LEIBSCBK
COURANT.
1876.
VRIJDAG 25 FERRUARIJ
STADS-BERICIITEN.
Stempeling van Weegwerktuigen,
BINNblNLANDSCHÜ BEIUGTKN.
Si0. 47.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 3.franco p. p. f 3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. pƒ3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50
's jaars. binten de expediUekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Centsfranco p. p. 6 Cents
De prijs der Advertenttën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents.
HER-IJK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den
28!tc" December 1875, n°. 29/1 Provinciaalblad n°. 86), houdende bepaling van de
tijdstippen van den her-ijk der maten en gewichten in de verschillende gemeenten in
deze provincie, voor het jaar 1876;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verplichting, overeenkomstig
art. 15, lett. a, der wet van den 7'" April 1869 Staatsblad n». 57), tot het
doen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde lengtematen, de inhoudsmaten voor
de natte waren en de gewichten onder mededeeling dat daartoe door den ijker
zitting wordt gehouden in het locaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de
Gemeente-apotheeken wel:
voor de gewone gewichten, benevens de lengtematen en de inhoudsmaten 'voor de
natte waren,
voor wijk VIII en de buitenwijk op den 25 en 29 Februari en 12 en 3 Maart,
telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren
Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden gehracht, dat volgens besluit
van den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 17d™ December 1875,
de letter Jin den gewonen drukvorm, schuin gesteld, bestemd is tot goedkeu-
ringsmerk zoowel bij den ijk als bij den her-ijk der maten en gewichten, de
Koninklijke kroon, hij den ijk van weegwerktuigen voor gewoon gebruik en van
gasmeters; en ccne vijfstralige ster, bij den ijk van weegwerktuigen voor fijnere
wegingenterwijl bel kantoorinerk voor de gemeente Leiden is het cijfer J.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaat
sing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, 5 Januari 1876. v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter algemeene
kennis:
dat, aangezien bij sommige, vooral ijzerenweegwerktuigendoor
roest en andere oorzaken, de indruk van den overgangsstempel spoedig
wordt uilgewischt, op de dagen waarop de herijk plaats heeft, gelegen
heid wordt gegevendie balansen, waarvan bedoeld stempel onduidelijk is en
dreigt te verdwijnenter overstempeling aan te bieden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 24 Februari 1856. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN. 24 Februarij.
In de zitting van den gemeenteraad van heden nam de heer L. M. de
Laat de ■Kanterna het afleggen der gevorderde eeden, zitting. De voor
zitter wenschte hem geluk met de betrekking, waartoe hij door het ver
trouwen der kiezers was geroepen.
Ingekomen was eene missive van den heer dr. W. H. D. Suringar, waarbij
deze dank betuigde voor de vereerende hulde hem, bij monde van het dage-
lijksch bestuur, gebragt, bij gelegenheid van zjjne 50-jarige ambtsvervulling
bij het gymnasium. Van mevr. de wed. Tichler was een nader adres inge
komen betreffende het gebruik van eene der openbare scholen voor de onder
haar bestuur staande breischool; daarbij wordt thans bet gebruik gevraagd
van het schoollokaal gedurende den tjjd van het jaar dat de kinderen van
4 tot 7 ure onderwijs kunnen ontvangen.
De voorzitter deelde mede dat eene som van ƒ15000 uit de gemeentekas
in prolongatie was gegeven tegen 3 pCt.
Tot stadsheelmeester werd op nieuw benoemd de heer dr. Jac. van Kaalhoven.
Voor de benoeming van een wethouder werden uitgebragt: bij de eerste
stemming op den heer de Laat de Kanier 11 en op den heer du Ricu 8 stem
men en voorts op de hh. Juta, Seelig, Scheltema en Dercksen ieder eene
stem, terwijl een briefje in blanco was gelaten; bij de tweede vrije stem
ming werden uitgebragt op den heer de Laat de Kan ter 12 en op den heer
du Rieu 11 stemmen, zijnde een briefje in blanco gelalen; bij de daarop ge
volgde herstemming lusschen de bh. de Laat de Kanter en du Ilieit bekwam
de eerste 12 en de tweede 11 stemmen, waarbij weder een briefje in blanco
was gelaten. De heer de Laat de Kanter was dus tot weihouder gekozen.
De benoemde verklaarde dat hij de betrekking aannam, steunende op de
welwillendheid van die leden die hem gestemd hadden en op die van het
dagelijksch bestuur, echter onder voorbehoud dat bijaldien hem later mogt
blijken dat die betrekking hem te zwaar was, hij die mogt nederlcggen.
De heer de Laat de Kanier werd vervolgens ook benoemd tot ambtenaar
van den burgerlijken stand.
De voordragt betrekkelijk de regeling der jaarwedden van de leeraren
aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwjjs, in eene
verordening geformuleerdgaf tot uitvoerige gedachtenwisseling aanleiding.
Rij art. 1 was de jaarwedde van den rector van het gymnasium bepaald op
ƒ3000 en die van den directeur der hoogere burgerschool op ƒ3100, met
(art. 2) tweemaal eene verhooging van ƒ200. De commissie van financiën
stelde voor die tractementen vast te stellen op ƒ3000 voor den rector en
ƒ3400 voor den directeur, zonder aanspraak van verhooging na een zeker
aantal dienstjaren. Wegens zijne veelvuldige werkzaamheden had de
directeur der hoogere burgerschool aanspraak op hoogere bezoldiging dan
de rector van het gymnasium. Bij bedoeld artikel was het tractement
van den pracceptor van het gymnasium en drie leeraren in Nedcrl. taal en
letterkunde, geschiedenis en aardrijkskunde en voor zes leeraren in vreemde
talen en hare letterkunde voorgesteld op 1600. De heer van der Lith
stelde voor dit te brengen op ƒ1800, op grond van regtvaardigbeid en van
het verkeerde denkbeeld dat de letterkundige vakken niet hetzelfde regtvan
'«estaan hebben als de wiskundige vakken, daar voor die leeraren in die
vakken ƒ1800 was voorgesteld. Dat voorstel vond gecne ondersteuning en
kwam dus niet in behandeling. Een voorstel van den heer Goudsmit om het
tractement van den leeraar in het boekhouden op ƒ500 te bepalenop grond
van de moeijelijkheid om daarvoor een in alle opzigten geschikt perso.on te
vindenwerd door hem teruggenomenomdat daarop later bjj eene definitive
benoeming zou kunnen worden teruggekomen. Bij art. 2houdende de bepa
ling dat aan de leeraren tweemaal eene verhooging van tractement zal wor
den verleend, na vier- en achtjarigen diensttijd, werd door de commissie
van financiën voorgesteld van die bepaling uit te sluiten bovenvermelden rector en
directeur, waarom zij dan ook de vertiooging van tractement bij art. 1 had
voorgesteld. Dat voorstel werd echter verworpen met 12 tegen 11 stemmen.
Art. 1 hierna iii rondvraag gebragt wordende, stelde de heer Seelig voor,
omop grond dat geconstateerd was dat de werkzaamheden van den direc
teur der hoogere burgerschool menigvuldiger waren dan die van den rector
van het gymnasium, diens tractement te brengen op ƒ3400; volgens het
refds beslotene zou de bepaling van progressive verhooging op hem dan
toch van toepassing blijven. Dit voorstel werd verworpen met 19 tegen 5
stemmen. Een daarop gevolgd voorstel van den heer de Fremery om het
tractement van bedoelden directeur op 3200 te brengen, vond gunstiger
o Ihaal, want het «erd met 13 tegen 11 slemmen aangenomen, en in dien
zin art. 1 vastgesteld. Een voorstel van de commissie van financiën, om bij
de progressive verhooging ook den diensttijd te rekenen in andere gemeenten
vervuld, werd verworpen met 20 tegen 4 slemmen. Ook een voorstel van
die commissie, om in de verordening de bepaling op te nemen van de les
uren der verschillende leeraren, werd verworpen, met 21 tegen 3 stemmen.
De verordening in haar geheel werd ten slotte met algemeene stemmen aan
genomen. De progressive verhooging van tractement, in de verordening be
doeld is ook toepasselijk verklaard op den heer Jennesleeraar in de wis-
en natuurkundige wetenschappen aan de meisjesschool le klasse.
Vervolgens kwam aan de orde eene voordragt betrekkelijk de jaarwedden
van de ambtenaren ter secretarie, strekkende om eene som van ƒ700 (vrij
gevallen door het overlijden van een ambtenaar die ƒ1100 genoot en de
aanstelling van een jongste beambte op een tractement van ƒ400) over
de ambtenaren te vcrdeelen. Dit voorstel werd door de commissie van
financiën bestreden op grond dat de tractementen der beambten in de
laatste jaren reeds verhoogd en bij de jongste begrooting vastgesteld
waren; zij zag in de vrijgevallen som eene toevallige bate voor de
kas. De leden van de commissie, de hh. Ilartevelt, Tromp en Eigeman
verdedigden ook thans hunne zienswijze tegenover de bestrijding van
burg. en weth van het rapport. De heer Hartevelt betuigde zijne
verwondering over die bestrijding van het rapport, daar zulks de gewoonte
niet was en aan de behandeling der zaken eene noodeiooze uitbreiding gaf.
De heer Verster verklaarde dat zijne stem zou afhangen van nadere inlich
tingen, l. w. over het aanstellen van een ambtenaar, zonder, zooals gezegd