PER TELEGRAAF
afwachten. Lord Harlinglon wenschle Ie weten, of de regeringbij de
afzending van bel bevel aan de vloot, van de Porte vergunning had om de
schepen de Ilardanellen te doen passeren. In antwoord hierop verklaarde
de kanselier der schatkist, dat de regering dit punt niet had voorbijgezien,
maar eerst Maandag daaromtrent inlichting kon geven.
De Daily Te leg i'. meldt dal de Engelsche kommandanl zijne vloot tot
den ingang der Dardanellcn bragt, waar hij de jongste depêche van de re
gering ontving. Ten gevolge van dat bevel bragt de kommandant de vloot
naar de Besika-baai, waar zij zich thans bevindt.
De Times en Daily News en andere bladen veroordeelen de handel
wijze van het ministerie ten opzigte der Oostcrsche zaken op niet malsche
wijze. Dc Times zegt. dat de minister het land niet zulk een dwaas figuur
had laten slaan, indien hij. voordat hij beslissende maatregelen nam, de
noodige moeite had genomen om wel ingelicht te zjjn. Wanneer een zoo
ernstige daad op ligtzinnigc wijze wordt herroepen, moet men vragen, ol
er ook niet op ligtzinnige wijze toe besloten werd. Had de regering al het
mogelijke gedaan om juist te weten wat er voorviel eer de vloot naar Kon-
stautiuopel werd gezonden? De Daily News gispt de weinige opregtheid
van den minister en beweert, dat, zelfs indien lord Derby wordt overreed
terug te komen op zijn besluit om weg te gaan. niets meer een eerlijken
naam kan teruggeven aan een gewantrouwd en belagchelijk ministerie.
Toen in Birmingham Donderdag avond hekend werd, dat de minister
om een buitengewoon credict gevraagd had, zond hel bestuur van de «Na
tional Liberal Federation" terstond berigt aan al de liberale vereenigingen
in het geheele landom alle krachten in te spannenten einde door volks
vergaderingen en verzoekschriften de volksvertegenwoordigers aan te manen
het geld te weigeren, ten einde Engeland voor de misdaad van een oorlog
als dezen te bewaren.
Een berigt uit Calcutta meldt, dat de troepen der Britsche tegen de
.1 owaki's uitgezonden expeditie het geheele land van dien volksstam in alle
rigtingen zijn doorgetrokkenmaar bevonden hebbendat de vijand zich
overal in het gebergte heeft teruggetrokken, zoodra de troepen naderden.
Zondag hebben in negen kiesdistricten Albi. Prades, Perigueux,
Lure. Saint-Seuer. Caslcllane, Gap. Céret en Bordeaux, nieuwe verkiezin
gen van afgevaardigden plaats gehad. Te Bordeaux stierf de 14 October
benoemde afgevaardigde. Die van Céret diende zijn ontslag in. daar hij tot
senator werd benoemd. In de zeven andere districten werden de verkiezin
gen door de kamer vernietigd. Vijf der officiële candidate!) waagden het
niet zich op nieuw verkiesbaar te stellen.
Dezer dagen heeft de senaat de leden zijner financiële commissie ver
kozen, waarbij tien candidaten der linker- tegenover acht der regterzijde
benoemd werden. De commissie heeft den heer Pouyer-Quertier, van de
regterzijde, tot voorzitter verkozen bij wijze van hoogachting voor de vader
landlievende houding, hij de laatste crisis door hem aangenomen.
De kamer van afgevaardigden zet het onderzoek der geloofsbrieven
voort.
De gewezen onderprefect van Gaillac, de heer de la Brière, is wegens
beleediging van den maarschalk' Mac Mahon lot 1000 fr. boete veroordeeld.
H(j had na 14 October zijn ontslag ingediend en de aanvraag daartoe onder
teekend «met die gevoelens, welke men verschuldigd is aan een maarschalk
van Frankrijk, die zyn eed verbroken heeft."
DVITSCHIiAMIt.
De keizerin heeft eene som van 1000 mark geschonkenter aanschaf
fing van een kruisbeeld voor den dom te Naumburg Bij gelegenheid der
groote manoeuvres te Merseburg had zij met den kroonprins dat merkwaar
dig gebouw bezocht en inlichtingen ingewonnen omtrent den loop der her
stellingswerken waaraan reeds vele jaren zijn besteed. Ten gevolge van
dit een en ander heeft zij thans als bijdrage tot dc inwendige versiering
het genoemde geschenk gezonden.
Te Hameln, aan de VVeser, is dezer dagen een moord aan het licht
gekomen, vóór omstreeks vier jaren gepleegd. Een zekere Schefleler, al
daar indertijd woonachtig, had zich naar een nabij staand bosch begeven
om te sprokkelen. Toen de man niet terugkeerde, had meu daags daarna
het bosch doorzocht en in het kreupelhout een pet en een paar andere
voorwerpen gevonden, die aan den vermiste hadden toebehoordmaar ver
der was geen spoor van den man ontdekt. Dezer dagen nu heeft de weduwe
van den vermiste op haar sterfbed de zaak opgehelderd. Zij heeft natneljjk
bekend, haar man in den oven der echtelijke woning te hebben verbrand!
TPRHIJB.
Nu ile vredespreliminairen zijn; aangenomen, gelooft men niet, dat ver
dere moeijelijkheden zullen rijzen. De Turksche dagbladen verklaren dat de
oorlogsschatting drie milliard roebels bedraagt; van de overige voorwaarden
is reeds gewag gemaakt, maar met volkomen zekerheid is hier nog niets
bekend. Dc Porie zal eerst dan van een en ander aan de gezanten mede-
decliug doen, wanneer het verdrag geteekend is. De bijzonderheden, in som
mige bladen voorkomende, zijn dan ook voorbarig.
In de laatste zeven dagen zijn 57,000 vluglelingen te Konstantinopel aan
gekomen.
Suleiman-pacha heeft zijne verstrooide strijdkrachten bijeenverzameld
te Gumuldjina, ten oosten van de baai van Lagos.
In een brief uit Zimnilza (door de 11. C. medegedeeld) wordt gezegd
dat in het Russische leger een zegetogt door de straten van Konstantinopel
algemeen beschouwd wordt als eene onmisbare voorwaarde voor het tot
stand komen des vredes. Men meent dat het voorbeeld van Duilschland in
1871 gevolgd moet worden en dat de nederlaag der Turken niet anders
voor de oogen der gansche wereld duidelijk gemaakt mag worden; de Rus
sische troepen moeten zich in de straten van Konstantinopel vertoouen, al
is hel maar voor één dagde Russische vlug moet van de Aja Sofia wap
peren al is het maar één uur.
- Het Jour», de Sl. fel. beschuldigt de Turksche regering, dat zij de
Muzelmansche bevolking in de provinciale steden tot nultelooze brandstich
tingen en plunderingen aanzet en daardoor wederzijdsche gruwelen tusschen
de Muzelmannen en de Christenen uitlokt, voornamelijk omdat men de
vluglende bevolking niet vóór de terugtrekkende (roepen laat gaan, maar
die troepen achterna zendt,
MADRID, 27 Januarij. De aartsbisschop van Toledo heeft een pastoor
afgezet wegens het houden van een lijkdienst voor koning Victor Emmanuel.
De dagbladen betreuren dien maatregel.
LONDEN. 27 Januarij. De Observer zegt. dat tot gisteren avond nog
niets definitief bekend was omtrent het aftreden van lord Derby. Zoo hij
mogt aftreden, gelooft men dat lord Beaconsfield voorloopig de functiën van
minister van builenlandsche zaken op zich nemen terwijl lord Sardan den
minister Carnarvon vervangen zal.
LONDEN, 28 Januarij. Officieel wordt berigt, dat lord Derby, na beraad
met zijne ambtgenootenen ten gevolge van den terugkeer der vloot naar
de Besika-baai. zich bereid verklaard heeft minister te blijven. Lord Derby
heeft geen bedenking tegen het buitengewone crediel, dat heden stellig bij
het lagerhuis zal worden aangevraagd. De liberale partij zal het bestrijden
en door lord Rylands zal een tegenvoorstel gedaan worden.
TOULON. 27 Januarij. Een divisie van hel Middellandsche zee-eskader is
heden ochtend naar den Levant vertrokken.
KONSTANTINOPEL, 26 Januarij. Men verzekert dat de vredespreliminairen
heden te Kazanlyk onderteekend zijn geworden. De politie alhier heelt den
Cirkassiërs en den Bachibozuks] het dragen van wapenen verboden.
ATHENE. 26 Januarij. Tienduizend inenschen hebben zich naar de wo
ningen van de ministers begeven, daar de cluzeu ingeworpen en pistoolscho
ten gelost, ten gevolge waarvan een man gedood en drie gekwetst werden.
Van daar trokken zij naar hel koninklijk paleis. Dc koning sprak hun toe
en gaf hun den raad zieh bedaard te houden. Z(j verwijderden zich en gin
gen nog eens naar de ministerswoningenwaar zij door de troepen werden
uiteengedreven.
INGECONttEN.
Aan A. M. wordt op zijn schrijven in deze Courant van gisteren, te
kennen gegeven:
Dat de weigering door Nolabelen van de goedkeuring der rekening over
1876 niet mogt plaats hebbenomdat die niet in strijd is met de door hen
goedgekeurde begrooting. Geene snppletoire begrooting door de Gemeente-
Commissie omtrent het saldo dier rekening ingediend zijnde, is zijne ziens
wijze in deze niet van toepassing.
Dat de bedreiging van die niet eerder te zullen goedkeuren, dan na be
taling van nog 900 aan predikantenis misbruik maken van magt, en
aangezien nu dientengevolge de Gemeente-Commissie, na zes maanden
wachtens op haar schrjjven omtrent die weigering, nog blijft wachten op
een décharge van haar beheer over 1876, maar ook zonder begrooting is
over 1878omdat die onmogelijkvolgens de modcl-begrooting van een
hunner, kan verminkt worden, rust derhalve de geheele verantwoordelijk
heid van dien toestand op het College van Notabelen, of liever op hem,
die het tot zulk eene houding aanspoorde. Tot hem dan ook in het bijzon
der zijn deze woorden gerigt.
Dat liet eene grove onjuistheid is, dat bij de vaststelling van het bedrag
van den hoofdelijken om- ;iï. als een tekort op de kerkelijke inkomsten,
gerekend was op hetgeen toen reeds mogelijk was tot verbetering van het
predikantslractement. Ware bij het nemen van het besluit om het predi-
kantstractement met hoogstens 600 te verbeteren, daarop gewezen, maar
dat ook bewezen geworden, dat had alsdan de hoofdelijke omslag op geen
ƒ8000 maar op J 6200 moeien gesteld zijn.
Dat nogmaals gezegd wordt, dat de saldo's der rekeningen, gebragt op
de begrootingen waartoe zjj behoorden, gebezigd zijn voor atlossing van
schuld en voor uitgestelde reparatiën, van welke reparatiën jaarlijks vele
moesten achterwege blijven, omdat de Commissie van Fabricage zich slechts
te houden had aan hetgeen beschikbaar bleef, na het brengen op de be-
groolingen van de vaste postenen waardoor somwijlen de hoogst ge-
wenschte herstellingen van hunne begroolingeii geschrapt werden en meestal
wachten moesten op batige saldo's der rekeningen, zooals nu nog dc ver
dere restauratie van de consistoriekamer der St. Pieterskerk, waarvoor
door de Gemeente-Commissie, volgens haar schrijven aan Notabelen van
Junij 11., het saldo van de rekening van 1876 bestemd was.
Dat het saldo der rekening over 1872, en niet 1873, wel was ƒ3916.85,
maar dat daaronder ook begrepen was ƒ1400.28, restant van hetgeen ont
vangen was van de gemeente Leiden bij de overname van den toren der
Marekerk en tot restauratie daarvan dienen moest.
Dat die naauwgezette beoordeeling bij een persoonlijk onderzoek moet
verklaard worden als zeer onbeduidend en onpraktisch, indien die niet ver
gezeld is gegaan van een onderzoek in loco van den uitwendigen en in-
wendigen toestand der kerkgebouwenwaarbij dan bij eene onpartijdige
beoordeeling zoude gebleken zijndat die toestandenal waren er nog
zulke groote saldo's van rekeningengeene onverpligtc uitgaven veroorloofden.
Omtrent het nog niet inleveren van eene suppletoire begrooting, betref
fende den hoofdelijken omslag, verwijst men naar het schrijven van de
Gemeente-Commissie, mede van Junjj II waarin op eene dergelijke opmer
kingaangewezen als dienstvermensinggeantwoord werd, dat die be
schouwd moest worden als voorbarig, aangezien het nog geen tijd was
daaromtrent voorstellen van regularisatie aan Notabelen te doen, omdat
zulks geheel afhankelijk was van de uitspraak van den kantonregier, voor
wien eerstdaags die zaak dienen moest. Op de begrooting over 1877 was
derhalve ook de post van den hoofdelijken omslag, alsmede de toelage aan
predikanten voor memorie uitgetrokken, en die alzoo goedgekeurd door
Notabelen. Van hetgeen ontvangen werd van den omslag en uitgegeven,
wat daarop betrekking heeft, is en wordt afzonderlijke rekening gehouden,
om. als die zaak geheel aan het einde is. eene dan eerst te pas komende
suppletoire begrooting aan Notabelen in te leveren.