BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 5 Januarij Ö877N°. óH. STADS-BERICHT EN, NATIONALE MILITIE. RÏNNENLANDSGHE BEHIGÏRN, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 18 der Wet van den 19den Augustus 1861 Staatsblad n°. 72) allen, die volgens art. 15 dier Wet voor de nationale militie behooren te worden ingeschreven (zij die op den lsten Januari hun 19de jaar waren ingetreden en alzoo de geborenen in 18S8), verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven int j>si"3ie»i ilCEi lsten en «less SBsten Januari; dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den militieplichtige, zijn vaderof, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overledenzijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is en dat overtreding van het aangehaalde art. 18, krachtens art. 183 der meergemelde wet, wordt gestraft met boete van f'25 tot f' 1UO. Voor hendie verzuimden zich op de door het Gemeentebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te meldenwordt mitsdien daartoe alsnog gelegenheid gegeven ter gemeente-secrelarie, van 's voormiddags 10 tot 's namiddags 3 urenop iederen werk dag, tot en met den 31sten Januari aanstaande, op welken dag het register van inschrijving, des namiddags te 4 uren, voorloopig wordt gesloten. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd v. D. 11 ft AN DELER, Burgemeester. Leiden, 13 Januari 1877. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN herinneren bij deze, op verzoek van de Commissie van Fabricage, de belanghebbende leveranciers, werkbazen enz. voor de gemeente, dat volgens de bestaande voorschriften vóór den 8sten van elke maandbij den gemeente-architect zullen moeten worden ingeleverd de nota's van hetgeen door hen gedurende de vorige maand, ten behoeve van de gemeenteis geleverd of verricht; zullende aan hen die mochten verzuimen hunne nota's tijdig in te leveren, geenerlei levering of werk ten behoeve van de gemeente meer worden opge dragen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 13 Januari 1877. E. KIST, Secretaris. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag den 18den Januari 1877, des namiddags te tioee uren. -■H LEIDEN. 13 Januarij. Het is ons aangenaam te kunnen mededeelen dat de zangvereeniging Caecilia volgens achterstaande advertentie het plan heelt opgevat haar 10- jarig bestaan te herdenken met de uilvoering van een programmadat ons een genotvollen avond waarborgt. Wij vertrouwen dan ook dat het kunst minnend publiek door cene trouwe opkomst het bewijs leveren zaldat het sympathie gevoelt voor eene vereenigingdie ondanks de stormen op muzi kaal terrein zich krachtig heeft staande gehouden onder de leiding van een Hinken directeur en een uitmuntend bestuur. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 80 tot 98 volwassen personen en 31 tot 43 kinderen. De Staatscourant bevat het verslag der commissiein 1876 belast met het examineren van hen, die acten van bekwaamheid verlangden voor mid delbaar onderwijs in wis- en natuurkundige weienschappenteekenen boetseren, gymnastiek, land- en tuinbouwkunde. Naar men verneemt heeft de technische commissie, aan wie in eene vergadering op 30 December jl. was opgedragen te bepalen of de diapason verlaagd zou worden, en, zoo ja, welke zou worden aangenomen, haar rapport uitgebragt. Die commissie, bestaande uit de heeren Frans Coenen, Joh. M. Coenen, Dan. de Jonge, Philbert en W. Stumpff, heeft zich voor den normalen Franschen diapason verklaard. Eene tweede commissie, be staande uit de heeren Delprat, Joostcn, van Ogtrop, Rehboek en Weetjen, zal nu aan de conclusie van dat rapport uitvoering geven. Uit Amsterdam meldt men dat door spuijing van water door de slui zen te IJmuiden ruim 1000 meter grond, onder aan het talud nabij de sluizen, is weggezakt. Uit Utrecht meldt men dat bij drie faculteiten, die der godgeleerd heid wis- en natuurkunde en regtsgeleerdheidelk een antwoord is inge komen op de door de hoogeschool aldaar uitgeschreven prijsvragen. Aan den gemeenteraad van Utrecht is door burg. en weth. voorge steld voor de reorganisatie van het gymnasium, in verband met de nieuwe wet op hel hooger onderwijs, aan de liooge regering een aanzien lijk subsidie te vragen. Het geregtshof te Arnhem heeft gisteren een aanvang gemaakt met de behandeling der strafzaak tegen J. H. Thuis, uit Zevenaar, beschuldigd van vergiftiging. De audiëntiezaal van het hof was te klein om al de belang stellenden en nieuwsgierigen te bevatten. Na de voorlezing van de acte van beschuldiging werd met het hooren der getuigen begonnen. Er zijn 33 getuigen a charge en 11 a décharge gedagvaard. De beschuldigde zal ver dedigd worden door den heer mr. van Gelein Vitringa. Te Wageningen is tot predikant beroepen ds. P. Peter, predikant te Valkenburg. Te Vriezenveen heeft men dezer dagen bij den gemeente-ontvanger eene som van ƒ14000 gestolen. De dief of dieven hebben zich, bij inklim ming, door een raam toegang verschaft tot de slaapkamer der kinderen. Vandaar zijn zij in de slaapkamer van den ontvanger gekomen en hebben het geld, geborgen in een gesloten trommel, uit een kleerkast ontvreemd. Een gouden horloge, dat daar ook aanwezig was, hebben zij laten liggen1 De dieven schijnen zeer goed in de woning en met de bewaarplaats van het geld bekend geweest te zjjn. De hoeveelheid regen, die, volgens waarnemingen te Frederiksoord, daar en in den omtrek binnen twee etmalen (van Zondag avond tot Dings- dag jl.) gevallen is, is buitengewoon groot; zij bedroeg volgens den regen meter 39 millimeter (streep) en maakt ruim het achttiende deel uit van al het regen- en sneeuwwater, dat daar in 1876 gemeten werd. Er waren in dat jaar vijf maanden (Januarij, Mei, Junij Julij en.October), die in haar 30 of 31 dagen niet zooveel water gaven dan de genoemde twee dagen. De geschorste brievengaarder uit Winsum is door het geregtshof te Leeuwarden schuldig verklaard aan de hem ten laste gelegde feiten (ver duistering van gelden en brieven) en veroordeeld tot 1 jaar celstraf en 3 geldboeten. De Gron. C. meldt dat door wijlen mej. L. I. H. van Berchuys, aldaar overledenaan verschillende instellingen legaten zijn vermaaktgezamenlijk ten bedrage van 118,800. Daaronder komen voor de volgende legaten: aan de Ned. herv. diaconie te Groningen ƒ30000; aan het Groene weeshuis te Groningen ƒ30000; aan het diaconie-gasthuis der Ned. herv. gemeente te Groningen ƒ12000; aan het Roode of Burgerweeshuis te Groningen 1000; aan het Sint-Anthony gasthuis te Groningen ƒ3000; aan het Lamhuininge- gasthuis te Groningen 1000; aan het Luth. gasthuis te Groningen ƒ1000; aan het Doofstommen-Instituut te Groningen 6000aan het Instituut voor blinden te Amsterdam 6000aan de afdeeling van het Ned. Bijbelgenoot schap ƒ6000; aan de afd. van het Ned. Zendelinggenootschap ƒ3000; aan het fonds voor de Eeredienst bij de Ned. herv. gemeente te Groningen ƒ2000; aan de afd. ter bevordering van welstand onder de Protestantengenaamd «Welstand", te Groningen ƒ3000; aan de inrigting voor pleegzusters en toe- vlugtsoord voor meisjes te Groningen ƒ1000; aan de commissie voor de on dersteuning van de Waldenzen te Groningen ƒ1000; aan de comm. van spijsuitdeeling te Groningen ƒ3000, als vast fonds; aan de diaconie der herv. te Groningen, ten behoeve van de comm. ter verstrekking van turf aan de armen, om als vast fonds te behouden, ƒ2000; aan de Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord 3000; aan het bestuur der bijzondere scholen te Groningen 5 obligatiën, ieder groot ƒ200, enz. Men verneemt dat de policie in de nabijheid van Helmond, bjj toeval, een goeden greep heeft gedaan. Zekere W., een Pruis, werd, als zijnde zonder middelen van bestaan, aangehouden. Reeds was men op weg om hem over de grenzen te brengen, toen de tijding kwam dat een moordenaar, wiens signalement werd opgegeven, naar Nederland gevlugt was. Het bleek nu dat de persoon, dien men naar de grenzen voerde, allerwaarschijnlijkst de gevlugte misdadiger was. W. zit thans goed en wel achter slot en grendel. Te Antwerpen is de rijstpellerij van den heer J. Elzen een prooi der vlammen geworden. Men heeft niets kunnen redden, zoodat de schade aanzienlijk is. 's GRAVENHAGE13 Januarij. Tot burgemeester der gemeenten Schin op Geulle en Strucht is be noemd de heer J. M. Maessen, in de plaats van den heer H. M. Damoiseaux, aan wien, op zijn verzoek, eervol ontslag is verleend. Aan den heer I. J. Verwer is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Bolsward. Bij kon. besluit van 11 Jan. jl. is1°. aan den heer J. de Vos Jbz. op diens verzoek, eervol ontslag verleend als lid van den raad van bestuur van 's rijks museum te Amsterdammet dankbetuiging voor de vele diensten door hem in die betrekking bewezen; 2°. ingetrokken het kon. besluit van 1 Mei 1847, n°. 85; 3". ingesteld eene commissie van hoogstens vijf leden, belast met het gewoon toezigt op het beheer van 's rijks museum van schil derijen en van 'srijks prentenkabinet te Amsterdam; 4°. zijn tot leden der commissie benoemd de hh. L. M. Beels van Heemstede, C. Cunaeus, G. A. Heineken, jhr. W. van Loon en jhr. dr. J. P. Six, allen te Amsterdam. De ridmeester J. P. Wijnstroom, instructeur bij het 4e reg. hnzaren te Deventer, is bij het 3C reg. alhier overgeplaatst en in verband daarmede eervol van de functien van instructeur ontheven. Z. M. de koning wordt in de volgende week alhier verwacht. -- De minister van justitie zal Woensdag aanst. geen gehoor verleenen. In den nacht van 15 op 16 Nov. jl. werden de localen der Rotter- damsche handelsvereeniging te Rotterdam bezocht door iemand, die, nadat hij zich in eene kamer had te slapen gelegd, vervolgens het gaslicht ontstak en daarna aan het werk toog. Dat werk bestond in het achtervolgens openbreken van een zevental lessenaars en bureaux en het zich toeeigenen van een aantal zaken van weinig waarde. Geldwaar het den inbreker om te doen scheenontging voor het grootste gedeelte aan zijne roofzuch tige nasporingen, want slechts eene kleine som was in de lessenaars aan wezig. Om toch niet geheel vruchteloos te zijn werkzaam geweest, nam hij ook twee jassen en een pendule in zijn bezit en liet die met een touw uit het vensterraam zakken; hjj zelf, die om in die bovenlocalen te komen nog al had moeten klauteren, waagde thans bij zijn vertrek een sprong van 7 meters hoogte en was toen op de openbare straat. Het geroofde in vei ligheid te brengen bleek juist het moeijelijkste te zijn, want de policie. die het vreemd vond dat iemand in den nacht eene pendule droeg, nam de vrij heid den man aan te bonden, die aan het bureau gebragt zijnde na eenige moeijelijkheid opgaf S. G. te zijn en zich van de zaken op hem gevonden te hebben meester gemaakt uit de bureaux der Rotterdamsche handelsver eeniging, waar hij zich den vorigen avond had laten insluiten. S. G. stond te dier zake gisteren voor het geregtshof te 'sGravenhage teregt. Hij be kende het hem ten laste gelegde. Overeenkomstig den eisch van het openb. min. werd hij veroordeeld tot 7 jaren tuchthuisstraf. Heden morgen is van het koloniaal werfdepot over Utrecht en 's Gra- venhage naar het Nieuwe Diep vertrokken het reeds gemelde detachement suppletie-troepen sterk 250 man, benevens 10 onderofficieren, om onmiddel lijk te embarqueren aan boord van het via Suez naar Java vertrekkend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 5