de pas» ister dePutaii 'ken over van hei en in det 'en histo. nacht tu eerst n0( ndertvij; ■>ehoud# regel» bezwj. zameo- von Bis. len do« deri en •tenwisi ook k gesteldei teget. 'ruissa 'eh au envoor, nuntitü deel;». Ig'. on Cis. worde» grond- dein ii goed- ik het i 'g van waan eindt eenije ver-I ntiieil lizea, turnt n. allen I i een I egertl kijf lroe-1 n «ij reen I szei- met I be I 234 1 personen bijeen was. De uitwerking van dit vuur was verschrik- |.e|jjk en krijgsgevangenen verzekeren, dat de Turkomancn versclteidene duizenden menschen verloren. Te 5 uren hernieuwden onze troepen aanval met de bajonet en veroverden met groote moeijelijkheden j0cr eenige der vestingwerken, waar zij bij bet invallen der duisternis hielden; gedurende den nacht ging de vjjand op de vlugt. Onze terliezen zijn aanzienlijk; zeven officieren en 234 man zijn buiten gevecht gesteld, lieden hebben wij met een aanzienlijke magt Beurma bezet. IWCtEZtlKDEIV. Wel I laat u dit geval dan leeren Mijn lieve Jan! Dat een verstandig kind geen dingen moet begeeren, Die hjj te voren weet, dat hij niet krijgen kan. Mr. Hieeoktmos van Alphen. la liet midden van een bloemperk op het Plantsoen slaat een pedestal Btt een blikken aloC, die nooit van dat pedestal wordt afgenomen. Zoo mogt de gestadige policiezorg wel worden toegepast bij het bewaken van heesters of bloemen op iedere plek openbare grond, die in Leiden daarmede »ordt aangelegd. De beschouwer toch van de Leidsche pleinen, die zich herinnert dat in het midden van het Pieterskerkplein nog een vierarmige gaslan taarn heeft gestaan en dat plein aangelegd gekend beeft, zal zich misschien ook wel herinneren hoe die aanleg er afgekomen is. Daar stonden sterke heesiers en hortensia's, die overal, zelfs op het noorden, bloejjen. Geen plek inlusschendie met zijn aanleg zoo bekoorlijk aan de schooljeugd toescheen als deze. Doorgaans hebben de straatjongens den naam dat zij het zijn, die met hengels de bloesems van de meidoorn of »dulle" kastanjes van de boo men slaan. Het jonge volkje, dat de prenteboeken leest, waarin vroeger werd aanbevolen om vooral braaf te zijn, doch die er thans op ingerigt zjjn om de gevolgen der ondeugd in al hare afschuwelijkheid te leeren kennen, zou zich dan ook nooit aan zulke straatjongens-misdrijven schuldig maken. Toen de hortensia's op liet Pieterskerkplein dan zoo mooi in bloei waren, kwamen de jongejufvrouwen en plukten de bloemen af, terwijl de jongeheeren over de //rustieke omrastering" heen, //«it gekheid of uit meenens", dagelijks gevechten hielden en lusschen de heesters schermutselden, ten gevolge waarvan soms heele groepen jongeheeren op het jeugdige groen nedcrvielen als baksteeuen. Daar nu de sterkste heesters niet bestand zijn tegen dergelijke herhaalde aanvallenkregen zij weldra het aanzien van de kaalste bezems, terwijl van de plat getrapte hortensia's, met de //rustieke omrastering" er by, niet veel meer dan een rampzalig overschot werd opge ruimd. Het lot van het Pieterskerk plein was spoedig beslist: de paden werden geêfiend. Onder de //rustieke omrastering" verstaat de beschouwer blijkbaar de witte paaltjes, waardoor een ijzerdraad getrokken is, niet zeldzaam in Leiden langs publieke wandelpaden op ie merken. Zelfs op het Plantsoen zijn deze paaltjes en palen zóó talrijk, dat men cr in het onzekere geraakt of zjj er geplaatst zijn om de schendige hand terug te houden, dan wel om te voorkomen dat de boomen en heesters zullen wegloopen. In ieder geval geven al die witte palen en paaltjes, zoowel om de zwaanskooijen als om de boomen, tegen het donkere groen eene vrolijke vertooniug. De beschouwer van de Leidsche pleinen geeft in bedenking om het stand beeld van Van der Werfl le plaatsen op het Pieterskerkplein. X komt daartegen op. X wil het zetten in het Plantsoen, met het front naar Zoe- terwoude. Op het Pieterskerkplein zou hel standbeeld in het geheel niet passen, dunkt mjj, al werden er al de boomen gerooid. Op zulk een don ker, eenzaam, tusschen eene hooge kerk besloten plein zet men geen stand beeld en X is op dat punt meer plastisch dan acslhciisch. Ook Indenkt hij niet dat de stad zich toen slechts tot de Kraaijerstraat uitstrekte. Het tegenwoordige Plantsoen was toen weiland. Als liet standbeeld, om zoo te zeggen, moet staren op eene plek van waar de verlossing kwam. zet het dan op de Ylietsbrug. Maar het standbeeld drukt met zijn versierd pedestal minder eene persoonlijkheid uil dan een historisch feit. In het volle licht, onder liet volk, in het midden der stad, zicli gunstig op een afstand ver- loonende, behoort de groep geplaatst le worden, cn dan is de Hoogstraat daarvoor wel eene uitgezochte plek. Daar even noemde ik het rooijen van boomen. Er zijn een paar gevaar ten in Leiden zooals er in geen stad van ons vaderland worden aangetroffen. Zij zijn vernuftig zamengesteld cn zouden kunnen gebruikt worden om de belegerden van eenig kasteel er mede te bestoken, inzonderheid als wij nog met pijlen schoten en in de middeneeuwen leefden. Leiden is rijk aan boomenmisschien zijn er wel te veel. Op donkere plaatsenwaar de boomen digt op elkander staan, om den anderen er een weg te nemen, komt blijkbaar niet op in het brein van den persoon, die over het houtge was is gesteld. Of het licht uit de breedte of uit de lengte komt, doet er niet toe. Die gevaarten worden snoeiwagens genoemd en die ze hestijgen snoeijers. Daar vallen aan den binnenkant langs de woningen al de takken weg. Dat geelt licht en lucht. Maar ook aan de buitenzijde ondergaan de b"omen dezelfde bewerking. Dat wordt snoeijen genoemd. Die boomen worden zoo dun als naaiden; zij kunnen niet beelderiger geschoren worden dan de beukenheggen uit den pruikentijd. Vergelijk ze niet met de boompjes uit een Neurenberger doosje, uwe vergelijking gaat mank, zij zijn onver gelijkelijk slanker. De bedoeling met deze bewerking kunt gij en ik nooit raden. Zonder twijfel worden er proefnemingen genomen op groote schaal. Stellig wil men, zooals op de Doezastraat. de iepenboomen dwingen om te grocijen als Italiaansche populieren. Als voorbeeld hoe in Leiden licht ver schaft wordtzijn de vijl iepen voor het akademiegebouw allermerkwaar digst. Nog voor weinige dagen verhieven zij hunne digt bebladerde kruinen irotsch hemelwaarts. Thans rest hun niets dan eenige afgehouwen stompen 'lie zij opsteken, als baden zij om erbarming over hun rampzalig lot, als Merkten zij om voorziening in een ander akademiegebouwdat nu met zijn allemaiis-sljjl niet minder van vervallen grootheid blijk draagt. Van hel akadcniicgchonw naar de ltuïne zou de overgang geleidelijk kun nen zijn, doch; du sublime nu ridicule il n'y a qu'un pas. Den beschou wer van de Leidsche pleinen hierbij op den voet le volgen, ligt echter niet op mijn weg. De lotgevallen van de Ruïne zijn even veelvuldig, als de voorstellen die er gedaan zijn om aan dat plein eene bestemming le geven. Daar waren er, die het lot een lusthof wenschten verheven te zien met eene sociëteit. Vervolgens kwam het voorstel om het tot moestuin in le riglen en er knollen op te zaaijen. Ten gevolge van een watersnood op dat plein ontstond de hoop dat er een stoomgemaal op zou gesticht wor den. Er is eene botanische excursie op dat plein gehouden, toen het met eene schutting was afgesloten. Van de daar gevonden planten bevatten de meeste olie-houdende zaden. Misschien was er nog kanariezaad onder van voor de ramp. Ook het standbeeld van Van der Werfl wordt nu andermaal aangeroerd om hel in het midden der Ruïne te planten, als het rijk zich maar niet dat plein had toegeëigend. Dat men op dien magcrcn grond, middending tusschen een exercitie-veld en eene begraafplaats, want het terrein is heuvelachtig genoeg geworden, eene gedenknaald zette, waarop al de lotgevallen gegrifd worden, die over dal plein zrjn heengegaan. De herinnering aan eene gedenknaald, die na het inzamelen van ontzaggelijke sommen voor de ramp van 1807, nooit uit die sommen is kunnen gevonden worden, zou dan het eerst op deze gedenknaald in aanmerking komen. Er eene grief van te maken dat het bestuur van Leiden in een onbe waakt oogenblik de Ruïne aan het rijk afstond, is ongepast. Bij hel uit gebreid beheer in zulk eene gemeente, valt zoo gemakkelijk iets voor dat van een minder juist doorzigt of goeden smaak getuigt. Als, om zoo iets te noemen, slechts eene betrekkelijk kleine som geld wordt toegestaan, zooals voor de Stadszaal, kan men niet bouwen naar wensch. Waar anders met baksteen zou gemetseld worden, moet dan de portland cement te hulp komen. De nabootsing van gehouwen steen door middel van portland- cement houdt zich echter niet lang in de lucht goed. Grjjs werd eerst de Stadszaal geverwd. toen rose. Dezen zomer kreeg zij eene kleur of zij met kunstboter besmeerd was en even glanzig als dat artikel. In een enkel geval dat de zon scheen heb ik mij gewaagd in het Gemeenlandshuis van Rijnland, dat daar zoo uit de hoogte met zijn norschen gevel op de Stads zaal neerziet, ten einde de uilwerking te kennen van de terugkaatsing der beschreven kleur. Zonder overdrijving deed de terugkaatsing op het gelaat van sommige ambtenaren in het Gemeenlandshuis voor mij de uitwerking of zij aan geelzucht leden. Zon men mjj nu de erkenning willen afdwin gen dat met deze bljjde kleur te bezigen tegen den goeden smaak gezon digd was? Neen, daartoe ben ik niet te vinden. 30 September 1879. A. J. K. AKADEMIE-MEIW8. PROMOTIEN AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. 2 October: De heer H. Godefroi, geb. te 's Bosch, in de regtcn, na ver dediging van zijn akademisch proefschrift: Verhoor op vraagpunten. De heer R. L. Schollen, geb. te Amsterdam, in de reglen, na verdedi ging van zijn akademisch proefschrift: Over makelaars in zee-assurantie. 301"' Staats-LoterR. Tweede Klasse. Trekking van 2 October. Prjjs van 400: N\ 10597. H n s 200 3710. Prijzen van f 30. 142 2333 3904 6420 7819 8731 10197 13237 14203 15584 17704 19584 323 2351 4411 6581 7840 8883 10487 13267 14425 15595 17759 19655 406 2511 4920 6648 7877 9086 10759 13397 14495 16412 18144 19692 685 2680 5025 7215 7901 9117 10799 13418 14510 16660 18080 19872 1202 2871 5683 7269 8058 9567 12437 13466 14987 16682 18996 20521 1323 2977 5755 7320 8156 9589 12669 13567 15021 17436 19361 20530 1349 3004 5835 7425 8316 9811 13017 13829 15107 17459 19438 20683 1812 3082 5970 7525 8468 10121 13101 13926 15408 17507 19465 20953 2092 3761 ADVERTENTIES. Ondertrouwd: Leiden, 2 October 1879. Receptie Zondag 12 October. P. ZEGERS VEECKENS", Luitenant Ier Zee l»1' klasse, Cll I). ANDREAE. Geliouwd: C. HENGEVELD, her. Pred. te Schore en Vlake, Cll J. E. VAN WIJK, die, ook namens familiebetrekkingen, hartelijk dank zeggen voor de vele blijken van belangstelling hij hun huwelijk ondervonden. Leiden, 2 October 1879. Voorspoedig bevallen van een Zoon C. SCIARONI VAN BEEST. Leiden, 1 October 1879. lieden overleed te Rotterdam onze geliefde Broeder en Beliuwd-brocder, de Wel-Ed. Ileer C. G. VERBURGH. J. M. VAN LEEUWEN VAN DUIVENBORE. A. G. VAN LEEUWEN VAN DUIVENBODE, Leiden, 1 October 1879. Verbuhgh. Volstrekt eenige kennisgeving.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 3