'sGRAVENHAGE, 1 November. Door Z. M. zijn benoemd tot ridders 4e kl. der Militaire Willemsorde, ter zake van de krijgsverrigtingen tegen Atchin in 1874 en 1875: de kapi tein J. J. Korndörfler, de le luitt. jhr. W. F. Clifford Kocq van Breugel en J. L. Cadetde sergeant-majoor G. P. C. van Bijsterveld en de marinier 2" kl., sedert bevorderd lot marinier le kl.H. Jansma, allen van het corps mariniers. Z. M. de koning groothertog heeft in de orde van de Eikenkroon be noemd tot: kommandeur S. W. Josephus Jitta, president: officiers: J. Boelen JRzn.lid, S. de Clercq Wzn.lid, P. H. Bruyn, secretaris, allen van de directie der Amsterdamsche kanaal-maatschappij, Z. M. de koning heeft den kunstschilder Landelle benoemd tot ridder 3e kl. van den Gouden Leeuw van Nassauin plaats van officier dier orde, zooals gisteren is vermeld. Bij kon besluit van 29 October jl. is nog aan onderscheidene perso nen toegekend hel eerelceken, bij besluit van 5 April jl. ingesteld ter erken ning van uitstekende daden bij den jongsten watersnood verrigt. Door Z. M. is benoemd tot procureur bij de arrond.-reglbank te De venter de heer mr. W. A. Cost Itudde, advocaat aldaar, en tol griffier bij het Uartlongeregt te Cortgene de heer W. Kuyper Boone, deurwaarder, aldaar. Voorts is aan den heer G. P. Nijhofl', op zijn verzoek, eervol ont- s'ag verleend als plaatsvervangend kantonregter te Enkhuizen. Aan den Oost-Indiscben ambtenaar J. C. A. van Asperengewezen ingenieur bij de geographische dienst in Nederl. lndië, laatstelijk lijdelijk belast met de waarneming der betrekking van adsistent bij die dienst, thans met verlof hier te lande is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst. Door Z. M. is aan de na te noemen vreemdelingen vergunning verleend om hier te lande lager onderwijs te geven, als aan de jufvrouwen Th. Kemp, C. Th. Niemeyer, M. G. Dircks, F. W. Docters, M. C E. A. W. Bódiker. II. Knippertz, J. A. L. Scheideler, F. W. Holler, F. Th. Kaes- Hihcker. M. C. Vcrluyten, C. 11. Kanten, M. J. B. L. Tilman, A. Ch. lloch- gurlel, A. M. D. A. DanckelmannA. M. M. Watlendorfl, Th. W. Berg- mann en M O. A. Halingeboren in verschillende plaatsen van Pruissen of België. De le luit. .1. J. Vriemoet Drabbe, van het instructie-bataillonen de 2C luit. D. F. H. llelbach, van het 3e reg. infanterie, zijn voor den lijd van vijf jaren gedetacheerd bjj liet wapen der infanterie van het leger in Nederl. lndië. De lc luit. W. N. Boldanjis, van hel 4Je reg. infanterie, is gedetacheerd bij het dep. van oorlog, ten einde daarbij aan het bureau personeel en mi litaire zaken werkzaam te zijn; de majoor J. \V. J. Zegers Ryser is van hét le règ. vesting-artillerie te Helder bij hel 2e reg. veld-artillerie te Leiden overgeplaatst. Z. M. de koning wordt medio November van hel Loo in de residentie verwacht, om, na een verblijf van eenige dagen, wederom voor eene maand naar lid. buitenverblijf terug te koeren. De minister van marine zal Vrijdag aanst. geen gehoor verleencn. Z. Exc. de minister van binnenlandschc zaken, verschillende leden der stalen-generaal en onderscheidene autoriteiten zijn heden van hier ver trokken, ten einde tegenwoordig te zijn bij de feestelijke openstelling van het noordzee-kanaal. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad, bij de behan deling der begrooting voor 1877. was de post van den schouwburg,59000, het onderwerp van eene breedvoerige gedachtenwisseling. De oude twist appel over het gebruik der loges op den eersten rang, gewoonlijk hofloges genoemd, werd door den heer Netscher op het tapijt gebragt. Hij con stateerde dat een kapitaal van ƒ20000, die de loges, welke ter beschikking van Z. M. worden gesteld, zouden opleveren, ongebruikt is gelaten. Met alle bescheidenheid voor de leden van hel hnis van Oranje en met de beste bedoelingen bezield jegens Z. M. den koning vroeg hij of die loges niet weder voor het gebruik van hel algemeen konden worden genomenomdat de gemeenteraad de eenige autoriteit is om over de plaatsen te beschikken, daarbij vooronderstellende dat Z. M. de koning hoog genoeg geplaatst is om voor het geval dat hij er van gebruik wilde maken daartoe het verlangen ken baar te maken. De spreker meende derhalve le mogen constateren dat hier geen quaestic bestaat tusschen Z. M. en den raad, die geheel op een vrij terrein stond. Deze zaak z. i. indertijd uit discretie ter zijde gezet en die beheerschl werd door het tooverwoord dat de eerbied voor Z. M. er mede gemoeid was, meende hij thans ter sprake te moeten brengen door de vraag: of de gemeente jaarlijks een tekort van ƒ4000 wenschtc te bestendigen. De spreker onthield zich van de indiening van een voorstel, voornemens zijnde nader in het begin van het volgend jaar daartoe over te gaan. De burgemeester gaf eenige inlichtingen, waaruit bleek dat van Z. M. den koning nog geen antwoord was ontvangen op den brief, Z. M. in het begin dezes jaars aangeboden, waarbij als gewoonlijk de loges tol lid. beschikking werden gesteld, wachtende burg. en weth. nog steeds op de mededeeling eener beslissing. Wensehte de raad echter le bepalen dat er over de loges voor het algenifen zou worden beschikt, dan zou, zeidehij, overeenkomstig het raadsbesluit worden gehandeld. Ook zeide hij dat de raad zich over tuigd kon houden dat het voor burg. en weih. zeker niet aangenaam is die loge altijd open te zien en dat dit leregt een deficit voor de stad is. De heer de Pinto verklaarde in de voorstelling van den voorzitter niet te kunnen berusten alsof er hier een contract bestond. De burgemeester merkte later op dat dit eene verkeerde opvatting van den heer de Pinto was. Doch gesteld er bestond een contract, dan meende spreker dat de overeenkomst door Z M. is opgezegd toen de koning schreef dat hij van die loge niets meer verlangde te weten en niet uieer lastig wensehte gevallen te worden. Daarmede was z. i. de zaak geëindigd. Nu meenen burg. en weth. uit eer bied Z M. ieder jaar toch te moeten lastig vallen. Naar zijne meening ech ter had in de verklaring van Z. M. moeten worden berust en moet op eene ol andere wijze ten voordeele. der gemeente, niet ten bare der directie, over de loges worden beschikt. Uit eerbied veer Z. M. den koning zou de heer de Piuto gaarne medewerken tot iederen maatregel die daartoe leidt. Hier- op verklaarde de wethouder Vaillant zich niet te herinneren dat Z M. ooit te kennen had gegeven de loges niet meer te verlangen, welk feit burg. en weth. aanleiding had gegeven de loges telken jare aan te bieden. Met het oog op deze mededeeling verzochten de lieeren de Pinto en Netscher over legging van den bewusten brief. De laatste meende dat het hier alleen de quaestie gold»of wij vrije Nederlanders bang zijn om op een stoel te gaan zitten waar vroeger de heeren van het hof hebben plaats genomen en of de gemeente daarvoor 4000 's jaars mag opofferen." Hiermede liep deze zaak af. en hij gaf toen het teeken om de ouverture van VVebers //Freiscbiilz 1' beginnen. Het oorverdoovend gefluit hield echter aan en van Webers wrt werd geen noot verstaan. Blijkbaar had men te doen met een afgesproken plan. Aan de Köln. Zeit. wordt gemelddat van alle kanten geroep'11 werd: //Revanche! weg met de Duilschers! wij willen geen Duitschers!" BUlTEiNLAlNDSClJE BERIGTEIN. ËKGËLASiD. LONDEN. 31 October. Bij gelegenheid dat eenige Londensche handelaars op de Kaap-kolonie aan de regering een adres betreffende den slaat van zaken in Zuid-Afrika en uieer bepaaldelijk den oorlog in de Transvaalsche republiek inleverden, hield de minister van koloniën eene redevoering, waarin hij het standpunt der regering ten opzigte der gebeurtenissen in Zuid-Afrika schetste. De minister gaf in zijn antwoord te kennen, dat de gevaren, welke uit den oorlog in de Transvaalsche republiek ook voor de Britsche koloniën konden voorlvloeijendoor hem werden ingezien, en dat daarom reeds last was gegeven tot de uitzending van troepen, terwijl te gelijker tijd aan sir Shep stone, een ervaren en bij de inlanders zeer gezien staatsman, eene zending was opgedragen, opdat door zijne bemiddeling de vrede hersteld wierd. Hij had vernomen, dat tegenwoordig in de Transvaalsche republiek bij velen de wcnsch bestond om met de Britsche koloniën naauwer vercenigd le wor den. Waarschijnlijk zou de talrijke Engelsche bevolking dier republiek eene zoodanige verandering ten sterkste toejuichen, en naar zijne meening zou zelfs een groot deel van de Hollandsche ingezetenen in zulk eene vereeni- ging grooter zekerheid van leven en bezittingen en duurzamer waarborg voor een goed bestuur, hetwelk een jonge kolonie noodwendig op prijs stellen moet. zien. Er waren dan ook zeer vele redenen waarom er tus schen de Hollandsche bevolking der republieken en de afstammelingen der oude Hollandsche kolonisten in de Kaap-kolonie wederkeerig een streven naar hereeniging met broeders en stamverwanten moest bestaan. De minister zag uit dien hoofde geene redenen, w aarom zulk eene vereeniging niet moge lijk en wenschclijk zou zijn. en niet zou ondernomen worden onder de opregle medewerking van alle belanghebbenden. Hij hield zich echter over tuigd, dat geene overhaaste stappen niogten gedaan worden. De Times en andere bladen hebben uit hel onverrigter zake terugkee- ren van de Noordpool-expeditie de gevolgtrekking gemaakt, dat het nu tijd werd de pogingen ter bereiking van den Noordpool le slaken. De Daily News betoogt, dat de Pool nu wel langs dezen weg onbereikbaar gebleken is. maar dat er andere wegen zijn, die nog, en misschien met goed ge volg, beproefd kunnen worden. V li A X k K ÏJ Si. Tijdens hel bisdom Lyon vacant was heeft de II. Stoel getracht de bewilliging te verkrijgen van Frankrijk om dat bisdom te splitsen en een nieuw bisdom, van St. Elienne, op le rigten. Volgens hel concordaat kan de Paus daartoe niet overgaan dan in overleg met de Fransche regering. Deze was niet geneigd de splitsing toe te staan. Mg' Gmoulhiac is daarop lot bisschop van Lyon benoemd, maar in de bul lewaarbij de nieuwe bisschop iu zijn ambt werd bevestigd, is den 11. Stoel in hel alge meen de bevoegdheid voorbehouden om ten allen tijde, wanneer zulks oor baar wordt geacht, eene nieuwe afbakening van het bisdom in te stellen. Op voorstel van den minister Dufaure is thans een besluit verschenen, waarbij wel uiagligiug wordt verleend lot het openbaarmaken der bulle wat betreft de aanstelling van den bisschopmaar het daarbij gevoegde voor behoud wordt verworpen. De woordenwaarin de bevoegdheid om //naar goedvinden" tot eene verandering van de grenzen der diocese over te gaan i den 11. Stoel wordt toegekend zullen derhalve niet in de registers van Jen raad van state worden opgenomen. De heer du Sonmerard heeft zich gehaast aan de Fransche regering niet alleen maar ook aan hel publiek opheldering le geven met betrekking tot den briel over de tentoonstelling in Philadelphia. Aan den Fi§m schrijft hijVergun mij u te verzekerendat de goede trouw van het Duit- sclie blad en bijgevolg die van uwen correspondent verschalkt is geworden. Ik verklaar dat deze brief valsch is en protesteer ten stelligste legen zijne» inhoud. Ik voeg er bij datindien mijn woord niet voldoende mogt wezen, ik in staal ben, met de bewijsstukken in de hand, de juistheid van mijn' verklaring te slaven. Bij de eerste uitvoering van deu Ireurmarsch in Wagners GoltcrtlM- mening, hebben te Parijs ernstige tooneelen plaats gehad. Naauwelijkt waren de koper-instrumenten verschenen, die het orchest moeten verslet- ken, ol een schel gefluit liet zich hooren. Er was blijkbaar op de leregt zoo beroemde populaire concerten van den heer Pasdelonp een bende ver schenendie, met fluitjes van allerlei soort gewapend, zich voorgenoim» had geen enkele noot te hooren. Met groote moeite werd de stille hersteld en de treurmarsch ten uitvoer gebragt. Nadat zij was geëindigd, begon bet schandaal op nieuw. Het was den directeur niet mogelijk stilte te krijg'»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 2