BIJVOEGSELbchoorendc tol de Leidsche Courant van Maandag °27 November J876, A°. 280. BUITENLANDSCHE BEMGihlN. PER TELEGRAAF. halve noch wetlig noch overtuigend het bewijs was geleverd dat de heer d. B. zich aan het hem ten laste gelegde heeft schuldig gemaakt werd hij daarom vrijgesproken. Door het kiescollegie der Ned. herv. gemeente alhier is het volgend drietal opgemaakt ter voorziening in de predikantsvacature ten gevolge van hel overlijden van d!. van den Broek: dd Crcutzberg, te Schiedam; Rade- maker, te Dordrecht, en df. Smeding, te Haarlem. BELGIE. Na eenc zeer levendige beraadslaging heelt de kamer der vertegenwoor digers het voorstel van den heer Rara, om een onderzoek te gelasten naar de verkiezingen te Yperen, Antwerpen en Brugge, verworpen. De minister Malott heeft de spoedige indiening toegezegd van een wetsontwerp om mis bruiken b(j de verkiezingen te voorkomen. Bij het uiteengaan der kamer heeft een troep studenten den heer Bara toegejuicht en de katholieke afge vaardigden uitgefloten. Die troep is daarna de straten doorgetrokkenonder het aanheffen van den kreet: weg met het ministerie! De orde is evenwel niet gestoord. De officieren van het 1' reg. guides hebben besloten jaarlijks een hal ven dag soldij af te slaan ter bevordering vaa het plan des konings tot het onderzoeken en beschaven van Midden-Afrika. ESGKbl X D. LONDEN 24 November. De Times komt op tegen het onheusche oordeel, dal vele bladen, vooral de conservative, uitbrengen, over de verklaring door den Russischen keizer i aan den Engelschen gezant gedaan. Wij moeten erkennen, zegt dat blad. dat wij verbaasd zijn over de ontdekking, dat de regering de vredelievende bondschap van den Czaar ontvangen bad. toen de eerste minister zijn rede voering hield. Menige verklaring moet aaii het Engelsehe volk gegeven wor den van de nalatigheid des ministers om gewag te maken van de verklaring des keizers De waarschijnlijkste is, dat lord Benconsfield evenmin dit gc- wigtig telegram gezien had als hij weleer een ander belangrijk bcrigl ge- j zietl had. gelijk hij verklaarde bij het laatste debat over de Oostersclie quaeslie. Doch laat ons nagaanwelken indruk de redevoering van den minister op den Czaar moest maken. Hij had onzen gezant bij zich genoodigd en had hem met eene nederigheid, weinig geschikt om Russischen trots te bevredi gen, verklaringen gegeven van zijn gedrag en bedoelingen. F.n hierop is liet «ogenschijnlijk antwoord lord Beaucouconsflelds oorlttchztichiige uitda ging. Nooit zjjn er ongelukkiger woorden gesprokenHet komt er liiet op aan. of wjj liberalen ol conservatieven zijn; wij zjjn Engelschenwij zijn I mannenen wij moeten als vaderlanders wroeging gevoelendal wij in zulke valsche positie gehragt zijn voor de geheele wereld. Een hlaattw boek over den slavenhandel, 360 bladzijden groot, dat correspondentien met Brilsche vertegenwoordigers en agenten in bet buiten land zoowel als berigten van zeeofficieren bevat, is onlangs uitgegeven. Een zeer belangrijk berigl levert de Britsche agent te Zanzibar, de heer Holm- 1 wood. Deze geelt tamelijk naauwkeurig het getal slaven op. die van Octo ber 1873 tot October 1874 over den landweg getransporteerd zijn; het zijn de volgende getallen: 32000 in Panganr; 15000 in Pemba; 16000 in Gasi enz., in het geheel omstreeks 100,000. De prijzen wisselden af naar de landstreek: in Pangani 20 -25 dollars, in Mombasa 25—30 enz,, tot einde lijk zelfs 50 dollars. Vrouweljjke slaven waren omstreeks 7 dollars goed- kooper, met uitzondering van jonge meisjes, die voor bijvrouwen bestemd zjjn en van 40 tot 70 dollars kosten. De sterfteverhouding had in sommige streken de ontzettende hoogte van 75 pCt. bereikt. Aan de Times wordt uit Egypte gemeld dat het incident-Haakman 1 eindelijk zijn hoogste punt had bereikt. In Jtilij dezes jaars weigerde de lieer Haakman, Nederlands vertegenwoordiger bij het geregtshof ter eerste instantie te Alexandrie, als regter in gevallen van kleine schuldvorderingen, verder regt te spreken, lot dat de Egyptische regering de regtspraak van het nieuwe hol zon erkennen, in zake van de eischen door houders van gouvernements- en Daira-bonds ingesteld. Hetzij hij gelijk dan ongelijk had in deze opvatting, waarin lag opgesloten, dat, om een weigering van ge- lioorzaamheid aan het hof, aan alle overigen regt geweigerd worden zou. I een dergelijke daad van een enkel regter was inbreuk maken op de magt van het geheele regterlijk personeel. Zulk een stap kon alleen door het hof van appel in zijn geheel worden gedaan De Europesche voorzitter van het hof van appel drong er derhalve bij den lieer Haakman op aandat deze zijn laak weer zou opvatten. Doch dit werd volstrekt geweigerd. De plaats van den heer Haakman w erd dus door een anderen regter vervuld. Het hof van appel heeft, volgens het tractaat, dat aan de regterlijke hervorming ten grondslag ligt, de magt om na onderzoek een regter te berispen of zelfs af te zettendie zich aan pligtverzuim heeft schuldig gemaakt. De heer Haakman heeft zeil zich op deze bepaling beroepen in een uitvoerige memo rie. waarin hjj zijn gedrag verdedigt en de meesten zijner ambtgenooten en het hof van appel berispt. Op deze memorie liet hij andere stukken volgen waarin hij de houding van sommige leden van het hol van appel aancriiiek onderwerpt. Den 13Je0 dezer is de zaak lot een einde gebragt. Het hof van appel heeft haar onderzocht en beslist, dat de weigering om te werken en de taal, door den heer Haakman gebezigd tegen sommige leden van de reg terlijke magt, hel noodzakelijk maakten hem van zijne betrekking te ont slaan. Noodc ging men tot dezen stap over, maar onmogelijk kon een reg- ter zijn ambt blijven vervullen, die èn weigerde te werken, èn zich onvoeg zaam had gedragen tegenover zijn ambtgenooten. FRANRR IJ H. Reeds is gemeld dat in de zoo belangrijke qnaestie omtrent de miti- taire eerebewijzen bij de begrafenis van ridders van het Legioen van Eer, door de regering een nieuw wets-onlwerp is ingediend. De minister van binnenlandsche zaken is, blijkens nadere berigten, bjj de indiening van dat ontwerp in eene ontwikkeling getreden van de geschiedenis dezer zaak en van de quastiën die zich daaromtrent in den laatsten tijd hebben voorge daan. Zij, verklaarde de minister, die aan de militaire eerebewijzen enkel een burgerlijk karakter toegekend willen hebben, kunnen niet ondersteld worden met de overleveringen en de zeden, die aan het leger morele kracht geven en den geest van zelfopoffering gaande houdente willen breken. Maar als die lieden voor begrafenissenwaarbij alle godsdienstige gedachte is uilgesloten, dezelfde openbare eerebewijzen vorderen, dan is men gereg- tigd te vragen of de argumenten, waarop zij zich beroepen, beslissend mo gen zijn voor den staaldie niet alleen voor de vrijheidmaar ook voor de rust der gewetens te zorgen heeft. De qnaestie moet echter opgelost worden. De militaire eerbewijzengelijk zij geregeld waren bij het besluit van 24 Messidor, waren verordend met het oog op een gansch anderen toestand, en de wetgever, die het Legioen van Eer stichtte en daardoor in de maat schappij eene sterke gouvernementele magt wilde vormen, stond voor eene geheel andere maatschappelijke orde van zaken dan wij. Het Legioen van Eer heeft in zekeren zin opgehouden een militair en aristocratisch instituut te zijn en het heeft een deel van zijne vroegere voorreglen verloren, met behoud evenwel van zijn hoog aanzien. Het besluit van 24 Messidor wil de regering dus niet gaafweg handhaven; want de vertegenwoordiging der openbare magt bij begrafenissen, waarbij alle godsdienstige gedachte is uitgesloten, is eene krenking voor het godsdienstig gevoel der naiie. Van den anderen kant strijdt hel met het wettelijk beginsel van gelijkheid, aan den een wel, en aan den anderen niet de militaire eer te bewjjxen. De regering stelt mitsdien voor de militaire eerbewijzen te laten vervallen voor de civile gedecoreerden en ze te behouden voor de militairendie in active dienst overleden zijn. onverschillig van welken rang. Op die wjjze meent de regering deze qnaestie te kunnen o|ilossen. Na de indiening van bedoeld wets-onlwerp, waarvan de urgentie werd eangenomen. is de beraadslaging voortgezet over de begrooting voor het d> p. van eercdicnslwaarover de lila Lavergne en de Cassagnac het woord voerden, de eerste, om de scheiding van kerk en slaat af te keuren, de tweede, ter bestrijding van het voorstel der commissie lot vermindering van de toelagen aan groote seminariën. Opschudding werd verwekt door de verklaring van den heer Baudry d'Assou, die consialeerde dal men thans meer dan ooit de priesters en de kerk aanvalt. ./Geknield voor het hoofd der katholieke kerk. heb ik de taak op mij genomen haar te verdedigen." zeide hij. »De republiek heeft aan God en zijne kerk den oorlog verklaard, en treurig is het zien hoe de mannen der Fransche wetgeving zich tot aan voerders van den bcdroevenden veldtogt opwerpen. Er is gezegd: de repu bliek zal conservatief, maar ook niet conservatief zjjnmen moet daaren tegen zeggen: de republiek zal katholiek of niet katholiek zjjn. De bevol king hangt aan hare priesters, en haar standpunt van Christeljjk volk is voor de Franschen de grondslag van den roem geweest. Gambetta zelf heeft dit ten laatste ingezien. Moet er bezuinigd worden, dat dan in de eerste plaats de afgevaardigden afstand doen van hun presentiegeld. De doorluch tige maarschalk zelf heeft gezegd: De godsdienst heelt niets te vreezen." Met den kreet: «/Leve paus Pius IX! Leve het katholieke Frankrijk!" ein digde de heer Baudry d'Assou zijne rede. Te Vincennes, op de binnenplaats van het militaire hospitaal, is eene school van eene geheel nieuwe soort opgerigteene school voor dienst- doenden bjj de ambulances. Dagelijks ontvangt een aantal soldaten onderrigt in het zoo spoedig mogelijk opslaan van tenten voor de veldhospitaaldienst. Deze tenten worden van beddegoed en huisraad voorzien en bevatten van 6 lot 20 zieken. Op een gegeven tceken worden het beddegoed en de ten ten opgenomen en de zieken schjjnbaar op voertuigen geheschen, die hen in veiligheid moeten brengen, ttVlTflCHLAHiB. De Ad/». Ze it schenkt volkome:, geloof aan de verklaring van den keizer van Rusland dat hjj geen plan heeft Konstantinopel te bemagtigen, maar, zegt dit blad, de vraag is, of de Czaar het zou kunnen beletten, dat de omstandigheden hel Russisch leger dwongen Konstantinopel te ver meesteren, indien het, door Bulgarjje te bezetten, eenmaaljtot aan de poorten der Turksche hoofdstad gekomen was. En waren de Russen eens binnen Konstantinopel, wie kreeg hen er weder uit? Merkwaardig vindt het blad de omstandigheiddat lord Beaconsfleld acht dagen na de ontvangst van lord Loftus' depêche zijne bekende rede hield, waarop de Czaar te Moskou en later met eene mobilisatie antwoordde. TURKIJE Naar men verneemt is een afgezant van Jakoub-beg, den beheerscher van Turkestan, met brieven en geschenken van zijnen meester voor den Sultan naar Konstantinopel op weg. Hij had zijne reis over Indië genomen en daar een onderhoud met den onderkoning, lord Lytton, gehad. Tc Bombay waren met hem zeer vele Mohammedanen uit lndië scheepgegaan om bij het Turksche leger dienst te nemen. BERLIJN, 24 November. Edhcm pacha is heden naar Konstantinopel ver trokken. In een correspondentie uit St. Petersburg wordt gezegd: de zes legcreorp-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 5