lïurri:n la n dscui<: ukkilthn thans gedetineerdbeschuldigd op 28 December II. op de grensscheiding lus- schen Rimburg en Ubach aan Caspar Thomassen moedwillig met ecu stok een zoo bevigen slag op het hoofd te hebben toegebragtdat deze dientenge volge den volgenden morgen overleed. 's GRAVENHAGE, 7 Februarjj. Door Z M. is aan de na te noemen personen vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van de orde- en eereteckenen achter hunne namen vermeld, als: J. Israels te 's Gravenhage. officier der orde van het Legioen van Eer van Frankrijk; A. T. van Casteel te Rotter dam, ridder dier orde; L. de Groof te Antwerpen, ridder der orde van Sl. Olaf van Noorwegen; VV. F, van Olterloo te 'sGravenhage, ridder 2e kl. der orde van den Rooden Adelaar van Pruissenmr. C. T. baron van Lynden van Sandenburg te 's Gravenhageridder der orde van Verdienste 1® kl. van Waldeck en Pyrmonl; mr. W. II. Dnllert te Arnhem, idem; jhr. mr. G. C. J. van Reenen te 'sGravenhageidem; mr. W. baron van lleekeren van Keil, idem; dr. L. II. Reynen te 'sGravenhage, idem 2e kl.; mr. J. II. van Wickevoort Crommelin te 's Gravenhage. ridder 3e kl. der orde van de Kroon van Pruissen; jhr. J. van den Berch van Heemstede te 'sGravenhage. idem 2e kl.; A. van Lier te Amsterdam, het zilveren kruis van verdienste der orde van de Wendische Kroon van Mecklcnburg-SchwerinJ. E. F. baron Iluyssen van Kattendijke te Arnhemhet Pruissische herinneringskruis voor strijdenden wegens deelneming aan den veldtogt van 1866. liet eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven is toegekend aan den l!lt0 luit, II. van Geldorp van de VIle afd. vesting-art. Tot tijdelijk leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Leeuwarden is benoemd de heer H. P. Bonman, en aan den heer A. D. de Vries Az. is de titel verleend van onder-directeur van 's rijks museum te Amsterdam. Tot districts-veearts is benoemd de heer M. J. Ilengeveld G.Jz., te Alkmaar. Aan den commies der posterijen 3d* kl. J. C. van Hasselt is eervol ontslag verleend. lie officier van gezondheid 1' klasse W. Schutte wordt op non-acti viteit gesteld. - Z. M. de keizer aller Russen heeft den schout bij nacht jhr. F. de Casembrootdie door Z. M. den koning met eene zending naar den keizer werd belastbenoemd tot ridder der orde van St. George. Voor het geregtshof alhier stond gisteren teregt .1. J. R.. beambte in dienst der stoomvaart-maatschappij Zeeland, wonende te Vlissingen. In die gemeente was hij belast met het toezigt op het overladen der naar Enge land bestemde en van daar komende goederen uit de wagons der maat schappij lot exploitatie van staatsspoorwegen in de schepen en omgekeerd. Hem was opgedragen de hiertoe benoodigde werklieden te huren, te ont slaan en hun de lootten uit te betalen. Daartoe vervaardigde hij week staten, waarop stonden uitgetrokken de namen dezer werklieden, hun werktijd, hun loon per uur en hetgeen hij hun iedere week voldeed, ter wijl de laatste kolom bestemd was voor de handteekeningenten bewijze dat het loon ontvangen is. Alvorens dit uit le betalen, moest de beschul digde die weekstaten overgeven aan den boekhouder der maatschappij Zee land, welke hem hel benoodigde geld ter hand stelde, hetgeen dan later door genoemde maatschappij verrekend werd met de maatschappij tot exploi tatie der staatsspoorwegen. In den zomer van 1878 had de besch. eenige tekorten in zijn kas en om die ten zjjnen behoeve te dekkenbragt hij op de weekstaten herhaaldelijk posten tot een hooger bedrag dan hij had uit betaald en liet zich dit dan uitbetalenterwijl hij den werklieden niet meer uitkeerde dan hetgeen hun werkelijk toekwam. Deze handelingen werden voor eenigen tijd ontdekt en door den besch. volledig erkend. Ten gevolge hiervan stond hij thans teregt, beschuldigd van valschheid in onderhandsche geschriften en het des bewust gebruik maken van die valsche stukken. Nadat een groot aantal getuigen waren gehoord, door wier verklaring de bekentenis des beschuldigden werd bevestigd, onderging deze een langdurig verhoor. De waarnemende voorzitter, mr. Hanlo, vroeg hem wat de reden was van het plegen der misdaad. Die redenen trachtte hesch. breedvoerig aan te toonen als gelegen in de omstandigheiddat hij in het belang zjjner maatschappij, tallooze uitgaven moest doen wegens fooijen. kantoorkosten enz., die hij op geene andere wijze kon tcrugbekomen dan door meer werk uren voor de arbeiders in rekening te brengen, terwijl hij dit ook moest doen om werkelijk betaald loon terug te bekomendat hjj vergelen had ie noteren. Door de ontzettend vele werkzaamheden, die men hem opdroeg, moest hij zich dikwerf vergissen en daardoor kon zijne rekening niet altijd sluiten. Dat" de weg, waarlangs hij tekorten trachtte te dekken, niet de goede was. wist hijmaar nimmer had hij iets ten eigen bate aangewend. Hij had zelf een afkeer van de gepleegde knoeijerijeu en na zijn ontslag genomen te hebbeneen minder winstgevende betrekking gezocht en ge vonden Die betrekking werd nu voor hem opengehouden tot hij uit de gevangenis zou lerugkeeren. Adv.-gen mr. van der Hoeven lichtte zijn requisitoir tol schuldigverkla ring breedvoerig toe. Hij toonde zeer veel medelijden met besch. te gevoe len, daar het niet gebleken was, dat besch. de valschheden had bedreven, om zich zelf te verrijken. Dit nam echter niet weg dat de valsche ge schriften ter kwader trouw zijn vervaardigd door besch. en dat hij van die geschriften heeft gebruik gemaakt. Z. i. kon derhalve eene veroordceling niet achterwege blijven, llij requireerde de veroordeeling van besch. ter zake van veertien valschheden in geschriften en het vijf malen gebruik maken van enkele daarvan lot zes maanden cellulaire gevangenisstraf en negentien boeten, elk van 50. Als verdediger van besch. voerde hierop het woord mr. S. van Uottten. Ilij bragt hulde aan het openb. min voor de loflelijke wjjze, waarop het in deze zijn requisitoir had voorgedragen. Bij onderscheidene punten stond pleiter stil en trachtte die ten voordeele van besch. in liet licht te stellen. Hij gaf gaarne toe dat de handelingen van besch. als laakbaar konden wor den aangemerkt, maar was van meening dat een ontslag van regtsvervof ging moest worden uitgesproken. Heden werd voor het geregtshol de behandeling voortgezet van ha reeds gisteren aangevangen strafgeding tegen W. J. van 11. c. s., waarvq de eerste op den avond van 18 Oct. jl. te Rotterdam door de policie om dekt werd in den kelder der woning van den heer D, terwijl de twei anderen, G. en J. A.V.gearresteerd werden, terwijl zij op de straat voor d« kelder op wacht stonden. De advocaat-generaal mr. van der Hoeven achtti aller schuld wettig bewezen en wel wat A. G. betreft aan poging tot did stal bij nacht in een bewoond huis door meer dan twee personen en tq aanzien der beide anderen aan mededaderschap door op wacht te staat Met het oog op de tallooze veroordeelingendoor alle drie reeds ondergaan js requireerde ZEGA. nu eene tuchthuisstraf tegen ieder voor den tijd van vjjl S(jg jaren. De hh. m" Versteeg en Tobias traden als verdedigers op. De uit het spraak is bepaald op Woensdag aanst. Zooals men weet hebben gedep. staten van Zuidholland hunne goed keuring onthouden aan het door den gemeenteraad op 31 Dec. jl. genome; besluit tot het aangaan eener geldleening van 440,000 a 4fe pCt.ter be strijding der kosten van eenige buitengewone werken, aflosbaar met pCt 'sjaars van het nominaal bedrag der aangenomen inschrijvingen, verhoogl met de bespaarde renten. Door deze bepaling zal, naar hel oordeel van het gewestelijk collegie, deze leening over een langeren termijn loopen en mits- dien het toekomstig geslacht meer drukken dan de aard der werken, waar voor zij moeten strekken, toelaat. In den geest van 's raads besluit, om bij nc>< zijne beslissing te volharden, moet alsnu bij den koning tegen die beschik king voorziening worden gevraagd. Burg. en weth. hebben den raad voor gesteld hiertoe over te gaan. het vont voor vers oord liebt het miss V! cint caat zegt u s met laat ovei afgt volt ENGELAND. der LONDEN 6 Februarij. hei Bij lord Cranbrook, den minister voor Indië, heelt zich eene deputatie den vervoegd van bankiers, kooplieden, fabrikanten en vertegenwoordigers van hei werkvolk in Lancashire, ten einde te verzoeken het intrekken van beti gij invoerregt van 5 pCt., dat op katoenen goederen in Indië geheven wordt. De minister antwoordde, dat hij, met het oog op Indie's financiëlcn toe stand, geen stellig uilzigt kon openen op het te gemoet komen aan dit verzoek. Charles Peace, de booswicht, die onlangs in volle vaart uil den trein gesprongen is, maar gr het leven heeft afgebragt, is wegens een in 1876 door hem gepleegden moord ter dood veroordeeld. Sir John Drummond Hay, Engelsch gezant te Marokko, is op de jagt, nabjj Tanger, zwaar gekwetst. Een buitengewoon groot wild zwijn, door Hel de honden gevolgdzocht een wijkplaats in het digte struikgewas. De is Mooren, die het gezelschap vergezelden, weigerden het dier er uit te drij ven, en sir John had daarop de onvoorzigtigheid dit zelf te beproeven, en kroop bijna plat op den grond in de struiken. Op vijftien pas afstand ont dekte hjj het zwijn, gaf vuur, maar miste. Het dier viel op hem aan, een tweede schot, dat evenzeer miste, vuurde zijn woede nog meer aan, en sir John. uil zware en diepe wonden hevig bloedende en weerloos gemaakt, zou er het leven bij ingeschoten hebbenwaren de Mooren niet toegesneld om hem te bevrijdendoor het dier af te maken. Uit Calcutta wordt gemeld, dat "kolonel Percy Windham te Rangoon in een luchtballonnaar zijne eigene voorschriften vervaardigdis opgeste gen. Toen hjj op eene hoogte van 500 voet gekomen was, barstte de ballon, de luchtreiziger stortte in een meer en verloor het leven. Hij beeft een avontuurlijk leven gehad; hjj heeft onder Garibaldi in Italië, in Amerika tegen de Zuidelijke Staten gestreden, in Calcutta een humoristisch blad ge schreven en de betrekking van impressario aan de opera aldaar waargeno men, is vervolgens opperbevelhebber van het leger van den koning van Birmah geweest en had zich, na twist met den koning gehad te hebben, onlangs le Rangoon gevestigd. FKANHR IJ K. Bjj de opening van de zitting van de kamer van afgevaardigden heeft de heer Gambctta het voorzitterschap aanvaard met eene korte toespraak, waarin hij dank betuigde voor zijne benoeming en aantoonde dat Frankrijk de republiek heeft gewild en dat, nu deze gered is, de vrede was gered. De afgevaardigden hadden haar, evenals de vrijheid, verzekerd. Ingekomen is een boodschap van den heer Grévy, waarin hjj zegt dat hjj aan de groote wet van het parlementair régime opregtelijk onderworpen is, en nooit zich zal verzetten tegen den wil des volks, uilgesproken door de constitutionele organen van het volk. Bij de ontwerpen, welke zij zal aan bieden, en bij de behandeling van vraagstukken, door het initiatief van het parlement te berde gebragt, zal de regering zich laten leiden door de be hoeften cn de wenschen van het land, door den geest van vooruitgang en van verzoening. Zij zal bovenal haar aandacht wijden aan de handhaving van rust, veiligheid en vertrouwen, gelijk door Frankrijk wel het vurigst wordt verlangd. Bij het lenuitvoerleggen der wetten zal de regering toonen, dat zij doordrongen is van de gedachte, welke de wetten ingaf, zal zij liberaal en regtvaardig jegens allen zijn. Zij zal alle regimatige belangen beschermen; de regten van den slaat zal zij vast besloten verdedigen, en groote belangstelling zal zjj toonen in het leger, welks eer en belangen het voorwerp zullen zijn van haar teedersle zorgen. Zij zal rekening houden met verkregen regten en bewezen diensten, maar zij zal ook waken, dat de republiek wordt gediend door ambtenaren, die geen kwaad van haar spreken en haar niet vijandig gezind zijn. Zjj zal voortgaan de goede be trekkingen van Frankrijk met de mogendheden te ontwikkelen en zal zoo doende tot den algemeenen vrede het hare bijdragen. Door den raad van het Legioen van Eer is besloten den heer Grévy der me zot zie br< ko1 dei gei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2