KANT.
isrr».
62.
DINGSDAG 14 MAART
ST ADS-RERICHTEN
BI\NENLANI)SCHE BEH1GTEN.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p. f 3.50;
met het f'erslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. f 3.85. Hei verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
jaars. buiten de expeditiekosten. afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Adverlenliftn is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents.
Bij deze Courant wordt verzonden bladz. 43—44 der Handelingen van den
Gemeenteraad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN.
Gezien art. 11, 2e alinea der Verordening van 4 Mei 1872. op de open
bare scholen voor gewoon lager onderwijs, voor on- en minvermogenden
Gemeenteblad n°. 10);
Doen te wetendat de inschrijving van nieuwe leerlingen op de openbare
scholen voor on- en minvermogenden zal plaats hebben van den 6deo tot en
met den IS06" Maari e. k.in de schoollokalen in de Rijnstraat, in de
Brandewijnsteegop de Binnenvestgracht aan het Plantsoen en aan de Ma-
rendorps Achtergracht, des voormiddags van half negen tot negen uren en
des namiddags van half twee tot twee uren, behalve op Zaterdag namiddag
en den Zondag.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 1 Maart 1876. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN. 13 Maart.
Rij de firma E. J. Brill alhier ziet het licht een woord van den heer
mr. P. A. van der Lith, hoogleeraar aan de rijks-instelling voor Indische
taal-, land- en volkenkunde alhier, over «de Indische school en art. 110 en
111 van het wetsontwerp lot regeling van hel hooger onderwijs". Omtrent
het doel, dat de schrijver zich daarbij voorstelt, geeft hij het volgende op:
Bij de laatste schriftelijke gedachlenwisseling lusschen de regering en de
tweede kamer der slaten-generaal over het wetsontwerp tot regeling van
het hooger onderwijs, verklaarden vele volksvertegenwoordigers zich tegen
de opheffing der Indische rijksinstelling te Leiden en, als gevolg daarvan,
ook tegen het voorgestelde doctoraat in de taal- en letterkunde van den
Indischcn Archipel. Men scheen toch van meening te zijn, dat het laatste
het eerste noodzakelijk uitsloot. Naar het mij en anderen voorkomt, behoeft
dit het geval niet te zijn, en kan eene, mits geheel hervormde, school voor
de opleiding van Indische ami tenaren zeer goed blijven voortbestaan naast
een academisch onderwijs in de taal- en letterkunde van den Indischen
archipel, en kan het een door het andere op vele punten worden aangevuld.
De schrijver zegt dat de wet. die thans het onderwijs van rijkswege in
de Indische wetenschap reaelt, uitgaat van tweedrlei denkbeeld, t. w. de
algemeene verspreiding van wetenschappelijke kennis onzer Oosiersche kolo
niën onder de studerende jongelingschap, en de oprigting eener instelling,
hijzonder bestemd voor hen, die als ambtenaar in Ncd. Indië zullen dienen.
Even als altijd, waar men met eene tweeslagtige zaak te doen heeft, werd,
meent hij, geen der beide doeleinden bereikt, althans niet in die mate als
men zich voorstelde. Dit wordt door hem met bewijzen gestaafd. Hierdoor
komt hij tot de conclusie dat men er toe moet besluiten van het hinken op
twee gedachten af te stappen, de wetenschap naar de hoogeschool moet
overbrengen, de opleiding van O. I. ambtenaar tot de verhouding van vak
onderwijs moet terugvoeren. Zoowel het een als bet ander is mogelijk bij
het aannemen van tiet voorgedragen wets-ontwerp. dat de instelling van het
bovenbedoelde doctoraat en de opheffing der rijksinstelling beveelt. De
schrijver zet verder uileen dat in de vakken, thans aan de instelling onder
wezen, een wetenschappelijk onderrigt noodig is en dat dit aan de hooge
school te huis behoort. Verlangt men daarenboven eene school voor amb
tenaren, waaromtrent het oordeel verschillend is, dan moet men de bestai nde
instelling opheffen en vervangen door eene nieuwe, die zich uitsluitend de
opleiding van 0. I. ambtenaren ten doel stelt. In enkele trekken schetst
bij ten slotte den werkkring eeuer zoodanige school.
D*. W. II. J. Baart de la Faille, pred. te Ridderkerk, heeft het beroep
tot predikant bij de Ned. lierv. gemeente alhier aangenomen.
Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen van
50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 25.— 5.20 en ƒ2.50
en de laagste prijzen ƒ25.00, ƒ5.00 en ƒ2.50.
Door den boekhandelaar J. W. van Leeuwen alhier zal in de volgende
week verkocht worden eene belangrijke verzameling boeken, nagelatendoor
de hh. G. Besselink r. k. priester en pastoor te Lemmer, L. van Wissen,
r.k. priester en pastoor te Leiden, en een voornaam regtsgeleerde. Zoowel
op het gebied van godgeleerdheid en kerkhistorieals op dat van regtsge-
lerrdheid en staatswetenschappen komen in deze verzameling zeer belang
rijke werken voor. Ook taal- en letterkunde, zoowel de Grieksche en
Latijnsche, als die der hedendaagsche volken is er vertegenwoordigd.
's Lands middelen over de twee eerste maanden dezes jaars hebben
opgebragt ƒ11,845,168.09, zijnde 681.683.98 meer dan in hetzelfde tijd
vak van 1375. De raming bedroeg 14,301,720.12.
De minister van marine heeft, ten vervolge op eene vroegere aankon*
diging, ter kennis van belanghebbenden gebragt, dat in dit jaar bij het
kon. instituut voor de marine worden opengesteld: 48 plaatsen voor adel
borsten 3e kl. voor de zeedienst; en 6 plaatsen voor adelborsten 3e kl. voor
de mariniers. Het admissie-examen zal aanvangen in de maand Junij aanst.
Het stoomschip Prins ran Oranje is op 10 Maart van Batavia naar
Nederland vertrokken.
Door het Historisch genootschap te Utrecht zijn benoemd: tot honorair
lid dr. J. F. J. lleremans, te Gent, en tot gewone leden dr. A. W. Brons
veld. te Haarlem; dr. P. D, Chantepie de la Saussaye Dz., te Hemmen; J.
Craandijk, te Rotterdam; dr. J. H. Gallée, te Haarlem; J. Ph. van der Kei
len, te Utrecht; dr. W. J. F, Nuyens, te Westwoud; mr. M. S. Pols, te
Utrecht; H. Kleyn van de Poll, te Utrecht, dr. L. J. Suringar, te Maastricht;
dr. J. Verdam, te Leiden; II. W. Vcthake, te Utrecht; mr. C. de Vries Az.,
te 's Gravenhage.
Men schrijft ons uit Stolwijk, van 11 Maart: De hooge waterstand in
dc rivier de Lek wekt in onze streken de grootsche bezorgdheid. De rivier
blijft steeds wassende. Op sommige plaatsen zijn reeds groole stukken van
den dijk weggespoeldzoodat men druk bezig is aan herstellingen. Om
streeks 5 ure namiddag ontving men te Berg-Ambacht het berigt uit Keulen,
dat het water sedert 's morgens 8 ure 57 duim was gewassen. Dadelijk
werd in genoemde gemeente het dijkleger bijeengeroepen, dat dan ook ten
spoedigste post vatte.
Vrijdag 11. is de Gouwekade tusschen Gouda en Waddinxveen door
gebroken. en zijn de oostkant, de Bloemendaalsche en Middelburgsche
polders ondergeloopen. De polderautorileiten waren spoedig aanwezig, de
sluizen bij Gouda en Gouwsluis werden dadelijk digtgehoudenen terstond
was men aan hel werk om de breuk te herstellen. De schade is groot
maar gelukkig hebben er geen persoonlijke ongelukken plaats gehad. Te
Gouda zijn door dit ongeval al de grachten ledig geloopen.
In eene Zaturdag 11. te Amsterdam gehouden vergadering van aandeel
houders in de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij is bij acclamatie het vol
gende voorstel aangeuomen: «De vergadering besluit de directie te magtigen
tot het opnemen van gelden ten laste der maatschappijdoor uitgifte van
schuldbrieven, verzekerd dooi hypotheek op de gronden der maatschappij,
tot een bedrag, berekend naar ƒ1500 per hectare, of tol een bedrag van
hoogstens ƒ2.000,000, door verpanding dier schuldbrieven."
Van het Nieuwe Diep meldt men dat de haven vol ligt van sloepen,
bomschuiten en schokkers, die door het ruwe weêr niet alleen, maar ook
door gebrek aan aas worden opgehouden. De uitzigten voor de haringvis-
schers zijn niet zeer bemoedigend. Reeds verscheiden weken hebben zij
vruchteloos gevischt naar haring, die zij thans zoo goed van de hand zouden
kunnen zetten, want de visscliers betalen gaarne het dubbele voor de daar
gevangen haring boven die, welke langs de stranden in de Zuiderzee wordt
gevischt.
Te Utrecht zijn door de politie twee geheime pandjeshuizen ontdekt,
bij twee personenbeiden uitdragers van beroep. Een groot aantal panden
werd in beslag genomen. Daaronder waren er van aanzienlijke waarde. De
houders dier huizen namen 5 cent per week van eiken gulden.
Zaturdag 11. is hel stoffelijk overschot van jhr. mr. van Loon. in leven
lid der tweede kamer, in den familie-grafkelder te Zeist bijgezet. Bij de
geopende groeve voerde het woord d». Nahuys. pred. te Zeist, dè heer
Messchert van Vollenhoven, lid der tweede kamer, ds. Creutzberg, vroeger
pred. te Zeist en d8. Huet, pred. te Dirksland. De oudste broeder van den
overledene bedankte, ook namens zijne hoogbejaarde moeder, voor de onder
vonden blijken van deelneming.
Te Harderwijk is Vrijdag avond een troepje kolonialen van omstreeks
20 man de woning van een burger binnengedrongenwelke zij voor eene her
berg hielden. De bewoners trachtten hun te beduiden, dat er geen drank
verkocht werd; doch de kolonialen, waarschijnlijk meenende dat men hun