waar ailc schade is hersteldeene zeer ligtc stral uit te spreken, in heide
zaken zal de uitspraak Donderdag aanst. plaats hebben.
De korenmolenaar J. v. K. te Katwijk werd in 1874. na als lid van
den gemeenteraad deel te hebben uitgemaakt van de commissie van beheer
van den weg van Katwijk door Rrjnsburg en Oegstgcest tot den grootcn
weg van Haarlem naar 'sllage, bij zijne niet-herkiezing als raadslid in
zijne functiën als zoodanig door den "heer" van Katwijk gehandhaafd en
hem tegen een jaarlijksch salaris van /50 opgedragen het in goeden staat
onderhouden van den weg. Daartoe verkreeg hij van den penningmeester
gelden in voorschot, die telken jare door overlegging van quitanliën en be
scheiden, die van de aan den weg verrigte werkzaamheden moesten doen
blijkenwerden verrekend.
Daar de uitgaven gaandeweg vermeerderden en de weg in verhouding
tot die kosten niet veel verbeterde werden door den penningmeester daar
omtrent aanmerkingen ingebragt, zonder dal deze echter aanvankelijk tot
eenige verdenking van oneerlijkheid tegenover van R. leidden. Zjj waren
evenwel van dien aard dat tot een onderzoek van de juistheid der door van
R. ingeleverde quitanliën werd besloten, waarvan de uitkomst voor hem
zeer treurig was. Van 5 quitanliën werd door hem misbruik gemaakt.
Op de eene berekende hij voor elke kar schelpen ongeveer 1 meer dan hij
werkelijk had uitbetaaldop eene andere verkreeg hij de handteekening
voor ontvangst van ƒ72 voor 16 wagens in plaats van ƒ27 voor 6 wa
gens; op eene derde, waar het de levering gold van 20 karren a ƒ1.90,
waren 24 karren tot denzelfden prijs ingevuld, terwijl hij voor twee andere
leveringen de quitanliën door anderen liet onderleekenen. Deze ontdekking
had zijne arrestatie ten gevolge en in de instructie bekende hij door geld
verlegenheid lot deze handelingen te zijn gekomen.
Heden stond hij te dier zake voor het geregtshof alhier teregt. Tien
getuigen a charge en vijf a decharge werden gehoord. De beschuldigde,
wien vijf valschheden in onderhandsche geschriften worden ten laste gelegd,
trachtte thans zjjn goede trouw boven verdenking te stellen, door te doen
voorkomen alsof werkeljjk de meerdere wagenvrachten, als de getuigen
meenden, door hem waren geleverd.
Adv.-gen. mr. van der Hoeven, de feilen releverende, wees er op hoezeer
de schijn bedriegen kan. Door zeker air aan te nemenzoowel wat zijne
levenswijze als zijne manier van spreken betreft, had besch. zich boven
zijne gemeenlenaren verheven, had hij het tot lid van den gemeenteraad en
president-kerkvoogd weten te brengen en werd hij voor de eerlijkheid zelve
gehouden. Daaraan schreef ZEA. dan ook toe het feit dat de verschillende
karrelieden als het ware blindelings de hun voorgelegde papieren ondertce-
kenden, ofschoon dit in den regel in schemerdonker plaats had. Hij eischte
ten slotte eene veroordeeling lot 2 jaren celstraf.
De verdediger, mr. W. J. Wintgens, wederlegde de getuigenverklaringen
en meende dat de twijlel der karrelieden ten opzigle van den prijs ook
het aantal kon gelden. Hij geloofde dat zijn cliënt steeds ter goeder trouw
was geweest en beval hemonder aanvoering van eenige verzachtende om
standigheden, den hove aan.
Na re- en dupliek is de uitspraak op aanstaanden Donderdag bepaald.
De 63« algemeene vergadering der Vereeniging van en voor Nederl.
industrieëlen, der 5den dezer alhier gehouden, onderscheidde zich reeds hier
door van andere, dat den voorzitter, den heer A. H Eigeman, van de aan
wezige en van een dertigtal afwezige leden velerlei bewijzen van hartelijke
deelneming toevloeiden ter gelegenheid zijner benoeming tot ridder der orde
van den Nederlandschen Leeuwmaar voorts ook door de belangrijkheid
van het verslag van den secretaris, de discussie waartoe het aanleiding gaf,
en de bespreking der aan de orde gestelde punten van behandeling. Hit
het verslag bleek dat hel bewind na voortgezette inzameling van gegevens
ter wederlegging der bekende nota-de Gelder zich Ier zake mondeling en
schriftelijk heeft gewend tot den minister van koloniën, zoomede bij adres
tot den minister van binnenl. zaken en tot de tweede kamer. Het bewind
der vereeniging staat vast in de overtuiging dat dc bedoelde nota overvloeit
van onnaauwkeurighedeu en zjj de Nederl. nijverheid teil onregtc bestempelt
als onbekwaam en magteloos tot vervaardiging der daarin besproken voor
werpen.
Voor dc ontginning der steenkolen-velden in Ned. Limburg zal de veree
niging trachten eene krachtige Nederlaudsche maatschappij in het leven te
roepen, om naast de onlangs herhoren Itergwerkvereeniging de ontwikkeling
van dezen belangrijken tak van industrie te bevorderen. Het werd als een
gemis van verband bij de verschillende lakken van algemeen bestuur aange
merkt dat hel invoerregt op meel, brood en beschuit 1 Julij 1877 was afge-
schafizonder gelijktijdige afkondiging van eenigen maatregel lot voorko
ming en hestrafling van invoer van vervalschtc artikelen van dien naam.
De overeenkomsten met dc Ned.-Indische spoorwegmaatschappij werden on
gunstig beoordeeld zoowel wat aangaat den aankoop van de lijn Batavia-
Buitenzorg als van wege het gemis van eenige bepaling in de concessie in
het belang der Nederlandschc industrie. Belangrijk waren de besprekingen
omtrent onze katoen-industic. Hel bleek dat tegenwoordig over Engeland
hier ie lande katoenen manufacturen uit Amerika worden aangevoerd van
betere qnaliteit en van minderen prijs dan de beste Eugelsche. Men kwant
terug op de usiLeelure werking v.m de afschaffing van hel. differentieel regt
lil ons Indisch tarief en de meerderheid was van meening dat de ommekeer,
die in dc hccrschende meening omtrent tarieven en handelsverdragen in alle
riglingen merkbaar wordt, ook den weg zou kunnen banen tot wijziging
der overijlde stappen, iudertijd met eene zeer geringe meerderheid in de
tweede kamer der statcn-gencraal doorgedreven en waarvan Twcnlhe niet
alleen, maar onze ganschc katoen industrie gevoelige nadeelcn te lijden heeft.
Dc lieer van der Noorda (firma van llcynsbergen) heeft in het bewind
zitting genomen; de heer Tieleman van de firma Dros en Gebr. Tieleman Ie
Leiden had voor zijn benoeming bedankt, zoodat er nog een vacature te
vervullen blijft
Na afloop der vergadering werd den beer voorzitter van wege de overige
leden van het bewind een feestmaal aangeboden ten huize van den heer
Hekker, Prinsegracht.
BU ITEN LAN DSCIIE BEMGTEN
F HAS K lï I «B Si.
Aan het besluit van den president omirenl de begrafenis van Thiers
zal geen uitvoering worden gegeven. Mevrouw Thiers had de voorwaarden
gesteld, dat zij dc kosten der begrafenis voor eigen rekening zon nemen en
de orde der lijkstaalsie zou regelende 363 voormalige afgevaardigden zou
den direct op dc familie moeten volgen en zij zou dc personen aanwijzen
die bij het graf zouden spreken. Daar dc regering die voorwaarden niet
heeft aangenomen en mevrouw Thiers er niet van wilde afwijken, heeft de
ministerraad besloten, het decreet betreffende de begrafenis in te trekken
en aan de lijkstaalsie geen deel Ie nemen, dan alleen voor zoover betreft
de militaire eerbewijzen, waarop Thiers als lid van het Legioen van Eer en
gewezen hoofd van het bewind regt heeft.
-- Naar men verneemt is Dingsdag II. in den ministerraad de vraag ter
sprake gebragt, of de papieren van den heer Thiers verzegeld moeten worden
overeenkomstig het besluit van Messidor van het jaar X, dat deze formaliteit
voor alle ltooge staatsambtenaren voorschrijft, op welk besluit de procureur-
generaal van het hof van Parijs de aandacht van liet kabinet gevestigd heeft.
De ministerraad beeft besloten, dat. met bet oog op den persoon van den
lieer Thiers, dit decrert niet streng zal worden toegepast De heer Andral,
onder-voorzitter van den raad van state, die in zeer vriendschappelijke ver
standhouding stond lot den lieer Thiers, zal bij mevrouw Thiers pogingen
aanwendendat deze uit eigen beweging dc papieren van haren overleden
echtgenoot overgeeftwaarin de slaat belang zou kunnen stellen.
Naar men uit Parijs aan de Daily iVews meldt laat Thiers twee testa
menten na. Hel eene handelt over zijn vermogenwaarvan liet grootste
gedeelte in het bezit komt van zijne cchtgenoote en schoonzuster. Over de
rest heeft hij beschikt ten gunste van neven en vrienden. Hel tweede is
zijn staal- en letterkundig testament welks uilvoering toevertrouwd is aan
Barthe'lemy Saint-Hilaire, den boezemvriend van Thiers. Een ontwerp van
een manifest, dat Thiers vóór de verkiezingen lot de natie dacht te riglen,
zou onder zijne papieren zijn gevonden.
Mevr. Thiers heeft reeds per telegraaf betuigingen van deelneming ont
vangen van den koning van België en van den keizer van Rusland.
De bureaux van dc linkerzijde van den senaat hebben een manifest tot
dc natie gerigt, waarin, nadat aan den heer Thiers eene schitterende hulde
is gebragt, het volgende gezegd wordt: "liet ontbreekt Frankrijk niet aan
mannen van verdienste en burgerdeugd, die bereid rijn de overleveringen
van den heer Thiers voort tc zetten engelijk hijzich toe te wijden aan
het vestigen eener vrijzinnige en conservatieve republiek, die alle regtmatige
belangen beschermt en voor alle verbeteringen en eiken vooruilgang open
staat." In de crisis, die wij thans doorleven, blijft onze taak dezelde.
Frankrijk zal geraadpleegd worden. Dat het zijn sonvereinen wil in eens
gezindheid en met vastberadenheid bij de aanstaande verkiezingen open
baar make. De mannen verdwijnenmaar de beginselen blijven. De heer
Thiers heeft ons de lessen eener rijpe ervaring, de voorbeelden der zuiverste
vaderlandsliefde achtergelaten. Alle republikeinen zullen aan die lessen en
voorbeelden trouw willen blijven. Dit zal de waardigste buide zijn, die wij
aan den beroemden, ons thans ontvallen Franschman kunnen brengen.
Het wordt meer en meer waarschijnlijk dat de heer Grévy liet hoofd
der republikeinsche partij zal worden.
De Figaro geeft den raad om thans, nu de heer Thiers gestorven is,
maar binnen veertien dagen de verkiezingen te houden; dan zullen de vijan
den der maatschappelijke orde. de lieden der onophoudelijke omwentelingen
geen tijd hebben zich met elkander te verstaan.
De Gaz. des Trib. berigt. dat de lib. Gambella en Murat, redacteur
en gérant van la liép. Franc., tegen a. s. Dingsdag voor de 10e kamer zijn
gedaagd, onder de aanklagt van beteediging jegens den maarschalk-president
van dc republiek en van hoon jegens de ministers. Uit de qualificatic van
het laatste delict volgt, dat het verslag van de debatten krachtens het voor
schrift van art. 11 van de wet van 27 Julij 1849 verboden is.
DIIITSLHLAAÜ,
De reis des keizers in Rijnland en Weslphalen werd niet door het
weder begunstigd, maar niettemin vinden dc Iroepenmanoeuvres geregeld
plaats. Na deu afloop van de manoeuvres bij Benraih en Kaiserswertli heeft
zich de keizer naar Dusseldorp begeven waar de provinciale landdag Z. M.
een feestmaaltijd aanbood.
In Saksen is het nog niet mogen gelukken den Coloradokever uit te
rocijeu. Den 25"" Augustus bestond er vrees dat, in weerwil der verbran
ding en omploeging op de besmette aardappelvelden, de kever niet ver
dwenen zon zijn, daar men op die velden zulk een aantal larven en eijeren
bad gevonden, dal er aan eene verdere verspreiding onmogelijk kon worden
getwijfeld. Daarom werden er den 27-, D op verschillende akkers in liet
rayon Langenreichenbach opgravingen gedaan. Aldaar vond men in den
grond niet slechts larvenmaar ook een aantal kevers in liet allereerste
stadium van ontwikkeling. Nadat men op tien andere plekken binnen dat
rayon dezelfde ontdekking had gedaan, werden den volgenden dag ook op
een paar velden in het aangrenzende rayon Prohsthain kevers en larven
gevonden. Denzelfden dag vond men ze ook op liet sladsveld van Schildau,
den volgenden dag bovendien op een daaraangrenzend stuk. Dientengevolge
is op zesiien akkers het gewas afgemaaid, iu kuilen verzameld, met benzol
overgoten, in brand gestoken en daarna op de aangevulde kuilen de grond
opgehoogd, welke daarna werd omgeploegd. Om de ontsmetting te be
vorderen, heeft men ook het omgeploegde gedeelte met eene aanzienlijke
hoeveelheid benzol begoten en ten slotte geëgd.