hoor, dat als liet ware aan zijne lippen hing, gaf aan liet slot door dave rende toejuiching van zijne bewondering en instemming blijk. Na eenige mededeelingen van den secretaris, cn een warm woord van sympathie voor den Bond door dr. Wizart, in de Hoogduitsche taal ge sproken, dat telkens door luide toejuichingen der vergadering werd afge broken, gaf de eere-voorzitler het woord aan den heer J°. de Vries, predikant te Haarlem, ter inleiding van het eerste aan de orde zijnde onderwerp: //•Bijbel en Opvoeding". Referent nam hieruit aanleiding om te wijzen op het verkeerde gebruik dal van den Bijbel vaak bij de opvoeding wordt gemaakt, daaraan eene beschouwing van den Bijbel zelve latende voorafgaan. Hij staalde met tal van voorbeelden, die nu en dan nogal hilariteit verwekten, zijne stelling, maar wees er ook aan den anderen kant op dat de Bijbel er was, en wij nu eenmaal niet konden doen alsof hij er niet was. Onmogelijk was het dien te negeren op het gebied van liet kerkelijk leven. Hij blijlt het klas sieke boek van de godsdienst, het eerste wat ons van Jezus spreekt. Met cenige wenken hoe bij aan de opvoeding moest worden dienstbaar gemaakt, cn, den wensch dat hij op allerlei wijze iets van zijn Semitisch vuur aan onze zoo practische cn voorzigtige germaansche zielen mogt mededeelen besloot spreker zijn welsprekend referaat, waarvan deze dorre schels naiuurlrjk niets meer dan een flaauwe weerklank kan zijn. Prof. Oort sloot zich ten deele aan hel door den referent gesprokene aan. Hij wenschte geen kritiek uit te oefenen en zag ook geen kans hier de zaak afdoende uit te maken, hoewel in veel opzigten het gesprokene op hemden indruk maakte als liet referent, om een spreekwoord te gebruiken, de ver gadering zitten: met het mes in den «buik." Na nog eenige beschou wingen, aan zijne eigene langdurige ervaring ontleend, uitte hij den wensch dat de Bijbel meer en meer een groot opvoedingsmiddel ook voor ons volk wezen mogt. Het tweede aan de orde zijnde onderwerp: «de kerkelijke reglementen cn het recht der consciëntie", werd ingeleid door mr. II. Ph. de Kanter, advocaat te Brielle. Referent zou de stelling omkeeren en eerst eene definitie van het gewe ten, niet van een advocaten-geweten, maar een gewoon menschelijk geweten, trachten te geven, om daarna de kerkelijke reglementen zelve te bespreken. Zijne opvatting was dat het geweten moest zijn een volkomen klaar en duidelijk bewustzijn van onze roeping als mensch, in zijn streven naar waarheid, regtvaardigheid cn liefde, zoodat de slotsom voor ieder individu moest wezen de bevestigende beantwoording der vragen: «ben ik waar, ben ik regtvaardig, betracht ik het gebod der liefde"Wanneer hij aan deze eischen de kerkelijke reglementen toetste was de oplossing verre van bevredigend. Spreker loonde dit met onderscheidene voorbeelden, aan die reglementen ontleend, aan, en tevens hoe vaak de bepalingen er van met elkander in omleidingen strijd waren, en de verwarring en misbruiken die daaruit noodwendig voortvloeiden. De slotsom van spreker was, dat, waar de reglementen in strijd waren met het geweten, deze niet behoeven te worden nageleefd. Ds. Klaassen en prof. Kuenen, en later ook de heer Uugenholtz Sr.kon den zich in menig opzigt met het gesprokene niet vereenigen, en weder legden 's sprekers mcening op verschillende gronden. Prof. Kuenen deed vooral welsprekend uitkomen, dat de zaak lang zoo eenvoudig niet was als die door referent was voorgesteld en toonde dit met voorbeelden aan. Ook de heer Uugenholtz gaf in een warm woord aan zijne opvatting om trent de kerkelijke reglementen lucht. Nadat de verschillende sprekers door den heer de Kanter waren beant woord, deelde de voorzitter mede dat, afgezien van het reeds vergevorderde uur, de behandeling van het laatste punt aan de orde: «de toekomst van het gemeeuteleven", door dr. L. H. Slotemaker, predikant te Arnhem, in te' leiden, toch, door de afwezigheid van den referent niet zou kunnen behan deld worden. Mr. Telling nam hierop het woord om den eere-voorzitter voor zijne lei ding dank te zeggen, die daarop dezezamenkomst sloot, welke van het begin tot het einde door allen met onverdeelde aandacht en belangstelling werd bijgewoond. Blijkens eene hierachter voorkomende aankondiging van de kamer van koophandel en fabrieken alhier noodigt deze, ingevolge den wensch van de Nederl. commissie voor de Internationale tentoonstelling te Melbourne in 1880, heeren industriëlen uit Leiden en omstreken uit tot het bijwonen eener vergaderingdie Zaturdag 1 Nov. zal gehouden worden. Wij gelooven dal het niet noodig zal zijn van onze zijde aan de uitnoodiging der kamer veel toe te voegenmaar meenen dat het voldoende zal wezen de aandacht te vestigen op deze vergadering, die zeker zeer belangrijk zal zijn en waarop alle inlichtingen betreffende de tentoonstelling, de verzending en het land zullen gegeven worden. Gisteren namiddag ten 6 ure heeft aan de Haarlemmerstraat, op den zolder van den slroohoedenfabrikant d. D.een brandje plaats gehad, en wel doordien het petroleumlampje sprong en de inhoud daarvan zich aan stroo, dat gedraaid werd, mededeelde. Met behulp van emmers water is de brand door de buren gebluscht. De gisteren te 's llage gehouden acte-examens leverden den volgenden uitslag op: Middelbaar ouderwijs, afd. letterkunde. Toegelaten de heer J. J. II. Cor- nclisscu, van Amsterdam, voor aardrijkskunde. Afgewezen één voor Hoog duit sell en één voor Pransch. Niet opgekomen één voor Nederlandscbe taal en letterkunde. Middelbaar onderwijs, aid. wis- en natuurkundige wetenschappen. Den 27"1. 28" en 29" October werden geëxamineerd drie candidateu voor de hoogere wiskunde. Toegelaten de lib. A. W. Gravelaar, uit Iloogezaud, en S. 11. Colenuit Delft. Den 28" en 29" October deden vier candidaten voor boekhouden examen. Toegelaten werden voor schoolonderwijs de heer F. J. Boer, uit Rotterdam, en voor huisonderwijs de lilt. .1. II. Bekkering, uit Wildervank, en C. van Boom, uit Rotterdam. Heden is de acte voor het middelbaar onderwijs in het boekhouden (huisonderwijs) toegekend aan den heer Barend Boon, van Leiden. Op 28 October is te Delft de acte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in het boelseren (0), uitgereikt aan den heer J. G, Steenbeek. Voor dit examen hadden zich 4 candidaten aangemeld, van welke 2 zich terugtrokken en 1 werd afgewezen. Lager onderwijs. Van de 7 candidaten, die zich voor de acte in de wis kunde hadden aangemeld, trok 1 zich terug; 4 werden afgewezen en 2 toegelaten, dc hh. J. Smits, uit Dordrecht, en II. de Zeeuw, uit Ridderkerk. Bij de heden gehouden examens is de acte van hulponderwijzer verleend aan de hh. Th. van der Linden en F. J. Blöte, van Leiden, en Kuyt, uit Katwijk. Naar men verneemt zou de regering voornemens zijnhet verbod van invoer van aardappelen uit de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, dat bij kon. besluit van 3 Julij 1875 werd uitgevaardigdweder in te trekken. Naar het oordeel van gedep. staten van Zuidholland bestaan er geen termen om ten aanzien van het adres der gemeente Ridderkerk, om tegemoet koming in de gewone kosten van het lager onderwijs, een gunstig advies aan den koning uit te brengen. Daarentegen heeft dit collegie den staten gunstig gepreadviseerd op de aanvragen der gemeenten Monster, Oud-Beijer- land en Hoorneer om subsidie, voor de beide eerstgenoemden in de gewone, voor dc laatstgemelde gemeente in de buitengewone kosten van het lager onderwijs. Behalve de periodieke aflossing der compagnie vesting artillerie te 's llage zullen, naar dezer dagen is bepaald, tegen 1 Mei 1880 de volgende garni zoensveranderingen plaats hebben. Van het 3e regiment infanterie zal het le bataillon van Vlissingen naar Bergen-op-Zoom, het 4' bataillon van laatst genoemde plaats naar Vlissingen worden verplaatst. Van het 8C regiment infanterie zal de hoofd-administratie van Utrecht naar Arnhem worden over- gebragt; het 2e bataillon le en 2» comp. zal uit Zutphcn naar Deventer wor den verplaatst; het 3e bataillon le en 2e compagnie van Arnhem naar Zutphen, terwijl te Arnhem het 4' bataillon 2e en 3' comp.dat thans zich te Zwolle bevindt, in garnizoen zal komen. II. M. de koningin heeft zich, naar men verneemt, bereid verklaard als beschermvrouw op te treden van de Maatschappij tot opvoeding van weezen in bet huisgezin. Door den gemeenteraad van Rotterdam is tot directeur geneesheer van het Ziekenhuis benoemd de heer dr. Hesselink, practiserend geneesheer te Stad Almelo, met 20 stemmen, tegen 17 op den heer dr. Klinkert te Rot terdam. Heden nacht omstreeks half 2 ure vernam men te Rotterdam, ten huize van den heer R. Mees. aan het Nieuwe Werk, een verdacht gerucht. Bij onderzoek bleek het, dat er in twee kamertjes onwelkome bezoekers waren geweeet. Dat zij alles naauwkenrig met licht hadden nagesnuffeld, bleek uit de lucifers, die op den grond lagen en uit een zwarten aanslag, als van den walm eener kaarsvlamin een der kasten. Zij vonden echter weinig, dat naar hunne gading was. Bij het heengaan hebben zij een trap ladder, die bij eene serre in den tuin stond, medegenomen en zich daar mede begeven naar de achterzijde van het huis van den heer Vlierboom. Aldaar hebben zij bij de veranda de deur weten te openen, om in de tuin kamer te komen. Doch ook daar hebben zij niet veel opgedaan. Men kan niet anders vermoeden dan dal zij, meenendc onraad te hooren. eensklaps de vlugt hebben genomen. Het ergste van de zaak echter was dat zij brand hebben veroorzaakt. Want toen men des ochtends in de kamer kwam, waren niet slechts de gordijnen verbrand, maar had ook het hout werk zoodanig vuur gevat, dat wanneer men niet zeer spoedig bij de hand was geweest om le blusschen, het weldra in vlam zou hebben gestaan. Ouder Delfshaven heeft men de vacht gevonden van een schaap in eene aan den Binnenweg gelegen weide; het vleesch had men medegenomen. Door de geneeskundige staatscommissie te Amsterdam is tot arts be vorderd de heer N. Ten Kate, candidaat-arts. en is het getuigschrift voor het eerste gedeelte van het arts-examen uitgereikt aan den heer J. Wil lige, doctorandus. Onlangs zag een dienstmeisje te Amsterdam in de Leidschestraat een kind van twee jaar oud tusschen de rails Ioopen, terwijl de tram in volle vaart kwam aansnellen. Zonder zich te bedenken, vliegt zij naar het kind toe, neemt het op en werpt het over de rails. Zij zelve werd door het paard aan den schouder geraaktzonder evenwel eenig zigtbaar letsel te bekomen. Door den schrik verloor zij haar spraakvermogen en nog kan zij slechts met moeite eenige half verstaanbare woorden uilen. Te Amsterdam had gisteren een treurig ongeluk plaats. De meester knecht in eene suikerraffinaderij is tusschen de machine geraakt. Armen en bccnen werden verbrijzeld en het hoofd onkenbaar verwond. In den nacht van Maandag op üingsdag is een schip met steenkolen geladen op den Banjert geloopen en gebroken. De bemanning beeft zich met de sloep gered, en werd door een schipper uit Arnemuiden opgenomen en te Veere aan wal gezet. Zelfs de kat, die aan boord was, werd door de bemanning medegenomen. Te Utrecht verwijderde zich eergisteren een timmerman, die aan een gebouw van den staatsspoorweg werkzaam was, gedurende eenige oogen- blikken van zijn werk en liet zijn ladder staan. Een schildersknecht, die daarbij tegenwoordig was, maakte van zijne afwezigheid gebruik om den ladder weg te nemen en dien aan een schildersbaas te verkoopenonder voorwendsel dat hij zich elders ging vestigen. De regtbank te Arnhem heeft uitspraak gedaan in de zaak van den Engelschen zakkenroller Stanley, die de vorige week teregt stond. Bij het vonnis is wettig en overtuigend bewezen verklaard de poging tol zakken rollerij'den 18u" Julij op het perron van het station gepleegd, maar niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2