BIJVOEGSELbehoor end a tot de Leidsehe Courant BUITENINDSClIi: BEBIGTEM. vun Maandag 26 JS'ovember dS77iT°. 27 9- Naar aanleiding van het zinken van een vaartuig, met rattenkruid ge laden, in den Rijn, heeft de commissaris des konings in Gelderland de ge meentebesturen verzocht alle politiemaatregelen te nemen, welke ter voor koming van ongelukken het meest doelmatig worden geacht. Men meldt uit Zwolle: Door aanhoudenden westelijken en N. W. storm is het water dan gisteren nacht weder ontzettend gewassen, zoodat men de sluizen der Willemsvaart weder heeft moeten sluiten. Al de landerijen om de stad staan blank en de wegen buiten de Diezerpoort loopen reeds over. Allerwege is men druk in de weer met het plaatsen van kistingen en damplanken om den gedachten vijand te keeren. Te Zwartsluis is de tijdelijke ringdijk voor het buitenhoofd der nieuwe schutsluis doorgebroken. Het metselwerk is gereed, doch de deuren waren nog niet ingehangen. Zaturdag II. had te Kolham een treurig ongeluk plaats. Een landbou wer wilde de paarden uit het la d halen, waardoor een dezer dieren hem door een slag zoodanig aan het hoofd heeft getroffen, dat zijn schedel ge deeltelijk verbrijzeld was. Hij is een paar dagen later overleden. De persoon van E. de Haan, verdacht van op zijnen broeder W. de Haan een moordaanslag te hebben gepleegd, heeft, naar men verneemt, in de gevangenis te Winschoten getracht zich door ophanging van het leven te berooven. Dezer dagen is een verslag der commissie van controle voor de Oos- tenrijksche staatsschuld openbaar gemaakt, waarin mededeelimren betref fende de conversie van die schuld worden gedaan. Deze, ongeveer tien jaren geleden aangevangen arbeid schijnt thans zoo goed als geëindigd te zijn: de gezamenlijke schuldbrieven zijn, tot op een bedrag van 3y2 millioen flor. na, in stukken der nieuwe schuld geconverteerd. Niet onbelangrijk is eene bij het verslag gevoegde tabel, waaruit blijkt, voor welk bedrag aan schuldbrieven in de voornaamste steden van hel buitenland is gecon verteerd. Aan het hoofd staal Amsterdam met 42G millioen flor.; dan volgen Frankfort met 129 millioen, Brussel met 119 millioen. Parijs met 109 millioen. Keulen met 51 millioen, Antwerpen met 36 millioen, enz. In het geheel is voor 1007 millioen flor. in het buitenland geconverteerd, terwijl de geheele schuld ruim 2500 millioen bedroeg. (IV.v.d. Volgens een van den minister-resident der Nederlanden in Japan ont vangen berigt, van 17 September, is te Yokohama de cholera uitgebroken. 'sGKAVENIlAGE, 24 November. Door Z. M. is aan den voor de dienst in Indië bestemden soldaat F. Oertcl, van het koloniaal werfdepot, vergunning verleend tot het dragen van de Dnitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den vcldtogt tegen Frankrijk in 1870/71. Bij het personeel van de geneeskundige dienst der landmagt is benoemd tot officier van gezondheid 2e kl. de officier van gezondheid 3' kl. J. 11. Reintjes. van dat personeel. De luitt. ter zee le kl. C. de Klopper, J. A. Willink Ketjen, L. J. Cambier, H. R. J. J. Thorbecke en de officier van administratie le kl. J. C. L. K. van Wely, dienende aan boord van het fregat Evertsen. worden op non-activiteit gesteld. Voorts worden de kapitein P. Dibbelz en de 1® luitt. bij het corps mariniers 11. B. Stenfert, J. B. Verhey, G. C. Mirandolle en E. A. G. de Petit, thans ingescheept aan boord van dien bodem, ter be schikking gesteld van den kommandant van hel corps mariniers. De luit. ter zee 2e kl. W. H. Dittlof Tjasscns wordt geplaatst aan boord van het wachtschip te llellevoetsluis. De l,te luit. der infanterie op non-activiteit P. C. ColthofF is bij het 5' reg. infanterie in activiteit hersteld. De leden van de eerste kamer der staten-generaal zijn ter vergade ring bijeengeroepen tegen Dingsdag den 44en December e. k.des avonds ten half acht ure. Na het indienen der gewijzigde begrooting voor het dep. van binncn- lnndsche zaken voor 1878 is het den minister gebleken, dat de onder art. 79 bis gebragte memoriepost kan worden vervangen door het cijfer van IC 750. Het eindcijfer van afdeeling VI klimt daardoor tot 3.247.707 en dat van de seheclc begrooting tot ƒ7.369.536. Art. 79 bis moet derhalve gelezen worden als volgt: "Kosten der opleiding van leeraren van het her vormd kerkgenootschap van wege dit genootschap 16750." De minister zegt tot toelichting van deze som het navolgende: Art. 104 der wet tot regeling van het hoogcr onderwijs bepaalt, dat, in dien na haar inwerkingtreden van wege het hervormd kerkgenootschap tot liet opleiden van leeraren voor dat kerkgenootschap een of meer leerstoelen of scholen van hooger onderwijs worden gevestigd ten behoeve dier opleiding jaarlijks van rijkswege zoodanig bedrag beschikbaar kan worden gesteld, als blijken zal voor dat doel noodig te zijn. De algemeene synode der her vormde kerk heeft in hare zitting van 24 Augustus 1877 besloten, onder voorbehoud van eene in November daaraanvolgende te houden stemming van de leden der provinciale kerkbesturen, in Leiden, Utrecht en Groningen, en wanneer het geschieden kan zonder bezwaar voor de ned. hervormde kerk, ook te Amsterdamtot aanvulling van het aan de daar gevestigde universi teiten gegeven onderwijs in de godgeleerdheid, van wege de Ned. hervormde kerk hooger onderwijs in de godgeleerdheid te doen geven tot vorming van hare aanstaande evangeliedienaars, en dat onderwijs in elke der vier genoemde plaatsen op te dragen aan twee hoogleeraren, aan welke jaarwedde en pensioen worden verzekerd, tot hetzelfde bedrag als den hoog leeraren aan de rijks-universiteiten. Die hoogleeraaren zullen eerst worden aangesteld met ingang van 1 Jnnij 1878. Van 1 October 1877 tot 31 Mei 1878 zal het onderwijs in de dogmatische en practische vakken, op ver langen der synode en met. goedkeuring des konings, gegeven worden door hoogleeraren in de godgeleerdheid aan de drie rijks-universiteiten, leren eene vergoeding van ƒ800 voor elke godgeleerde faculteit. Ter bestrijding van deze uitgaven van de jaarwedden van acht hoogleerarénop ƒ435 ge raamd, zou eene som van ƒ21500 worden vereischt. Naar inzien der rege ring kan de Ned. hervormde kerk geen aanspraak maken rp bezoldiging door het rijk van twee hoogleeraren te Amsterdam. De geschiedenis van art. 104 toont overtuigend aan, dat nu de faculteit der godgeleerdheid aan de rijks universiteiten niet langer dient "lot vorming der kweekelingen voor de hervormde godsdienst" (art. 56, 1» van het koninklijk besluit van 2 Augus tus 1815, n®. 14) en de kosten dier vorming voor rekening van de her vormde kerk komen, deze alleen in billijkheid aanspraak kan doen gelden op tegemoetkoming voor zooveel die vorming dusverre aan de rijks-hooge- scholen plaats had. liet is der regering toegeschenen, dat in afwachting of door nader overleg eene definitive schikking tot stand te brengen zijn zal, met de aanvrage voor 1878 genoegen kan worden genomenmits het bedrag werd verminderd met hetgeen voor Amsterdam was verlangd, waardoor het cijfer tot ƒ16750 daalt. v h A W K H 1.5 Si. Het nieuwe ministerie is zamengesteld als volei: generaal de Roche- bouct, oorlog en voorzitter van den ministerraad; de Banneville, buitenland- sche zaken; Welche, binnenlandsche zaken; Lepelletierjustitie; Dutilletix, financiën; Grafie, openbare werken; Faye, onderwijs; Ozenne. koophandel. De minister van marine is nog niet benoemd. Men verneemt dat, ten gevolge van het aftreden van hel ministerie de Broglie, verscheiden prefecten hun ontslag hebben gevraagd. Den 16Ji° December zal er in het negende arrondissement van Parijs eene nieuwe verkiezing plaats hebben, daar de heer Jules Grévy besloten heelt het arrondissement Doledep. der Jura, in de kamer te vertegen woordigen. Omtrent het afgetreden ministerie laat de heer Lemoinne zich in het Journ. des Déb. aldus uit: Zij zullen tol het laatste toe kwaad hebben gesticht. Tot na hunnen dood hebben zij schade willen aanrigteu en, ter veroordeeling van hun geweten en hunne nagedachtenis, zullen zij geslaagd zijn. Zij gaan heen en laten slechts kiemen van burger oorlog, zaden van haal en tweedragt tusschen alle klassen der natie achter zich, tredende op de giocijendc asschen van al onze regten. al onze wetten, al onze vrijheden. De zes maanden eener onbeschaamde overheersching waaronder zij ons gebukt hielden, van een vernederend bestuur, waarbij het bedrog wedijverde met het geweld, zijn niet genoeg geweest, zij willen nog poslluime wraak uitoefenen en nieuwe verdeeldheden als nalatenschap ons vermaken. Nooit, onder geenerlei staatsregelingzelfs niet onder die, welke deze edele liberalen voorheen vervloektennooit is er zulk eene plundering gehouden van al de regeer-instrumenten, nooit zijn waarheid en regtscha- penheid schandelijker geminacht, liet keizerrijk is in eere hersteld; zoo dit het is wat men verlangde, is men geslaagd. Volgens de Temps, zou het nieuwe ministerie den Maarschalk te kennen hebben gegevendatzoo een nieuwe ontbinding gevraagd werd zij hun ontslag zullen indienen. Zij zouden hun programma in de beide kamers bekend maken. Door den heer Pouyer Quertier zou dit geschieden in de kamer; door den heer Balbie in den senaat. Het ministerie zou bij die gelegenheid verklaren, dat het hel vertrouwen van den president bezit, op dat van den senaat rekenten dat der kamer hoopt te winnendoor daden zijn ernstigen wil toonend om de gemoederen tot bedaren te brengen en de belangen te bevredigen. Nu zij het gezag hebben aanvaard waren zij voornemens op eerlijke wijze te werken aan de ontwikkeling der con stitutie, die de wet des lands is geworden. De correctionele reut bank te Montpellirr heeft den maire van Gigean tot 3 maanden gevangenisstraf en 50 fr. boete veroordeeld omdat hij door bedreigingen en beloften de kiezers zijner gemeente heeft trachten over te halen hun stemmen op den officiëlen candidaat uit te brengen. De kiezers hadden den maire aangeklaagd. Volgens de Patrie is le Lyon een genootschap van «Sansculojtes" tot stand gekomen, hetwelk den aldaar lot lid der kamer verkozen oud-vöor- zitter van den Parijschen gemeenteraad Bonnet-ünverdier tot eere-voorzitter en zekeren Roux tot voorzitter benoemd heeft. te t; i T s sa a, a j* s». In het huis van afgevaardigden is eene interpellatie behandeld, waarbij de Fortschritts-parlij inlichtingen omtrent het gebruik van het zoogenaamde Wellenfonds vroeghet indertijd seseqnestreerde vermogen van den koning van Hanover. Namens de regering werd een antwoord op die vraag ge weigerd, omdat het beheer van dat fonds niet voor rekening van de Pruis- sische sëhatkist geschiedtmaar voor die van den gewezen koning van Hanover. De eenige minister, die de zitting bijwoonde, verwijderde zich terwijl de interpellatie gedaan werd. liet ontvangen antwoord voldeed na tuurlijk niet en dientengevolge verkreeg de verdere beraadslaging een scherp karakter. Bij de behandeling van de begrooting van eeredienst in het huis van afgevaardigden heeft de centrum partij op intrekking der Mei-wetten aange- j drongen. Namens haar rieden dat de hecren Reichensperger en Windthorst. Laatstgenoemde betoogde, dal de vrede en de vroegere verhouding tusschen kerk en staat daardoor hersteld zouden kunnen worden; de quaestie der gelijkstelling van heide magten zou dan ter zijde gelaten kunnen worden. De liberaal-katholieke afgevaardigde Petri bestreed de noodzakelijkheid zelfs j van eene herziening der Mei-wetten, die alleen de regten van den staat te gen de aanmatiging der kerk wilden beschermen. Dergelijke wetten bestaan, naar hij aantoonde, in vele staten, en er zijn millioenen katholieke Christe nen, die van de centrums-partij niets willen welen, ofschoon zij altjjd uit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 5