verloting, ten behoeve der noodlijdenden door den
watersnood te houden, zijn weder vele prachtige voorwerpen van ingezetenen
hier ter slede ontvangen, alsmede geschenken van de firma E. Rimmel, en
van de firma Zaalberg te Leiden. In onderscheidene plaatsen zijn weder
sub-commissiën gevestigd.
BUITtëNLANDSCIItë BKIUGTEST
EKGËIiAN
LONDEN, 27 Januarij.
De bisschop van Natal heeft in een brief de aandacht gevestigd op het
feit, dat de Engelsche troepen onder generaal Wolseley dynamiet gebruik
ten om de Kaflers, die zich in de holen van Secocoeni's berg schuil hiel
den, te doodenen dit, terwijl men wist dal in die holen ook veel vrou
wen en kinderen eene toevlugt gezocht hadden. Hij noemt deze manier
van oorlogvoeren in waarheid duivelachtig.
FRANK IÏS.S K.
In den senaat is Maandag de beraadslaging over het wels-onlwerp be
treffende den hoogen raad van onderwijs voortgezet. Ten gevolge van eene
redevoering van den heer Gbesnelong, die de regerings-voordragt bestreed,
nam de minister Ferry het woordter verdediging van het ontwerp en
haalde daarbij een naamloos stuk aan. De hertog d'Audriflert-Pasquier viel
daarover den minister hefiig aan, en eene vrij levendige woordenwisseling
ontstond, welke echter geen verder gevolg had.
Aan het slot van de Zaturdag door de kamer gehouden zitting had er
een incident plaats tusschen Gambelta en Cuneo d'Ornano, den bekenden
Bonapartist. Deze laatste viel een der sprekers in de rede, hetgeen hem
eene aanmerking van den voorzitter op den hals haalde. »Men kan wel
merken dal Gambetta zich bekeerd heeft", was het antwoord van d'Ornano,
waarop de president hem tot de orde riep. De aldus bestrafte antwoordde
hierop door den president terug te roepen tot de regels van het gezond
versland. Na nog eenige schermutselingen, kreeg Cuneo d'Ornano verlof
zijne eerste uitdrukking nader toe te lichten, hetgeen hjj deed door te her
inneren, hoe gereed de president zelf was om altijd ieder spreker in de
rede te vallen, toen hij nog eenvoudig als afgevaardigde in de kamer zat;
hij was overigens niet voornemens geweest Gambetta of iemand anders te
beleedigen. De eenvoudige ceiisuur werd op hem toegepast.
-- Wat betreft het bezetten van Tonkin deelt de Paix nog mede dat het
een land geldt zoo groot als een vijftien of twintig onzer departementen,
met eene bevolking van tien millioen zielen, omringd van onafhankelijke
stammen, te zamen ongeveer vijf millioen tellende, en welke noodwendig
onder onze heerschappij zullen komen. De onmiddellijke aanleiding tot den
stap der regering schijnt te moeten gezocht worden in de mishandelingen,
door een Fransch officier, Reinhart, ondergsan, die, uit Saïgong vertrokken
om met den beheerscher van Tonkin onderhandelingen aan te knoopen we
gens sommige feilen, door de Fransche overheden in Cochinchina als eene
schennis aangemerkt van het tractaat, waarbij Tonkin onder het protecto
raat van Frankrijk werd gesteld, door den keizer, Tu-Dttc, na eene leven
dige woordenwisseling in de gevangenis werd geworpen. Het voorname
punt in geschil is de opening der Roode Rivier voor den Franschen handel,
bjj het bovenbedoelde tractaat van Maart 1874 bedongen, maar, uaar de
Franschen beweren, steeds eene doode letter gebleven,
Eene commissie uil de voornaamste industriëlen uit het Noorden van