BUITEN LAIN DSCüE BERIGTEN. In de gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van stemgeregtigde aandeelhouders in de Nederlandsche bank is tot directeur herkozen de heer mr. J. H. Molkenboer, en tot commissarissen de aftredende hh.YV. A. Viruly Verbrugge, mr. H. L. M. Luden en R. Daniel Wolterbeek. Het divi dend over het afgeloopen jaar werd bepaald op ƒ214 per aandeel. Ook werd gisteren aldaar gehouden de 25e algemeene vergadering der duinwatermaatschappij. De voorzitter wees er bij die gelegenheid op dat de verloopen 25 jaren hebben bewezen, dat de onderneming beantwoord heeft aan de verwachting der oprigters, namelijk: dat aan een eerste levensbe hoefte werd voldaan en de ondernemers een behoorlijke rente van hunne oorspronkelijk bijeengebragte gelden hebben genoten, niet buitengewoon groole dividenden, want door elkander gerekend, hebben zij slechts om streeks 5 pCt. van hun kapitaal genoten. Het dividend over 1875 werd bepaald op 21.90 over de oorspronkelijke aandeelen. Naar men uit Nijkerk aan de Amh. C. meldt heeft een jongen van 8 jaar voor den burgemeester bekend den brand in de nabijheid dier ge meente op Donderdag jl. te hebben gesticht. De brand, ontstaan in een hooibergheeft ten gevolge gehaddat behalve dien berg een huis met inboe del, twee koeijen en een geit eene prooi der vlammen zijn geworden. Uit Leeuwen meldt men aan de /V. II. C. dat door den burgemeester dier gemeente en dien van Druten is bevolen dal de honden aldaar gedurende vier maanden van een muilkorf moeten zijn voorzien; er had zich een ge val van hondsdolheid voorgedaan. Naar men verneemt, is de bewuste hond ongeveer 6 weken geleden op verregaande wijze mishandeld en geslagen, omdat hij ongehoorzaam was bij het hoeden der schapen. Het gevolg was, dat de hond van zich al beet. doch tot dusverre is zijn beet zonder nadce- lige uitwerking gebleven. De veearts te Druten moet verklaard hebben, dat de hond niet dol was, maar dat de ondergane mishandeling de oorzaak was van zijn bijten. Te Kuilenburg ontstond onlangs op twee achtereenvolgende dagen brand in eene stoelenmakerijdie echter telkens gebluscht werd. Men dacht aan kwaadwilligheid en het is ook thans gelukt de brandstichtsier te ont dekken zijnde een meisje van 15 jaren. Dingsdag morgen ontdekte men te Ommerschans brand in een hooiberg hij den landbouwer Helkemeijer, en al spoedig bekende een der verpleegden dat die door hem was aangestoken. Door den builengewonen ijver der aldaar gestationeerde militairen en de hulp van de brandspuit uit Dedemsvaart, slaagde men er in de woning cn veeschuur te behouden. Een schuur, twee hooibergen met het daarin aanwezige hooi en een varkenshok zijn verbrand. In eene drooge sloot aan den openbaren weg onder Lonneker heeft men hel lijk gevonden van een daglooner, en in zijne nabijheid eene flescli, nog gedeeltelijk met jenever gevuld. Den avond te voren had hij nog ge zond en wel zijn gewone herberg verlaten. In eene vergadering van burgemeesters in de provincie Groningen is in beginsel besloten, pogingen in het werk te stellen tot het stichten van heur- zen in het belang van de Groninger hoogeschool en eene commissie benoemd ter voorbereiding dezer zaak. in den gemeenteraad van Groningen is dezer dagen door burg. en wclh. verslag gedaan van den staat, waarin de onderhandelingen tusschen die gemeente en het rijk verkeeren ten aanzien van het sloopen der ves tingwerken en van de voorwaarden, waaronder gronden door de gemeente kunnen worden verkregen. Deze laatste zijn zóó bezwarend, dat de raad wel zal aarzelen, die aan te nemen. Zoo zou voor den grond benoodigd lot het stichten van het nieuwe ziekenhuis (dat ook akademisch ziekenhuis zal worden) niet minder dan f 120,000 moeten betaald worden. Voor 9 hectaren grond, die weinig of geen waarde heeft, wordt ƒ60000 ge vraagd enz. Door de justitie is huiszoeking gedaan bij een zekeren B.te Simpel- veld, thans te Maastricht gedetineerd, onder de verdenking van valsche bankbillctten gemaakt en uitgegeven te hebben. Het onderzoek heeft geleid tot de ontdekking van een hoeveelheid Nederlandsche en Pruissische bank- billetten, die, waren zij echt, een waarde van ƒ16000 zouden vertegen woordigen. 's GRAVENIIAGE. 18 Mei. Tot burgemeester der gemeente Dantumadeel is benoemd jhr. 11. H. A. J. de Geer, onder toekenning van eervol ontslag als burgemeester der ge meente IJlst. Op hun verzoek is eervol ontslag verleend aan den heer J. J. Wichers Jz., als surnumerair der posterijen, en aan den heer J. Boverhoff, als rijksont vanger te Avenhorn c. a. Tot bewaarder der hypotheken en ontvanger der registratie te Heeren veen is benoemd de heer \V. A. de Laat de Kanier, thans ontvanger der registratie te Tiel. en tot ontvanger der registratie te Zevenaar de heer A. G. Stork, en te Hardewijk de heer II. Esser, thans surnumerairs. Een groot aantal sladgenooten en onderscheidene leden vau de tweede kamer vertrokken heden morgen naar Amsterdam, ten einde getuigen te zijn van de onthulling van Thorbecke's standbeeld. De heer Groen van Prinsterer verkeerde heden in zeer bedenkelijken toestand, zoodal de geneesheer vreesde, dat de lijder zijn einde nabij was. De heer S.die in verceniging met den thans gearresteerden jhr. B. j zijn provisioneel aan de moeder toevertrouwd kind heimelijk heeft wegge voerd. wordt steeds gezocht. Men vermoedt dat hij de wijk naar het bui- j tenland heeft genomen. Dezen morgen ten zes ure is, vergezeld van den brigadier-majoor en 3 veldwachters per Rijnspoor naar zijne bestemming Leeuwarden overgevoerd de tot levenlange tuchthuisstraf veroordeelde Jut, die er bedaard en welge moed uitzag. Naar men verzekert heeft hij van zijne vrouw geen afscheid genomen. Christina Goedvolk moet een verzoek om gratie of vcrligting van stral hebben ingediend, zoodat zij zoolang in de gevangenis alhier zal bewaard blijven tot dat daarop eene beschikking zal zijn genomen. EST «EL. A NI». LONDEN17 Mei. Naar men uit Calcutta aan de Times meldt, is men niet zonder vrees dat de pest indië zal aantasten. Bombay is het meest aan het gevaar bloot gesteld, omdat deze stad een zeer levendigen handel met de Perzische golf voert, doch ook voor Calcutta is er reden van ongerustheid. De Indische regering heeft gestrenge maatregelen genomen om besmette schepen een strikte quarantaine te doen houden. In een telegram uit Madrid wordt aan de Times medegedeeld, dat de Baskische afgevaardigden, ontevreden omdat zij met de regering niet tot overeenstemming konden geraken, huiswaarts zijn gekeerd, en dat de rege ring thans, zonder medewerking van de gedelegeerden uit de Baskische pro vinciën en Navarrezal overgaan tot de afschaffing van de fueros. Omtrent het gebeurde aan boord van hel schip Caswell, dat dezer dagen te Queenstown binnenkwam, zijn thans uitvoerige bijzonderheden be kend geworden. Het schip verliet Glasgow met eene bemanning uit Engel- schen en Schotten bestaande. Te Buenos-Ayres zond de kapitein vijf man weg, cn nam voor de terugreis vijf vreemdelingen in de plaats; drie Grie ken en twee Maltesers. Reeds den eersten dag op zee weigerde een der Grieken, Big George gcheeten, de dienst aan het roer waar te nemen. Vier dagen later, terwijl de kapitein bezig was aan Big George te toonen hoe zeker scheepswerk verrigt moest worden, stak de Griek hem plotseling zijn mes in het lijf. Nu volgde eene gruwelijke slagting. Nadat de kapitein met messteken en pistoolschoten was afgemaakt, werden de beide stuurlie den en de hofmeester van kant geholpen. De hofmeester kreeg een kogel in het hoold, die hem onmiddellijk doodde; de beide stuurlieden werden, de een na den ander, over het dek nagejaagd, met kogels geveld, en ver volgens, ondanks hun smeeken om het leven, wreedaardig met messteken omgebragl. Ten slotte werden de vier lijken aan een anker gesjorden daarmede overboord geworpen. De Engelsche matrozen (drie of vier man) hadden deze moorden moeten aanzien; zij waren verspreid, en, evenals de kapitein en de stuurlieden, ongewapend, terwijl de vijf muiters messen en revolvers bezaten. Een der Engelschen, de timmerman, James Carrick, werd door de muiters uit zijn schuilhoek gehaald. Zij lieten hem knielen in den bloedplas op het dek, cn met een vreesclijken eed zweren dat hij hen niet verraden en trouw dienen zou. De waarheid was. dal de muiters zelf het schip niet kouden besturenen dus daartoe de hulp behoefden van Carrick cn zijn makkers. Nadat dc muiters eeuige dagen geplunderd cn gebrast hadden, ontstond er onder hen oneenigheid omtrent de plaats van bestemming. Die twist was het behoud van Carrick en zijn kameraden. De steven werd naar Europa gewend, bij den mond der La-l'lata rivier gingen de beide Maltesers met hun aandeel van den buit aan wal, en de vier on gewapende Engelschen hadden nu slechts met drie gewapende schurken te doen. Op zekeren avond nam Carrick zijne kans waar, en sloeg, door zijn makkers geholpen, Big George en nog eenen der moordenaars met zijne bjjl de hersens in. De derde Griek, een eénoogige bandiet, werd. zwaar ge wond in boeijen geslagencn is thans in handen van het geregt. De dagbladen spreken met lot van de volharding, den moed en de groote kunde van James Carrick, een gewoon ligt matroos, die nooit onderwijs had gekregen in de stuurmanskunst, en wien het toch gelukt is het schip, met een muitende, onbekwame bemanning, rond Kaap Hoorn in een Engel sche haven te brengen. F RAN KR IJ K. Het Journal officiel van Dingsdag bevat het besluit, waarbij de vice- president aan het dep. van binnenlandsche zaken, de Marcère, als minister van dat departement wordt benoemd. De minister van binnenlandsche zaken heelt aan de prefecten eene cir culaire gerigt, houdende dat de hun dezer dagen door wijlen zijnen ambts voorganger gegeven instructiën stiplelijk gevolgd moeten worden, daar in de leidende gedachte der regeriogspolitiek geen verandering is gekomen. Dingsdag is in de kamer van afgevaardigden de beraadslaging aange vangen over de amnestie-voorstellen. De heer Clemenceau handhaalde het voorstel om volledige en algeheele amnestie te verleenen, hij bestreed daarbij zoowel de conclusiën van het rapport der commissie als de leer, die de regering in dit opzigt huldigde. In gelijken geest sprak de heer Lockroy, van de uiterste linkerzijde. Na een protest van den heer de la Bassctier, die er tegen opkwam, dat men den opstand in de Vendée met de misdaden van de Commune op een lijn stelde, werden de amnestie-voorstellen krach tig bestreden door den heer de Lamy van het linker-centrum. Hij was ech ter voor toepassing van het regt van gratie; daardoor kou men de straf verminderen zonder in het algemeen hen daaronder te begrijpen, door wier vrijstelling men zich zou medepligtig maken aan de door hen gepleegde misdaden. In eene circulaire aan de predikanten en ouderlingen der gereformeerde kerk in Frankrijk, deelt de vaste commissie der algemeene synode mede, dat zij zich tot den minister van justitie en van eeredienstden heer Dufaure, gewend heeft om er op aan te dringen, dat de raad van state eene beslissing neme omtrent het beroep, door sommige liberale gemeenten, tegen de nietig verklaring van de laatste kerkelijke verkiezingenbij dat ligchaam ingediend. Van het beroep gewag makende, hetwelk door een aantal afgevaardigden van liberale consistoriën ter voorkoming van eene scheuring op de gemeenten is gedaan, verklaart de commissie, dat zij meenen zou ontrouw geweest te zijn aan hare roeping, indien zij geweigerd had zich met het denkbeeldeener verzoening in te laten. Op den voorgrond stellende, dat alleen de toekom-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 2