PER TELEGRAAF.
minderheid. Zonder harlstogt, zonder zwakheid, zonder opgewondenheid
doen wij onzen pligt.
[)e Punch is bij aankomst te Parijs in beslag genomen om een prent,
den maarschalk Mac Mahonin unitormvoorstellende naast het graf van
den heer Thiers, die den president der republiek in de gedaante van een
geest verschijnt en in zijn hand een rol houdt, waarop men het woord
«manifest" leest. De heer Thiers wordt geacht deze woorden te spreken:
„lk ben niet meer uw mededinger. Wees gewaarschuwd nu het nog tijd
is. Handhaaf de republiek."
Eenigen tijd geleden werd graaf de Roys, luit.-koloneldie als repu-
keinsch candidaat te Bar-sur-Aube optreedt, bij den minister van oorlog
ontboden, die hem verzocht zijn ontslag te nemen, daar deze candidatuur
een vijandige daad tegen den maarschalk Mac-Mahon en derhalve voor een
officier hoogst ongepast was. Graaf de Roys weigerde en deelde den minis
ter zijne circulaire aan de kiezers mede. ten bewijze, dat hij den persoon
en de grondwettige prerogativen van den maarschalk geheel buiten het
debat liet. Een tijd lang werd niets van de zaak gehoord. De candidatuur
van graaf de Itoys vond steeds meer bijval, maar thans heeft de candidaat
berigt ontvangen dat hij als officier is ontslagen.
Men verneemt dat een der republikeinsche candidaten, de heer Durieu,
bel plan had gevormd aan eenige personen uit zijn arrondissement een diner
te geven. Op straffe van de inrigling te sluiten, heeft de prefect alle hotels
verboden te eten te geven aan de gasten van den heer Durieu.
De schade, veroorzaakt door het afbranden van de pianofabriek van
Erard, wordt geraamd op 1% millioen fr.
£3 I! IT8GHLAWD.
Dit Essen wordt gemeld, dal de Russische regering bij de firma Krupp
weder 300 kanonnen heeft besteld, waaronder een groot aantal stukken
belegeringsgeschut. Tevens wordt uit Berlijn gemeld, dat zij aldaar con
tracten heeft gesloten voor aanzienlijke leveranliën van wollen- en anderen
goederen. Met uitzondering der linnenfabrieken heerscht reeds in alle we
verijen eene buitengewone bedrijvigheid.
De onderaardsche telegraaf lusschen Berlijn en llalle is thans 12 maan
den in dienst en geeft bevredigende uitkomsten. De geleidende kracht van
den draad wordt telkens grooter. Deze bestaat uit 7 dunne koperen draden,
die ineen zijn gevlochten en met gomelastiek omhuld De andere lijnendie
reeds gelegd zijn, of aan welke men bezig is, loopen van Berlijn naar
Keulen, Erankfort, Straatsburg, Hamburg en Kiel, Breslau en Koningsbergen.
Een kunstig stoomwerktuig graaft den grond uitwaar de draad moet loopen
legt dezen neer en vult daarna de opening weder aan, die een meter diep
en een halve meter breed is. Naar men vermoent, zal dit stelsel van onder
aardsche lijnen niet slechts blijken in den oorlog uitnemende diensten te
doen, maar ook goedkooper blijken te zijn, daar men de uitgave voor en het
kostbare onderhoud van de telegraafpalen bespaart.
In de Beijcrsche kamer van afgevaardigden is de volgende interpellatie
tot de regering gerigl: Volgens de Beijersche bladen heeft zich bij eene
filiaal der kon. bank, die te Bamberg, een betreurenswaardig feit voorge
daan. Naar het heel, heeft de hoofdambtenaar, die ruim 30 jaren bij die
inrigling in dienst is geweest, zich aan verduistering van geiden schuldig
gemaakt, en wel voor een bedrag van eenige milliocnen. De zaak heeft
eene geduchte agitatie teweeg gebragt; hel is echter mogelijk dat er in de
geruchten veel overdrijving heerscht, doch in alle geval wcnschen de inler-
pellanien iels officieels te vernemen. Zij vragen derhalve, of de regering
omtrent het gebeurde mededeeling kan doen, en welke maatregelen zij ter
voorkoming van meer dergelijke feiten denkt te nemen.
Een Noorweegsch dagblad berigt, dat men te Tromsö voor rekening
der Russische regering vijf zeilschepen en één remorqueur heeft gehuurd,
die met bouwmaterialen en eenen voorraad van kleederen en levensmiddelen
naar Nova Zembla zullen gezonden worden. Men heeft het voornemenop
dit eiland zes huizen te bouwen en een even groot aantal gezinnen van
Samojeden er heen te brengen. Mettertijd zou men deze kolonie in een
zeer gevvigtig station voor de handelsverbindingen met den Ob en den
Jeniseï kunnen veranderen.
TURKIJE.
Van Gorni Studen wordt gemeld dat bij Plcwna. ondanks de koude
en den regen de sappeurs-werken worden voortgezet. De Rumeniërs vor
deren belangrijk met hunne loopgraven.
Naar men uit Bucharest aan de Pol. Corr. meldt is uit het Russisch
hoofdkwartier het bevel verzonden om een nieuw Russisch legercorps on
middellijk te mobiliseren en naar Bulgarije te zenden, liet garde-corps zal
den 12'° October voltallig op het oorlogstoonecl aanwezig zijn.
WEENEN. 8 October. De Pol. Corr. meldt uit Belgrado, onder dagtee-
kening van heden: De onderhandelingen tusschen de Servische regering en
de Russische agenten zijn afgeloopcn, met liet resultaat dat er tusschen
Servië en Rusland eene definitive overeenkomst is gesloten. Gisteren is eene
Servische brigade naar de grenzen op marsch gegaan. Eerstdaags wordt
een overste van den Russischen generalen staf hier verwacht.
KONSTANTINOPEL8 October. De Porte heeft Prenktio, opperhoofd der
Miriditen. naar Konstanlinopel ontboden, onder bedreiging dat, ingeval hij
hieraan niet voldoet, zijn vermogen in beslag zal worden genomen.
LONDEN, 8 October. Sir Stafford Northcote heeft te Exeter eene rede
gehouden. Aangaanden den oorlog lusschen Rusland en Turkije verklaarde
hij, dal elke der beide oorlogvoerende partijen gebruik zou maken van eene
gelegenheid tot het verkrijgen cener vredelievende schikking zonder nadeel
voor de militaire eer.
BERLIJN, 8 October. De Nordd. /tllg. Zeit. bevestigt liet berigt dat er
lusschen Duitschland en Italië geen alliantie-tractaat is gesloten. Naar hare
verzekering zouden daaromtrent aanhangige onderhandelingen volstrekt geen
storing van den vrede ten doel hebben, maar zamenwerking voor het geval
dat de verkiezingen in Frankrijk in clericalen en daardoor in agressiven
zi" mogten uitvallen.
RAGUSA 8 October. De Montenegrijnen in de Herzegowina hebben eene
verdedigende houding aangenomen. De Turken ontvangen voortdurend ver
sterking en maken zich gereed om de verloren posilien te heroveren.
PARIJS, 8 October. De Frangais meldt dat het nieuwe proces tegen
Gambetta Vrijdag door de regtbank behandeld zal worden.
KONSTANTINOPEL, 8 October. 24 halaillons, die een naar Plewna be
stemd konvooi begeleidden, zouden een Russisch detachement geslagen heb
ben. en te Kiretch Ketipru aangekomen zijn. Den volgenden dag moesten
zij hunnen weg vervolgen. Mehemet is te Varna aangekomen. Het bombar
dement van Rustschuck wordt voortgezet.
LEIDSCH E SCHOUWBURG.
„De Vreemdelinge", tooncelspel in 5 bedrijven, door Alexandre Dumas
zoon. Vertaling van A. J. Le Gras.
Terwijl Dr. Rémonin gisterenavond met pleizier den dood van den Hertog
de Septmonts constateerde, constateeren wij met pleizier de herleving onzer
Hollandsche looneeivoorstellingen. Die eerste van het twaalftal, dat wij van
hel Rotterdamsche gezelschap te wachten hebben, heeft algemeen voldaan.
Het zal velen aangenaam zijn geweest met het reeds veel besproken stuk
van Dumas fils "l'Elrangère" kennis te maken. Daarbij vertoonde het affiche
ons de namen van Mw. de Vries, Mej. Beerstnans, de heeren J. Haspels,
D. Haspels, v. Ztiylen enz., hel was dus geen wonder dat de schouwburg
stampvol was.
De Vreemdelinge" bezit ongetwijfeld groote verdiensten. Hebben wij in
ons verslag van "Bébé" het gemis van alle zedelijke strekking veroordeeld,
in dit tooneelspel is de strekking bevredigend. Zij die Dinsdag 11. en giste
renavond den schouwburg hebben bezocht, zullen ongetwijfeld het verschil
hebben opgemerkt tusschen een stuk van het mauvais genre, op een theater
van minderen rang thuis behoorende en een van den gunstig bekenden let
terkundige Dumas fils.
«L'Etrangère" (want het woord "Vreemdelinge" wil ons niet bevallen en
het spijt me. dat de heer Le Gras bij zijne overigens goede vertaling geen
anderen titel heeft gekozen) is in een fraaien stijl geschreven en zit flink in elkaar.
De gesprekken zijn vloeiend en geestig maar wel hier en daar wat lang. De
drie eerste bedrijven hadden misschien wat ingekort kunnen worden want
de handeling gaat eerst in de twee laatste acten wat sneller voort Wij
worden in dit stuk herinnerd aan Emile Augiers "Gendre de Monsieur Poirier,"
waar ook een parvenu, als Mauriceau, zijn dochter nit trctschheid met een
voornaam heer laat trouwen. Augier maakt echter van dien schoonzoon
een fatsoenlijk man, terwijl de Hertog de Septmonts in "l'Etrangère" een
nietswaardig sujet is. In beide stukken wordt aangetoond aan welke ellende
een vader zijne dochter blootstelt, wanneer hij haar uithuwelijkt zonder
haar hart te raadplegen.
Die vader: Mauriceau, de dochter: Catherine de Septmonts, door haar echt
genoot schandelijk verwaarloosd, en de edele Gerard, de vriend uit haar
jeugd, zijn naar waarheid geteekend en wekten in hooge mate onze belang
stelling.
Maar de persoon, naar wie het stuk werd genoemd, "l'Etrangère" zelve of
Mistress Clarkson, wat zullen wij van haar zeggen? Wij begrijpen eigen
lijk niet wat de Schrijver met die figuur bedoeld heeft, want als wij den
loop der handeling nauwkeurig volgen, dan komen wij tot het resultaat dat
Mistress Clarkson best gemist had kunnen worden. Hoe dikwijls er ook
over haar gesproken wordt, is en blijft zij altijd een nevenpersoon. Zonder
haar zijn de Hertog en de Hertogin de Septmonts evengoed met elkaar onge
lukkig; zonder haar wordt de oude liefde van Catherine voor Gerard even
zeer opgewekt. Zonder haar duelleert de Amerikaan Clarkson evengoed met
den Hertog, waardoor hel moeilijke probleem wordt opgelost. Ja, nergens
wordt door haar eene ingrijpende verandering teweeggebracht. Neem dus
Mistress Clarkson weg, reduceer het stuk tot drie bedrijven en niemand
zal meer naar genoemde dame vragen.
Deze geheele persoon heeft iels schimachtigs. Zij heet Preemdelingeen
is dan ook stellig een vreemde verschijning, liet zou ons zelfs niet verwon
deren, wanneer onder de toeschouwers de twijfel is geopperd, of haar ge
heele beslaan niet onmogelijk is. Heelt Alex. Dumas die figuur aan de
werkelijkheid ontleend, of is zij een kind zijner verbeelding? In het laatste
geval scharen wij ons aan de zijde der twijfelaars. Wie is Mistress Clarkson
De dochter eener slavin, die, om zich le wreken over liet onrecht haar
moeder aangedaan, aan alle mannen vijandschap heeft gezworen. Zij begint
met op den dag van haar huwelijk van haar man weg te loopen. en na
eenige andere avonturen in Amerika opent zij te Parijs hare salons voor heeren;
dames komen er nooit. Met haar man heeft zij zich in zóóver verzoend,
dat zij hem als compagnon voor hare zaken heeft aangenomenmaar zij
woont in de Oude- en hij in de Nieuwe wereld. De omgang met hare min
naars is van dien aard, dat zij hun nooit eenige gunst toestaat; zóó zelfs
dat zij aan Clarkson plechtig verklaart, dat zij sinds zijn vertrek naar
Amerika van niemand een kus ontvangen heeft. In hoever nu zulk eene
Pestaalsche Lorelte in Parijs mogelijk is, zou hij moeten beslissen, die de
toestanden daar volkomen kent. W-ij willen het niet, maar twijfelen!
Hel stuk werd uitstekend gespeeld. Er was een samenwerking, die onze
bewondering verdiende. Mw. de Vries was eene bekoorlijke Hertogin de
Septmonts, en wist haar rol goed te nuanceeren. Hare verontwaar
diging in het le bedrijf, gihg haar evengoed af als hare hartelijkheid
tegenover Gerard en haar angst bij het aanstaande duel. Haar glanspunt
was de scène met den Hertog, als zij opeens haar overkropt gevoel lucht
geeft in de hevigste verwijtingen. Mw. Beersmans speelde de moeilijke rol van
de "l'Etrangère" met veel studie; vooral beviel ons hel verhaal harcr lotge
vallen. Mw. de Vries muntte in dat tooneel ook zeer uil door stil spel. Aan
beide dames werden fraaie bouquetten geschonken. Van de heeren noemen
wij Rosier Faassen, als Mauriceau, D. Haspels als Gerard, Le Gras als
Dr. Rémonin en J. Haspels als de Hertog.
Een aardige persoon is de ruwe, ronde Amerikaan Clarkson.- Hij geeft
onder al die lui uit de groote werelden bij al die deftigheideen zeer ge
lukkige afwisseling. De heer v. Zuylen was de rechte persoon voor die rol
en onthield zich van al te groote ruwheid, waartoe hij zoo licht verleid
had kunnen worden.
Leiden, 9 Oct. 77.