BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsehe Courant van Maandag 00 December dS77, JP. °19ó. BINNENLANDSCHE BERIGTEN, LEIDEN, 8 December. Heden aanvaardde de heer dr. K. Martin het hoogleeraarsambt aan de universiteit alhier met het houden ,'eener redevoering, over: /'Geologische Theorien der Jetzzeit mit einleitenden Bemerkungen aus der Vorgeschichte der Geologie". De Staatscourant van heden bevat het verslag van de jury belast met het beoordeelen der ingekomen ontwerpen op de prijsvraag voor een nieuw universiteitsgebouw te Leiden. De ontwerpen zullen door het publiek kos teloos kunnen bezigtigd worden in de kapel op het Binnenhof, van Zondag 9 December tot en met Zondag 23 December, dagelijks van 10 tot 3 uren. Bjj het eerste algemeene onderzoek der 36 ingekomen ontwerpen bleek het aan de jury dat bij eenige dier ontwerpen geene rekening was gehou den met de formele bepalingen van het concours, zoowel door overdrijving van de te bebouwen ruimte, als door eene slechte dispositie der plannen en het niet in acht nemen van de algemeene grondbeginselen der aesthetiek. Dientengevolge konden reeds dadelijk drie ontwerpen buiten beschouwing blijven. Met algemeene stemmen werd voorts nog besloten buiten mededin ging te laten 15 ontwerpen, als van mindere waarde dan de overige. Bij een naauwkeurig onderzoek der overige achttien ontwerpen bleek het dat de waarde daarvan niet gelijk stond. Er waren er onder die beter dan de andere aan de' eischen van het programma hadden voldaan, en eenige dier ontwerpen hadden zelfs eene hooge artistieke waarde. Ten gevolge eener naauwgezette vergelijking kwam de jury tot het eenparig gevoelen dat zeven dier ontwerpen moesten beschouwd worden als de beste der op de prijsvraag ingekomen antwoorden. De onderlinge vergelijking dier zeven ontwerpen schonk aan de jury de overtuiging dat twee daarvan voor de overige moesten onderdoen, zoodat er nog vijf ontwerpen op de lijst der ingekomen antwoorden, gemerkt met 3, 12, 15, 17 en 35. overbleven tot het doen van de keus voor het toekennen der uitgeloofde prijzen. Ten opzigte dezer vijf ontwerpen Tees de vraag of hunne werkelijke waarde aanleiding gaf tot het toekennen der beide prijzen of tot een dier prijzen. De beraadslagingen der jury hebben tot eene ontkennende beantwoording dier vraag geleid en de rangschikking der vijf ontwerpen, met het oog op het toekennen der twee prijzen of een daarvan, heeft onoverkomenlijke be zwaren opgeleverd. Geen der vijf ontwerpen vereenigt in zich al de ver- eischten, die bij art. 16 van het programma waren gesteld, als noodig om op een der prijzen aanspraak te kunnen maken en niet een dier ontwerpen werd geschikt geacht voor eene uitvoeringdie voldoende resultaten zou opleveren. De jury heeft dientengevolge met algemeene stemmen besloten voor te stellen om, met het oog op de hoogere waarde dezer ontwerpen in hun geheel, een vijfde van het bedrag, voor de tweeprijzen vastgesteld, aan ieder der ontwerpers toe te kennen, als honorarium voor hunnen arbeid en tegen afstand van de ingediende plannen. De vijf bedoelde plannen zijn ingezonden onder de zinspreuken3. Vivat academia; 12. Quis; 15. Eigen kunst is eigen leven; 17. Vaderlandsche bouwkunde; 35. Art et science. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 66 tot 81 volwassen personen en 13 tot 22 kinderen. De taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschap pen zal Maandag aldaar eene gewone vergadering houden. De geneeskundige staatscommissie heeft tot arts bevorderd den heer J. Prins Fokkes, en voor het le gedeelte den heer E. Wintgens toegelaten, beiden med. doctorandi. De commissie is uiteengegaan tot half Fehruarij. Sedert den 3dtn dezer is eene nieuwe gelegenheid geopend tot verzen ding van brieven en verdere stukken naar de de Vereenigde staten van Noord-Amerika, door middel eener des Dingsdags-avonds uit Londen ver trekkende post. Dientengevolge geschiedt de verzending der correspondentie naar de Vereenigde staten langs den weg van Engeland thans als volgt: des Maandagsa. met den spoortreinvertrekkende uit Rotterdam naar Antwerpen, ten 12.55 namidd.b. met dien vertrekkende ten 6.50 av. uit Rotterdam naar Antwerpendes Woensdags en Vrijdagsmet den boven- gemelden trein van 6.50 uit Rotterdam naar Antwerpen. Het stoomschip Prins Hendrik, van Nieuwe Diep naar Batavia, is op 7 December van Napels vertrokken. H. K. H. de prinses von Wied, geb. prinses der Nederlanden, is gis teren ochtend op het kasteel te Neuwied van een zoon bevallen. Aan de universiteit te Amsterdam zijn thans 395 studenten ingeschre ven, waaronder 250 militaire studenten. Te Pernis is de heer d. R. tot de treurige ontdekking gekomen, dat zijne brandkast, inhoudende eene som van ongeveer 100,000. geheel was leeggestolen. Men heeft nog geenerlei vermoeden wie de dader kan zijn. De diefstal moet gepleegd zijn tusschen Maandag en Donderdag. Donderdag avond zijn tusschen het rijks-telegraafkantoor te Arnhem en dat te Nijmegen proeven met den telephon genomen. De uitslag was voor eene eerste proelnemiug uitmuntend te noemen. In den regel kon duidelijk worden verstaan wat te Njjmegen werd gesproken en was zelfs het onderscheid van stem bij verwisseling der sprekers waar te nemen. Ter versterking van het geluid werd voorts tot proef de stroom van een gal vanisch element in den keten gebragt. Werkelijk kwam nu het geluid hel derder over. Bjj vermeerdering van het aantal elementen tot drie was de versterking echter minder merkbaar. De proefneming om uit Arnhem over Nijmegen met Utrecht te sprekengelukte niet zoo goed. -- Door het geregtshof te Leeuwarden is eene 60-jarige vrouw, laatste lijk verpleegd te Frederiksoordonder aanneming van verzachtende omstan digheden. veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf, omdat zij de woniug van den vrijboer, bij wien zij uitbesteed was, doch in wiens dienst zij het te zwaar had, moedwillig in brand heeft gestoken, terwijl de bewo ners afwezig waren. Te Brouwershaven is Donderdag nacht de schuur van den landbouwer Pannekoek met het zich daarin bevindende hooi en graan, dorschmachine en andere gereedschappen een prooi der vlammen geworden. Het vee is ge red. De bewoners, die in diepe rust lagen, werden gewekt door het huilen van den hond, welke op zijn post. waaraan hij geketend was, het te warm kreeg. De woning heeft weinig schade bekomen. Door de arrond.-regtbank te Roermond is de pastoor van Pey, ge meente Echt, veroordeeld als gehandeld te hebben in strijd met de wet, ter zake van een door hem gehouden processie, waarvan door de marechaussee proces-verbaal was opgemaakt. Bij deze uitspraak van de regtbank is in beginsel aangenomen: dat parochiën, in 1848 niet beslaande, zich niet be roepen kunnen op het rescript van 25 Mei 1819. litt. K., waarbij twee processiën per jaar worden toegelaten, namelijk die op Sacramentsdag en een ter keuze van den bisschop. Bij de regtbank heeft de betrokken pas toor zijn eigen verdediging voorgedragen. Een zeer eigenaardige wraakneming van een verbolgen vrouw op haren man had onlangs te Batavia plaats. Zekere mevrouw B. had ongenoegen gehad met haar echtvriend en van hem een paar gevoelige blijken zijner gramschap ontvangen. Op denzelfden dag kwam de man van zijn bureau, maar zijn hnis binnentredende, ontwaarde bij, dat alle meubels weg waren en ook zijn vrouw verdwenen was. Geen stuk goed had zij achtergelaten; alleen een lakenschen jas en een pantalon vond de beroofde echtgenoot op den grond der slaapkamer gespreid. In plaats van eten vond hij zelfs geen keuken meer, want zijne vertoornde ega had ook in haar woede de bam boezen bijgebouwen omvergehaald. Met een leege maag, beroofd van zijn vrouw en bijna ook van huis en dak, kwam de ongelukkige bij den schout zijn beklag doen, echter zonder gevolg. 's GRAVENHAGE 8 December. Tot burgemeester der gemeente Groenlo is benoemd de heer H. F. Hes- selink van Suchtelenen tot burgemeester der gemeente Ruinenjhr. H. G. van Holthe tot Echten. Tot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Alkmaar is benoemd de heer J. J. Terwen, te Almelo. De luit. ter zee 2e kl. J. Wentholt, dienende aan boord van het ram- torenschip Koning der Nederlandenwordt op non-activiteit gesteld. Voorts worden de luitt. ter zee 2e kl. C. F. W. K. Happé, D. A. Mensert en C. L. de Jong geplaatstrespectivelijk aan boord van voornoemd ramtorenschip schroefstoomschip Zilveren Kruis en wachtschip te Willemsoord. In de zitting van de tweede kamer van gisteren heeft de minister van binnenlandsche zaken ten opzigte der gymnasia gezegd dat het leerplan niet behoeft te zijn een onveranderlijk plan maar dat daarin eenige speling behoort te worden gelaten en dat men zich er toe bepalen moetalgemeene beginselen te stellen. De minister heeft den inspecteur over de gymnasia verzochtnog in deze maand een rapport tot wijziging van het leerplan te mogen ontvangen. De aansluiting der pro-gymnasia aan de gymnasia zooals die bij de wet is aangenomenis geen hinderpaal voor eene goede regeling. Wat betreft de splitsing in het zesde jaar, de minister mag niet ontveinzen, dat het gemis dier bepaling door de deskundigen wordt betreurd. De mi nister zal echter afwachten het resultaat van een overleg te dezer zake en zal dan eerst zijne denkbeelden over het leerplan laten gaan. Is er met de bestaande wet geen goed leèrplan te krijgen, dan zal hij niet schromen, wetswijziging aan de kamer voor te stellen. Het verleenen van rijks-subsidie is overeenkomstig de wetmaar het wordt eene soort van prijswaarnaar verschillende gemeenten dingen. Daarom is in dezen voorzigtigheid hoogst- wenschelijk, opdat niet onderlinge naijver van gemeenten worde opgewekt. Alvorens met de gemeenten te onderhandelen heeft de minister den inspec teur opgedragente onderzoeken waar de oprigtiug van gymnasia en pro gymnasia het wenschelijkst is. De heer Schagen van Leeuwen besprak de regeling van het onderwijs in de taal-, land- en volkenkunde van Indië. Vroeger werd dit te Delft van rijkswege bekostigdthans niet meer. Spr. herinnerde aan de geschiedenis dezer zaak en wees er op, dat van de instelling te Delft veel meer jonge lieden het diploma hebben verkregen dan te Leiden, terwijl die instelling den staat meer dan 2% ton heeft gekost en de instelling te Delft niets. Spr. had nu gewenscht dat, na opheffing van de instelling te Leiden, op de belangen van Delft zou zijn gelet, doch, hoewel er geen zweem van naijver tegen Leiden beslaat, moest hij met leedwezen verklaren, dat het ge meentebestuur van Delft nimmer eenig bewijs van belangstelling van de vo rige regering heeft ontvangen. Nu had men mogen verwachten, dat aan Delft alle steun zou worden verleendomdat het gebleken isdat het on derwijs daar goed is. Doch wat gebeurt Leiden verklaart met 1 October weder een instelling te zullen openen en nu hebben de ministers van bin nenlandsche zaken en van financiën aan Leiden onmiddellijk groote be wijzen van ingenomenheid gegeven. Deze bleek vooral uit het geven van dispensatie aan de betrokken hoogleeraren te Leiden tot het geven van onderwijs ook aan de gemeente-instelling te Leiden, terwijl voor hetzelfde doel ook een lector is aangesteld. Men gaf dus aan Leiden groote voor keur en voor Delft deed men niets of betrekkelijk niets; Leiden genoot al lerlei voordeelenDelft niets. Er heerschte dus schromelijke onregtvaardig- heid. In weerwil nu van al de ondersteuning, had Leiden slechts enkele studenten, terwijl Delft er bijna honderd had. Spr. wilde het hierbij laten en hoopte dat de regering in deze regtvaardigheid zal betrachten en dat de minister gelijke sympathie zal toonen voor Delft als voor Leiden. De heer van der ICaay wilde niets zeg;gen ten nadeele van Delft; hij wenschte de instelling daar ook te bestendigen. Hij herinnerde echter aan hetgeen te Leiden is geschied naar aanleiding van de wet op het hooger onderwijs. Leiden meende dat in zijn midden de gelegenheid moest blijven bestaan om het onderwijs voor het Indisch ambtenaars-examen te kunnen genieten. Wat had Leiden nu gedaan? Alleen de gelegenheid gegeven tot aanvullend onderwijs van hetgeen op de academie zelve wordt geleerd. Finanlieel had Leiden er geen voordeel bij, maar wel heeft men dit ver kregen dat van het universitair onderwijs gebruik kan worden gemaakt voor het bijzonder onderwijs, noodig voor Indië. De minister van binnenlandsche zaken zeide, dat de heer van Leeuwen niet te veel gezegd had van de verdiensten der Delftsche inrigtingen de 1 feiten door hem aangevoerd mogt de minister ook niet weerspreken. Van den anderen kant was het echter waar, dat wanneer te Leiden werkkrachten aanwezig zijn om gelijke inrigting te steunen, deze niet mogten worden 1 veronachtzaamd. Ministers voornemen was de onpartijdigheid in acht te nemen. In de zitting van de tweede kamer van heden is ingekomen eene lijst van aanbeveling voor de benoeming van een lid in den hoogen raad. Daarop komen voor de hh. Loke raadsheer in het hof te 's llageAsser, raadsheer in het hof te Amsterdam; Feithregter bij de regtbank te Amsterdam; Alting Mees, oud-minister; de Ranitz, president van de regtbank te Zwolle; en Heyligersauditeur-militair. Het hoofdstuk binnenlandsche zaken is na discussie, waarbij de minister eene wettelijke regeling der levensverzekering-maatschappijen in het ver schiet stelde, met algemeene stemmen aangenomen. Het hoofdstuk Marine is mede aangenomen. De hooge raad heelt in zijne gisteren gehouden zitting jeen arrest gewe zen waarbij de vraag beantwoord wordt of een huwelijktusschen Neder landers in Engeland gesloten, in Nederland als een wettig aangegaan huwe lijk kan beschouwd worden. Die vraag werd in overeenstemming zoowel met het arrest van hel hof te 's Gravenhagc als met het gevoelen van den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 5