II LEIDSCHE COURANT. Bil, 1879. ZATURDAG 9 AUGUSTUS. STADS-BER ICHTEN. doet beht »r san verks i van n best iteekj eu afi 3, ctsgra van n aarsfl tale V. 186, De Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd, üe prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p. p. f 3.BO met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad /3.35, franco p. p. f 3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 'j jaarst buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p, 6 Cents, He prijs der Adverlentiön is van 1—4 regels fl.iedere regel meer 25 cenls. <tuig, bied B pt Vr°' Bij deze Courant wordt verzonden bladz. 6162 der Handelingen van ei')ai1 en Gemeenteraad Zittingverslag n kot de flat ofzwi splel De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden doen te weten, dat door Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 5den Juni 1879, is vast- iteld de volgende VBBOHDEKime, betreffende de inrichting en het bestuur van het gymnasium der gemeente Leiden. Art. 1. Het gymnasium te Leiden is, van 1 September 1879 af, ingericht naar le voorschriften der Wet van 28 April 1876 (Staatsblad no. 102). Art. 2. Aan het gymnasium wordt onderwijs gegeven in :idsl( t Irogii de Aardrijkskunde; de Wiskunde; de Natuurkunde; de Scheikunde de Natuurlijke historie; de Hebreeuwsche taal; de Gymnastiek. I. do Grieksche taal en letterkundeh. de Latijnsche taal en letterkunde; i. de Nederlandsche taal en letterkunde; k. de Fransche taal; l. de Hoogduitsche taalm. de Engelsche taal; n. de Geschiedeniso. De bijwoning van de lessen in de Hebreeuwsche taal en in de Gymnastiek is llllOACultatief. Art. 3. Het tchooljaar vangt aan met den eersten dag der maand September. De dag van de opening der lessen wordt telken jare door Curatoren bepaald, jf] aarvan door hen aan Burgemeester en Wethouders wordt kennis gegeven. Art. 4. Er zjjn vier vacantiëneene van ongeveer zeven wekeneindigende ël:net den aanvang van het nieuwe schooljaar eene van ongeveer twee wekenmet erstmis; twee van ongeveer eene week, met Fasehen en Pinksteren. Art. 5. Het onderwijs wordt, buiten de vacantiën en behalve op Zon- en feest- blagen, dagelijks gegeven, en wel des Woensdags en Zaterdags gedurende vier en op de overige dagen gedurende zes uren of zooveel korter als jaarlijks op den rooster Jer lessen zal worden aangewezen. I Het onderwijs in de vakkenvermeld in art. 2 sub n eno, wordt zoo noodig taiten de hier genoemde uren gegeven. j Art. 6. Zijdie verlangen tot eenige klasse van het gymnasium te worden toe- blaten, onderwerpen zich vooraf aan een examen dat, onder toezicht van Curato ren, door de betrokken leeraren onder leiding van den rector wordt atgenomen. Dat examen omvat: Voorde toelating tot de eerste klasse: e. de beginselen der Aardrijkskunde; f. de beginselen der Geschiedenis; g. de beginselen der Fransche taal. 7jt het lezen I L het schrijven I h het rekenen; t de beginselen der Nederlandsche taal Voor de toelating tot eene hoogere klasse: hetgeen in de daaraan voorafgaande jij.klasse is onderwezen. (,q. Art. 7. De leerlingen van het gymnasium worden tot eene hoogere klasse be- r„torderd, na met goed gevolg een overgangsexamen te höbben afgelegd, dat, onder Jötoezicht van Curatorendoor den rector en de leeraren wordt afgenomen. Art. 8. Bij verschil van gevoelen tussehen leeraren en Curatorenover den ("eitslag van een toelatings- of overgangsexamen, beslist het college van Curatoren. Art. 9. Jaarlijks wordt gelegenheid gegeven tot het afleggen van het toelatings- 44 examen in de maand Juli, en, aan hen die zich dan niet hebben aangemeld of 1 Ü4jidie bij het examen in Juli, van Curatoren, de examinatoren gehoord, daartoe ver- 128 Banning hebben verkregen, bij den aanvang van het nieuwe schooljaar, van het SOjBvergangsexamen onmiddellijk na het sluiten der lessen. 87) Aan de leerlingendie dan in enkele vakken te kort schieten kan gelegenheid g7#orden gegeven om door een herexamen bij den aanvang van het nieuwe schooljaar het ontbrekende aan te vullen. _J Dag en plaats van deze examens worden door Curatorenin overleg met den rector, bepaald en door dezen tijdig aan Burgemeester en Wethouders medegedeeld 119)1 ter kennis van het algemeen gebracht. Art. 10. Curatoren zijn bevoegd aan hen die in den loop van het schooljaar 'lot eene der klassen van het gymnasium verlangen te worden toegelaten, de gele- Scheid te geven tot het afleggen van een buitengewoon toelatingsexamen. lüb Art. 11. Na het overgangsexamen beslissen Curatorenop voordracht van rector 5n leerarenaan welke leerlingen eereblijken zullen worden toegekend. 2>!i De regelen daarbij in acht te nemen, worden door Curatoren, in overleg met 99|f€ctor en leeraren, bij huishoudelijk reglement vastgesteld. De uitreiking der eereblijken heeft plaats bij den aanvang van het nieuwe school- Nr, op eenen dag door Curatoren in overleg met Burgemeester en Wethouders te bepalen. Art. 12. Curatoren zijn bevoegd, in overleg met den rector, vergunning te ver- ^Jeencn om de lessen in één of meer der vakken, in art. 2 genoemd, tot weder leggings toe als toehoorder bij te wonen. De toehoorders zijn aan de bepalingen if2diluent de schooltucht onderworpen. j UI Art. 13. De onderwijzers aan het gymnasium dragen den titel van leeraar. Hun en '*r en *ietl bedraS hunner jaarwedden worden door den Gemeenteraad bepaald. Den der leeraren staatmet den titel van rectoraan liet hoofd van het gymna- iip(WUm: "^en an(^er is» met den titel van conrector, aangewezen om den rector bij fCrhindering te vervangen. Art. 14. Bij de aanvaarding hunner benoeming nemen de leeraren de verplich ts op zich omzoo zij te eeniger tijd ontslag mochten vragennog gedurende minste twee maanden na die aanvrage, hunne betrekking te blijven waarnemen. Art. 15. Wanneer een leeraarsplaats is opengevallen, zenden Curatoren ter ver vulling daarvan, desnoodig na voorafgaande oproeping van sollicitanten, aan den Gemeenteraad eene lijst van benoembaren, opgemaakt na verhoor van den Inspec teur wiens advies door hen wordt overgelegd. Art. 16. Bij ontstentenis van een leeraar kan door Burgemeester en Wethouders, voor zooveel noodig onder goedkeuring van den Gemeenteraadop voordracht van Cijratoren, de waarneming van zijn dienst tijdelijk aan een bevoegd persoonbuiten de leeraren van het gymnasiumworden opgedragen. Moet die opdracht plaats hebben voor langer dan drie maanden, dan wordt aan den Gemeenteraad eene tijdelijke benoeming voorgedragen en deze onderworpen aan de goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken. Is de opdracht voor onbepaalden tijd geschieden bljjkt het dat de tijdelijke waar neming langer dan drie maanden* zal moeten duren, zoo behoeft de tijdelijke be noeming de bekrachtiging van den Gemeenteraad en de goedkeuring van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken. Art. 17. De rector is, onder toezicht van Curatoren, belast met het beheer van het gymnasium en met de zorg dat het onderwijs geregeld cn overeenkomstig de voorschriften gegeven worde. ITij woont, zoo dikwerf hem dit noodig schijnt, de lessen der overige leeraren bij. Levert het onderwijs in eenig vak hem grond tot bedenking op, dan deelt hij dit aan den leeraar mede en onderwerpt, bij verschil van inzicht, de zaak aan de beslissing van Curatoren. De leeraren geven hem ten allen tijde do inlichtingen, die hij verlangt, en ge dragen zich in alles, wat de schooltucht en de inwendige huishouding van het gymnasium betreft, naar zijne beslissing, behoudens beroep op Curatoren. Art. 18. De rector belegt eene vergadering van de leeraren van het gymnasium op verzoek van Curatoren, of wanneer hij zelf dit noodig acht, of wanneer ten minste drie leeraren hem daartoe uitnoodigen. De vergadering, waarin de rector het voorzitterschap bekleedt, overweegt het geen in het belang van het gymnasium door Curatoren, door den rector of door een der leeraren bij haar aanhangig wordt gemaakt. Art. 19. In de maand Mei wordt, in eene daartoe belegde vergadering, door den rector in overleg met de overige leeraren het leerplan voor het volgende school jaar ontworpen. Het behelst voor elk vak het aantal lesurende namen der leeraren de boeken en zooveel mogelijkden omvang van het onderwijs. Vóór 1 Juni wordt dit leerplan aan Curatoren toegezonden enzoo het door hen is goedgekeurd, aan den Inspecteur der gymnasia toegezonden en voor l Augustus door den rector ter kennis van het algemeen gebracht. Het opmaken van den rooster der lesuren is opgedragen aan den rector, be houdens goedkeuring door Curatoren. Art. 20. Een leeraar, door ongesteldheid verhinderd onderwijs tc geven, ver wittigt daarvan aanstonds den rector. Voor verzuim van één of meer lessen om eenige andere reden heeft hij de vergunning van den rector noodig. Voor de afwezigheid van den rector of van een der andere leeraren gedurende meer dan ééne week, buiten ongesteldheid, wordt de vergunning van Curatoren vereischtwelke voor de leeraren door tusschenkomst van den rector wordt aange vraagd. Van de door Curatoren verleende vergunning wordt aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven. In het onderwijsdat door de tijdelijke afwezigheid van een der leeraren niet zou worden gegeven, voorzien de overigen zooveel mogelijk, volgens daaromtrent door den rector te treffen schikking, waaraan de leeraren zich onderwerpen, be houdens beroep op Curatoren. Art. 21. De leeraren handhaven orde en tucht in de klassen, waarin zij onder wijs geven, en worden daarin, zoo noodig, door den rector bijgestaan. De rector is bevoegdeenen leerlingwegens wangedragvoor ten hoogsten veertien dagen van het gymnasium te verwijderen. Tot verwijdering voor langeren tijd of voor goed wordt, op schriftelijk advies van rector en leerarenbesloten door Curatorendie daarvan aan Burgemeester en Wethouders kennis geven. Art. 22. De rector zendt, in overeenstemming met de leeraren, ten minste zes malen in den loop van het schooljaar aan ouders of voogden een testimonium over de vorderingende naarstigheid en het gedrag der leerlingen. Art. 23. De hulpmiddelen voor het onderwijs, in de lokalen van het gymnasium voorhandenstaan onder het toezicht van den leeraardie met liet geven van dat onderwijs is belasten onder het oppertoezicht van den rector. Art. 24. De bedienden van het gymnasium staan den rector in de uitoefening van zijne betrekking ten dienste en gedragen zich naar zijne bevelen. Hunne verplichtingen wordenzoo noodigdoor Curatoren bij huishoudelijk reglement omschreven. Art. 25. De zorg voor het gymnasium wordt opgedragen aan een college van Curatoren. Het waakt voor de getrouwe nakoming van de wettenbesluiten en verordeningen, het gymnasium betreffende, dient den Gemeenteraad of Burgemeester en Wethouders van bericht en raad nopens de belangen van die instelling en doet dienaangaande uit eigen beweging de voorstellen, die het dienstig acht. Art. 26. Het college van Curatoren wordt door den Gemeenteraad benoemd en bestaat uit zes leden. Het kiest uit zijn midden een voorzitter en een onder-voorzitter. Aan het college is toegevoegd een op zijne voordracht door den Gemeenteraad benoemd onbezoldigd secretaris. Art. 27. De Curatoren worden benoemd voor den tijd van zes jaren. Om het andere jaar treden, volgens rooster, twee hunner af op den lstcn Octo ber. De aftredenden zijn terstond herkiesbaar. De secretaris wordt benoemd tot wederopzegging. Benoemingen tusschentijds gelden voor het tijdvak waarvoor zij, wier plaats ver vuld wordtzitting hadden. Art. 28. Ter vervulling van eene opengevallen plaats in zijn midden, zendt het college eene aanbevelingslijst van twee personen aan den Gemeenteraad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 1