BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsehe Courant van Maandag 07 December d877, iV" H97. BUJTENLANDSCHE BERIGTEN, Eergisteren had, bij gelegenheid der Goudsche weekmarkt, een brutale diefstal plaats. De landbouwer Schoutenuit het naburige Berg-Ambacht van de markt weer huiswaarts willende keerenmiste zijn paard en rijtuig. Het moet dus zeker zijn, dat een ander persoon er mede weggereden is. Van vergissing zal wel geen sprake kunnen zijn. De eigenaar heeft dade lijk de bevoegde magt er kennis van gegeven; doch men is er nog niet in geslaagd, den dader te ontdekken. Dat het voor den landbouwer eene groote teleurstelling is, zal ieder begrijpen; te vergeefs had men hem ƒ1000 voor het paard geboden. J. de Boer, van Kralingen, kapitein van de nachtboot van Botterdam op Amsterdam, kwam eergisteren op jammerlijke wijze te Gouda om het leven. Tusschen de boot en een der bruggen bekneld gerakende, werd hij i zoodanig gewond, dat hij eenige oogenblikken daarna den geest gaf. Hij laat een vrouw met twee jonge kinderen na. Door den gemeenteraad van Schiedam is beslqten zich te wenden tot den minister van binnenlandsche zaken en tot de tweede kamer der staten generaal, met verzoek dat bij de voorgenomen wijziging der kiestabel een hoofdkiesdistrict Schiedam moge worden gevormd. Te Amsterdam circuleert een adres aan burg. en weth.houdende ver zoek, te bepalen, dat nu en in het vervolg op nieuwjaarsdag de groote koopmansbeurs gesloten blijft. In bijna alle groote steden van het buiten land wordt op den eersten dag van het jaar geen beurs gehoudenen steeds wekte het bevreemding dat Amsterdam niet reeds vóór lang dit voorbeeld heeft gevolgd. Op nieuwjaarsdag toch zijn de handelsspeculatiën ter beurze luttel, de internationale gemeenschap is geschorst, en de beursbezoekers brengen ter plaatse waar zij gewoonlijk hunne zaken doen, het uurtje door met het wisselen van gelukwenschenwaarvan de benaming "handjes dag" haren oorsprong heeft ontleend. Te Amsterdam is eergisteren nacht bij den wijnkooper Boelen, op de Oudezijds Kolk nabij den Zeedijk, een stoute diefstal met braak gepleegd. Na het paneel van de straatdeur verbroken te hebben, evenals de kantoor deur, hebben de daders, blijkbaar eene ijzeren brandkast vernield, vier schrijflessenaars opengebroken en zich van ongeveer 150 aan bankpapier en contanten meester gemaakt. De commissie uit den raad der gemeente Utrecht, belast met een on derzoek naar de oorzaken van den brand in de Willemskazerne aldaar, heeft haar rapport uitgebragt. De navolgende vragen worden daarin gesteld en zooveel mogelijk beantwoord: 1°. Waar moet de brand in de kazerne geacht worden te zijn ontstaan 2°. Waardoor is die zoo verbazend snel toegeno men? 3°. Was die, hetzij van burger, hetzij van militaire zijde niet te stui ten? 4°. Wat valt naar aanleiding van dezen brand omtrent de handelingen en inrigtingen der brandweer in het algemeen en omtrent het gebruik der stoomspuiten in het bijzonder aan te merken Omtrent het eerste punt is de commissie van gevoelen, dat de brand zich niet door het vlam vallen der jj kroonlijst alleen zoo snel door de kazerne heeft verspreid, maar dat tijdens j den brand in de belendende gmtterijde vlam door de op die grutterij uit ziende ramen der kazerne is binnengedrongen, daar ecnigen tijd ongestoord heeft voortgewoekerdom zich later te vereenigen met die der hooger in brand geraakte vertrekken. Omtrent punt 2 wijst de commissie op de on doelmatige inrigling der kazerne, op de plaatsing der magazijnen en op de nadeeligc omstandigheid dat de sleutels berustende waren bij niet in de ka zerne wonende officieren. Omtrent het derde punt zegt de commissie dat het hoofd der brandweer zeker maatregelen had moeten nemen tot betere beveiliging der kazerne; deze voert echter aan dat hij er op rekende dat de bewoners daarvoor zelf wel zouden zorgen. Verder zegt de commissie niet te zullen oordeelen over de wijze van handelen der militaire magt, evenmin als over haar brandreglementen, die, naar gezegd wordt, behoorlijk zijn opgevolgd, doch zij kan niet nalaten te wijzen op het door 2 officieren j uitgesproken gevoelen: 1°. dat deze brand welligt aanleiding zal geven tot het beramen van betere maatregelen in geval van brand; 2°. dat h. i. de brand in de kazerne had kunnen worden voorkomen, indien men tijdig, d. i. onmiddellijk na het ontdekken van den brand in de grutterij, al de vensters en ramen, belendende aan het brandende perceel, ten getale van 55, door manschappen had doen bezetten om met natte dekens hel in dringen van den brand tegen te gaan, liever dan zoo spoedig mogelijk met een deel der goederen het gebouw te verlatenzelfs met achterlating van open ramen en patronen. Overigens wenscht de commissie als opper- brandmeester een man te zien aangesteld in de kracht zijns levens, die ge regeld en veelvuldige oefening doet houden, in het bijzonder met de stoom spuiten; hel is toch gebleken, dat deze bij den brand te laat kwamen, dat het lang duurde vóór zij water gaven, dat zij werkten op een verkeerde P plaats en met te geringe drukking. De commissie eindigt haar verslag met J de verklaring, dat het onderzoek haar heeft overtuigd, dat de brand in de Willemskazerne niet in de eerste plaats is te wijten aan nalatigheid der Utrechtsche brandweer. Dezer dagen is door de echtgenoot van een winkelier te Leeuwarden I in een blikken trommel in een kast gevonden het lijk van een pasgeboren i kind van het mannelijk geslacht. Er is terstond aangifte van gedaan aan i de justitie, op wier last het lijkje is geschouwd. 's GRAVENHAGE 15 December. Door Z. M. is vergunning verleend aan mr. L. N. graaf van Randwijck, grootmeester van Zr. Ms. huis, tot het dragen der versierselen van ridder van den "Witten Adelaar, hem door den keizer aller Russen geschonken. Aan mr. C. T. baron van Lynden van Sandenburg. gewezen minister van justitie, is een tweede pensioen verleend van ƒ3184 'sjaars. Tot hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuurkunde aan de rijks universiteit te Utrecht is benoemd dr. W. Kapteynthans leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Middelburg. De le luit. H. W. J. Royen van hel le reg. veld-artillerieis over geplaatst bij het wapen der artillerie van het leger in Nederl. Indiëen de 1" luit. J. H. ter Spill, van het wapen der artillerie in Nederl. Indië, is overgeplaatst bij het wapen der artillerie van het leger hier te lande en ingedeeld bij het 3e reg. vesting-artillerie. De ingenieur 2e kl. bij de ma rine F. S. C. M. Wijs is gedetacheerd op het schroefstoomschip le kl. Zilveren Kruis. Aan E. A. Sunier, geb. te Nods (Zwitserland), is, mits hij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde vereischten voldoe, vergunning ver leend om hier te lande middelbaar onderwijs te geven. Bij het dep. van koloniën is, ten behoeve van de noodlijdenden in de kolonie Curasaoontvangen van het centraal comité' een bedrag van ƒ9500. In de zitting van de tweede kamer van heden is bij de behandeling der begrooting voor de staatsspoorwegen verworpenmet 54 tegen 3 stem men, een amendement van den heer Oorver Hooft, om de brug over de Merwede in de lijn Dordrecht—Eist pro memorie uit te trekken. De minis ter heeft medegedeeld dat weldra de staat een millioen zal ontvangen van de Hollandsche spoorwegmaatschappij, op rekening van vergoeding derhalve kosten van den bouw van het station te Rotterdam. Ook is verworpen, met 30 tegen 28 stemmen, een amendement van den heer van den Berch van Heemstede om de kosten van de brug over den Neder-Rijn', in de lijn Amersfoort—Nijmegennaar de onvoorziene uitgaven over te brengen. Het artikel zelf is aangenomen met 33 tegen 25 stemmen. De overige amende menten van den heer Corver Hooft zijn ingetrokken. De geheele spoorweg- begrooting is aangenomen met 52 stemmen tegen 1. De begrooting voor het dep. waterstaat is daarop voortgezet. Bij art. 104 keurden de hh. Bor- gesius. van Delden en van der Loeft het post-contract met de maatschappij sterk af. De heer van der Loeff stelde eene motie voor, verklarende dat het contract niet had moeten gesloten wordenzonder wettelijke vaststel ling der daaraan verbonden uitgaven. Maandag zal daarover de discussie plaats hebben. Naar men verneemt zullen de leden van den hoogen raad aan den onlangs in hun midden geinstalleerden president den heer mr. Pape, Don derdag e. k., een luisterrijk diner aanbieden. De gemeenteraad kwam gisteren middag bijeen tot verdere behandeling van het ontwerp-adres aan den koning, den minister van binnenl. zaken en de staten-generaal, houdende bezwaren tegen de door de regering ingediende kiestabel voor zoover het getal afgevaardigden voor 's Gravenhage ter tweede kamer, in tegenstelling met Amsterdam en Rotterdam, niet wordt vermeer derd. Met 21 tegen 10 stemmen heeft de raad zich met het ontwerp van het dagelijksch bestuur vercenigd, nadat eene wijziging van den heer Eys- sell was aangenomen om in het adres te wijzen op het naauwe verband van 's Gravenhage met de omliggende gemeenten. De afgevaardigde uit de residentie, de heer Wintgens, die deze zaak bij den raad had gebragt, had zich deze buitengewone vergadering ten nutte gemaakt om in een brief tegen de wijze, waarop zijn regtmatig streven in verdenking was gebragt, te protesteren en de verzekering te geven dat hij geen partijpraktijken of het spelen van politieke troefkaarten op het oog had. Voor de betrekking van leeraar in de natuurkunde aan de hoogere burgerschool alhier zijn voorgedragen E. H. Groenman, te Rotterdam, en dr. J. Campert, te Leiden; voor die van leeraar in de wiskunde en het boek houden aan dezelfde school de hh. N. van Eek en L. Bouwman Jr. fSSOEfiAHA LONDEN, 14 December. De minister van oorlog, dezer dagen te Edinburgh het woord voe rende, heeft als zijn gevoelen te kennen gegeven dat er in het Oosten geen vrede zal gesloten worden buiten Engeland om. Geen nuttige vrede kan, volgens hem, met betrekking tot het Oosten gesloten worden, zonker eene geschikte en noodzakelijke tusschenkomst van Engeland. De directie der General Steam Navigation Company is dezer dagen voor den Londenschen regter gedagvaardwegens het mishandelen van beesten, die haar ter verzending waren toevertrouwd. Den 15dlm November kwam het stoomschip Granion van Amsterdam binnen en de inspecteur vond aan boord een allertreurigsten toestand. Het schip was niet ingerigt voor het vervoeren van de helft van het veedat zich aan boord bevond. Verschillende schapen waren gestorven, hetzij door gebrek aan verschelucht of door gebrek aan plaats. De kapitein verdedigde zich met te beweren dat de toestandwaarin het vee zich bevondniet het gevolg was van de wijze der lading, maar te wijten was aan een oponthoud, dat het stoomschip in het Kanaal door Holland op zijn Smalst had ondervonden. De lord-mayor achtte een deel der beschuldigingen bewezen en veroordeelde de maatschappij tot 20 schadevergoeding en 5.5.0 kosten. F A Bf Ml M KJ In den senaat en in de kamer van afgevaardigden is eene eensluidende verklaring ingekomen van Mac Mahon. Daarin zegt hij het volgende: De verkiezingen van 14 October getuigen onmiskenbaar, dat het land vertrou wen stelt in de republikeinsche instellingen. Om aan de regelen van het parlementair stelsel te gehoorzamen is een ministerie gevormd uit mannen, die besloten zijn de republikeinsche instellingen te verdedigen. Het belang des lands vordert, dat de crisis wordt verzacht en dat zij niet terugkeert. De uitoefening van het regt tot ontbinding is alleen een middel om ten slotte den regter in hoogste instantie in te roepen; dit regt mag niet rege ringsbeginsel worden. De constitutie van 1875 grondvestte de parlementaire republiek; terwijl zij mijne onverantwoordelijkheid als beginsel aannam, maakte zij de ministers ieder voor zich solidair verantwoordelijk. Het einde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 5