LEIDSCHE
o i R A r.
S°. 212.
VRIJDAG 8 SEPTEMBER.
STA DS-BERICHTEN.
PATENTBLADEK.
B i N N EN LA N DSCHE BE RIG TEN
1870.
D» Courant verschijnt dagelijks, Zonen Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is /ier vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. 3.50,
met het Verslag der Uandelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. ƒ3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco, p. p. 6 Cents
De pr^js der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. II, 2C alinea der Verordening van 4 Mei 1872. op de open
bare scholen voor gewoon lager onderwijs voor on- en minvermogenden
Gemeenteblad n°. 10);
Doen te wetendat de inschrijving van nieuwe leerlingen op de openbare
scholen voor on- en minvermogenden zal plaats hebben van den 4den tot en
melden 16d'° September e. k.in de schoollokalen in de Rijnstraat, in de
Brandewijnsteegop de Binnenvestgracht aan het Plantsoen en aan de Ma-
rendorps Achtergracht, des voormiddags van hal/negen lot negen uren en
des namiddags van half twee tot twee uren, behalve des Zaterdags namiddags
en des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE FREMERY, Welh. I» Burg'.
Leiden, 31 Augustus 187G. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van de firma Gedb*. Van Hoeken alhier, tot liet oprich
ten van eene stoom kout zagerij in hare perceelen gelegen aan den Rijn
tegenover de Haven te Leiden, wijk 8. li'. 11, kadastraal Sectie C. n». 1405;
Gelet op de artt. 0 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad n°. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met de
bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat
op Donderdag den 21sl,B September aanst., 's voormiddags teel/ uren, opliet
Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek
in te brengen.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche
Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 7 September 1876. E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER van LEIDEN doet te welen, dat, ten gevolge der
jaarlijksehe attreding van de leden der vaste Commissiëndoor den Gemeen
teraad voor dit jaar uit zijn midden zijn benoemd de volgende leden, als:
o. voor de Commissie van Financiën:
de IIII. II. C. HARTE VELT, Voorzitter,
Mr. A. VAN HETT1NGA TROMP en
M'. P. A. VAN DER LITIl.
b. voor de Commissie van Fabricage:
de HH. J. I. VAN WENSEN en
J. C. VAN DER ZWEEP,
van welke commissie de Wethouder L. M. DE LAAT DE KANTER Voorzitter is;
c. voor de Commissiebelast met het ontwerpen van en herzien der
Plaatselijke Verordeningentegen wier overtreding straf is bedreigd:
de HH. Mr. R. Th. BIJLEVELD en
M'. 1'. A. VAN DER LITIl,
van welke Commissie de Burgemeester Voorzitter is;
eild. voor de Commissiebelast met het ontwerpen van en herzien der
Plaatselijke Verordeningen betreffende de huishouding der gemeente
de HH. Mr. J. E GOUÜSMIT, Voorzitter,
Mr. C. COCK en
M'. L. D. SURINGAR.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
Leiden, 7 September 1876. v. d. BRANDELER.
Dc BURGEMEESTER, Hoofd van liet Gemeentebestuur van Leiden, doet
le weten, dal de ingevulde patentbladen over het dienstjaar 1876/7, voor
de belanghebbenden wonende in de wijken V en VI. dagelijks, met uit
zondering van den Zondag, van den 7i'B tot en met den MdMI Septem
ber e. k., des namiddags van één tot drie uren, bij het College van
Zetters, in een der vertrekken van het Raadhuis verkrijgbaar zijn, op ver
toon van de aanslagbiljetten.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd
Leiden, 6 September 1876. v. d. BRANDELER.
Ter Gemeente-Secretarie is tegen betaling van ƒ2 40 verkrijgbaar de be-
grooting der gemeente voor 1877, met de memorie van toelichting.
LEIDEN, 7 September.
In de zitting van den gemeenteraad van heden zijn ingekomen kennis
gevingen van de hh. Dercksen en Eigeman dat zij verhinderd waren ée
vergadering bij te wonenvan den laatstcn met verzoek niet meer in aan
merking te komen voor het lidmaatschap van de commissie van financiën.
Ook zijn ingekomen een verzoek van den heer M. J. IJzerman, om ontslag
als leeraar bij de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs
en een adres van de agenten van policie 3e en 4e klasse om verhooging
van jaarwedde. Ingekomen is eene voordragl tot het beschikbaar stellen
ecner som van ƒ250 voor het stellen van een bliksemafleider op het ge
bouw de Lakenhal.
Dc voorzitter deelde mede dat van den heer Dercksen voor het archief
was ontvangen Iets over den Leidschen schouwburg in de 18de eeuw", dat
onder dankbetuiging was aangenomen. Ook gaf de voorzitter kennis van
eene ontvangen uilnoodiging van wege hh officieren der dd. schutterij, voor
de leden met hunne dames, tot het bijwonen van een concert op 13 Sep
tember aanst. op Zomerzorg.
Tot leeraar in hel boekhouden aan de hoogere burgerschool werd be
noemd H. Tillema, thans tijdelijk die heirekking vervullende; tot onderwij
zer 2' kl. aan de school n®. 1 voor minvermogenden A. W. Swart, alhier;
tot onderwijzer 2e kl. aan de school n4. 2 voor onvermogenden L. Vermaas,
te Hillegom; en tot hulponderwijzer aan de schooi n*. 1 voor minvermogen
den H. J. Tietjens, te Benschop. Vervolgens had de verkiezing plaats van
leden in de vaste commissiën. In de zamenslelling dier commissiën (zie
hierboven) is geene verandering gekomendan alleen dat de heer mf. P. A.
van der Lilh is opgetreden als lid van de commissie van financiën, in de
plaats van den heer A. H. Eigeman.
Het eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belastingdienst 1876,
en eene voordragt tot het verleenen van afschrijving van plaatselijke directe
belasting, dienst 1876, werden goedgekeurd.
De voordragt tot het verleenen eener gratificatie van ƒ200 aan J. C. Vun-
derink, eervol ontslagen onbezoldigd inspecteur van policie, werd door den
voorzitter verdedigd tegen de aanmerkingen van de commissie van financiën,
die tot verwerping had geconcludeerd. De gratificatie strekte niet tot be
looning van diensten, waarvoor Vunderink reeds eene belooning had ont
vangen, maar voor diensten die vrijwillig door hem waren verrigt; men
rekende het billijk die diensten te beloonen. Dat zulks een gevaarlijk ante
cedent zou opleveren, kon de voorzitter moeijelijk aannemen. De heer Har-
tevelt ontwikkelde nog nader de zienswijze der commissie. In stemming
gebragt zijnde, werd de voordragt verworpen met 15 tegen 4 siemmen.
liet verzoek van de kon. Ned. grofsmederij, om vrijstelling van de beta
ling der boete wegens te late oplevering van de brug over den Ouden Singel
bij de Mare gal tot uitvoerige discussie aanleiding. De heer van Iterson
bad tegen de kwijtschelding groot bezwaar, omdat de redenen, daarvoor
aangevoerd, hem niet afdoende voorkwamen. De grofsmederij gaf twee
redenen op; gebrek aan werkvolk en de ingevallen vorst. Dit waren geene
buitengewone omstandigheden, maar zulks behoorde tot de risico van den
aannemer Ook ging hij na de redenen die door de commissie van fabri
cage en door burg. en weth. ten gunste van het verzoek waren aangevoerd
en die volgens hem weinig grond hadden. Men moest niet slechts het oog
hebben op de schade die de stad door de late oplevering had geleden, maar
vooral op het belang der ingezetenen, die daarvan nadeel hadden onder
vonden, zooals gebleken was uit de vroeger ingekomen adressen. De
spreker vreesde dat op die wijze in het vervolg solide aannemers zich
zouden terugtrekken en het terrein overlaten aan hen die rekening
hielden mei de goedwilligheid van den Leidschen gemeenteraad. De heer
de Laat de Kanier trad in eene wederlegging van het aangevoerde
door den heer van Iterson. Dat zou waar zijn bijaldien er ligtvaardig
werd vrijgesproken, maar dc commissie van fabricage oordeelde dat hier
force majeure aanwezig was. Hij was het niet eens met den heer
van Iterson dat vorst geen force majeure was, want ieder die verstand
van hel vak had. wist dal daardoor soms het werk onmogelijk kon verrigt
worden. Juist als men geen redenen van billijkheid aannam, dan zouden
de aannemers zich terugtrekken of wel de inschrijving verhoogen. De com
missie meende dat men in dergelijke zaken van een vast beginsel moest
uitgaan, t vv. of er schade geleden was en of er nalatigheid had plaats ge
had. De lieer Scheltcma was van gelijke meening als de heer van Iterson.
lljj kon niet toegeven dat gebrek aan werkvolk en vorst force majeure
uitmaakten. Volgens hem was het moeijelijk Ie bepalen dat de gemeente
niet meer dan ƒ80 schade had geleden, want als men geweten had dat de
termijn van oplevering later zou gesteld worden, dan had misschien een
ander voor minder ingeschreven. Nadat de hh. van Iterson en Schellema
aan de eene en dc heer de Laat dc Kanter aan de andere zijde hunne ziens
wijzen nog nader hadden uiteengezet, werd de voordragt van burg. en welh.
lol het verleenen van vrijstelling der hoele met 9 legen 8 stemmen aange
nomen. De hh. de Fremery en Hartevelt hielden zich builen stemming.
Hel verzoek van de commissie voor de volksvoorlezingen om eene toelage