BUIT K L A Ai DSC 11K BKIIIG TE N Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid. inrichting zelf, voor hen niet mogelijk liet vuur in zijn geboorte te kecrcn. Daarbij komt dat de vlammen in ongelooflijk korten tijd zich uitbreidden door het gehcele gebouw en, de kolossale korenzolders aantastende, gevoed -Tierden door den graanvoorraad en weldra aan alle zijdan door het dak heenslopen. Uit het op een half uur afstands verwijderde Voorburg werd zoo spoedig mogelijk de brandweer afgezondenmaar zij was natuurlijk tegen zulk een omvangrijken brand niet bestand. Toch deden de autoritei ten, met den burgemeester, m'. Bucaille, aan het hoofd, hun uiterste best •om door gepaste maatregelen althans de aangrenzende, ofschoon door een open plek van de inrigling verwijderde directeurswoning te behouden. Dit mogt hun gelukken met behulp van de uit de residentie aangerukte brand spuiten. In ouderling overleg van den burgemeester, den Haagschen opper- brandmeesler Bodruz en de directeuren werd echter besloten de hulp van de Haagschc sloombrandspuit niet te aanvaarden, daar er geen gevaar meer bestond voor omringende woningen en er, toen zij in aantogt was, van de fabriek en haar voorraad niet veel meer viel te redden. Zjj werd dus teruggezonden. Nadat de gehecle fabriek was uitgebrand en alleen een geraamte van steenen muren en ijzeren ramen ziglbaar bleef de zolders waren name lijk achtervolgens ingezakt woedden de vlammen voort onder de puin- lioopen, waarmede het omringende veld lag bezaaid, en in den voormiddag werd het tooneel der verwoesting volkomendaar de hooge murende een na den ander, geheel of gedeeltelijk instortten. De fabriek was verzekerd, maar daar de herbouw veel tijd zal kosten is dit onheil, vooral voor de 50 werklieden dezer inrigling, een ware ramp. BELGIË. De werkstaking in de Borinage is nog niet geëindigd, ofschoon velen het werk hervat hebben. Zaturdag II. werden de arbeiders te Bouverie, die naar hun werk wilden gaan, door bedreigingen en zelfs door feitelijk heden gedwongen naar huis terug te keeren. Een regen van steenen dwong hen van hun voornemen, om in de mijn te gaan af te zien. Te Spa is een petitionnement aan de kamers op touw gezet, waarin aangedrongen wordt op het weder invoeren van eene officii'Ie speelbank, uitsluitend ten behoeve van vreemdelingen, die de badplaats bezoeken. ENGELANa LONDEN, 7 Januarij. De ongeregeldheden in Ierland, waarvan melding is gemaakt, hadden plaats op de goederen van den heer Thomas Kerwan van Blindwell bjj Tuam op de kust van Connemara. Twee deurwaarders, beschermd door eene ko- lonne van 60 agenten, waren bezig, om aan enkele pachters te beteekenen, dal zij hunne erven hadden te verlaten, toen zij daarin werden belemmerd door een hoop mannen, vrouwen en kinderen, ongeveer 400 sterk, die den landheer en zijn rentmeester verwenschten en de politie met steenen begon nen te werpen, toen een der inspecteurs pogingen deed om hen tol bedaren te brengen. Daarop deed de politie eene charge met de bajonet en wondde vrij ernstig een zestal personen, waaronder eene vrouw. De beroeriug nam nu niet weinig toe en er werden door de politie vier schoten gelost, zonder iemand te raken. Daarop ging de menigte uiteen en volbraglen de deurwaar ders hun werk. De "Press Association" verklaart, door de admiraliteit gemagligd te zijn tot de verklaring, dat al de geruchten aangaande het vergaan van de Euphrates van grond ontbloot zijn. Officieel is bekend, dat het schip op 1 dezer te Malta aankwam en den volgenden dag naar Port-Said vertrok. Ondanks het stormachtig weder heelt het schip dus de reis naar Malta in den behoorlijken lijd afgelegd, en er wordt van geen ongeluk aan boord melding gemaakt, hetwelk grond tot de geruchten zon kunnen geven. We gens de talrijke inlichtingen, welke aan de admiraliteit zijn gevraagd door de betrekkingen en manschappen aan boord, heeft zij het noodig geacht aan de bevelhebbers der maritime stations te Plymouth en Devonport Ie sei nen, dat de geruchten van het vergaan der Euphrates volkomen ongegrond zijn. De admiraliteit heelt niet kunnen opsporen wie de geruchten in om loop bragl. In de Tay is thans door de duikers een lijk gevonden. Het is met veel moeite uit het drijfzand, waarin het gezonken was, te voorschijn ge- bragt. Het was dat van een spoorwegbeambte. Het had alleen aan den neus een zware wonde. Bjj het omtrent de ramp ingestelde onderzoek verklaarde de stationschef, die zich den avond van het ongeluk op zijn post bevond, dat de storm zoo hevig was dat zwaar beladen waggons door den wind honderden ellen werden voortgestuwd, en het dak bijna van het station werd afgewaaid. Hij had aan de signalen geziendat de trein op de brug was. Toen die tien minu ten later nog niet was aangekomen werd hjj ongerust en wilde de telegraaf vragen of de trein gepasseerd was, doch de toestellen werkten niet. Een oogenblik daarna vernam hij van twee heeren, dat zij den trein op de brug hadden gezien, en vreesden dat hij met de brug in de rivier was gestort. Bij nader onderzoek bleek dit, helaas, het geval te zjjn. Hij verklaarde verder, dal hij de brug nooit had zien wankelen, en dat niemand het ooit onveilig had geacht er over te gaan. Het parlementslid Parnell voerde Zondag II., in het Gilmore-park te New-York, voor 8000 personen het woord. Hij zeide dat lijj aan de Ame rikanen geld kwam vragen voor een tweeledig doel: ondersteuning van de Iersche noodlijdenden, en slijving der kas van de Iersche Land-League. De entree-gelden lot deze bijeenkomst braglen 800 op. FRANK RIJ K. De Rappel zegt dat de regering voornemens is eerstdaags een wets ontwerp in te dienen bclreflende eene hervorming der reglerlijke magt. Het zou de strekking hebbeH om het getal raadsheeren en regters aanmerkelijk te verminderen. Zoo zouden de hoven met vjjf in plaats van zeven leden over burgerlijke, en met drie in plaats van vijf leden óver correctionele zaken kunnen handelen. Aan de regering zou dan de keuze der regters enz. worden overgelaten, die, met het oog op deze vermindering, van hun ambt ontheven en op wachtgeld gesteld zouden worden. Hel Buil. de statislique deelt cijfers mede aangaande de opbrengst van den wijnoogst in Frankrijk. Deze bedraagt niet meer dan 25,700,000 hectoliter, of 23,000 000 minder dan in 1878 en bijna 30 millioen minder -dan de gemiddelde oogst in de laatste 10jaren. Bourgondie en Champagne hebben het meest geleden, waar de opbrengst zoo goed als niets is ge weest, en de beide Charentes, waar die naauwelijks een derde bedroeg van den oogst van 1878, Er zjjn echter nog slechter jaren geweestb. v. in 1853-1856, toen het oïdium zich het eerst vertoonde. DIlITgCHLAND. In de nabijheid van Ocdessen, len noorden van het spoorwegstation Peine, in Hanover, wordt geboord naar petroleum. Men heeft thans reeds op verscheiden plekken tot op eene diepte van 600 voet geboord. De olie, daardoor verkregen, is veel beter van qualileit dan die men heeft gevonden op een diepie van 200 voet. Een Bremer maatschappij doet geheel op Penn- sylvanische wjjze boren en zal daarmede voortgaan, totdat een diepte van ongeveer 2000 voet is bereikt. OOST-INDIK. BATAVIA. 5 December. Men verneemt dat er belangrijke tekorten zijn ontdekt in de kas van de vendukantoren te Pekalongan en Amboiua. De betrekkelijke stukken zjjn in handen gesteld van den procureur-generaal bjj het hooggeregtshol ten fine van ambts- en pligtsbetrachting. Naar men mededeelt heeft de natuuronderzoeker Carl Bock, door de regering belast met de exploratie van een gedeelte der Zuider- en Ooster- afdeeling van Borneo, een eersten logt in het oostelijk gedeelte van Koetei volbragl. Hij is de Mahakkan-rivier opgevaren tot aan de Moeara-Tjalong en daarna de Klintjonw-rivier tot aan Longwai. Door de in de binnen landen wonende Orang-Poenaneen merkwaardig boschvolk. werd hij zeer welwillend bejegend. De heer Bock zou vervolgens noordelijk Koetei bezoe ken en daarna naar de Zuider-afdeeliug vertrekken, om zjjne togten te vervolgen. -„.rï.JèWtt. -lep A'r^elifi|?nN^döf^ervjer heeft plaats tot Botterdam en verder per Staatsspoorweg. Door den heer II. van Zanen, te Gouda overleden, is eene som van 1000 vermaakt aan de armen der Ned. herv. gemeente aldaar, De Staatscourant deelt omtrent den stand der rivieren het volgende mede: De toestand op onze hoofdrivieren mag algemeen als gunstig geacht worden. De val op den Boven-ltjjn en de Waal is lot St. Andries doorge drongen. Men kan aannemen dat reeds nu weinig water meer van de Waal op de Maas wordt gebragt; zelfs was er op 7 Januarij een oogen blik, waarop de waterstand op de Maas hooger was dan op de Waal, vol gens de waarnemingen aan de peilschalen. Een sterke val mag nu op laatstgenoemde rivier worden verwacht, waardoor binnen korten tijd de genoemde overlaten zullen ophouden te werken. Het ijs te Hccsselt is vol gens nader berigt geheel opgeruimd. In Noordbrabant blijft het water algemeen doch langzaam vallen; men kan nu echter een sneller wegvallen van het water te gemoet zien. liet ys.dat zich nog bevindt op de Bencden-Merwede van Sliedrecht boven Veer (aan de gasfabriek) tot aan de Noord, heeft op den algemeenen toestand onzer hoofdrivieren weinig invloed en levert alzoo geen bezwaar op De opruiming daarvan werd intusschen wenscheltjk geacht; men is daarmede bezig met behulp der stoomboot Maassluis, die reeds de Noord had open gemaakt. Men was daarmede gevorderd tot tegenover den Papendrecht- schen veerdam. Ook in de üordtsche Kil bevindt zich nog eene ijsbezet ting waaraan evenwel op deze tijrivier mede geen groot gewigt kon wor- den toegekend. Door Z. M. den koning en door bjjzondere vereenigingen zijn en worden ;^egden genomenom zooveel mogelijk hulp te verleenen in den nood Programma van den derden wedstrijd van Kunstny- verheid, uitgeschreven van wege de maatschappij en te houden tijdens hare ÏOS^ Algemecne Vergadering te GroningenIn JuliJ 1880. Afdeeling I. Voor leerlingen van BurgeravondscholenTeekenscholen of daarmede gelijkstaandenEen geboetseerd Pilasterkapltecl, in gebakken aarde of afgegoten in gips, naar eigen vinding; minstens hoog 0.50 M., breed 0.6Ö M. i. Afdeeling II. Voor decoratie-schilders: Een beschilderd Paneel (op doek) naar eigen vinding, hoog 2 M., breed 1.50 M voor een restauratie- of socieleits-zaal. Afdeeling III. Voor meubelmakers: Een Deurpaneel In renais- sance-stijl (Houtsnijwerk). Afdeeling IV. Voor smedenEen geciseleerde Slotplaat met knop en sleutel In renaissance- stijl. Afdeeling V. Voor plateelschilders: Een Gangvcrslerlng van tegels, met rand en middenstuk, naar eisen vinding, hoog 0.80 M breed 1.00 M. Afdeeling VI. Voor houtgraveurs: Eene Houtsnede naar eigen vin ding, geschikt voor een titelblad. Voor al deze afbeeldingen worden uitgeloofd: Als prjjs: de zilveren me daille. Als premiede bronzen medaille. NB. Aan de belanghebbenden wordt kennis gegeven dat de inzending van Leiden en omstreken moet geschieden door inssc'nnkomsl van den Heer A. L. DE STURLEB, Secretaris van hetdepar ement Leiden van de Ned. M. I. B. van Nijverheid, Oude Singel 248

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 3