gaal tot verrotting over. t Aan alle wachters en werklieden van den Lekdijk
is door den hoogheemraad, jhr. de Beaufort, na goeden afloop der voor
zorgsmaatregelen. eene exlra-belooning van 5 gulden per persoon toegezegd.
Uit Brakel meldt men: De dijken houden zich goed, vooral de Waal
dijk; de Maasdffk, midden in Pouderoijen, wekte in de vorige week, even
als de zoogenaamde Vleugeldijk, enkele dagen te voren, ernstige reden van
bezorgdheid, maar de maatregelen door den dijkgraaf en zijne onderhoorigen
genomen, hebben tot nog toe gelukkig eene doorbraak welen te voorko
men. Door middel van mest, puin, hout, beslagen enz. is het water ge
keerd, zoodat op het oogenblik de toestand als voldoende kan worden be
schouwd. Door hel langdurig hooge water en de vele, meestal van hevige
windvlagen vergezelde regenbuijen, hebben de dijken evenwel hier en daar
geleden en beginnen zij drassig Ie worden.
De dijk van den Oukoperpolder is doorgebroken en daardoor het water
schap Oukoop, gemeente Loenersloot, onder water gezet.
Te Deventer is op eene meeting de opheffing van de regtbank aldaar
besproken en de volgende motie bij acclamatie aangenomen: «De opheffing
van de regtbank te Deventer is niet in 's lands belang, en zeer verderfelijk,
ook met het oog op handel en industrie, voor de gemeente Deventer.'' Deze
motie werd krachtig bestreden door den heer procureur Margadant, die de
opheffing van de regtbank in het algemeen belang verdedigde en meende
dal men, alleen ter wille van het locaal belang, den minister niet mogt
dwarsboomen in de pogingen tot verbetering van het regtswezen.
Voor de arrond.-regtbank te Deventer stond Dingsdag II. teregl een be-
delaarskolonist. te Ommcrschans verpleegd wordende, beschuldigd van ten
uadeele van den staat der Nederlanden eenig rogge te hebben ontvreemd.
Bekl. bekende hel hem ten laste gelegde feit gepleegd te hebben, llij zeide
echter: dat de diefstal bestond uit twee handen vol uitgezifte zaairogge, die
niet tot menschelijk voedsel geschikt was, dat die geen waarde had en dat
hij niet dacht dat hij eenig misdrijf begingdat hij die rogge aan eenige
duiven wilde geven, die op de plaats van het geslicht liepen, omdat zij geen
voedsel konden vindenwijl de bodem met sneeuw bedekt was. De veld
wachter bevestigde de verklaringen van getuige. Het O. M. meende, door de
plaats in aanmerking .te nemen waar het feil gepleegd is en de houding te
genover den veldwachter door bekl. aangenomen, een strenge straf te moe
ten eischen, zoodat hij requireerde dat bekl. zou worden veroordeeld tot een
maand gevangenisstraf.
Als gerucht deelt de Ensched. Cour. het volgende mede: Eenige kin
deren bij de gemeente Denekamp. uit school huiswaarts keerende, en onder
weg spelende, had een der kleinen het ongeluk zijn boek in een gat van
een wal te laten vallen. Toen het nu dagrin klauterde om het terug te
krijgen, vond hel daarin eenige beenderen. De kinderen haastten zich hier
van bcrigt te brengen aan hunne ouders en bij onderzoek bleek, dat het de
overblijfselen waren van een menschelijk ligchaam. De ontdekking van deze
overblijlselen herinnert aan het spoorloos verdwijnen van een persoon, in
het bezit van een aanzienlijke som gelds, thans ongeveer 25 jaar geleden.
Te Eindhoven is dezer dagen de heer v. d. G.die op zijnen molen
naar eene geweldige hagelbui stond te kijkeneensklaps door den bliksem
getroffen. Zijne kleèren vatten vuur en stonden weldra in volle vlam. Hetr
zeilde lol trof in mindere mate iemand, dip naast hem stond, terwjjl zjjn
zoon. eveneens in zijne onmiddellijke nabijheid, geheel verschoond bleef.
Men hoopt de beide getroffenen in het leven te behouden.
Omtrent den te Kerkrade, in Limburg, gepleegdcn moord wordt het
volgende medegedeeld: In den nacht van 28 op 29 Februarij II. begaven
zich de drie gebroeders N.vergezeld van een vierden persoon, zekeren II.,
naar de woning van Stract, te Kloostcrhosch. Naauwelijks waren zij daar
aangekomen, of er ontstond lusschcn dezen Stract in de vier bezoekers een
hevigen twist, die eindelijk met een vechtpartij eindigde, waarbij Straet
eene zware wonde aan het hoofd bekwam en hem tevens eenige ribben
werden stukgeslagen, zoodat bij dientengevolge den ö"1'" Maart overleed.
's GRAVENIIAGE, 10 Maart.
De kapitein A. H. J. L. Ponse. van het 7* reg. infanterie, is op pen
sioen gesteld, en aan den 2" luit. C. J. van Gheel Gildemeestervan het 5e
reg. infanterie, is, op zijn verzoek, eervol ontslag uit de militaire dienst
verleend.
De officier van administratie 2' kl. J. C. de Vriese. dienende aanboord
van het ramschip Guinea, wordt op non-activiteit gesteld tn •vervangen
door den officier van administratie 2' kl. J. G. Bebelaar, en de kapitein-
luit. ter zee W. II. F. van Gordt, uil 0. I. teruggekeerd, is op non-activi
teit gesteld.
-• Door den minister van koloniën zijn de hh. A. tl. Nijland, leeraar aan
de hoogere burgerschool te Hoorn, en dr. II. Crctier, leeraar aan de hoo-
gere burgerschool te Zaandam, gesteld ter beschikking van den gouverneur-
generaal van Nederl. Indie, om te worden geplaatst hij de afdeeling «hoogere
burgerschool" van het gymnasium Willem III te Batavia, respectivelijk als
leeraar in de Nederlandsche taal- en letterkunde en als leeraar in de schei
en wiskunde, en zijn de hoofdonderwijzers P. A. Burger en A. Nnysink
giesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl. Indië, om
te worden benoemd tot onderwijzer 3e kl. voor de dienst daar te lande.
De heer F. A. Erdmann is erkend en toegelaten als consul van het
Duitsche rijk te Samarang.
Bij art. 5 van het wets-ontwerp regelende het liooger onderwijs, waar
over gisteren en heden in de tweede kamer is beraadslaagd, wordt bepaald
wat gymnasia zijn, te welen gemeentelijke instellingen, voorbereidend tot
het universitair onderwijs, en opgegeven welk onderwijs aldaar zal gegeven
worden, te weten in de Grieksche, Latijnsche, Nederlandsche, Fransche,
Hoogduitsche en Engelsche taal- en letterkunde, de geschiedenis, de ge
meente-, provinciale- en staatsinrigling van Nederland, de aardrijkskunde,
wiskunde, natuurkunde, scheikunde, natuurlijke geschiedenis, de rede
neerkunde en de uiterlijke welsprekendheid; terwijl ook onderwijs zal kun
nen gegeven worden in de Hebreeuwsche taal en de gymnastiek.
De commissie van rapporteurs wilde uit de eerste alinea doen vervallen
het woordgemeentelijke.
De heer van der lvaay stelde voor aan gymnasia onderwijs te doen ge
ven in de Grieksche, Latijnsche, Nederlandsche taal- en letterkunde, de
geschiedenis, aardrijkskunde en wiskunde, en te bepalen dat daarenboven
onderwijs kan gegeven worden in de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche
talen, de natuurkunde, scheikunde, natuurlijke historie, gymnastiek, hel
teekenen, de beginselen der staathuishoudkunde, gemeente-, provinciale en
staatsinrigling van Nederlandstijlleer en mondelinge voordragt en He
breeuwsche taal.
De commissie van [rapporteurs wenschte als verpligle vakken opgenomen
te hebben de Giieksche, Latijnsche en Nederlandsche taal- en letterkunde,
de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche talen, de geschiedenis, de begiu-
selen der staathuishoudkunde, aardrijkskunde, wiskunde, natnurkunde, schei
kunde. plantkunde natuurlijke geschiedenis van dieren en delfstoffen, gym
nastiek en hel tcekenenen als vak waarin ook onderwijs kan gegeven
worden de Hebreeuwsche taal.
De heer Oldenhuis Gratama stelde voor in het amendement der commissie
van rapporteurs op te nemen als verpligte vakken de redeneerkunde en de
uiterlijke welsprekendheid.
De heer Lenting wenschte uit hel regeringsvoorstel weggenomen te heb
ben het onderwijs in de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche letterkunde,
de redeneerkunde en uiterlijke welsprekendheid.
De heer Teding van Berkhout gaf in overweging het programma van
vakken aldns te doen luidendat onderwijs zal worden gegeven in de
Grieksche en Latijnsche taal- en letterkunde, dc Nederlandsche taal- en stijl
leer. de Fransche en Hcogduitsche talen, de geschiedenis, aardrijkskunde,
wiskunde, natuur- en scheikunde c'n de redeneerkunde; en dat pok on
derwijs kan gegeven worden in de Hebreeuwsche en Engelsche talen en de
gymnastiek.
In den loop der beraadslagingen op gisteren wijzigde de minister het re
geringsvoorstel in dier voege, dat daaruit wegvielen de Fransche, Hoog
duitsche en Engelsche letterkunde; en de uitdrukking natuurlijke geschie
denis werd veranderd in natuurlijke historie.
In de zitting van heden zijn de beraadslagingen voortgezet. Nadat de
heer Tak op dc rede van den minister had geantwoord, heeft de heer van
der lvaay de bedenkingen, tegen zijn voorstel ingebragt. uitvoerig weder-
legd. Van den verderen loop der beraadslagingen ontvingen wij heden geen
berigt.
In de gisteren gehouden zitting van den hoogen raadburgerlijke
kamer, werd door den raadsheer de Vos verslag uilgebragt in de zaak van
den officier van justitie bij de arrond.-regtbank te Leeuwarden, die zich in
cassatie heeft voorzien tegen een vonnis dier regtbank, waarbij een ontslag
van regtsvervolging is uilgesproken ten aanzien van den notaris Z. S. d. II.
aldaar, die in regten is betrokken wegens het niet goedkeuren van door
halingen in eene notariële acte aan den kant dier acte. maar aan het slot
daarvan. De regtbank grondde hare uitspraak op de omstandigheiddat de
vermelding der doorhaling vóór het slot der acte was gesteld, maar de offi
cier van justitie was van eene andere meening en achtte art. 36 der wet
op het notarisambt door de regtbank geschonden. Deze zienswijze werd
door het openb. ministerie bij den hoogen raad gedeeld. Advocaat-generaal
Romer was van oordeel dat dc bij de wet gestelde formaliteiten stipt moe
ten worden nageleefd, mitsdien strekte zijne conclusie lot vernietiging van
hel vonnis, schuldigverklaring van den gereq. aan het als notaris vermelden
eencr in eene acte gemaakte doorhaling in het slot dier acte en diens ver
oordeeling in eene geldboete van 10. De uitspraak» is bepaald op 7 April.
Voor het geregtshof te 'sGravenhage stond gisteren teregt zekere
A. G., schippersknecht te Hoofdplaat, in dienst van zijn vader, beurtschip
per van Hoofdplaat op Middelburg, wien van lijd tot tijd door de wed. B.
geld werd ter hand gesteld om in Middelburg voor gedane leverantiën reke
ningen te betalen. In het begin van 1873 was dit o. a. het geval en ont
ving de schipperszoon eene som van 17.60k» voor het betalen eener reke
ning van gebr. B. te Middelburg. Aan deze opdragt voldeed hij echter niet.
Hij teekende de rekening voor ontvangst van het geld cu behield het bedrag
voor zich. In het begin van 1874 werd de valschheid ontdektdoch geen
vervolging ingesteldomdat de vader van bescli. het ontvreemde zou resti
tueren, waaraan deze slechts ten deele voldeed. In October van het afge-
loopen jaar werd A. G. verdacht van diefstal van een bankLillet van ƒ60,
maar hij ontkende ten stelligste daaraan'schuldig te zijn. Dit had ten ge
volge dat van de eerste zaak de justitie werd in kennis gesteld. Besch.
bekende het hem ten laste gelegde. Adv.-gen. Gregory achtte verzachtende
omstandigheden aanwezig en requireerde een jaar gevangenisstraf en ƒ10
boete. M'. van der Burgh wees mede op verzachtende omstandigheden.
Heden is A. G. door het hof schuldig verklaard aan valschheid in een
onderhandsch geschrift, door het namaken eener handteekening. en veroor
deeld tot een jaar gevangenisstraf en twee boelen van 50.
Het geregtshof heeft ook in zijne heden gehouden zitting den persoon
van J. li., arbeider Ie Lisse, wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken van
den hem ten laste gelegden diefstal van vee uit de weide.
Vervolgens werd behandeld de zaak van [een tweetal personen, dat er zijn
werk van maakte zoowel te 's Ilage als te Delft uit de vestibules van woon
huizen paraplnies. jassen enz. te ontvreemden. Een enveloppe met adres,
inhoudende een blanco vel papier, verschafle den eersten, H. J. v. d. H.
toegang tot de woningen en in den tusschentijd dat de dienstbode den
quasi-brief binnenbragt, wist hij zijn kans waar te nemen. In December jl.
gelukte hem dit te 's Hage en Ie Delft, een drietal paraplnies en een wan
delstok werden ontvreemd en verkocht om de opbrengst in tapperijen en
bordcclen te verteren. Beide malen alleen handelend optredende, had hij