LEIDSCHE COURANT. VRIJDAG 14 FEBRUARIJ. m sol M{ 1879. •dig ïeven j IEX ireau r. 38. ;n S I)e Courant verschijnt dagelijksZen- en ketsldageu uit;/ezotiderd. he prijs der Courant is per vierendeel jaars f o.franco p.p. f 3.50, met het Verslag der Handelingen tan der: Gemeenteraad f 3.3b, franco p.p. j 3.85. liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50 Is. ■n lltj ien 's jaars, buiten de expeditiekoslen. Afzonderlijke non:titers der Courant zijn verkrijgbaar voor,, 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs d»r Adverlentidu is van 1- 4 regels ƒ!.•-, iedere regel meer 25 cents. STADS-RERICHTEN. f BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat I de Gemeenteraad, ingevolge art. 265 der wet van 29 Juni 1851 [Staatsblad n°. 85) in zijne vergadering van lieden, het 3e suppletoir kohier der plaat- n, bj| selijke directe belasting voor het jaar 1878 heeft vastgesteld en dat kohier op f. alsnog ter Secretarie dezer gemeente, gedurende acht dagen, voor een ieder ter lezing is nedergelegdterwijl elke op het kohier aangeslagene, krachtens '""de 5e zinsnede van bovengenoemd wetsartikel, zijne bezwaren tegen den aanslag, bij vevzoekschrift op ongezegeld papier, bij Gedeputeerde Staten dezer provincie kan inbrengen, hoolsij, En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leidsche Courant. ttem Burgemeester en Wethouders voornoemd, ven-Vi' v- D- BRANDELER, Burgemeester. utwJ Leides, 13 Februari 1879. E. KIST, Secretaris. BI N NENLANDSCl 1 liBEH IG T EN. ileg* es, ft li lOD LEIDEN, 13 Februarjj. In de zitting van den gemeenteraad van heden werd mededeeling ge daan van eene ingekomen missive van den kamerheer van dienst van H. K. H. prinses Hendrik, houdende dankbetuiging voor de gevoelens van deelne ming, uitgedrukt in het adres van rouwbeklag der gemeente. Voorts waren ingekomen: een adres van D. J. Braakenburg, om benoemd Ie worden tot jft stads genees- en heelkundige; een adres van J. J. Ballandom ontslag als lfeeraar in het Fransch aan de gemeente-instellingen voor hooger- en mid delbaar onderwijs; een adres van de commissie van opperioezigt en beheer der kweekschool voor zeevaart, tot aanplemping van een gedeelte water ten behoeve van de uitbreiding van het exercitie-plein; een adres van bewo ners van de Minuebroersgracht, houdende bezwaren legen het verzoek van Gebr. van Hoeken lol bekomiug *au gemeentegrond aldaar; en een adres van Gebr. van Hoeken, waarbij zij verzoeken wijziging te brengen in de voorwaarden, door de commissie van fabricage gesteld, voor den afstand van den door adressanten gevraagdeu grond. Alvorens de voordragt betrekkelijk de benoeming van een adsistent- toreuwachler in behandeling kwam stelde de heer Snringar voor die te spjtsen: 1°. de toelage te verleenen aan den torenwachter voor het verigten van meerder werk in het vorige jaar. en 2°. de benoeming van een nieu wen titularis. Het eerste punt werd met algemeene stemmeu goedgekeurd. Ten opzigte van het tweede punt stelde de heer Snringar voor geen nieu wen titularis te benoemenmaar den torenwachter als assistent toe te voe gen een der agenten van policie, dien men daartoe geschikt zou achten. De voorzitter opperde twijfel of een der agenten in slaat zou zijn te blazen; daarenboven zij waren op die conditie niet aangesteld. De heer Suringar meende dat. daar de meeste agenten in dienst waren geweest, er wel een onder zou zijn die dit uit liefhebberij had gedaan; o'-erigenk waren de agenten aangesteld voor dag- en nachtdienst. De voorzitter zeide dat lijj niet gaarne zou zien dat een persoon aan de dienst werd ontrokken, en met de financiën der stad zou liet ongelukkig moeten gesteld zijn als men Bit dat oogpunt de betrekking onvervuld liet. Het voorstel vond geen on dersteuning en kwam dus niet in stemming. Tot adsistent-torenwachter werd 87 vervolgens benoemd W. P. Holswilder, met 17 tegen 3 stemmen. De voordragt betrekkelijk de verhuring van het raamland buiten de voor- Hl' matige Hoogewoerdspoort, waarover in de vorige zitting de stemmen hadden gestaakt, werd nu weder in stemming gebragtmaar met denzelfden uitslag; 10 leden stemden voor en 10 tegen de voordragt, zoodat zij thans als ver worpen moest beschouwd worden. De voordragt tot het verleenen van schadevergoeding aan den pachter van bet buffet in de gehoorzaal, waaromtrent de commissie van financiën ongun stig had gerapporteerd, gaf den voorzitter aanleiding mededeeling le doen van hetgeen hij. na het op 13 Jan. jl. ontvangen leltgram van den com missaris des konings, tot het sluiten van alle tooneelvoorstellingengemeend 32, 102 IHi Mr 83!' 811 -I 114 31 f 42 jl 1 12." bad te moeten doen. Dankbaar erkende hij de medewerking, die hij daarbij liad ondervonden van commissarissen van den schouwburg en van het be- Co'tj s|uur der typographische vereeniging. De pachter had zich niet beklaagd. maar gevraagd of er mogelijkheid bestond vergoeding te krijgen voor hetgeen __j bij voor dien avond had ingeslagen. De heer Goudsmit vereenigde zich met de voordragt zoowel uit het oogpunt van regt als van billijkheid. Burg. en welh. stonden hier als verhuurders tegenover den pachter en zij hadden den pach ter belet zijne functiën le verrigten. Daarenboven was het geen voorge wende, maar eene werkelijke schade, die de pachter geleden had. De heer Hartevelt kon zich met die zienswijze niet vereenigen. Het betrof hier een besloten gezelschap; men moest onderscheid maken tusschen eene publieke vertooning en die in een besloten gezelschap. Men had ook wel eene brui loftspartij kunnen weren. De heer Goudsmit meende dat het op die wijze zou neêrkomen op een verwijt aan burg. en welh.dat wilde hij buiten sluiten Hij geloofde dat zij in deze zaak goed hadden gehandeld, maar al was dit het geval niet, dan kon de pachter de schade niet ljjden. De voor zitter zeide in het geheel de verantwoordelijkheid op zich te hebben geno men. Hij moest er den heer Hartevelt op wjjzen dat het geval niet geljjk stond met eene bruiloftspartij. Er werd ook tegen entrée toegang verleend. De heer van der Zweep meende dat er op die wjjze ook eene aanvrage kon inkomen van de Rotterdamsche touneelisten, maar de heer Goudsmit voerde hiertegen aan dat men niet moest vergeten dat de gemeente hier stond als verhuurster tegen den huurder. Met den schouwburg was het een ander geval. Met 13 tegen 7 stemmen werd de voordragt aangenomen. Het verzoek van A. van Wijk, bet rekkelijk liet doen rooijen van boomen, dat van J. A. Frank, om een kelder te huren, en die van M. B. Tukker en J. Vermeulen, Ier bekoming van gemeentegrond, werden toegestaan. Bij de behandeling van het verzoek van J. A. Frank voornoemd stelde de heer d'Auinerie voor om de voorwaarde, dat op de straat voor den kelder gecne Lewerkiog of plaatsing van wijnfusten mag plaats hebben, uit de voordragt weg te laten, omdat de beschikking daarover bij de politie-verordening aan burg. en weth. is toegekend, maar dit voorstel werd met 13 tegen 7 stem men verworpen. Een staat van al- en overschrijving op de begrooting van 1878, op voor stel van den voorzitter nog met 181 verhoogd, werd goedgekeurd. De voordragt betrekkelijk de tijdelijke voorziening in de vacaturen aan de inrigtingen voor hooger en middelbaar onderwijs werd, nadat de voor zitter eenige door den heer van lierson verlangde inlichtingen had gegeven, goedgekeurd. De lieer Verster wees er op dat de heer mr. Greve, ofschoon hem tegen 15 Fetir. eervol ontslag was verleend, sedert 1 Febr. geen les had gegeven in de staatswetenschappen. De voorzitter zeide dat genoemde heer daartoe verlof had gevraagd van den directeur, daar het hem in zijne tegenwoordige betrekking zoo moeijeüjk viel. Het verzoek van de Leidsche melkinrigting ter bekomiug van een ge deelte singelsloot werd toegestaan, ilij de behandeling van het verzoek van Gebr. van Hoeken ter bekomiug van een gedeelte der Gedempte Mittne- broersgracht, werd voorlezing gedaan van de bovenvermelde adressen. Gebr. van Hoeken braglen bezwaar in tegen den gestelden prijs, 5 per centiare, en tegen hel maken der zijwanden van steen; eenige bewoners der Minne broersgracht meenen dat door hel toestaan van het verzoek hunne belangen zouden worden benadeeld, door liet verminderen der huurwaarde hunner pan den. Men zou van slechter conditie worden dan vroeger, want men kreeg een naanwe steeg in plaats van eene ruime gracht. Naar aanleiding dezer adressen rees de vraag ol men de behandeling dezer zaak niet zou uitstellen, ten einde die aan. een nader onderzoek te onderwerpen; dit vond echter ernstige bestrijding. De bezwaren van de bewoners der gracht worden geacht niet van overdrijving vrij te zijn, en wat den prijs betreft, burg. en weth. wil den dien onveranderd laten. Met 17 tegen 3 stemmen werd het verzoek toegestaan, zullende de verzoekers zich binnen 14 dagen moeten verklaren of zij de zaak aanvaarden. Bij de behandeling der voordragt tot aanschaffing van een stoomketel voor de exploitatie van het Liernursielsel gal de heer Obreen er zijn leedwezen over le kennen dat men de reparatie van den ketel opdroeg aan een agent van een vreemden fabrikant en niet aan een Nederlandsch fabrikant. Men kon ook eerst informeren bij solide (abrikantenwat de prijs was van der gelijke ketels. De heer de Laat de Kanter meende dal gewoonlijk eene reparatie goedkooper werd verrigt door hem die het werk geleverd had; wat den nieuwen ketel betrof, als men vooraf nog onderzoekingen ging doen, dan zou men in een moeijelijken toestand kunnen geraken; er was /'periculum in mora" De heer Eigeman deelde het gevoelen van den heer Obreen. Naar zijne meening zouden de kosten waarschijnlijk hooger stijgen dan geraamd was, en daarom stelde hjj voor de zaak aan te houden, in afwachting van eene globale opgave van kosten van het plaatsen van den stoomketel op de plaats waar hij thans is. Dit voorstel werd echter niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 1