LMDSCIIE COURANT. 1877. 78. DINGSDAG 3 APRIL. ST ADS-BERICH T E N. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50, met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 's jaars, buiten de expeditiekosien. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. By deze Courant behoort een Bijvoegsel. Bij deze Courant wordt verzonden bladz. 2128 der Handelingen van den Gemeenteraad Zittingverslag De VOORZITTER van den Gemeenteraad van Leiden, Gezien art. 31 van den 4den Juli 1850 Staatsblad N°. 37); Doet te weten, dat de lijsten der kiezers van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en de Gemeenteraad op heden zijn gesloten, op nieuw aangeplakt en gedurende acht dagen op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage nedergelegd. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Voorzitter voornoemd, Leiden, 31 Maart 1877. v. d. BRANDELER. LEIDEN, 31 Maart. Door de Typographische Vereeniging "Lourens Jz. Coster" alhier is den heer d'. A. M. Ledeboer. te Deventer, bij zijn 80,t!n verjaardag op heden het eere-lidmaatschap dier vereeniging opgedragen, als een bewijs van de hoogachting, die de Leidsche beoefenaars der boekdrukkunst den eerwaardigen grijsaard toedragen wegens zijnen onverdroten arbeid ten bate onzer nationale boekgeschiedenis en ter eere der vaderlandsche letteren. In de zitting van het kanlongeregt van heden zijn de leerlingen der hoogere burgerschool H. en v. S.tegen wie proces-verbaal was opgemaakt wegens het werpen met sneeuwballen en verzet tegen dc policie, vrijge sproken. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 75 tot 90 volwassen personen en 23 tot 34 kinderen. Men schrijft ons nog het volgende: Eenige vroege tulpen beginnen te bloejjen. anders kon men dikwijls om dezen tijd het oog laten gaan over geheele velden met bloeijende tulpen en hyacinthen. Over eene maand bloei- jen doorgaans de erwten in de Veenen; thans staan zij, ziek van het water, ongeveer een decimeter boven den grond. Onder Veur is het niet beter ge steld met het poten van bloemkool en het aanleggen van broeibakken. Wijd en zijd wordt de wensch naar droogte geuit, want aan tal van bouwlieden zijn de handen gebonden. Op nieuw zullen akkers met aardappelen omge dolven moeten worden, want het is gebleken dat de spruiten van gelegde poters verrot zijn. Het stoomschip Koning der Nederlanden, van Nieuwe Diep naar Batavia, is op 30 Maart van Napels vertrokken. De Voorwaarts, van Bala- via naar Nieuwe Diep, is op 30 Maart van Port-Saïd vertrokken. De Hampton, van Batavia naar Rotterdam, verliet op 29 Maart Aden. Naar men verneemt zal het schroefsloomschip 4e kl. Batavia de reis naar Oost-lndië door het Suez-kanaal ondernemen en te Bender Bushir aan de Perzische golf binnenloopenten einde aldaar voor de Nederlandsche handelsbelangen te waken. De commissaris van policie te Amsterdam heeft logementhouders en winkeliers aldaar gewaarschuwd tegen de handelingen van een ruim 70-jarig grijsaardzich noemende jonkh. A. S.en eene hem vergezellende rijzige vrouw van middelbaren leeftijd, wel bespraakt, bleeke kleur en met eene zwarte sjaal gekleed, zich bij afwisseling noemende de favorite of de schoon dochter van den grijzen jonkheer. Beiden zijn bedriegers, kwamen korte lings van Arnhem, waar zij op dien adelijken titel aanzienlijke inkoopen deden zonder betaling. Op Texel wilde dezer dagen eene hoog bejaarde vrouwalleen wonende, •zich verwarmen op een sloof; hare kleederen geraakten met het vuur in aanraking, zoodat deze vlam vatten. Haar kleindochtertje, dat grootmoeder eten bragt, ontdekte het onheil en riep om hulp, maar te laat. De vrouw stierf spoedig onder de hevigste pijnen. Voor het geregtsliof te Arnhem stond eergisteren teregt J. van Elk, uit Hees, wegens poging tot moord op zijne wettige huisvrouw. De be schuldigde. een vierenzestigjarig man, verkeerde in den waan dat zijne vrouw, die twintig jaar jonger is, anderen bewijzen van genegenheid gaf, een vermoeden datblijkens alle getuigengeheel in zjjne verbeelding be stond. Hij was daarmede zoozeer vervuld, dat hij nog den vorigen avond, toen zijne vrouw naar de deel was gegaan, omdat de varkens onrustig wa ren ongekleed de deur was uitgeloopenom den pastoor kennis te geven dat het in zijne woning niet pluis was. Uit de wijze waarop hij zich toen gedroeg bleek genoeg, dat de man niet wel bij het hoofd was. Den ande ren morgen riep hij zijne vrouw in eene achterkamer en bragt haar daar met een mesje eene diepe wonde toe aan den hals, die waarschijn lijk haar dood zou hebben teweeggebragtwanneer niet spoedig zeer doel matige heelkundige hulp was verleend. De verschillende omstandigheden in aanmerking genomen, eischte het openb. min. slechts eene gevangenisstraf van drie jaren. De verdediger van den beschuldigde, mr. Brants, meende dat de daad niet toerekenbaar wasals in een toestand van zinsverbijste ring gepleegd. De beschuldigde, vroeger weduwnaar, was slechts anderhalf jaar met zijne tegenwoordige vrouw gehuwd; hij erkende dat zij altijd zeer goed voor hem was. Ook thans was zij de eerste, die hem bij het verlaten der geregtszaal de hand bood, terwijl zij hem brood en kaas gaf. De orde van advoeaten te Arnhem heeft zich gewend tot den president van en den procureur-generaal bij het geregtshof te Arnhem, met kennisge ving van den tragen gang van zaken bij de civile kamer der arrondissements- regtbank te Arnhem. Bij dit adres is gevoegd een uitvoerige justificatoire staat betreffende alle sedert September 1873 aangebragtesummier verklaarde en contradictoir behandelde zaken. Zaturdag 24 Maart werd te Zetten op het graf van d'. O. G. Heldring een grafzerk geplaatst, met een eenvoudig opschrift, het geboorte- en sterfjaar van den overledene en zijne echtgenoot bevattende, en daaronder: "De lielde vergaat nimmermeer (1 Cor. XIII vs. 8)." Boven het opschrift ziet men een krans van eiken- en lauwerbladeren. Door het geregtshof te Leeuwarden is een boerendienstmeid uit Bel- lingwolde schuldig verklaard aan kindermoordvoor de eerste maal door de ongehuwde moeder gepleegd, en veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf. Onder Ferwerderadeel werd sedert 11 Febraarij een jongeling vermist. Men rekende dat hij verdronken zou zijn. Thans is zijn lijk gevonden in de Koervaart en de toestand van het gelaat des drenkelings was in zulk een toestand, dat aan een gewelddadigen dood gedacht kon worden. Een geregtelijk onderzoek is ingesteld. De tender van den sneltrein van Parijs naar Rotterdam is op de lijn van den Grand central Beige, ter hoogte van Prinsenhage. gederailleerd. Ofschoon er geen persoonlijke ongevallen hebben plaats gehad, brengt dit voorval groote stoornis teweeg, daar telkens een hulptrein van Breda en omgekeerd van Roosendaal moest gezonden worden om reizigers en bagage van Prinsenhage af te halen. Te Vlissingen is aan boord van een der booten, die op het punt stond naar Engeland te vertrekken, aangehouden zekere K.uit Brouwershaven, verdacht van het ontvreemden eener portefeuille met eene aanzienlijke som bankpapier. Hij is met zijne 19-jarige vrouw gevankelijk naar Middelburg gebragt. 's GRAVENHAGE 31 Maart. Door Z. M. zijn tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw benoemd de hh. dr. A. M. Ledeboer, te Deventer, en dr. N. B. Donkersloot, genees kundige aan het krankzinnigengesticht te Dordrecht. De heer G. G. van Butlingha Wichers, thans surnumerair bij de ad ministratie der directe belastingen, werkzaam in de inspectie Rotterdam, is benoemd tot ontvanger der directe belastingen te Bellingwolde. Tot betaalmeester zijn benoemdte Zutphen D. Baron van Slingelandt, thans betaalmeester te Sneek; te Sneek jhr. G. J. M. Bowier, thans betaal meester te Sas van Gent. -- Negen diefstallen van vee uit de weide en een eenvoudige diefstal, gepleegd na vroegere veroordeeling tot cellulaire gevangenisstraf van langer dan zes maanden, was de beschuldiging, waarvoor heden voor het geregtshof teregt stond de 34jarige boerenwerkman T. Maat, te Leiden woonachtig. Niettegenstaande deze beschuldigde in den afgeloopen zomer in vier weken tijds ƒ51 verdiende en later niet buiten verdienste was, maakte hij zich in de maanden September, October en November jl. aan de hem geimputeerde misdaden schuldig. Gedurende die maanden ontvreemdde hij in verschillende nachten uit weiden, gelegen onder de gemeenten Leiden, Oegstgeest, Hazers- {Zie verder het Bijvoegsel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 1