BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsehe Courant van Maandag 6 Mei d878, if°. Ó06. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. Dezer dagen zijn te Willemsoord proeven genomen met het getrokken achterlaadkanon van 28 centimeter, waarmede onze kanonneerbooten bewa pend zijn. De stukken zijn afkomstig uit de fabriek van Krupp, te Essen, en een der directeuren der fabriek was bij de proefneming tegenwoordig. Voor het geregtshof te Leeuwarden stond eergisteren teregt zekere H. K., ter zake dat hij, na op 8 Februarij 1863 te Oldeboorn gehuwd te zijn, den 14den April 1869 te Chicago een tweede huwelijk heeft aangegaan zonder dat het eerste ontbonden was. Besch. bekende, maar beweerde dat te Chicago zijn eerste huwelijk door den vrederegter was ontbonden, waar van echter het bewijs bij den brand van Chicago is verloren geraakt. De adv.-gen. mr. Servatius requireerde veroordeeling tot 7 jaren tuchthuisstraf. De verdediger mr. Haas, adv. te Amsterdam, concludeerde exceptief totniet- ontvankelijkverklaring van het 0. M.ten principale tot vrijspraak van besch.; subsidiair tot schorsing van hel geding, met in vrijheidstelling van besch. De persoon uit Lutteraede, die zich thans te Maastricht in hechtenis bevindt, als verdacht van den brand, welke in de gemeente Geleen heeft plaats gehad, te hebben aangestoken, heeft dit feit bekend. Volgens berigten uit de Transvaal, te Kaapstad ontvangen, had de proclamatie van Shepstone de boeren zeer verbitterd. Eene monster-verga- dering was te Doornfontein belegd, doch van overheidswege onwettig ver klaard. De hh. Pretorius, Viljoen en Kruger hebben de bevolking aange maand, zich daarvan te onthouden, in afwachting van de overwegingen van het comité over een verzoekschrift, aan de koningin te zenden, ten behoeve van de onafhankelijkheid. Op de goudvelden heerscht groote ontsteltenis, wegens het voortdringen der Kaffers; deze hebben in grooten getale fort Burgers verbrand. Vrijwilligers zijn naar fort Weeber gezonden. De heer van Gorkom is als super-intendant van het onderwijs door dr. Lyle vervan gen en keert eerstdaags over Natal naar Nederland terug. In het afdeelingsverslag betreffende de wet op het lager onderwijs wordt betreffende enkele onderdeden het volgende oordeel uitgesproken: Kweekscholen. De groote meerderheid toonde zich met den minister overtuigd dat de beste wijze van opleiding van onderwijzers en onderwijze ressen aan goed ingerigte kweekscholen gevonden wordt. Enkele leden meenden dat bij de tegenwoordige inrigting der rijkskweekscholen de oplei ding niet practisch genoeg was. Een aantal leden vereenigde zich met het gevoelen der regering dat het opnemen van een minumum van het aantal kweekscholen in de wet niet aanbevelenswaardig is. Het denkbeeld des ministers om de oprigting van gemeentelijke onderwijzerskweekscholen van rijkswege door krachtigen geldeljjken bijstand aan te moedigen, vond, met het oog op het voortdurend gebrek aan onderwijzend personeel, toejuiching of bijval. De wijze, waarop die ondersteuning in het ontwerp wordt toe gezegd, wekte echter eenige bevreemding. Kweekelingen. In verscheidene afdeelingen was de meerderheid het met den minister eens, dat met het tegenwoordig kweekelingstelscl niet ten eenenmale kan worden gebroken. Verscheidene dezer leden wilden verder gaan dan de regering en onder eenige waarborgen van leeftijd cn bekwaam heid de kweekelingen ook in het vervolg tot het geven van onderwijs op de school toelaten. Over het meer of min geheel zelfstandig optreden van deze geëxamineerde kweekelingen bestond verschil van gevoelen. Men kwam inlusschen met nadruk op, vooral in eene afdeeling. tegen het denkbeeld om niet gedurende een korter of langer overgangstijdperk, maar op blij- venden voet, kweekelingen als onderwijskracht op de lagere school toe te laten. Bezoldiging. Door enkele leden werd gevraagd of het wel volstrekt noo- dig ware een minimum van ouderwijzersjaarwedde bij de wet aan te nemen. Met opzigt tot de vraag of de door de regering voorgestelde minima van 700 en 400 voldoende waren, openbaarden zich twee hoofdgevoelens. Een deel der leden toonde zich geneigd in algemeenen zin die vraag toe stemmend te beantwoorden. Eene talrijke groep leden ontwikkelde daar tegenover het gevoelen dat in volstrekten zin de voorgestelde minima on voldoende waren. Zij wenschten in de wet eene vcrdeeling der openbare lagere scholen in drie klassen met een opklimmend minimum van ƒ800, ƒ1000 en ƒ1200 met vrije woning voor den hoofdonderwijzer en van ƒ700, 800 en 900 (al of niet met vrije woning) voor den onderwijzer met hoofdonderwijzersacle. Het minimum der overige hulponderwijzers moest op niet minder dan ƒ500 worden gesteld. Bevordering. Naar veler oordeel zijn de middelen, die de minister te werk wil stellen om aan de onderwijzers verbetering van vooruitzigt te geven, niet genoeg afdoende Zonder een regelmatig stelsel van bevorde ring in het leven te roepen, kon meer worden gedaan. Examens. Het beperken van het hulponderwijzers-examen tot de vader- landsche geschiedenis werd vrij algemeen betreurd. In al de afdeelingen gingen stemmen op voor het begrijpen van het liandteekenen en de gymna stiek onder de vakken van het hulponderwijzers-examen. Vele leden achtten het eene groote fout in de wet, dat de acten voor vreemde talen niet verkrijgbaar zoiiden zijn, zonder dat de candidatcn in het bezit waren der hoofdond.-actc, en dus, althans indien de wet op dit punt onveranderd bleef, hun 23c jaar hadden volbragt. Het denkbeeld des ministers om voor het eerste examen het bestaand stelsel van provinciale commissiën te handhavenvond bij verschillende leden bijval. Maar waarom het afnemen van het tweede examen op geheel ande ren voet geregeld en aan eene of meer rijks-commissiën toevertrouwd? Andere leden meenden dat het eerste zoowel als het tweede examen moest worden afgenomen door eene commissie van deskundigen, op voordragt van den inspecteur, die voorzitter wezen zou, door den minister te benoemen. Omvang van het gewoon lager onderwijs. Verre de meeste leden schon ken bijval aan hetgeen in de memorie van toelichting voorkomt over de rigting op de openbare school aan het onderwijs in de vaderlandsche ge schiedenis te geven. Met opzigt tot de beginselen der vormleer bleef de oude strijd heerschen. Velen wilden het liandteekenen en de gymnastiek onder de verpligte vakken hebben geteld. Algemeen verklaarde men zich i voor het behoud van het zingen. j Godsdienst-onderwijs. Over het algemeen toonde men zich, ofschoon dan ook om van elkander afwijkende redenen, ingenomen met hetgeen de mi nister omtrent dit punt voorstelt, j Verpligt getal onderwijzers. In eene der afdeelingen meende men nage noeg algemeen dat de minister bij zijn voorstel omtrent dit punt te ver gaat en te hooge eischen stelt. De meerderheid in de vier overige afdeelingen achtte den eisch van één onderwijzer voor elke 40 leerlingeffgeenszins over dreven. Ook met opzigt tot het verbod van scholen boven de 400 leerlin gen was men het niet eens. Daartegenover stond het gevoelen van hen, die met den minister uit een paedagogisch oogpunt het getal van 400 leer lingen veeleer te hoog dan te laag keurden, of die zelfs veel lager, bijv. tot 300 willen afdalen. Schoolverzuim. Verscheidene leden verklaarden zich voor de opneming van het beginsel van leerpligt in de wet en beaamden geenszins de redenen die den minister van het doen van het voorstel daartoe terughouden. Meer algemeen was men het met den minister eens, dat het tijdstip voor de in voering der leerpligt nog niet geboren is. De invoering zou het verzet tegen het neutraal karakter der openbare school nog meer aanwakkeren. De voorgestelde maatregelen werden echter van andere zijde geheel onvol doende geacht. Bijdragen uit 's rijks kas. Behalve door de ijverige voorstanders van het bijzonder onderwijs, die hier hun principieel bezwaar deden gelden, werd vrij algemeen erkend, dat afdoende verbeteringen in den toestand van het openbaar onderwijs niet in te voeren waren, indien niet een deel der kos ten door de schatkist gedragen werd, en verklaarde men zich dus voor het gemengde stelsel. Schoolgeldheffing. Ook nu weder werd door verscheidene leden verpligte schoolgeldheffing voorgestaan. De meerderheid verklaarde zich voor het be houd der facultative heffing. De onvoorwaardelijke voorstanders der invoe ring van algemeen kosteloos onderwijs waren slechts weinigen in getale. 's GRAVENHAGE, 4 Mei. Z. M. heeft tot kommandeur der orde van de Eikenkroon benoemd den kapitein-kommandant baron de Wyckerslooth de Rooyestein, van het 2e reg. Belgische guides, ordonnancc-officier van Z. M. koning Leopold. De officier van administratie J. W. Groeneyk is op non-activiteit gesteld. Door den minister van waterstaat enz. is o. a. bepaald dat de surnu merair bij de administratie der posterijen D. J. Braakenburg zijne functie zal uitoefenen ten postkantore te Leiden. Naar men verneemt zal der residentie in het laatst dezer maand het voorregt te beurt vallen de aanstaande gemalin van Z. K. H. prins Hendrik in haar midden te zien. Z. K H. prins Frederik Karei van Pruissen moet liet voornemen hebben tegen gemeld tijdstip zich met HD. dochter her waarts te begeven, ten einde de verloofde prinses aan het Nederlandsche hof veor te stellen. Gedurende hun verblijf hier ter stede zal het buiten paleis Buitenrust aan den Scheveningschen weg ter beschikking van de üuilsche vorstelijke personen en gevolg worden gesteld. De eerste kamer heeft beden met algemeene stemmen aangenomen de wets-ontwerpen houdende toestemming tot het huwelijk van Z. K. H. prins Hendrik, lot wijziging der wetten op het hooger onderwijs en de coopera tive vereenigingen en lot onteigening voor den spoorweg Dordrecht—Kes- teren. Maandag ten 11 ure zijn de onteigeningswet AmersfoortNijmegen en de wet op de bedelarij aan de orde. Gisteren avond ten 10 ure ging in een winkel in de Hekkelaan een jongman met den inhoud der gcldlade op den loop. Door vele personen met uitroep: "houd den dief', achtervolgd, werd de ïadeligter door burgers op het Lage Zand bij de Houtmarkt gevat en aan twee policie-agenten overgegeven. Men zegt dat hjj eene vrij aanzienlijke som gelds had buit gemaakt. BELGIE. De Gaz. de Charleroi deelt mede, dat Woensdag morgen in de kolen mijn du Bois du Cazier tc Marcinelle eene verschrikkelijke gebeurtenis heeft plaats gehad. De directeur, de heer Marin, daalde, vergezeld van den meesterknecht, neder, toen omtrent 100 meters van den grond het touw van het wagentje brak. De val was ijzingwekkend. Marin en zijn medge- zel werden op den slag gedood. Eenige werklieden, die beneden werkten en zich niet bij tijds kon redden, hebben ook ernstige wonden gekregen. De ontsteltenis is algemeen te Marcinelle, waar de directeur zeer gezien was. De meesterknecht was een braaf werkman, die door zijn chefs zeer geacht was. E.\tiELA\ B. LONDEN, 3 Mei. De organen van lord Beaconfield rigten woedende aanvallen op John Bright, wegens zijne uitgesproken rede ten gunste van den vrede. Allerlei onbetamelijkheden worden hem naar het hoofd geslingerd en de hatelijkste insinuatiën verzonnen. De Daily Telegraph zegt dat de toornige profeet van Rochdale

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1878 | | pagina 5