LEIDSCME C01 RAi\T. IS 70. M\ 81. WOESSDAG 5 APR5L De Courant verschijnt dagelijksZonen feestdagen uitgezonderdDe prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p3.5Ö wel Ael F er slag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. /3.K5. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 s jaars, buiten de expeditie kosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Centsfranco p. p. 6 Cents De prijs der Ad\erteiiii£u is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. BINNENLANDSCHE BERIGTEjN. LEIDEN. 4 April. Heden had in het lokaal der Kweekschool voor Zeevaart de jaarlrjksche algemeene vergadering plaats in tegenwoordigheid van Z. K. II. prins Hen drik der Nederlanden, Z. Exc. den minister van marine, den schoutbij nacht Brutel de la Rivière, de afgevaardigden der vijf onderafdeelingenvele leden en belangstellenden. Dr. A. Rutgers van der Loeff bragt het jaarverslag uit, dat zoowel van hel 20-jarig bestaan der inrigting als van den goeden staat en uitkomst in bet afgeloopen jaar getuigde. Op humoristische wijze verge leek de spreker deze inrigting bij eene akademie in haar soort, waartoe de benaming, waaronder de jongens dezer school bij den Janmaat der vloot bekend staan. t. w. «Leidsche studentjes", den spreker aanleiding gaf. Op deze vergelijking voortgaande mogt de spreker, met zelfvoldoening, het onderwijs der inrigting en de gunstige resultaten daardoor verworven op zedelijk-philanthropisch gebied prijzen. Niet minder dan 1275 jongelieden werden in de afgeloopen 20 jaren door haar bekwaamd voor de koopvaardij- vaart en de dienst der kon. N'ed. marine. De kosten, daarvoor gemaakt, be liepen per hoofd niet meer dan 40.—. De spreker had dus het volste regt te gewagen van eene goedkoope studie. De cijfers, die er genoemd werden, gaven een verrassend getuigenis van een zuinig en vooral zaakkundig be heer. Bij monde van d'. de Ridder stelde de Haagsche onderafdeeling voor de feestviering eene som van ƒ100 beschikbaar, welke de voorzitter dank baar aanvaardde met de verzekeringdat dien avond de jongens daarvan zouden genieten. Jhr. mr. D. T. Gevers van Endegeest volgde dat voorbeeld en schonk de kas dier feestvierende inrigting hetzelfde bedrag. Intusschen was de rekening van het verloopen boekjaar met lof goedgekeurd, hadden de leerlingen proeven gegeven van ligchamelijke en verstandelijke ontwikke ling, waren vereercnde getuigschriften uitgereikt en zou de voorzitter de vergadering sluiten, toen prins Hendrik het woord nam om den voorzitter dank le zeggen voor zijn keurig jaarverslag en de groote zorg die hij sedert het beslaan dezer inrigting voor haar had veil gehad, om tevens den minis ter van marine dank en hulde te brengen voor den steun deze school ge schonkeneen hulp die de prins in hooge mate roemde; verder getuigden 's prinsen woorden van liefde voor den zeemansstand en den Nederlandschen zeeman, een stand, die, zooals de prins getuigde, alles veil had voor het vaderland en daarom onzer aller achting en liefde waardig was. Met een harlelijken wensch voor het welzijn dezer kweekschool besloot prins Hen drik zijne rede. Spoedig daarna daalde de koninklijke standaard van den masttoen de prins van de kweekschool onder de juichkreten der kweekelingen en omstanders terugkeerde naar de residentie. Ten behoeve van de noodlijdenden door den watersnood gaf gisteren avond in den schouwburg de Rederijkerskamer «Borger" eene buitengewone vergadering. Voorgedragen werd bij deze gelegenheid: «Eduard III voor Calais", van A. J. de Buil. «Camoëns". dramatisch gedicht in één bedrijf, vrij bewerkt uaar het Hoogduitsch van Friedrich Halm door D. F. van Heyst. «De Telegraaf", (gesprek tusschen twee Scheveningers) van A. H. van Thiel, //De Nachtwacht", blijspel in één bedrijf, naar het Hoogduitsch van Th. Körner, door J. M. E. Dercksen, en «Een woord van dank" na hulpbetoon, dichtregelen door J. M. E. Dercksen. De kamer heeft goede en degelijke krachten ter harer beschikking en zij maakte er een over het algemeen gelukkig gebruik van dat door het vrij talijjke publiek hoogelijk bleek te worden gewaardeerd. Niet minder dan ƒ128.25 is als netto-opbrengst voor de noodlijdenden op deze wijze door haar bijeengebragt. Men schrijft ons het volgende: Ofschoon Boskoop reeds veel boomge was heeft afgeleverd, zijn de verzendingen nog in vollen gang. Toch zou het voor eenig gewas beter zijn dat het vroeger ware gepoot geworden. Maar de slepende winter veroorzaakte uitstel en de daarop volgende natte weersgesteldheid vertragiug van allen veldarbeid. De van water doorweekte akkers beletten het gebruik van ploeg ol spade. Thans rept men zich aller- wege om verloren tijd zooveel mogelijk in le halen, hoezeer de tuinders met poten en zaaijen toch bijna eene maand ten achter zijn. liet leggen van aardappelen, zooals in het Westland, is hiervan niet uitgesloten. Tuin bouw en landbouw, kweekerijen en moezerijen beginnen nu eigenlijk pas te herleven. De drie laatste dagen van Maart waren lentedagen, ook de eerste. Het weiland is groen, de knoppen van de kastanje gaan wijdopen- staan, eenige heesters beginnen te bloeijen en andere botten uit. De eerste bloesems van de perzik zijn open, weldra volgen die van pruim en abrikoos; i zij beloven vele vruchten, zoo ook de appel-, en inzonderheid de peren- boomen. Het stoomschip Conrad is op 30 Maart te Batavia aangekomen. De kadetten der kon. militaire akademie te Breda zullen van 15 Junij lot Julij a. s. liet nabij die stad gelegen kamp op de Teteringsche heide betrekken. Te Heemstede is in 77-jarigen ouderdom overleden de bekende Amster- damscbe industrieel, de heer Paul van Vlissingen. Te Rotterdam heeft in den nacht van Zaturdag op Zondag eene ont ploffing plaats gehad in liet achteronder van een koftjalk, liggende aan de Leuvchaven. De slag deed de bewoners in den omtrek uit hun slaap op schrikken. De ontploffing is ontstaan, doordien eene flescli met benzine lek geworden was. Behalve dat de schippersknecht een geringe kneuzing aan den reglerarm bekwam en het vaartuig merkbaar werd beschadigd, hebben geen ongelukken plaats gehad. Te Amsterdam is gisteren morgen uit het Rokin het lijkje opgehaald van een pasgeboren kind, dat in een zak was gewikkeld. Men meldt uit Nijmegen: Zaturdag avond heeft bij het Spijker liet sleepbootje Prins Heinrich de stoomboot König zoodanig aangevaren, dat zij beide gezonken zijn; 5 menschen zijn door deze ramp verdronken, waar onder de zoon van den stuurman Covers alhier. Tot heden weet men niet waar zich het wrak van de sleepboot bevindt. Als een bijzonderheid wordt ons nog van verschillende zijden berigt, dat een visscher, die Zaturdag mid dag een mand met zalm op de Duitsche stoomboot bezorgd had, in den nacht op Zondag zijn eigen mand met visch in zjjne netten opgevischt heeft. Te Alphcn in Gelderland is Vrijdag 11. de bouwhoeve van den heer Mollenberg, handelaar in paarden, in brand geraakt. 7 vette ossen en 7 paarden van hooge waarde zijn in de vlammen omgekomen, terwijl twee paarden zware brandwonden hebben bekomen. De vlammen sloegen over op de boerderij van den lieer van Lent, welke even spoedig in de asch werd gelegd. De schade wordt begroot op 30 a 35 mille, waarvan slechts tegen een bedrag van 12500 is verzekerd. In de Noordbrabantsche gemeente Zes gehuchten zijn Vrijdag II. vijf boer derijen in de asch gelegd. De persoon, die te 's Hertogenbosch door hondsdolheid was aangetast, is in het gasthuis overleden. Door gedep. staten in Limburg is bij herkeuring, van de nationale militie vrijgesteld, een doofstom jongeling die, ondanks een vijfjarig verblijf in een gesticht voor doofstommendoor den militieraad te Roermond voor de dienst was aangewezen. Aan de uitvoerige akte van beschuldiging in zake H. J. Jut en zijne huis vrouw Goedvolk zijn de volgende bijzonderheden ontleend betieffende de door beide afgelegde bekentenissen: Door de kracht der waarheid als het ware overmand, zeide (16 Aug. 1875) de tweede beschuldigde (C. Goedvolk), in tranen uilbarsteude «dat zij alles zou zeggen, wat zij er van wist, wanneer zij haar man mogt spreken en een brief schrijven aan hare zuster, zonder dat die gelezen werd door den directeur der gevangenis;" na het toestaan van dit laatste verzoek en het schrijven van den brief erkent zij, «dat zij werkelijk schuldig is aan den moord van mevr. van der Kouwen en van Helena Beeloo." Achtereenvolgens heeft ze voorts medegedeeld, dat zij en haar man en niemand anders, ook niet van hare familie, schuldig waren aan de gepleegde misdaden. Haar man had gedurig over moorden gesproken en haar voorge steld zich meester te maken van het goed van mevr. van der Kouwen, welke gedachten zij hem maar niet uit bet hoofd had kunnen krijgen' Eenige dagen voor den moord is zij met Jut bij van flensden geweest, en beeft deze daar over liet fortuin van mevr. van der Kouwen gesproken, ten einde daaromtrent het oen en ander te vernemen. Op den 131'"" December 1872 des avonds ten 8 uur ongeveer is baar man haar komen afhalen. Zij zijn toen eerst gegaan ten huize van jufvr. van flensden om een rok te brengen ten einde te weten le komen, of deze zich al dan niet te huis bevond; Jut bleef buiten wachten. Na alvorens even bij hare moeder te zijn geweest, en zich eenige oogenbliklten in het koffijhnis van Knhn op de Groote Markt te hebben opgehouden hebben zij zich op het Huygensplein in het plantsoen verborgen, ten einde het verirek van jufvr. van Heusden af te wachten. Deze vertrokna nog haar parapluie die ze vergat uit de keuken te hebben gehaald, en daarop hebben zij aangebeld, werden toegelaten door Leeiitje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 1