BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 24 pril d<S7696. büitenlandscüe beïugten In eene vergadering van het depart. Sneek der maatschappij tot Nut van 't Algemeen is door het bestuur de mededeeling gedaandat een der leden van het departement, die onbekend wenscht te blijven, zich verbon den heeft tien achtereenvolgende jaren de som van 100 af te staan, ten einde die gelden te gebruiken voor het eene of andere nuttige doeldoor de directie te beoordeelen. Volgens de A'. Amh. C. zou in de laatste drie jaren hier te lande aan effecten meer zijn verloren gegaan dan de geheele milliarden-leening van Frankrjjk bedroeg. Uit Groningen meldt men dat bij gelegenheid van den hevigen brand, die Zondag 11. aldaar plaats hadwaardoor 21 gezinnen van alles werden beroofd, van de drukte, die van den brand het gevolg was, is gebruik ge maakt, om in het in de nabijheid gelegen kantoor der gemeente-reiniging in te breken en daar een lessenaar open te breken. Dat niet meer dan ƒ40 weggenomen werd, is alleen daaraan toe te schrijven, dat men niet meer gevonden heeft. Voor de arrond.-regtbank te 's Hertogenbosch werd Donderdag de zaak behandeld tegen den heer H. W. A. H., distillateur der 2e kl. aldaar, be schuldigd van in de maand Januarij jl. in een pand langs de Zuidwillems vaart aldaar voorhanden te hebben gehad 16 vaatjes gedistilleerd, zonder te kunnen verloonen eene quitantie van betaalden accijns of een gelcibillet tot dekking. De rijksadvocaat achtte den heer H. als beheerder van bedoeld pand verantwoordelijk voor de nederlage en eischte eene boete van ƒ2980, zijnde het vijfvoud van den versehuldigden accijns, terwijl het openb. min. bij wanbetaling eene cellulaire gevangenisstraf van 3 maanden vorderde. De verdediger, mr. Schlesinger, concludeerde tot vrijspraak. De uitspraak is bepaald op Donderdag 27 April. Betreffende het spoorwegongeluk nabij Breda wordt nog het volgende gemeld: Maandag avond heeft nabij Seppe, onder deze gemeente, op den spoorweg, een droevig ongeluk plaats gehad. Een wachtersvrouw vierde met hare 7 kleine kinderen het Paaschfeest en onthaalde hen bij die gele genheid op door hen geliefdkoosd voedsel. Pas waren allen aan tafel geze ten, toen de wachteres den goederentrein, die van Breda ten 7 uur moest vertrekken, doch door oponthoud eerst ten 7.15 het slation aldaar had ver laten, hoorde aankomen. «Wacht maar even" zeidj,.,zij. tot hare kinderen, //ik zal eerst de barrière gaan sluiten, want daar komt de trein aan; ik kom dadelijk terug." Toen zij buiten kwam, schijnt zij, waarschijnlijk door de duisternis misleid, zich te ver op den weg te hebben begeven, althans zij is met den trein in aanraking gekomen en door dezen letterlijk verbrij zeld. Bij aankomst van den trein te Boosendaal zag men aan een der buf fers een vrouwenmuts en een gedeelte van een menschenhoofd hangen. On middellijk begaf men zich met een extra-machine op weg, om te onderzoe ken wat er was voorgevallen. Weldra vond men de overblijfselen dei- ongelukkige moeder op den weg verspreid liggen en die overblijfselen zoo danig vermorzeld, dat men ze met een schop heeft moeten verzamelen. Dit ongeluk schijnt zoo schielijk in zijn werk gegaan te zijn, dat zelfs de ma chinist hoegenaamd geen schok gevoeld heeft. De kinderen bleven te ver geefs meer dan een uur op hunne moeder wachten, totdat eindelijk hun vader, die op eenigen afsland aan het werk was geweest, te huis kwam en zij met de ontzettende gebeurtenis bekend werden gemaakt. Te Tilburg is aangehouden een effecten-handelaar uit Antwerpen, die van daar gevlugt was met een tekort van 850,000 fr„ en die een vonnis wegens misbruik van vertrouwen te zijnen laste heeft. Voor de regtbank te Middelburg is dezer dagen de volgende zaak be handeld. .1. Bos, koopman, en II. J. Marlijn, winkelier, waren beklaagd, dat zij te zamen en in vereeniging drie loterijen hebben aangelegd en voort gezet zonder daartoe vergunning te hebben. In October 1874 rigtten zij eene vereeniging op, waarvan ieder lid kon worden tegen een inleg van 5 cents per week, waarvoor men kans kreeg na verloop van een jaar eenig voor werp of een stuk huisraad ter waarde van ten minste ƒ1,25 en ten hoog ste ƒ80 te trekken. In de door de agenten verspreide prospectussen stond, dat de verdeeling der voorwerpen zou geschieden bij wijze van loterij. In Junij werd door beklaagden, behalve deze eerste vereeniging, «de Hoop" genaamd, nog eene tweede opgerigt, «de Nijverheid." De deelnemers hebben eenige voorwerpen te huis gekregen, die men zeide, dat voor hen getrokken waren, en waren allen evenzeer ontevreden, aangezien de waarde ver bene den de ƒ1,25 was. In strijd met de belofte in het prospectus gedaan, had geene tentoonstelling van prijzen plaats gehad en was niemand bij de verlo ting tegenwoordig geweest. Het O. M., dat heftig tegen zoodanige hande lingen te velde trok, eischte veroordeeling der beklaagden tot gevangenisstraf van één tot drie maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan, en in drie geldboeten van minstens 50 ieder, met verbeurdverklaring der in beslag ge nomen loterij-goederen. De advocaat, mp. E. Fokker, concludéerde tot ont slag van regtsvervolging. De regtbank heelt later uitspraak gedaan en ver- S oordeeld: J. Bos tot eene cellulaire gevangenisstraf van eene maand en drie geldboeten, ieder van ƒ50, en II. J. Marlijn eveneens tot cellulaire gevan genisstraf van eene maand en eene geldboete van ƒ50. Het voorloopig verslag der tweede kamer is uitgegeven over het wets- j ontwerp tot het stellen van nieuwe termijnen voor de oplevering van werken I! der Amsterdamsche kanaalmaatschappij. Die nieuwe termijnen zouden daarin 1 bestaan, dat de openstelling van het kanaal in de Noordzeehaven voor de scheepvaart met beperkten diepgang van 1 April 1876 tot 1 November van dat jaar, en de oplevering van het kanaal, op de volgens de bestekken ver- eischte diepte over zijne geheele lengte van Augustus 1876 tot 1 Augustus 1877 wierd verdaagd. Bij de overweging in de afdeelingen toonde men zich hierdoor teleurgesteld met opzigt tot een werk, waarvan het goed gelukken zoolang reikhalzend wordt verbeid. Over het hoofdpunt, dat hier te beslissen valt, heerschte verschil van gevoelende vraag nl.heeft zich inderdaad met opzigt tot de werken der kanaalmaatschappij het geval van overmagt voorgedaan en is de directie daardoor verhinderd binnen de gestelde termijnen aan hare verplig- ting tot oplevering dier werken te voldoen? De vraag wat onder overmagt in regtskundigen zin is te verstaan werd daarbij breedvoerig besproken. Er waren zeer vele leden, naar wier oordeel geen genoegzame gronden van bil lijkheid voor het erkennen van overmagt konden worden aangevoerd, of die althans meendendat daarvan uit het medegedeelde rapport van den hoofd- tngenieur van den waterstaat in Noordholland niet bleek. Sommigen van hen, die geene overmagt erkenden, waren desniettemin genegen redenen van billijkheid in aanmerking te nemen. "s GRAVENHAGE. 22 April. De opper-kamerheer en de chef van het militaire huis des konings heb ben bekend gemaakt, dat Z. M. op Woensdag den 26sten April aanst des morgens ten 9y2 ure, in het paleis te Amsterdam, audiëntie zal verleenen aan commissien, civile en militaire autoriteiten, officieren en militairen, en op Donderdag den 27s,en daaraanvolgende, ten 9y2 ure, aan particulieren. Degenen, die verlangen tot deze audientien te worden toegelaten, zijn uit- genoodigd zich in te schrijven op eene der lijsten, welke daartoe aan ge zegd paleis gereed liggen, tot en met den 24s,eD April, des namiddags ten 4 ure, op welken tijd die lijsten zullen worden gesloten. De 2e luit. L. C. Dijxhoorn, van het 2e reg. vesting-artillerie, is voor den tijd van drie jaren gedetacheerd bij de landmagt in West-Indië. Z. K. 11. prins Frederik is gisteren avond ten 8 ure uit Neuwied hier ter stede teruggekeerd. In de heden door de eerste kamer gehouden zitting deelde de voorzit ter mede dat de eindverslagen gereed waren over al de aanhangige wets ontwerpen, dat tot regeling van het hooger onderwijs uitgezonderd. De beraadslaging daarover is bepaald op Maandag aanstaande. Daarna zijn zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen de wets-ontwer- pen tot naturalisatie van F. E. Siebers en zeven anderen en tot naturalisatie van C. G. Juhn en zes anderen. Naar men verneemt hebben eenige vereerders van den kunstschilder Samuel Verveer het plan opgevat op diens graf een gedenkteeken op te rigten. Gisteren werd de jaarlijksche algemeene vergadering van aandeel houders in de brood- en meelfabriek alhier gehouden. Uit het verslag van den toestand over het afgeloopen jaar bleek dat de beide afdeelingen van de fabriek allezins voordeelige resultaten hebben opgeleverd. De omvang van het werk nam aanmerkelijk toe. In de meelfabriek werden 2686 last tarwe vermalen, 331 last meer dan in het vorige jaar, en 209 last rogge. De ver koop van meel en andere producten was veel belangrijker dan in vorige jaren. De hoeveelheid afgeleverd brood bedroeg 4,525.751 KG., ruim 6 pCt. meer dan in het vorige jaar. De bouw van een dertienden oven werd in 1875 noodig bevonden. Dat bij deze zeer gunstige uitkomsten een ruim dividend (ƒ15) aan de aandeelhouders kon worden toegekend is zeer ver klaarbaar, terwijl dé verbruikers daardoor geenszins benadeeld worden, aangezien de winst door de broodfabriek, afgescheiden van de meelfabriek, behaald, slechts even een kwart cent per kilogram bedraagt, omgeslagen over de geheele hoeveelheid verkochte kilogrammen brood. Door commissar rissen werd over het deel der winst, dat hun ter beschikking staat, beschikt ten behoeve van de werklieden en de geëmployeerden, waaronder ook de depothouders. Gisteren heeft, onder voorzitterschap van den heer Godon, de gewone jaarlijksche vergadering van aandeelhouders der 's Gravenhaagsche vleesch- houwerij plaats gehad. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat de uitkomsten gedurende het afgeloopen jaar niet voordeelig zijn geweest. De balans sluit met een verlies van /1502.63yi, die van 1874 met een winst van 5273.58. In het afgeloopen jaar werden omgezet 629 runderen500 kalveren en 223 schapentegenover 973 runderen642 kalveren en 277 schapen in 1874. Het geheele gewigt bedraagt dus 239541 kilogram tegen over 295352 kilogram in 1874. Dit verschil wordt door een deel veroor zaakt. doordien in het jaar 1875 geen vleesch werd geleverd aan het gar nizoen dat anders ongeveer 22097 kilogram vleesch verbruikte. Het verlies gaf aanleiding tot eene reeks van vragen en opmerkingen door de aandeel houders. De verantwoordelijke directeur gaf herhaaldelijk de verzekering, dat het tegenwoordig jaar uitzigten opende op betere uitkomsten, nu wederom de levering van vleesch aan het garnizoen aan de maatschappij was gegund. De vergadering van aandeelhouders sprak daarna haar ver trouwen uit in het toezigt van commissarissen en keurde de rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar goed. BELG1E. Het overbrengen van koning Leopolds stoffelijk overschot naar den nieuwen grafkelder te Laeken heeft Donderdag plaats gevonden en daarna, onder bijstand der geestelijkheid, die van de kisten der in 1850 overleden koningin en van de in 1869 en in 1871 overleden kinderen uit het vorste lijk huis. Het Journ. de Brux. verklaart het berigt van l' Echo du Parle ment voor onwaar, als zou de koning deze plegtigheid op andere wijze ver langd hebben, maar daarbij op het verzet der geestelijkheid gestuit zijn. De vier kisten zijn gebragt door de deur, die in het bijzonder voor de be grafenis van leden uit het vorstenhuis bestemd is. Het lijk des konings is in het niet gewijde gedeelte van den kelder, de overige kisten in het gewijde gedeelte bijgezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 5