B U LEIDSCHE COURANT. ITENGEW ONE 1870. MAANDAG 18 SEPTEMBER. VEREENIGDE ZITTING DER BEIDE KAMERS De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50, met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p.p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 't jaarsbuiten de expeditiekotten. Afzonderlijke nommert der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco, p. p. 6 Cents De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.—iedere regel meer 25 cents. op MAANDAG den 18dïD September 1876, lot opening van de gewone Vergadering derSta ten-generaal. Zittingjaar 1876 1877. De heer J. A. G. de Vos van Steenwijk, die den voorzittersstoel bekleedt, opent, nadat de leden der beide kamers zich in de vergaderzaal der tweede kamer vereenigd hebbentegen half één ure de zittingen laat een konink lijk besluit van den 10den September 1876, n°. 2, houdende zijne benoeming tot voorzitter der eerste kamer gedurende het aanstaande zittingjaar, door den griffier dier kamer voorlezen. De voorzitter, wien derhalve, overeenkomstig het voorschrift van art. 103 der Grondwet, de leiding der vergadering is opgedragen, benoemt 18 heeren leden uit de beide kamers lot leden der commissie, die Zijne Majesteit den koning, bij Hoogstdeszelfs aankomst in het gebouw der staten-generaal, zal ontvangen en Z. M. in- en uitgeleide doen. De ministers, hoofden van ministeriële departementen, de kanselier der beide orden en de leden van den raad van state vervoegen zich ten één ure mede in de vergaderzaal. Zijne Majesteit de koning, die zich met HH. KK. 11H. de prinsen op de in het programma voor de opening van de vergadering omschreven wijze naar het gebouw van de tweede kamer begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop aldaar aaugekomenin de vergaderzaal binnengeleid. Zijne Majesteit de koning plaatst zich op den troon en houdt, terwijl HH. KK. HH. de prinsen naast Hoogstdenzelve gezeten zijn, de volgende openingsrede: Mijne Heeren Met een gevoel van innige dankbaarheid voor al het goede ook dit jaar aan het vaderland geschonken, kom Ik in Uw midden bij den aanvang dezer zitting. Mijne betrekkingen met de vreemde Mogendheden blijven bij voortduring van zeer vriendscbappelijken aard. De landbouw bloeit, de longziekte onder het vee is afnemend, de oogst der meeste veldvruchten is zeer voldoende. Zijn in het begin des jaars eenige streken des lands door overstrooming geteisterd, de hulpvaardigheid der natie heeft vele wonden geheeld. He bijna voltooide toegangen tot Onze handelsteden, de krachtig doorge zette bouw van spoorwegen, de verbetering der rivieren en de ontworpen Kanaalverbindingen der Noord-Oostelijke gewesten met Duitschland zullen weldra den handel en der scheepvaart ten bate komen. He toestand der financien is gunstig, de steeds klimmende opbrengst van a|le middelen wijst op den vooruitgang der natie op stoffelijk gebied. Op de wereldtentoonstelling in Noord-Amerika worden Nederlaud's kunst, zijn nijverheid en waterbouwkunde met eere genoemd. De zee- en landmagt voldeden aan hare gewigtige roeping. Op de versterking Onzer levende strijdkrachten blijft mijn aandacht ge vestigd. In de Overzeesche bezittingen wordt nog steeds buitengewone inspanning gevorderd ter bevestiging van Ons gezag in het Noorden van Sumatra. Eischte die strijd vele en kostbare menschenlevensook daar kwijten vloot en leger zich steeds met volharding van hun pligt. Overal elders in de Indische gewesten mag de toestand gunstig worden genoemd. Groote werken van algemeen nut zijn op Java der uitvoering nabij of worden voorbereid, de laatste overblijfselen van slavernij onder de inlanders op Sumatra's Westkust zijn onder volkomen instemming der hoofden en dei- bevolking uitgewischt. De toestanden in West-Indië zijn slechts voor geleidelijke verbetering vat baar; opbeuring van den landbouw moet door vermeerdering van werk krachten verkregen worden. Mogten, gelijk Ik hoop, de verwikkelingen met Venezuela spoedig hare oplossing vinden, dan zal dit ook Curagao ten goede komen. Mijne Heeren! was de afgeloopen zitting een hoogst werkzame, ook nu reken Ik op Uwen vadcrlandslievenden ijvei bij.de behandeling van menig gewigtig onderwerp. Tot herziening Onzer wetboeken zal Uwe medewerking op nieuw worden ingeroepen; ook tot verbetering der militaire wetgeving zullen voorstellen worden gedaan. De herziening der Kieswet is noodig. Een wets-outvverp op het lager onderwijs zal U weldra bereiken. De reeds aanhangige voordragten betreffende de exploitatie van spoorwe gen en tot herziening der verordeningen op de quarantaine, zijn Uwer aan dacht aanbevolen. Het belang des handels eischt nadere regeling van het muntwezen ook voor Indië. Zoowel voor de reeds aangeboden, als voor nieuwe voorstellen tot verbe tering van belastingwetten zal Uwe medewerking worden gevraagd. Gods zegen ruste op Onzen gemeenschappelijken arbeid. Ik verklaar de vergadering der Staten-Generaal te zijn geopend. Zijne Majesteit de koning verlaat na het uitspreken dezer rede met HH. KK. HH. de prinsen, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich op de bepaalde wijze naar het koninklijk paleis terug te begeven. De voorzitter sluit, nadat de commissie is teruggekeerd, de vereenigde Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. ft". 320.*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 1