BUITEINLANDSCUE BERIGTEN. reeds spoedig na liet plegen der daad *in de hank van leening was gebragl door een onbekend gebleven meisje, dat onder een valschen naam had voor gegeven zulks voor eene buurvrouw harer moeder le doen. De policie slaagde er in het meisje te vinden. Het is eerst 12 jaren oud en bekende reeds meermalen dergelijke rooverjjen te hebben gepleegd. Door de arrond.-regtbank te Breda is de wissel wachter B. te Tilburg, beschuldigd van op 21 Maart jl. den wissel aan de ooslzjjde van het sta tion te Tilburg verkeerdelijk te hebben geplaatst, waardoor hij oorzaak is geweest, dal een passagierstrein op een goederentrein is geloopen," veroor deeld tot een maand gevangenisstraf. Te Leende, nabij Eindhoven, sloeg dezer dagen de bliksem in eene woning en trof aldaar een man. Aanvankelijk meende men dat de man dood was, doch later kreeg hjj zijn bewustzijn terug, lljj verkeert echter i og altijd in levensgevaar. De bliksem, die door den schoorsteen was bin nengedrongen, baande zich een weg door het venster, zonder brand te veroorzaken. tip vermoeden van brandstichting is naar het huis van arrest te Mid delburg overgebragt J. Z., wiens woning, onder 'sIleer-Arendskerke, met den inboedel is verbrand en bij de brandwaarborgmaatschappij te Amster dam, directeuren de Jong C\was verzekerd. Blijkens het eindverslag van de commissie van rapporteurs der eerste kamer over het wets-ontwerp lot definitive vaststelling van het VlII"«hoold- stuk der staatsbegrooting voor 1879 (dep. van oorlog) verklaarden zeer vele leden in de afdeelingen deze begrooting te willen aanmerken als een ver volg op de credietwet, weldra door eene werkelijke definitive begrooting voor het volgende dienstjaar te volgen; terwijl onderscheidene andere leden met levendigheid op bezuiniging aandrongen. Dezen waren van oor deel juist nu, nu de lijd voor hel opmaken eener volgende begrooting reeds weder naderternstig te moeten verklarendat bezuiniging in ons krijgs wezen met het oog op onze financiële krachten een der eerste pligten van de regering te achten is. Zij zouden op zoodanige bezuiniging niet op die wijze durven aandiingen, indien zjj niet overtuigd waren, dat bezuiniging kan plaats hebben, zonder dat er schade gedaan wordt aan de weermidde len des lands. Naar het oordeel van velen mogt het totaal eindcijfer, dat thans voor ons defensie- en krijgswezen te zamen gevorderd wordt, op den duur zóó hoog niet blijven. De vraag of persoonlijke dienst- of oefenpligt de grondslag voor de reorganisatie van onze levende strijdkrachten behoort te zijnwerd ook in meer dan ééne afdeeling dezer kamer besproken. Ook daarbij opeubaarde zich het verschil van gevoelendat daarover elders be ft aat. Ten slotte werd, ook niet zonder verband met het hooge eindcijfer der begrootingen voor oorlog, de aandacht gevestigd op dc buitengewoon hooge kosten voor opleiding der militaire artsen, in de laatste 10 jaren besteed. 'sGRAVENHAGE, 20 Junjj. In de zitting van de eerste kamer is hel adres van rouwbeklag aan Z. M. den koning aangenomen, alsmede een zevental onderwerpen, waar onder dat betreffende het consulair tractaat met Noord-Amerika. Daarbjj vroeg de heer IJuydecoper inlichtingen omtrent de verrigtingen der Justitie, om de onlvlugting der Rotlerdamsche misdadigers te beletten. De minister van justitie antwoordde uitvoerig. Eerst in den loop van Woensdag avond werd de justitie bekend met de loopende geruchten. In den avond en nacht van Woensdag werkte de talentvolle Rotlerdamsche justitie met kracht ter opsporing. Ieder was echter gesloten als een bus. Donderdag ochtend wist de justitie zelfs nog niet of er een misdrijf gepleegd was. Eerst Donderdag namiddag bleek dit stellig, maar toen was de misdadiger reeds uit Liver pool vertrokken. Vrjjdag gaf de hooge raad eerst bevel tol gevangenneming. De regering en de justitie hebben niets verzuimd om den ontvlugte nog in Europa te vangen. De minister deelde nog mede dat. in strijd met alle verwachtingen, zoo even het berigl was ontvangen dat de Amerikaansche regering at het ge dane ter zake van het sluiten van een uilleverings-tractaat als ongedaan beschouwt Morgen is de oorlogs- en vesting-begrooling aan de orde. In de zitting van de tweede kamer van heden is het adres van rouw beklag aan Z. M. den koning aangenomen. Bedoeld adres luidt als volgt: «Sire! Met ontroering ontving de tweede kamer der staten-generaal de mededee- ling, dat het den Almagtige behaagd heeft Zjjne Koninklijke Hoogheid Willem Nicolaas Alexander Frederik Karei Hendrik, Prins van Oranje, Uwer Majesteits beminden Zoon, tot Zich te nemen. Zjj gevoelt diep den zwaren slag, die op nieuw het Koninklijk Stamhuis en in dat Stamhuis het Vaderland getroffen heeft. Het is voor haar eene behoefte hare innige deelneming te betuigen in de groote droefheid, die bij dit treffend verlies Uwer Majesleits gemoed ver vuld, in den diepen rouw der leden van het Koninklijk Huis, in de biltere smart van den hoog gewaardeerden Prins, die Zijnen eenigen Broeder beweent. Met U, Sire, betreurt geheel hel Nederlandsche volk een Vorst, wiens uitstekende gaven de verwachting wettigden, dat Hij. eenmaal tot den Troon geroepen, het heil des lands krachtig zou helpen bevorderen, en die thans in vollen bloei des levens is weggerukt. Hartelijk hopen wjj, dat de gehechtheid der Nederlanders aan het rege rend Vorstengeslacht ook nu weder aan Uwe Majesteit en aan de leden van Haar Huis eenigermate tot troost moge strekken." Het adres zal Z. M. worden aangeboden, door de commissie van redactie bestaande uft de heeren Godefroi, Fransen van dc Putte, van Kerkwijk, Lenting en de Bruyn Kops, benevens door de heeren Kool, Patjjn en de Brnyn mei dch voorzitter aan het hoofd. De vergadering is tot nadere bijeenroeping gescheiden. Voor het gereglshof alhier stond gisteren tcregl zekere J. G. M,, be schuldigd van valschheid in een onderhandsch geschrift door het namaken van handteekeningen en door het desbewust gebruik maken daarvan. De besch. had nl. in Februarij een stuk vervaardigd en valschelijk onderteekend met de tiamen der heeren V. en de M.waarin genoemde heeren verklaar den dat volgens dr. V. de persoon van G. Boon (dien naam had de beschul digde aangenomen) aan eene ernstige ziekte leed en daarom zijne plaatsing in een geslicht zeer noodig was. Daartoe waren evenwel ƒ375 noodig, waarvan men eerst ƒ211 bijeen had. Daar het volgens den geneesheer noodig was dal Boon spoedig tot rust kwam, zoo werd iedereen uitge- noodigd voor een zekere som op de Ijjst te teekenen. Met dit valsche stuk vervoegde besch. zich te Delft bij een aantal ingezetenen, waarvan zich acht lieten vangen en voor een zeker bedrag op de Ijjst teekenden. Te dier zake stond G. J. M. teregt en hij bekende zijne schuld volkomen. Adv.-gen. mr. van der Hoeven achtte zoowel door deze bekentenis als door de verklaringen van twintig getuigen het bewjjs volkomen geleverd en requireerde dat het hof den besch. zou schuldig verklaren aan valschheid in een onderhandsch geschrift en het desbewust gebruik maken daarvan en hem te dier zake zou veroordeelen tot eene gevangenisstraf voor den tjjd van drie jaren en negen boeten van 50. De heer mr. M. C. Philipse trad als verdediger op en bestreed de qualificatie van valschheid. Thans, nu door den raad van 'sGravenhage de Meerdervoorlsche weg niet meer voorde publieke dienst is bestemd verklaardheeft de intendant van de domeinen van Z. K. H. de groothertogin van Saksen aan het gemeente bestuur medegedeeld, dat in geval deze zaak mag beëindigd worden in dien zin dat de weg van den Legger wordt afgevoerd, znlks geen den minste stoornis zal geven aan het wandelen op dien weg zooals thans plaats heeft. H. K. H. de groothertogin heeft hem uitdrukkelijk gemagtigd burg. en weth. mede te deelen, dat zij door het afbrengen van den gedachten weg van den Legger alleen bedoelde het verkrijgen van het regt, om eenige restricties betrekkelijk hel gebruik van dien weg te kunnen maken, welkt aldaar hoogstwenschelijk zijn, maar welke de fatsoenlijke wandelaars op gewone wandeluren niet eens zullen bemerken en welke het fatsoenljjk publiek alzoo nog veel minder hinderlijk kunnen zjjn. BEL. «IE. Het hof van appel te Brussel heeft uitspraak gedaan in de zaak be treffende het verzoek tot uillevering van H. P. Kerdijk. Het hof was van oordeel, dat de uitlevering kan worden toegestaan voor de feiten, welke door de Nederlandsche autoriteiten in het bevel tot gevangenneming zijn aangegeven en toegelicht. Waarschijnlijk zal de regering eene beslissing in dien zin nemen. Maandag namiddag heeft op het gehucht Raverschoot een verschrik kelijk ongeluk plaats gehad. De twee broeders Wiilems en een dienstknecht waren onder een boom gevlugt gedurende het onweër, toen de bliksem den boom trof, den oudste der twee broeders op den slag doodde, en den ande ren, alsook den dienstknecht kwetste. Deze laatste verkeert in doodsgevaar. ENOEI.AH JB. LONDEN 19 Junjj. Het lagerhuis heeft, niet zonder moeite, den minister van oorlog over gehaald het maximum der geeselslagen, waartoe een soldaat kan worden gestraft, op 25 te stellen, in plaats van 50. zooals thans het geval is. Slechts noode gaf de minister aan den op hem nitgeoefenden drang toe. - Het Kanaal-eskader, ouder bevel van lord John Hay, dat tjjdens de verwikkelingen in het Oosten naar de Middellandsche zee werd gezonden, heeft bevel ontvangen om onverwijld naar Engeland terug te keeren. FKAKKRIJ K. De senaat en de kamer van afgevaardigden zijn Donderdag morgen in congres 'bijeengekomen, onder voorzitterschap van den lieer Martel, presi dent van den senaat. Dc minister van justitie bood het ontwerp aan tot afschaffing van .art. 9 der constitutie. Met bijna eenparige stemmen wordt het ontwerp urgent verklaard. De heer Testelin, van de linkerzijde, stelde voor in de afdeelingen eene commissie van 15 leden te benoemen lot onder zoek der voordragt. Dit voorstel wordt goedgekeurd met een groote meer derheid. Men ging over tot het trekken der afdeelingen, en de zitting werd voor eenigen tjjd opgeheven. Toen de zitting hervat werd maakte de voorzitter den uitslag bekend van de stemming, waarbij benoemd werden de leden der commissie om het ont werp te onderzoeken. Gambelta werd gekozen lot voorzitter en Jules Si mon tot rapporteur der commissie. De hh. Déiolle en Chcsnelong verklaarden zich tegen de benoeming der commissie, als onregelmatig en te kort doende aan het regt der minderheden. De heer Pelletant beantwoordde hun en haalde als voorbeeld de oude vergadering van afgevaardigden aan. De heer Baudry Asson stelde een motie van orde voor, waarbij geprotesteerd werd tegen de benoeming der commissie. Deze motie werd verworpen en daarna de zitting weder voor eenigen tijd geschorst. Na de heropening der zitting deelde de heer Simon het rapport der com missie mede, strekkende tot aanneming van het ontwerp, dat den terug keer naar Parijs noodzakelijk noemde, opdat de hoofdstad aan het land teruggegeven werd. Hjj stelde voor onmiddelljjk de beraadslaging te openen. De heer Buffet stelde voor de beraadslaging te verdagen tot den volgenden dag. Dit voorstel werd verworpen. De heer Lucien Brun verklaarde dat hij tegen den terugkeer naar Parijs zou stemmenomdat hjj de verantwoor delijkheid niet wil dragen van de gebeurtenissen, welke hij voorzag. Dé Cassagnac zeide, dat hjj voor den terugkeer stemmen zou, omdat hjj over tuigd is, dat deze den val der republiek zou ten ge»olge hebben. Het ontwerp, waarbij artikel 9 der constitutie wordt ingetrokken, werd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2