ADVERÏENT1EN.
RANGREGELING.
schapen en geilen uit Nederland niet anders ontscheept worden dan te Glas
gow, GooleGrimsby, Hartlepool, Hull, Lilllchampion, Londen, Middles-
borough New-Castle aan de Tync, Plymouth, North-Shields, Southampton
en Sunderlanden moeten zij binnen tien dagen na de ontscheping geslagt
worden.
LONDEN, 8 February. Reuters office verneemt dat Andrassy in een
onderhoud met Salisbury op weg naar Konslantinopel verklaarde, dal de
politiek van Oostenrijk in vele opzigtcn identiek met die van Engeland
was; die politiek was tegen de vorming van schatpliglige staten en tegen
de bezetting var. Bulgarije door Rusland, llij drukte de hoop uit, dat En
geland dte bezetting niet zou goedkeuren en beloofde zijne medewerking
tot handhaving van den vrede.
ST. PETERSBURG, 8 Februarij. De Golos zegt: De val van Midhat-pacha
is een gewiglig feit voor die mogendheden, welke het mogelijk achtten de
Ooslersche politiek op de hervormingsplannen van den groot-vizier te grond
vesten en daardoor dc Ooslersche quaeslie in den legenwoordigen ingewik
keiden toestand bragten.
ROME, 8 Februarij. Midhat-pacha wordt hier verwacht.
RU) DE JANEIRO, 7 Februarij. Noch hier, noch te Baiiia of Pernambuco
is een geval van gele koorts voorgekomen. De openbare gezondheidstoestand
is in Brazilië beter dan liet vorige jaar.
LONDEN. 9 Februarij. Reuters office geeft het volgende overzigt van den
inhoud der aan het parlement overgelegde documenten betreffende de Oos-
tersche quaeslie: In de instructien, welke vóór de conferentie aan lord
Salisbury gegeven werden, constateert lord Derby dat Turkije niet bij magte
is de hervormingen tot stand te brengen, welke door de groote mogendhe
den noodig werden geacht. Desniettemin verzet zich Engeland tegen het
bezetten van Turksch grondgebied door vreemde troepen. De Duitsche kei
zer heeft tot lord Salisbury gezegddat de politiek van den keizer van
Rusland noodzakelijk was geworden door de omstandigheid del zijne gc-
loolsgenooten onderdrukt werden. De keizer van Oostenrijk gaf aan lord
Salist-ury te kennen, dat de belangen van Oostenrijk en van Engeland, in
de phase waarin de Ooslersche quaestie thans zich bevindt, volkomen ge
lijk zijn. De Italiaansche minister van buitenlandsche zaken, Melegari,
constateerde, in zijn onderhoud met lord Salisbury, dat Italië onzijdig zal
blijven, maar bezwaren heef! tegen het bezetten van Turksch grondgebied door
vreemde troepen. Sir Henry Elliot heeft aan lord Derby geschreven, dat
Engdands invloed bij de Porte verzwakt is door de gisting, welke Gladstone
had veroorzaakt. Lord Salisbury heeft bevel gegeven tot hel vertrekken
van de Britsche vloot uit de Bcsika-baai naar Athene, om te constateren
dal Turkije niet op Engelands bijstand kan rekenen. Nadat de groote natio
nale raad gehouden wasschreef lord Salisbury dat de Sultan geneigd
was de voorwaarden aan te nemen, maar dat Midhat-pacha tot de wederstand
besloten had en aan den grooten nationalen raad voorstellen onderwierp
van zulk een aard, dat de verwerping er van zeker was. -- Lord Salisbury
verklaart, na een schels van de Turksche grondwet te hebben gegeven, dat
hij er niets van hoopt, omdat de Sultan het regt van verbanning behoudt,
en een gebannene zijnen zetel in den senaat verliest. Vóór het vertrek
van lord Salisbury naar Konslantinopel, heeft lord Derby verklaard, dat hij
al de handelingen van dezen gevolmagtigdc goedkeuren.
LONDEN, 8 Februarij. Iloogerhuis. Beraadslaging over het adres van ant
woord op de troonrede. Lord Derby zegt dal de politiek der regering niet
veranderd, maar slechts gewijzigd is, omdat ecne wijziging in den toestand
is gekomen. De conferentie is niet geweest een fiasco. De handhaving van
den vrede hangt af van eene beslissing van één man. Dc Czaar kan thans
wel zeggen, dat op hem de taak niet rust alléén het besluit van zes mogend-
beden ten uitvoer te leggen. Lord Beaconsfield betoogt dal de Ooslersche
quaestie niet slechts een quaeslie van verbetering van toestanden, maar een
quaeslie van het bestaan van rijken is. Lord Salisbury betuigt sympathie
voor de Christenenmaar protesteert tegen de leer dal Engeland met geweld
den val van het Ottomanische rijk moet tegengaan.
Lagerhuis. Lord Ilarlinglon vraagt aan de regering, hoe zij voortaan
denkt te handelen. Hij protesteert tegen de politiek welke Rusland alleen
laat tegenover Turkije. Sir Stafford Nothcole doet met nadruk uitkomen
de eenstemmigheid der mogendheden, die ter conferentie gebleken is, en
zegt dat, wat de toekomst betreft, de regering overweegt wat haar te doen
zal staan. Tot het uitoefenen van dwang is zij niet bereid. Zij wil een
gemeenschappelijke handeling. Handelden Rusland en Oostenrijk afgescheiden
van de andere mogendheden, dan zou dit achterdocht kunnen wekken. Spr.
heeft geen vertrouwen in de constitutie van Turkije. De adressen worden
aangenomen.
LONDEN, 8 Februarij. Al de telegrammen uit Konslantinopel melden dat
Midhat-pacha ten val is gebragt niet wegens een zamenzwering. maar wegens
zijne aanmatigende houding tegenover den Sultan, en waarvan zijne tegen
standers een wapen tegen hem maakten.
INCIEZOIlfBEl.
He toestand van loeiden vergeleken met dien
van andere steden.
XI.
Leiden heeft jaagpaden en trekvaarten, buitenwegen en bruggen, evenals
Utrecht, Rotterdam, Delft, Haarlem, Amsterdam en 'sGravenhage en andere
steden. De trekvveg van Leiden op Delft werd in 1636 voor rekening der
beide steden aangelegd tot voorziening in het desljjds bestaande gebrek, dat
alle vervoer door zeilschepen moest geschieden en dat brachten de regerin
gen van Haarlem en Leiden tot het besluit, om 20 jaren later op dezelfde
wijze een meer gemakkelijk middel van gemeenschap tusschen de beide j
steden daar te stellen. De ondervinding van het voordcel, 't welk de alzoo
aangelegde trekpaden aanbrachten, gaf al zeer spoedig en wel in 1663 de
regeringen der sleden Utrecht, Woerden en Leiden aanleiding om in onder
handeling te treden over de middelen en kosten tot den aanleg van een ge
meenschappelijk jaagpad tusschen genoemde stedenwelk ontwerp na veel-
vuldigen tegenstand in het volgend jaar reeds werd tot stand gebracht. De
bevordering van eene gemakkelijke communicatie tusschen de verschillende
steden is mitsdien het oorspronkelijke doel en de beslemming der trekvaar
ten en jaagpaden geweest. De stalen van Holland erkenden dan ook in de
verleende octrooijendat deze werken //niet alleen dienen tot gherief ende
/'Commodileyt van de inwoonderen der voors. steden particulierlickenmaer
noock voor den Lande in 'tgenerael; dat deselve moesten strekken tot
"gherief ende commoditeyt van de steden ran 't gemcene Landt en van
den reysenden man." Aan dat oorspronkelijke doel beantwoordden deze
werken tot op het huidig oogenblik. Men zou eerst'dan de wijde uitge
strektheid van het ongerief en de nadeelen ondervinden, wanneer de steden
eigenaressen deze werken aan de algemeene dienst onttrokken en tot bijzon
dere einden benuttigde.
In plaatselijk belang zijn nog andere gemeente-inrichtingen hier en elders
opgericht en aanwezig, tot algemeen nut en gebruik bestemd, zooals: een
waag, een haven, een sluis, marktplaatsen, enz. Zoo heeft 'sGravenhage
een badhuis, Rotterdam een waterleiding. Delft en Groningen een mestbe-
reiding en in den laatsten lijd vooral vele groote-en zelfs kleiner egemeenten
een gaslabriek, gelijk sedert jaren een bank van leening.
De Leidsche gasfabriek werd gesticht in 1847, uit eigen kapitaal, krach
tens koninklijk besluit van den lö1"0 Augustus 1846. Zij werd ingevolge
art. 230 der gemeentewet door den gemeenteraad beschouwd als een bur
gerrechtelijk eigendom en meer dan 20 jaren geleden als zoodanig geplaatst
op den bij aangehaald artikel voorgeschreven staat. Zij werd beheerd als
een fabriekzaak door eene commissie van bijstand uit den gemeenteraad en
zorgde in de eerste plaats voor de straatverlichting en verder voorde levering van
gas aan particuliere verbruikers. Zij wierp zooveel voordeelen af, dal het
kapitaal werd afgelost met de renten en jaarlijks een overwinst verkregen,
die nog steeds op 25 pCt. kan worden berekend, niettegenstaande jaarlijks
6 pCt. van de waarde der gebouwen, straatlantaarnen, werktuigen en pijpen
wordt afgezonderd tot een bijzonder fonds, waaruit worden bekostigd alle
vernieuwingen, verbeteringen en uitbreidingen, die de waarde der fabriek
verzekeren en doen stijgen. Uit een onlangs plaats gehad hebbend grondig
en allesomvattend onderzoekten gevolge van beweerde onregelmatigheid
en verkeerde inrichting van boekhouden, is zonneklaar gebleken en door
proeven gestaafd, dat de winst juist berekend en het boekhouden doeltref
fend was. Trouwens, de inrichting van het boekhouden naar de daarom
trent bestaande voorschriften en handboeken hangt geheel af van de nauw
gezetheid van het beheer; want hoe volmaakt in den vorm, er is toch ge
vaar van zich rijk te rekenen en arm te tellen. Het gehouden onderzoek
heeft aan den dag gebracht, dat het tot heden gevoerd beheer op die klip
niet is verzeild.
En loch by vergelijking met de verslagen van andere gemeentelijke gas
fabrieken zijn er omstandigheden, die op de winstberekening van belang
rijken invloed kunnen zijn. In art. 254 der gemeentewet is geen bezwaar,
want de onlangs verkrijgbaar gestelde begrooting der Utrechtsche gasfabriek
levert het bewijs, dat ook aldaar het boekhouden volkomen overeenstemt
met de voorschriften en eischen ecner gemeentelijke comptabiliteit, zoodat
niets in den weg staat lot eene winstberekening als van een fabriekzaak.
Immers mag en moet daarbij in aanmerking komen eene belangrijke som
die de gemeente heffen kan voor het gebruik van gemeentegrond tol het
leggen van het pijpennet door de stralen, hetzij de fabriek is eigendom der
gemeente of van particulieren, gelijk te Utrecht, maar niet te Leiden plaats
heeft. Zoo ook is de gemeente daarentegen verplicht aan de fabriek te ver
goeden de kosten van hel onderhoud der straatlantaarnen, gelijk mede van
het aansteken en blusschen der lichten, behalve de som voor het geleverd
gas. En dan nog komt in berekening en onder controle de hoeveelheden
gebruikte steenkolen, daaruit verkregen en daarvan verkocht gas, cokes,
koolteer enz.
Ter correctionele teregtzitting der arrond.-regtbank te Leiden, dd. 9 Febr.
1877, zijn de volgende vonnissen uitgesproken: J. J. W. en P. M. v. L.,
te Soetcrwoude, wegens beleediging van bedienende beambten in de waar
neming hunner bediening, ieder tot eene geldboete van ƒ40 of subsidiair
4 dagen gevangenisstraf; P. v. d. W te Aarlandcrvcenwegens mishande
ling, tol geldboete van 25 ot subsidiair 3 dagen gevangenisstraf; G. B.
zonder vaste woonplaats, wegens landlooperij, lot gevangenisstraf van 1
maand en opzending naar een bedelaarsgesticht; J. d. M., zonder vaste
woonplaats, wegens landlooperij, tol gevangenisstraf van 3 weken en op
zending naar een bedelaarsgesticht.
Bevallen van een Zoon A. F. VAN KAATIIOVEN - KUYS.
Sassenheim 8 Februari 1877.
De Ondergeleckenden beluigen aan hunne familie, vrienden en kennissen
hunnen hartelijken dank voor de vele bewijzen van belangstelling, onder
vonden bij de viering van hunne vijftigjarige echtvereeniging.
F. L. FEENSTRA.
Leiden, 6 Februari 1877. A. VAN DER MARK.
De rangregeling in den insolvent verklaarden boedel van P. DE GRAAFF,
wonende onder de Gemeente Leimuiden, ligt met de bescheiden van heden
af gedurende veertien dagen op de Griffie der Regtbank alhier, ter
inzage van een ieder.
De Curator,
Leiden, 9 Februari 1877. P. A. CALLENFELS.