BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant
van JHaandag 5 Mei d879, IP. Ó05.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
Iljj kwam aan het bewind met eene gevestigde meening. Men had dus regt
te verwachten eene nadere uiteenzetting van de plannen der regering. De
zaak der lands-defensie behoorde tot zekerheid te komen. Het tijdperk van
overwegen en dralen behoort te worden afgesloten.
Ook zijdie ditmaal den minister de noodige gelden niet wilden onthou
den, waren van oordeel dat althans bij de volgende begrooting door de
regering een volledig inzigt van de plannen omtrent onze defensie dient te
worden gegeven.
Terwijl verscheidene leden hunne ingenomenheid betuigden met de ver
zekering des ministers dat hij in alles strikte zuinigheid zou betrachten,
meenden anderen dat met die betuiging weinig in overeenstemming was
eene strekking tot uitzetting der gewone uitgaven, die men in het budget
meende op te merken en het behouden van een aantal posten, die zonder
schade voor ons defensievermogen voor aanzienlijke vermindering vatbaar
zjjn. Wel is het eindcijfer ongeveer 1 millioen lager dan dat voor 1877,
maar in de gewone uitgaven is geen vermindering, maar verhooging te be
speuren.
Men vroeg voorts naar 's ministers plannen ten aanzien van het militaire
strafregt en de strafregtspleging en wees daarbij op twee feiten1° op het
bekende voorval in Februari jl. aan de hoofdwacht te 's Gravenhage. Som
migen meenden dat onwettige straf of wel op onregelmatige wijze strafwas
opgelegd. Was de straf wettig, dan meende men was herziening van de
desbetreffende bepalingen noodzakelijk. Is zij op onregelmatige wijze opge
legd, dan vertrouwde men dat de minister de daad zal hebben afgekeurd
en de verantwoordelijke personen daarop zal hebben gewezen; 2° op het
geval met een officier, die overeenkomstig de strafregterlijke bepalingen zich
in arrest had begeven na verzoek om zijn zaak door den krijgsraad te doen
onderzoeken, en zich nu reeds een maand lang in arrest bevond, zonder
dat aan het gebiedend voorschrift, dat binnen 24 uren twee officieren-com
missarissen zullen worden benoemd om den gearresteerde te hooren en
daarvan rapport te doen, was gevolg gegeven.
GRAVENHAGE, 3 Mei.
Z. M. de koning-groothertog heeft benoemd tot officier der orde van
de Eikenkroon den heer R. Montd'or Norderling, eersten luitenant bij het
Zweedsche regiment huzaren Karei XV. Deze officier was als attaché toe
gevoegd aan den heer de Bnrenstam, minister-resident van Zweden en
Noorwegen bij het Nederlandsche hof, die door de Zweedsche regering be
last was met het complimenteren van Z. M. den koning.
Bij gelegenheid van het bijzonder gehoor, dat Z. M. te dien einde aan het
gezantschap heeft verleend, werd onzen vorst uit naam van den Zweedschen
monarch door den heer de Burenstam de keten overhandigd der Seraphijnen-
orde van Zwedenmet het grootkruis waarvan Z. M. reeds vroeger was
vereerd. Deze hooge onderscheiding wordt slechts zelden verleend en is tot
heden aan weinige vorsten te beurt gevallen.
De heer H. C. Waldeck, kommandant van de Haagsche burger-eere-
wacht, is door Z. M. den koning-groothertog benoemd tot ridder der orde
van de Eikenkroon. De kommandant der uit den adel gevormde eerewacht,
graaf W. van Limbnrg Stirum, is door Z. M. eveneens benoemd tot ridder
dier orde.
Z. M. de koning heeft nog goedgevonden tfe benoemen in de orde van
de Eikenkroon: tot grootkruis den heer Callinaki Catargi; tot komman-
deur majoor Barbanesko, adjudant van Z. K. H. den vorst van Rumenië,
beiden vertegenwoordigers van dien prins bij de plegtigheden te Amsterdam
en 's Gravenhage.
-- Door Z. M. zijn benoemd tot notaris binnen het arrond. Maastricht:
te Gulpen, de heer mr. L. J. van Oppen, cand.-notaris, advocaat en kan-
tonregter-plaatsvervanger te Maastricht-, te Eysden, de heer R. M. J. de
Cleyn Brem, cand.-notaris en deurwaarder te Meerssen; tevens is aan den
heer mr. L. J. van Oppen voornoemd eervol ontslag verleend als kanton-
reglcr-plaatsvervanger te Maastricht.
Aan den Oost-Indischen ambtenaar G. J. Laurensen, laatstelijk inspec
teur bij de postdienst in Nederl. Indië, thans met verlof in Etiropa, is, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 'slands dienst.
Door Z. M. zijn de 2e luit. E. F. W. C. Westerbaen Schmidtvan het
6' reg. infanterie en de 1* luit. J. F. C. Pool, van de VIe afd. vesting
artillerie, voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het leger in Nederl.
Indië, en is de 2e luit. J. A. Bacliofner, van de IIle afd. vesting-artillerie,
gedetacheerd bij de applicatieschool bij de kon. militaire akademie, overge
plaatst bij het wapen der artillerie van het leger in Nederl. Indië.
De kapitein der artillerie J. la Grappe Dominicus, thans op non-activi
teit, is op zijne aanvrage op pensioen gesteld.
HH. KK. HlI. de groothertog en groothertogin van Saksen-Weimar
zullen aanstaanden Dingsdag, des morgens ten half zeven ure, de terugreis
naar Weimar aannemen. Vermoedelijk zal II. K. II. prinses Hendrik, die
zich voor eenigen tijd naar Oldenburg zal begeven, de vorstelijke reizigers
een eindweegs vergezellen.
Het gala-bal ten hove lokte gisteren avond een grooten toevloed van
bezoekers uit. Gedurende drie uren zag men onafgebroken de rijtuigen
waarmede de gasten naar het paleis werden gebragt, file maken. Het aan
tal genoodigden klimt tot een zeer hoog cijfer, want de invitatiën strekten
zich ook uit tot de burgemeesters van verschillende gemeentenzooals Rot
terdam, Leiden, Gouda, Delft enz. en de officieren van schutterscorpsen van
verschillende plaatsen in Zuidholland. De hooge gastheer en gastvrouw onder
hielden zich met onderscheidene staatsambtenaren en autoriteiten. De groot
hertog met gemalin en prins Frederik woonden het bal bij.
Het weeshuis der Ned. herv. diaconie viel heden de onverwachte eer
ten deel een bezoek te ontvangen van H. M. de koninginvergezeld van hare
grootmeesteresse gravin van Hogendorp, graaf Schimmelpenninck, groot
meester bij het hof van HH. MM., en twee hofdames. De koningin werd
ontvangen door den advocaat-diaken jnr. mr. Hora Siccama, die de vorstin
naar de regentenkamer leidde, alwaar hij H. M. heeft toegesproken, ver
klarende zeer hoog de belangstelling der koningin in het lot der weezen
op prijs te stellen. II. M. werd vervolgens door de heeren in de verschil
lende vertrekken en zalen rondgeleid. In de naaikamer, waar de koningin
de werkzaamheden der meisjes met belangstelling gadesloeg, heeft de koningin
eenigen harer toegesproken en betuigde zij hare tevredenheid over het werk.
Bij het binnentreden van de catechisatiezaal werd H. M. door de weezen
met het laatste couplet van het volkslied begroet, welk gezang begeleid
werd door het orgel. In dit locaal teekende H. M. in het register van be
zoekers Hd. naam. Onder het lied der weezen//dat 's Heeren zegen op
U daal" verliet de hooge bezoekster het gebouw.
ENGELAND.
LONDEN 2 Mei.
Volgens geloofwaardige berigten uit Kabul staan de zaken van Jakob-
Ivhan slecht. Geene toebereidselen zijn gemaakt tot het bezetten der Ghil-
zais-passen. De troepen van Jakob-Khan zijn ontevreden en velen deserteren.
Bij voortduring worden aan het hoofdkwartier van generaal Browne tegen
strijdige berigten ontvangen over de plannen van Jakob-Khan en de houding
der grensstammen.
Toen Woensdag 11. de stoomboot Princess Alice op het punt stond
van Dnndee naar Liverpool te vertrekkennamen een heer en eene jonge
dame plaatsbilletten. Even nadat zij aan boord gekomen waren, verscheen
een heer, die de jonge dame opeischte als zijne wettige vrouw, die van
hem was weggeloopen, en onmiddellijk daarna kwam eene dame aan boord,
die verklaarde dat de heer, die de jonge dame vergezelde, haar echtgenoot
was en haar kwaadwillig wilde verlaten. Tusschcn de beide heeren ont
stond een gevecht, en inmiddels vertrok de boot, met alle vier aan boord.
De gezagvoerder verklaarde, dat hij niet langer kon wachten, daar het tij
anders zoude verloopen.
FRANK RIJK.
De Blanqui-quaestie wordt nog altijd in de dagbladen druk besproken.
De Révol. franp. zegt thans betreffende deze zaak: Een der opstandelingen
van den 4dtn September, een der overweldigers van het gezag na den opzet
telijk veroorzaakten val van eene wettige regering, tegenwoordig minister
van de Fransche republiek, de heer Jules Ferry, heeft aan een feestmaal
te Espinal eene redevoering uitgesprokanwaarin hij zich voorgedaan heeft
als regeringsman, vastberaden en streng in zijne besluiten, onpartijdig in
de toepassing der wetten, welker hoede hem is toevertrouwd. Indien de
heer Jules Ferry thans van eene vurige liefde brandt voor de wet, het is
niet altijd zoo geweest, en juist omdat het niet altijd zoo is geweest, is de
heer Jules Ferry minister. De heer Jules Ferry heeft zich op een goeden
dag willekeurig van hel oppergezag meester gemaakt en op dit oogenblik
houdt het ministerie, waarvan hij deel uitmaakt, een man gevangen, die,
hem van zijn onregtmalig bewind hebhende willen ontzetten, geene andere
schuld heeft dan niet geslaagd te zijn.
De minister van binnenlandsche zaken heeft de feestmalen, die te
Bordeaux ter eere van Blanqui zouden worden gehouden, doen verbieden.
In de //Ecole des beauxarts" wordt eene tentoonstelling gehouden van
oude teekeningen. De verzameling is meerendeels uit particuliere kabinet
ten bijeengebragt met het doel, om minvermogende leerlingen in staat te
stellen één-jarige vrijwilligers te vvordeu, waardoor zij, dank zij een stor
ting van 1500 fr.vier jaar van hun diensttijd ontloopen. De teekeningen
zijn niet enkel van Fransche meesters, maar uit alle scholen van de 13"
tot en met de 18de eeuw; zjj zijn 671 in aantal. Eene grootc plaats heeft
men ingeruimd aan de Ilollandsche school. In het geheel zijn er van de
Ilollandsche school niet minder dan 191 nummers, en daaronder van Rem
brandt alleen 22.
Uit Nieuw-Caledonië zijn den 17dtn April weder zeventien communards
op bootjes gevlugt. Zij hebben zich zeiven //amnestie" geschonken.
i Volgens tijdingen van het eiland Réunion is er over de hoofdstad
St. Denis en den omtrek in den nacht van 20 op 21 Maart een verschrik
kelijke orkaan losgebarsten, die meer dan 24 uren geduurd heeft. De
havenmeester heeft aan de gezagvoerders van 21 ter reede liggende schepen
bevel gegeven zee te kiezen. Zonder die voorzorg zouden de vaartuigen
vermoedelijk alle verloren zijn gegaan. Verscheidene er van hebben echter
averij bekomen. De meeste gebouwen in de stad werden beschadigd. Het
museum met zijne schatten aan boeken, wapens, enz. is onder water ge-
loopen. 35 personen hebben den dood gevonden in hel water, of onder
de overblijfselen van hunne ingestorte huizen. De oogst heeft veel geleden.
ITALIË.
Te Palermo heeft de policie zich onlangs meester gemaakt van eene
bende misdadigers, die den naam droeg van Fratuzzi. De vereeniging bleek
vaste wetten en statuten te hebben en stond onder bevel van een aanvoer
der; zij had een eigen notaris, geneesheer, raadslieden, apotheker en zelfs
een kapellaan. De leden waren gehouden elkander bij te staan, indien de
policie een hunner vervolgde en de doodstraf werd volvoerd aan hem, die
zich hieraan onttrok. Allerlei vreemde gebruiken hadden bij de inwijding
in de bende plaats. Zoo werd o. a. het nieuwe lid in eene zaal gebragt
voor een Christusbeeld: daar gaf men hem een geladen pistool, en zonder