Verrassing, in den fraai verlichten tuin, aan hel einde van tien vijver, zijn
familiewapen te zien prijken, omgeven van eenen schitterenden stralenkrans.
Zondag namiddag werden de bekroonden op de onlangs gehouden ten
toonstelling van planten, door den werkman gekweekt, in de gelegenheid
gesteld kosteloos de thans geopende tentoonstelling te bezigtigen.
Gisteren avond bad op Zomerzorg de uitreiking plaats der eereblijken aan
de bekroonden op de tentoonstelling, bij welke gelegenheid de muziek der
dtensld. schutterij aldaar weder een concert gaf. Be tuin was ook nu door
een talrijk publiek bezel. De voorzitter van de Leidsche afdeeling der
maatschappij, de heer mr. Obreen liet de uitreiking der eereblijken vooraf
gaan door een kortmaar allezins gepast woord. Hij bragt daarbij in de
eerste plaats hulde aan de veidiensien van den afgetreden voorzitter der
maatschappijaan wiens krachtig initiatief ook de afdeeling alhier haar
ontstaan te danken had. Hij bragt ook den dank der atdeeling over aan
allen die haar hadden gesteund om het plan tot het houden der tentoon
stelling wel te doen slagen, inzonderheid aan den eigenaar van Zomer
zorg, den heer Cottvée. Vervolgens rigtle hij het woord tot de inzenders
in het algemeen en tot de bekroonden in het bijzonder. Een woord lot
allen om hen aan te moedigen op den ingeslagen weg met inspanning voort
te gaan, en een woord van waarschuwing tot de bekroonden, om niet te
denkeu dat men nu het meesterschap in het vak had bereikt. Verre van
daar; wanneer zij zich buiten hunne omgeving begaven, b. v. naar het
naburige België, zonden zij moeten erkennen dat zij daar hunne meesters
vonden en dat er «oor hen nog veel te heren was. Na de uitreiking der
eereblijkcn aan de bekroonden nam de heer Virnly Verbrngge bet woord op,
om van de erkentelijkheid van bet hoofdbestuur te doen blijken voor de
wijze waai op de vergadering te Leiden was ontvangen en hetgeen door
liet afdelingsbestuur, met hel houden der tentoonstelling, in het belang
der zaak was verrigl. Hij verklaarde dal hetgeen ingezonden was den
toets kon doorstaan en dat daardoor de laak der jury eenc hoogst mocije-
lijke was geweest; dikwijls had zjj zich de vraag moeten stellenis liet
mogelijk dit in een jaar lot stand te brengen. De jury was streng,
zeer streng geweest, en hij hoopte dat zij zich soms mogl vergist hebben.
Voor de bekroonden was die gestreng beid van veel waarde; want bet
behaalde certificaat ontleende daaraan te meerder kracht en mogt de jury
zich soms vergist hebben, voor den niet bekroonde was liet dan eene grooie
zelfvoldoening zoodanig te hebben gekweekt dat de jury het onmogelijk
iiad geacht dat zoo iets in een jaar kon geschieden. De spreker verklaarde
ten slotte dat het hoofdbestuur ren blijk had willen geven van belangstel
ling in de tentoonstelling en daarom een buitengewonen prijs had uitgeloold
voor den winner van de meeste prijzen Daartoe bad liet de keuze laten
vallen op een voorwerp van nuttige strekking, t. w. een étui, bevattende
al de messen die een kweeker voor zijnen arbeid noodig heeft. Dat étui
overhandigde bij vervolgens, onder de toejuiching der aanwezigen, aan J.
Bertram, eersten tuinknecht aan den akademieluin alhier.
De voorzitter der L. atdeeling verzocht daarop nog cenige oogenblikken
aandacht te willen verleencn aan een man van liet vak. De bejaarde Valk,
tuinknecht in den akademietuiiitrad toen op en hield eene toespraak tot
den algemeenen voorzitter, het bestuur der afdeeling Leiden en zijne vak-
genootcn in bet algemeenzijn woord was tevens een weemoedig afscheid
van hel vak. waaraan bij zijn leven had toegewijd. Het slot zijner rede,
dat niet zonder vuur werd uitgesprokenlokte eene daverende toejuiching uit.
De voorzitter verklaarde daarop de tentoonstelling gesloten.
Daartoe ui staat gesteld laten wij de boven bedoelde rede van Valk hier
volgen
Wel-Ed. Heeren! en zeer geachte Vakgenoolenmet deze laalslen bedoel
ik diegenen, die door hunne inzendingen blijken hebben gegeven van be
langstelling in den Nederlandsclie tuinbouw en plantkunde.
llet is niet zonder aandoening dat ik op dit oogenblik voor u sta, daar
het voor liet laatst zal zijn dal wij elkander onder dergelijke omstandig
heden zullen ontmoeten, daar ik besloten ben mijne betrekking binnen
weinige maanden neder te leggen. Wanneer de zon nog vijl maal over
Flora is opgegaan, wensch ik den dag te berdenken waarop ik vijf en
vijftig jaren aan den Hortus ben werkzaam geweest en ik vertrouw dat
liet 11 niet zal bevreemden dat aan mijn oog wel eens een traan ontglipt
bij de gedachte die plek grond te verlaten waarbinnen bijna mijn gansche
levensgeschiedenis begrensd is. Maar genoeg van al die sombere gewaar
wordingen; mij bezielt op dit oogenblik ook opgewektheid en dankbaarheid
en daar ik de oudste ben der mededingers van den wedstrijd verleden jaar
gehouden is liet mij een aangename taak, u, geachte Voorzitter, namens
al de inzenders hunnen harlelijken dank te betuigen voor dat groote en
iiiiilige werk, dal verleden jaar door u begonnen is. Gij hebt .toen de
sluimerende plant kunde wakker geschud en als hel ware een nieuw leven
geschonken. Gij hebt toen te regt begrepen dat men dien weg moest
inslaan om mannen te vorm n die aan hunne roeping zouden kunnen be
nut woorden eu lol sieraden zouden kunnen strekken der maatschappij van
plantkunde, want de fortuin moge een chef maken, maar een kweeker
kan zij niet maken, dat moet theorie en practijk doen. Neen! hel is niet
te «rel gezegd dal velen onder ons en ook mijn persoon in de eerste plaats
aan 11 te danken hebben wat wij zijn, v.ant liadl gij dat nuttige werk niet
begonnen wij zotultii wellist nog voortgeslniinerd hebben, ten minste wij
hadden nog moeten beoefenen wat wij 1111 reeds weten. Ik heb vernomen
dal men weldra 11 «an uwen moeijelijken post zal aflossenwelnu, ik wensch
11 een a .iigeiiamen rusttijd, maar levens dat u die levenslust en kracht nog
vele jaren mogen geschonken worden 0111 ntede ie werken ter bevordering
der Nederlandsclie tuinbouw en plantkunde en ik ntag mij vleijen dat gij
11 beloond zult achten wanneer gij voor zoo«eel moeite en opoilering een
man in uw plaats ziet treden die uw voetspoor zal drukken.
Ook aan 11. geachte bestuurders der Leidsche afdeeling, zijn wij een woord
van da. k verschuldigd voor de moeite en opoilering welke gij 11 dit jaar
getroost hebt Ik liet» mij verheugd dat gij met medewerking der mede
dingers van den wedstrijd de init ige strekking er van hebt aanschouwelijk
gemaakt. Ik hen u ook nog een persoonlijken dank schuldig voor de onder
scheiding mij dit jaar te beurt gevallen door mij als ondergeschikt persoon
ouder uw college op te nemen. Gij hebt naar mijn zienswijze geloond de
zaak goed te begrijpen en niet Ie willen handelen ten aanzien despersoons.
maar eere te geven dengenen die de tuinbouw en plantkunde een warm
hart loedragm. terwijl het tevens strekken kan den kweeker nieuwen lust
in te boeztni'ii: daarom wensch ik dat liet geachte bestuur nog vele jaren
moge gespaard worden ter omwikkeling des mensehdoms, tol eer van
Leiden en toetii der Nederland che tuinbouw rn pi nIkunde.
Ook nog een enkel woord van dank aait tt leden dezer afdeeling (voor
zoover gij niet lot liet begluur behoort), voor de op mij uitgebragle stemmen
als bewijs dat gij mij die eer waardig keurde!. Het was alsof gij toen in
mijn 1 hun 11ste gelezen hadt en g<dacht bad; welnu ik zal hem die eer vooraf
bewijzen.
Ik blijf tt zeer verplicht en wemelt dat deze onderscheiding 11 nog een
maal zal te beurt vallen, 011 1111 ten slotte, geachte vakgenoolen, u dank te
betuigen is mijn werk niet-, maar ik wensch 11 toch geluk met dekens diegjj
eens gedaan hebt om dit schoonc vak lol het uwe te kiezen, dat reeds op
de schoolbanken het mijne was, en ik herhaal het nog eens. vijf en vijftig
jaren is het mijne onder vreugde en droefheid, onder zware verliezen ja!
onder teleurstelling en miskenning is zij mijne getrouwe leidsvrouw geble
ven cn wanneer er diepe wonden in mijn binnenste waren geslagen en ik tot
Flora was teruggekeerd was het mij of mij weder een nieuw leven werd
geschonken. Hoewel in den laatsten lijd tamelijk vooruitgegaan blijft er nog
veel over te doen en daarom roep ik u allen en in het bijzonder u jeugdi
gen toe; niet vertraagd maar steeds verder en verder voortgestreefd op den
w eg des onderzoeks, dat zal u van veel nut zijn en van al wat niet edel is
vrijwaren, dat zal n vormen lot mannen hunner roeping waardig, dat zal
11 onder alle standen geacht en bemind maken en gij zult prijken als eene
immortelle aan de kroon van Flora en als u geen liooger lot te beurt valt
dan mijdan zult gij nog aan bet eind van uw loopbaan de zelfvoldoening
smaken van niet te vergeefs op aarde te hebben geleefd, ja, wat nog meer
zegt mede arbeider te zijn geweest aan dat ma.jestueuse scheppingswerk en
misschien nog tot zegen van het nageslacht. En hiermede roep ik 11 allen
mijn vaarwel toe!
Heden morgen werd op de begraafplaats aan bet einde der Groene-
steeg het stollelijk overschot grafwaarts gebragt van den zoo onverwachts
overleden majoor Mtilert tot de Lremknle, van bel 4C reg. infanterie. Daar
ter plaatse voegden zich bij de lainilie de officieren en onderofficieren van
het garnizoen en van de elders garnizoen houdende afdeelingen van het
corps en de officieren der dd. schutterij, om den doodc dc laatste eer te
bewijzen. Het muziekcorps van liet regiment, rondom de groeve geschaard,
liet, toen de lijkkist op de baar was gesteld, een trenrmarsch hooren Door
den kolenel van het regiment werd vervolgens een kort, maar treffend
woord aan de nagedachtenis van den overledene gewijd. Door een der
leden van de familie wer.l aan allen dank betuigd voor de zoo hartelijke
deelneming in baar verlies, met aanbeveling van den zoon des overledenen
(thans onderofficier) in aller protectie. Dc muziek liet bij liet einde dezer
treurige plegtiglieiil nogmaals hare weemoedige loonen Itooren Eene groote
menigie was van deze droevige uitvaart getuige.
De minister van financiën beeft bekend gemaakt, dal itt de tweede
helft der maand November a. s. te 's Gravenhage een examen zal worden
gehouden voor de betrekking van adspirant-landmeter bij liet kadaster,
waarvoor 18 plaatsen Ier vervulling worden opengesteld. Zij, die lot dat
examen wenschru te worden toegelaten, moeten zich vóór 1 November
a. s., met overlegging van de vereischte stukken, tot den minister wenden.
Aan liet scheikundig laboral ritim der polytechnische school is, met
1 October 1878, de betrekking te vervullen van adsistent, op eene jaar
wedde van /1200. Die hiervoor in aanmerking wensclien te komen kunnen
ziclt aanmelden bij den directeur dier school
Voor het eerste natuurkundig examen te Utrecht hebben zich 112
candidalen aangegeven.
Aan den penningmeester van liet Nedcrl zendelinggenootschap is van
een onbekende ter hand gesteld de belangrijke gilt van 15000. Sedert de
oproeping in Mei zijn meer dan 30000 aan buitengewone giften uit alle
oorden des lands ingekomen.
Uit Haarlem meldt men aan de Standaard, dat liet bestuur der Chris
telijke school voor den werkenden stand aldaar dezer dagen verblijd werd
door een gift van 40000.
Volgens den Werkmansbode vindt men tegenwoordig eenc sinds lange
1 jaren ongekende slapte van werkzaamheden in de hoofdstad. In schier alle
vakken is dit merkbaar. IKl meest in het oogloopend is het in de vakken
van scheepstimmerenoptuigen en laden Wat het eerstgenoemde vak be
treft, zijn van de 6 a 700 werklieden, die van de Kon. Ned. marine er
buiten gerekend, geen honderd man meer aan liet werk. Op dc grootste
werven is tot zelfs de laatste kommandettr bedankt. Op dc fabrieken, waar
de timmerlieden aan den ijzeren scheepsbouw werken, worden zij bij ploe-
gen van omstreeks 30 man aan den dijk gezet. Voor een Engelsch schip,
dal dezer dagen in het drooge dok is gehaald, om gekalefaterd te worden,
waren 50 a 60 man noodig noodig, en er stonden meer dan 400 op de
kaai 0111 naar het werk Ie dingen.
In eerste instantie was een zekere Serné, ie Haarlem, ziclt noemende
veearts, veroordeeld lot 183 dagrn gevangenisstraf wegens diefstal van een
Newfoiindlandsthen bond, die op drn Dam te Amsterdam rondliep. De ver-
oordeelde was van dit vonnis in hooger beroep gekomen en werd wegens
gemis aan voldoend bewijs door liet seregtshof te Amsterdam vrijgesproken.
Te Helder zijn dezer dagen zeer bevredigende proeven genomen met
een revolverKanon Dc kogels hebben de grootte van een kleinen billartbal
eu springen bij treilen, (lp een afstand van 1000 meter werd gevuurd op
een bewegelijk doel (figurative torpedohooi), dal met een 10 rtiijls vaart
voorbijging. Van de 53 kogels waren 42 treffers. Gp een vast doel treden
alle kogels
Men meldt uit Baant; Z. M. dc koning, prins Frcderik, de groother
tog en de groothertogin van Saxcn-Weiniar, prins cn prinses von Wied met
gevolg zijn Zatunlag ten 12 ure alhier aangekomen. Prins Hendrik ontving
heil aan liet station. In vijf bofrijtiii.en r.ed men naar Soestdijk, waarde
p inses bare gas'en ontving in de vestibule. Na liet déjeuner werd een rij
toer itt den onitrik gemaakt. Ten half zes ure bad.een diner plaats,
waarbij 0 a. de burgemeesters van Baarn en van Soest en de rentmeester
van liet vorstelijk domein zijn genoodigd. Na het diner beeft eene soirée
mttsicale en verlichting van vijvers cn gedenknaald plaats.
Vrijdag II. begaf zich de heer Smid. eigenaar van de uitspanning Con
cordia te Winschoten, met zijn zwager en twee andere personen naar de
nabij gelegen zwemplaats in de Pekel A Op eenigen afstand van zijne
makkers verwijderd, zonk hij plotseling weg in hel diepe vaarwater, zon
der dat het een der aanwezigen gelukte Item te helpen.
Te Siltard bad Zaturdag II. een botsing plaats titsschen den trein, die
ten 2.4 11. uil Maastricht aankomt en eenige goederenwagens, die digt bij
de loods gerangeerd waren. Eenige personen werden aan liet hoofd ge
wond, eu een der wagens beschadigd. Dc conducteur bemerkte dal men
vergeten had den wissel te verleggen cn remde onmiddellijk zoo sterk mo
gelijk. Daardoor werd hel ongeluk beperkt.
Te Roermond bad Donderdag avond een treurig ongeval plaats. Toen
de locomotief, die dagelijks tot liet vervoeren van kiezel voor den in aan
bouw zijiideti spoorweg Antwerpen - Glndhach met eenige waggons lol op
zekeren afstand been en weer rijdt, te Roermond was aangekomen, werd
liet vuur, dat ziclt onder den stoomketel bevond, uitgehaald door een der
werklieden. Terwijl Itij nog daarmede hezig was, sprong een der kleppen
van den ketel me! groot geweld los. en liet daaruit ontsnappende kokende
water daalde als een regenstroom op den man neer, niet liet gevolg dat
Itij over het gelteele ligcliaam ernstige brandwonden Inkwam en in zorg
wekkende» toestand verkeert.