Leidsche Bouwvereeniging. Vijftigjarige Eclitvereeniging ving l.Jft. een geschenk van 39 teekeningen van zijne pensionaires en oud- pensionaires. Door Z. M. werden hei bestuur en vele der aanwezige schilders aan zijne gemalin voorgcsleld. Vervolgens bragten de vorstelijke personen een bezoek aan het burger weeshuis, alwaar zij door hh. regenten werden ontvangen en door de kinderen ini'l een lied verwelkomd. Door twee meisjes, Maria Barens en Hendrika Staal waren voor den koning een fraaije beurs en voor de koningin een voetUnssen vervaardigd, beiden in de Amslerdamsche kleuren, welke ge schenken "zij thans aanboden en die met zigtbare ingenomenheid werden ontvangen, HH. MM. bezochten de verschillende zalen, o. a. ook de van Speyks kamer, alwaar het overschot berust van den uniform van dien officier. Z. M. vestigde daarop de aandacht zijner gemalin, zeggende: "sedert de daad van Van Speyk is dit huis een monument geworden waarop het Vaderland roem mag dragen." De kinderen werden des middags feeste lijk onthaald. Z. M heeft den heer den Tex, burgemeester van Amsterdam, bevorderd tol grootofTicier in de orde van de Eikenkroon en den heer van Lennep, voorzitter der feestcommissie, tot officier dier orde. Volgens het Hbl. blijkt uit de Glasgow Herald dat de zoogenaamde Edmond d'Orval de Fontenay, de diamantendief, in Julij 1877 te Glasgow diamanten becfi gestolen ter waarde van ƒ18000. Waarschijnlijk zijn het deze steencn, die hij te Amsterdam in dat jaar verkocht. Allen die in 1877 te'Glasgow met d'Orval in aanraking waren, die daar een anderen naam droeg, hebben den man herkend als een lang gezocht en dief. Als d'Orval dus hier is gevonnisd en zijn straf heeft ondergaan, wacht hem de uitleve ring aan Engeland. Te Deventer en omstreken heeft eergisteren een hevig onweder ge woed, vergezeld van regen- en hangelbuijen. Omtrent den moord te lloornsterzwaag gepleegd, worden de volgende nadere bijzonderheden medegedeeld. Zalurdag 12 April hield de landbouwer 11. S. Landmeter te zijnen huize eene openbare verkooping van vee en boe rengereedschappen, en hoewel er bij dergelijke gelegenheden nog al eens gedronken wordt, liep alles daar ter plaatse in gewenschte orde af. Na afloop van den verkoop ging L. een paar afwonende familieleden uitgeleide doen lot den kastelein Hulst, ongeveer 5 minuten van zijne woning, om daar zamen een "afscheidsslokje" te gebruiken. Eenige oogenblikken daarna verschenen er ook de beide knechten van L. De tweede knecht van L.. de Jong, 18 jaren oud, had in den jongsten winter eenige liefdesbetrek kingen aangeknoopt met de dochter van den kastelein, waar dit gezelschap nu aanwezig was. Hij was later in zijne verwachtingen bedrogen, omdat bij, op zijn herhaaldelijk verzoek om de verkeering voort te zetten, steeds een afwijzend antwoord ontving. Volgens verklaring van de dochter moet hij reeds vroeger een paar malen hebben gedreigd van haar te zullen "dóór steken", als zij het waagde met een ander te gaan; en op dien noodlotligen avond bezigde hij herhaaldelijk uitdrukkingen, hoewel hij toen geen enkele maal met haar noch zij met hem een gesprek heeft aangeknoopt. Het scheen evenwel, dat zekere J. B.die ook ter plaatse aanwezig was, een goed oog met de dochter gewisseld bad, en dit den hartstogt van de Jong in beroering heeft gebragt; ten minste zoodra deze iets van den vertrouwe- lijken omgang van hen merkte, heeft hij getracht het voorwerp zijner liefde te mishandelen, door haar tegen tafel en kast te duwen, tot hij zijn mes trok en op haar afging. J. B. ontzet haar en voert haar buiten de kamer, waarin de Jong nu als een razende rondtiert, en onmiddellijk zijn meester, die rustig bij %de tafel dit alles had gadegeslagen, aanvalt, en dezen met twee forsche steken als het ware de hersenpan klooft, tengevolge van welk bloedverlies de ongelukkige eenige uren daarna stierf. Wel zich bewust, dat er iets onmenschelijks was voorgevallen, waagde hij het niet, de we duwe van zjjn meester, met hare 3 kinderen, van wie de oudste pas 5 jaar oud is, te bezoeken, maar zond hij zijn jongeren broeder den volgenden morgen om zijne kleederen te halen; doch deze kwam onverrigterzake terug met de boodschap (door bemiddeling der. justitie, die inmiddels verschenen was) "dat de Jong ereis bij zijn boer moest zienomdat 't niet zoo best met hem was." Dit overleg gelukte. De Jong ging heen en werd door een veldwachter gearresteerd, die hem bij het bed bragt, waarop hij zijn meester als een lijk terugzag. Ontroering maakte zich van hem meester; doch onmiddellijk daarna werd hij naar Hcerenveen gevoerd, waar hij zjjn misdaad voor den officier van justitie bekende. Uit Koudum meldt men: Dingsdag namiddag deden de burgemeester, de heer van fleeckeren, en een ambtenaar der rijksbelastingen met een zeil bootje een pleiziertogtje over het Fluessermeer. Na eenigen tijd te Nijega vertoefd te hebben, keerde de heer v. H. alleen terug, dewijl zijn togtge- noot de terugreis te gevaarlijk achtte. Kort nadat het bootje van wal ge stoken was, hoorde men op het meer angstkreten. Een onderzoek in die rigting bleef, ten gevolge van de duisternis, vruchteloos. Woensdag ochtend vond de bemanning van een'/voorbijvarende stoomboot het vaartuigje omge keerd drijvende. De heer v. H. is dus hoogstwaarschijnlijk verdronken. Door de Lcidsche Zangvereeniging werd gisteren avond in de stadszaal "Das Paradies und die Peri", een heerlijk muziekaal gewrocht van Robert Schumannuitgevoerd. Geen moeite en kosten waren gespaard om deze uitvoering luisterrijk te doen zijn. Als solisten elders woonachtig traden op mej. Gips, uit Dord recht, en de heer Fischer, van de Rotterdamsche opera. De heer de Goey had de tenor-partij op zich genomenterwijl de soli voor sopraan aan mej. Parmentier en nog twee andere dames waren toevertrouwd. Als alt solisten traden mej. M. ter Laag en nog eene dame op. Een zeer groot en i itgezocht publiek woonde deze uitvoering bij. Men verwachte bier geen gedetailleerd verslag, doch eene korte bespre king van de vervulling der partijen. De stem van mej. Gips en hare me thode van zingen heeft weer liet zelfde succes gehad, waarin zij zich hier bij de uitvoering van het oratorium in de Hooglandschc kerk mogt verheu gen. Daar hield zij den roem van ons land staande tegenover de buften- landsche zangers en gisteren avond toonde zij wederom, waartoe bare geoe fende stem in staat is. Over den heer Fischer hebben zoo vele en veel be. vocgder beoordeelaars met den meesten lof gesprokendat het bijna overbodig is ook hier hulde aan zijne verdiensten te brengen. Overal waar het prach tig geluid van dien zoo uitstekend gevormden zanger zich doet hooren zal hel niet aan bijval ontbreken. De opvatting en voordragt waren in volko men harmonie en met den ouden dichter zeggen ook wij: llenn das ist Wonnc mit anzuhören den Sanger, Wenn ein solcher, wie der, Wohllaut den Unsterblichen nachahmt. De Leidsche tenor had eene rol, die niet gemakkeljjk is en waarin niet zeer vele dankbare plaatsen voor een tenor voorkomen. De anders schoone stem kwam vooral in de lagere toonen niet best uit. Met een enkel woord bespreken wij nog den zang der dilettant-solisten. Wij beginnen met de Zie verder het Bijvoegsel). ADVERTENT! E N. van onze II. C. C. geliefde Ouders VISSER en A WIJN NO BEL, op 10 Mei a. s, Leiden, 26 April 1879. Hunne Kinderen en Behuwd-kinderen Eenige kennisgeving. De familie VAN BEEK bedankt voor de bewijzen van deelneming, ont vangen bij het overlijden van hunnen Vader en Behuwd-vader den Heer I P. VAN BEEK. Leiden, 26 April 1879. Voor de vele bewijzen van deelneming, ontvangen bij het overlijden van mijnen Vader, betuig ik, mede namens mijne familie, mijnen harteljj. ken dank. Leiden, 26 April 1879. C. A. FRANCHIMON. De zaak wordt op denzelfden voet voortgezet. Alle bekende en onbekende Schuldeischers van de onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van wijlen Mejufvrouw JOHANNA LOUISA CHRISTINA VAN EW1JK, in leven Weduwe van den Heer BAREND DE BAAS, gewoond hebbende te Leiden en aldaar overleden den 29slen Januari 1879, worden bij deze opgeroepen om op Zaterdag den 3d'D Mei 1879, des voormiddags te 10 uren, te verschijnen ten kantore van den Notaris W. F. KAISER, Hooigracht N». 46 te Leiden, tot het aanhoo- ren en opnemen der Rekening en Verantwoording, welke alsdan door of namens de erfgenamen dier nalatenschap zal worden afgelegd; zul lende, indien er geen verzet plaats heeft, worden overgegaan tot de vol doening der schulden, voor zoover de balen der nalatenschap toereikende zjjn. Wij OndergeteekendenCommissarissen der Onderlinge Brandwaarborg- Maatschappij onder Directie van de Heeren DE JONG C°.gevestigd te Amsterdamhebben het genoegen aan alle daarbij belanghebbenden te be- riglen, dat gisteren en heden door voornoemde Heeren Directeuren aan ons is gedaan Rekening en Verantwoording hunner gebondene Administratie over het jaar 1878, welke door ons in volledige orde be vonden zijnde, met onze volkomene goedkeuring is bekrachtigd. Wij ontvingen daarbij in tegenwoordigheid van eenige Heeren Correspon denten en Deelgenooten een naauwkeurig overzigt van den stand der Maat schappij, en mogtcn ons op nieuw van haren bloei en vooruitgang overtuigen. Commissarissen binnen de Stad Mr. J. MESSCllERT VAN VOLLENIIOVEN. M'. P. J. TE DING VAN BERKHOUT. Commissarissen buiten de Stad: Amsterdam, 25 April 1879. L. G. A. GRAAF VAN LIMBURG STIRUM. Mr. C. II. B. BOOT. Zijnde de Hoog Wel-Geb. lieer H. W. Baron VAN AYLVA VAN PAL- LANDT VAN WAARDENBURG EN NEERIJNEN verhinderd geweest dc Ver gaderingen bij te wonen. Het dividend-bewijs IV0. 41 en de Coupons der Obligatie- leening zijn ten kantore van den Heer II. A. SCHMIER (Oostdwars- gracht bij den Ouden Singel N°. 36) betaalbaar op 1, 2 en 3 Mei, des morgens van 10—12 uren en voorts op dezelfde uren eiken Woensdag en Zaterdag. 00 Ifreêstiaat lioeSi UlaarsniaHstee»-. 00 o Nette en solide HEEREIV-IIOTTIATS per paar; elegante Cltevreaulederen BAMI'S-SAAIIN.JES met Elastiek en Hakjes, f4 per paar. l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2