u;ii>s(hè; COURANT. VRIJDAG 7 SEPTEMBER. n°. m. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p. p. j 3.50, net hel Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.33, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 'sjaars, builen de expediliekoslcn. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor S Cents, franco p. p. G Cents. De prijs der Advertenliën is van 1—4 regels iedere regel meer 25 cenls. BI NNIN L A NDS!11E BE BI GTE N. LEIDEN, G September. In de heden gehouden zitling van den gemeenteraad, deelde de voor zitter mede dat van den heer Cock herigt was ingekomen dat hij de be noeming tot lid van de commissie voor de huishoudelijke verordeningen der gemeente aannam, alsmede dat was ingekomen een adres van het dep. Leiden der Maatschappij tot Nul van 't Algemeen, houdende verzoek om subsidie vodt de volkszangschool Aan de orde was de voordragl betrekkelijk de oprigting van eene inrig- ling tot opleiding van I. ambtenaren. De heer van lleukelom gaf te kennen dat hij met die voordragt niet was ingenomen. Leiden zou zich op die wijze belasten met onderwijs, dat tol de hemoeijingen van den staat behoorde; de regering wilde zelfs die pogingen niet schragen, üm hier te gaan oprigim eene school ten dienste van den staat, daaraan kon hij zijne slem niet geven. De heer van der Lit'a verklaarde dat het standpunt, waarop hij zich in deze zaak wilde plaatsen, alleen dit was: Is het in hel belang van de gemeente, ja of neen? Is hel voortbestaan der bedoekte inrig- ting in het belang der gemeente Hij betoogde dal liet belang van Leiden naauw zameiihing met die inrigling. Het onderwijs alhier vormde een geheel. Vele In dische familiën hadden zich hier gevestigd, omdat wal betreft het onderwijs, alles hier zameuhangtlager onderwijs, hoogere burgerschool, gymnasium, hoogcr onderwijs. Een schakel zou nu ontbreken. De meeste Indische familiCn, die zich hier gevestigd hebben, zouden dit niet gedaan hebben, wanneer zij hadden geweten dal die schakel zou verbroken wordenen zouden ons nu verlaten. En dat was geen ijdele vrees. Sedert men vernomen had dat de rijks-instelling alhier zou opgeheven worden hadden Indische familiCn reeds de stad verlaten en dal was toch niet onverschillig. Hij vreesde dat liet aantal Indische famiiien alhier zeer zou verminderen, ook omdat men in Amsterdam datgene zal kunnen verkrijgen, wat men hier moedwillig zou verwerpen. De zaak zou slechts eene geringe opoffering vorderen. De cijfers die voorgedragen waren, loonden aan dat de instelling slechts ƒ5000 zou kosten, hoewel zij later misschien uitbreiding zou vorderen. Tegen die ƒ5000 stonden over de schoolgelden. Delft had zijne instelling bijna voor niet gehad, daar de schoolgelden en de tractementen bijna gelijk stonden. Door eene zoo geringe opoffering verkreeg men het behoud der Indische familiën, waardoor tevens de schoolgelden voor het lager onderwijs zouden verhoogd en de belastingen zonden gebaat worden. De heer Dercksen zeide het niet eens te zijn met den heer van der Lilh omtrent het nut voor de gemeente en de gcmccnle-financiën door het verkrijgen van burgers die hij op hel oog had. Het uitzigt was door hem geopend op liet verkrijgen van meerderen van die burgers, maar die woonden ook in de omstreken. Aangenomen echter dat dit zoo was, dan zou hij nog moeten bewijzen dal er financieel voor dcel was in het verblijf van die burgers. Het middelbaar en gymnasiaal onderwijs, dat moest gegeven worden, vorderde groote kosten van de ge meente en hij geloofde niet dat de belastingen, die zij betaalden daartegen opwo gen. De heer de Laat de Kanter zeide, in antwoord hierop, dal het bestaan van de inrigtingenwaarop de heer Dercksen gewezen had, en die veel geld kost ten, door verschillende wetten waren voorgeschreven: men was niet vrij die scholen al of niet op te rigtenwant de wet verpliglle er de gemeente toe. De Indische familiën, die hier verblijf hielden, droegen echter bij tot vermindering der lasten. De heer Dercksen merkte hierop aan dat hier to'strekt geen sprake was van eene school, die door de wet wordt opgelegd. De lieer Goudsmit schaarde zich aan de zijde van den heer van der Lith. lljj zou slechts weinig voegen bij hetgeen door dien heer was gezegd Het was hier niet uitsluitend eene geld-quacstie. Leiden was geen stad van amusementen; men zou zich hier niet vestigen om zich te amuseren. Leiden was echter altijd geweest de stad voor onderwijs. Hoe vollediger dal was, zooveel te meer zou men zich hier vestigen. Wat men ook met zijne kin deren wilde aanvangen, in Leiden kon men te regt. Al zou het geen finan cieel voordeel opleveren, al zou hel ook een offer kosten, hij zou voor de vestiging der instelling zijn. De heer van lleukelom had gezegd dat het «ene inrigling was die de staat moest bekostigen, maar hel uit/igt was geopend datbijaldien hier liet initiatief werd genomende staal zich niet zou onthouden van subsidie. Leiden moest eene krachtige impulsie geven. Er zouden zich hier familiën vestigen geen vagebonden of leegloopers - en dit was geene onverschillige zaak. Die hier gevestigd waren zoude men met spijt zien vertrekken. Bij spreker woog het zwaarst dat er een schakel in het onderwijs zou gemist worden en hij zou in dat opzigt legen geen offer opzien. Leiden was nu niet meer de stad van het pauperisme, maar verkeerde in een staat van bloei en kon dat offer brengen. Daarbij kwam nog dat men hier vruchten kon trekken van het onderwijs aan de hoogeschool. Hij geloofde dat het miskenning zou zijn van de belangen der gemeente, zoo men niet lot de oprigting over ging. De heer van lleukelom was door het aangevoerde nog niet geheel overtuigd. Hij betwijfelde niet dat de gemeente uit dal oogpunt kon gebaat worden, maar hjj geloofde dat zij haar eigen huishouden moest doen, oilers brengen voor het onder wys ten behoeve der gemeente, maar niet voor het onderwijs, dat het hare niet is. De voorzitter verdedigde ten slotte de voor dragt nog met een kort woord. De zaak werd aangeboden als om niet, want de elementen waren grooleilcels voorhanden, elementen, die de instel ling hier konden doen bloeijen. Niet alleen voor het tegenwoordige, maar ook voor de toekomst was de zaak van gewigt. Zou men. zeide hij, door eene zoo kleine som niet voor de zaak over te hebben, zich niet belacché- lijk maken en later berouw hebben Hij hoopte dal de voordragt met groote meerderheid zou worden aangenomen. Tot stemming overgaande werd de voordragl aangenomen met 16 legfri 2 stemmen. Vervolgens werd overgegaan tot de benoeming van een curatorium voor de bovenbedoelde inrigling. Tol leden daarvan werden achtereenvolgens be noemd de hh. Cock, Goudsmit, J. Groll, gepens. 0. I. ambtenaar, de Laat de Kanter en mr. J. de Wal, vice-president van het hooggereglshof van Ned. Indie. De hh. Goudsmit en de Laat de Kanter, in de vergadering tegenwoordig, namen de benoeming bereidvaardig aan. Naar men verneemt zou de hoogieeraar Tellegen te Groningen het professoraal bij de juridische faculteit aan de hoogeschool alhier hebben aangenomen. De minister van binncnlandsche zaken, overwegende, dat ten gevolge van hel door den heer mr. P. ,1. A. Smitz, gekozen lid van de tweede ka mer der staten-generaalgenomen ontslag, de verkiezing van een lid dier kamer in het hoofdkiesdistrict Eindhoven moet plaats hebben, heeft bepaald dat. die verkiezing zal plaats hebben op Dingsdag 25 September e. k.en dat, zoo herstemming noodzakelijk is, die zal geschieden op Dingsdag 9 October d. a. v. Dc eerste uitgifte heeft plaats gehad van de hij Z'. M'. besluit van 14 Febr. 1877, n° 18, ingestelde gouden, zilveren en bronzen medailles aan de werklieden bij 's rijks militaire inrigtingen werkzaam. Morgen 7 September vertrekken de miliciens der ligtingen van 1874 en 1875, die den 4'len der vorige maand in activiteit zijn opgetreden, we der met groot verlof huiswaarts. Hel hoofdcomité van het Roode Kruis hier te lande heeft op nieuw de aandacht gevestigd op de behoefte aan lectuur voor zieke cn gewonde krijgs lieden der zee- en landmagt in den oorlog tegen Atchin en heelt ter voor ziening daarin de tusschcnkomst ingeroepen van de comités en correspon denten liet hoofdcomité zal elk geschenk, hoe gering ook, van boeken, tijdschriften enz. in de llollandsche. Fransche en Duitsche taal in dank ontvangen en voor de geregelde verzending zorg dragenmet vermelding van de namen der goedgunstige gevers. Dc hoogleeraar J. A. C. Oudemans zegt in het V. D., dat op sterre- kuudig gebied in langen tijd geene zoo merkwaardige ontdekking is gedaan als die van de twee satellieten van de planeet Mars door Joseph Henry, sterrekundige aan het observatorium te Washington. Ontelbare taaien is sedert de ontdekking der kjjkers de planeet Mars bekeken en nooit heeft iemand iets bij die planeet gezien, dat naar satelliet geleek. Bat de satel lieten van die planeet eerst nu ontdekt zijn, moet hieraan worden toege schreven, dat die ligchamen uitermate klein zijn, zoodat zij alleen door de reusachtigste teleskopen van den tegenwoordig) 11 tijd zigibaar kunnen zijn. Ook zal de omstandigheid, dat Mars thans zoo digi mogelijk by de aarde is, er toe bijgedragen hebben, dat die twee satellieten nu pas ontdekt zjjn. Is de schalling van den heer Henry juist, dat hun licht dat van een ster der 13d' grootte evenaart, dan kunnen zij onmogelijk groolcr middellijn hebben dan omtrent eene halve geographischc mijl en zijn derhalve, voor zoover

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 1