PER TELEGRAAF.
CAEGILIA.
ADVERTENTIE N.
en uit dien hoofde is de arbeid in de steengroeven geslaakt en hebben de
arbeiders zich uit den omtrek moeten verwijderen. In het magazijn bevon
den zich honderd centenaars buskruid.
's GRAVENHAGE11 February. De heer mr. G. T. H. Ilenny, secretaris
generaal bij hel departement van koloniën is, op zijn verzoek, onder dank
betuiging voor de door hem bewezen diensten, eervol ontslagenmet ingang
van 20 Februarij.
LONDEN. 10 Februarij. De koningin zal waarschijnlijk 25 Maart naar
bet vaste land vertrekken.
lil het lagerhuis diende lord Northcote een wet op de zee-assurantiën in
en Adderley een wet op de koopvaardijschepen. Beide werden bij eerste
lezing, na korte beraadslaging, aangenomen.
BERLIJN, 10 Februarij. De rijksdag bragt de derde lezing van het nieuwe
strafwetboek ten einde. De kansel-paragraaf werd in een door Volk voor
gestelden vorm, met 173 tegen 162 stemmen, weder in het wetboek ge
brast. De paragraaf-Duchesne en die welke naar Arnim wordt genoemd,
werden, met eenige door Marquardsen voorgestelde wijzigingen, maar overi
gens overeenkomstig de besluiten bij de tweede lezing, aangenomen.
In de avondzittiug werd het geheele strafwetboek aangenomen metgroote
meerderheid, Bismarck bedankte namens den bondsraad den rijksdag voor
de medewerking, betoond bij dezen arbeid ten nutte van het Duitsche rijk
en van het Duitsche volk. Hij las vervolgens een keiz. boodschap voor,
waarbij de zitting gesloten werd.
PARIJS, 10 Februarij. Gambetta heelt gisteren een politieke redevoering
uitgesproken te Avignon.
MARSEILLE, 10 Februarij. Gambetta heeft heden hier in eene kiezers
vergadering eene redevoering uitgesprokenwaarin hij de republikeinen
vermaande tot zamenwerking, eendragt en geduld, als middelen om den
vooruitgang te bevorderen. Op de rede volgde eene discussie tusscben Na-
quet en Gambetta. Naquet verwjjt aan Gambetta, niet ernstig de republiek
gewild te hebben. Gambetta komt hiertegen op en zegt dat deze beschul
diging logen en laster is. Door een der aanwezigen wordt voorgesteld dat
de vergadering de uiteenzetting van Naquels politieke gevoelens zal aan-
liooren. Naquet verklaart zich hiertoe bereid, daar hij den strijd niet wil
ontvlieden. De vergadering echter beslist dat het hooren van Naquet onnoodig
en nutteloos is.
KONSTANTINOPEL10 Februarij. Als zeker is nu te melden dat de
Porte de hervormingen, vervat in het ontwerp-Andrassy, aangenomen, doch
het punt betredende de directe belastingen in de opgestane provinciën gewij
zigd heeft. Eerstdaags zal de iradé verschijnen, waarbij de uitvoering van
het hervormingsontwerp gelast wordt.
Het Efixir, bekend onder den naam van "de Fransche fltuina-Laroclie",
heeft zijnen uitvinder de aanmoediging van alle geneeskundigen doen ver
werven. Inderdaad, geen ander preparaat had, vóór dit Elixir, de zieken
de bewonderenswaardige eigenschappen der kina in een zoo aangenamen
vorm aangeboden, met het vermogen om krachtig en heilzaam te werkm
tegen verzwakking in het algemeenaandoeningen der spijsverteringsorga
nen, koortsen en bare gevolgen, ernstige aanstekende aandoeningen, cholera,
zweeten ten gevolge van zwakheid enz.
IIVGEKOHDËIV.
De alhier nog bestaande Zangvereeniging «Caecilia" gaf gisteren avond
eene uitvoering met orkest in de Stadszaal. Hel programma beloolde veel
schoons; bevreemding mag het daarom wekken dat de zaai zoo slecht was
bezet, zelfs, niettegenstaande de met zoo veel volharding aangewende pogin
gen om plaatsen te dcbileeren, zoo hier als elders.
Wat het programma mij had beloofd heelt de uitvoering mij niet geschon
ken. Voor de vcreeniging als voor mij zelve, heeft mij zulks zeer gespeten.
Vóór den aanvang koesterde ik nog steeds de zoetste hoop, vooral toen ik
zulk een flink bijeengezameld koor van dames en heeren aanschouwde.
'I Ivon geen twijfel lijden of met een zoodanig gezelschap.' dat zoovele
repetitiën had gemaakt, moesten de verschillende nummers van't programma
tot hun recht komen. Maar helaas! de kwantiteit der stemmen had mij
voorloopig bevredigd, maar de kwaliteit stelde mij later te leur. Nooit hoorde
ik uit zoovele kelen en keeltjes zoo weinig klank. Daarbij kwam dat het
orkest over 't algemeen de stemmen in de schaduw zette, al was dat
orkest ook niet van 't sterkste en fijnste gehalte. Over het geheel heeft
't mij den schijn gegeven dat de koristen het orkest hebben begeleid in
plaats dat 't tegenovergestelde het geval was. Neemt men nu in aanmerking
dat zich leden onder de vereeuiging bevinden die noch op den naam van
artist-musicus, noch op dien van dilettant-musicus aanspraak kunnen maken,
dat kan men volgens dit figuranten-systeem vrijelijk aannemen dat eene uit
voering daarbij niet wint.
De directeur, die waarlijk ijver genoeg aan den dag heeft gelegd om zijn
zangkoor en orkest door herhaalde repelitien te oefenen, heeft, 't spijl mij
't te moeten zeggen, niet die eer van zijn werk, welke hij zich voorzeker
beeft voorgesteld. Ik wil vertrouwen dat hij zijn koor nauwlettend heeft
gewezen op de verschillende nuances, crescendo's, piano's, forto's, diminu
endo's, rilardando's enz., doch moet gclooven dat liet koor op den avond
der uitvoering, een en ander uit het oog heeft verloren. Hoe liepen de
verschillende nummers van stapel? De mis van Beethoven, die wellicht het
glanspunt van den avond moest zijn, had veel beter kunnen uitgevoerd
worden. Hoe viel het koor daarbij (en over liet algemeen) in. na solo's,
kwartet of gewone rustpunten? De een liep den ander vooruit, al was 't
ook niet zeer merkbaar. Crescendo's werden met een vreeselijken galm ge
nomen en zonken in eens weer in 't piano terug. Psalm 115 van Mendels
sohn werd van 't begin tot 't einde bijna even hard gezongen; de schakee
ringen die ik in enkele phrases had gewenscht: «Eass Ueine Gnad", "Die
Todten werden Dich nicht", Doch wir die lehen" en "Hallelujah", heb
ik te vergeefs bij hel koor, alleen bij 't orkest gevonden. Van »Ein geist-
liches Abendlted'' en //Friihlings Botschaft" geldt hier 't zelfde. Onderscheid
moet gemaakt worden tusschen zinnen als: «Es ist so still geworden' en
Wirf ah, üerztlisschen; «Empfinde dich beseelel" en «llud gleich der
Sterne": tusschen: «Wil/kommen, heller Frühlingsklang" enz. enz. en
«So wirf ab denn o Seele": tusschen l'nd sind noch dun kei" en Will-
kommen" enz. -- Eu is het de bedoeling geweest van den directeur
om aan deze phrasen alle recht te doen wedervarendan is hem dit ten
eencnmale mislukt en wil ik nog de meening bij mij opdringen, dat de
schuld daaraan alleen aan het koor te wijten is, dat, al zijne krachten ten
beste gevende, getracht heeft te toonen geluid te bezitten. En wellicht had
het dege fouten niet gemaaktalthans niet in zoo groole mate, indien het
over 't algemeen zich meer had vastgehecht aan den dirigeerstok, en niet
aanhoudend den blik op de partij had gevestigd gehouden. Dit laatste pleit
anders niet voor de goede instudeering. Over 't grootste gedeelte gaf men
den indruk dien ieder voor zich gevoelde, in plaats van dien van den direc
teur, weer. In 't tegenovergestelde zou', ook in geval van mislukking, de
directeur en hij alleen, de verantwoordelijke persoon zijn geweest, terwijl
men vrij algemeen aan den niet schitterenden afloop nu debet is. Maatslaan
kan iedereen, hiervan gaven enkele leden blijk; deze is evenmin eene gave
voor den directeur als voor den zanger. Op den directeur echter rust de
verplichting om, al maatslaande, zijn indruk op zijn koor te doen gelden
en op de leden die, om op de verschillende bewegingen van den dirigeerstok
nauw achttegeven.
Van de solisten wil ik alleen met lof vermelden den tenor, den heer
B. J. De Goey, die waarlijk den dank van allen verdient voor de uitstekende
vertolking van zijne partij De toejuichingen hem gebracht, heeft hij ten
volle verdiend. De tenor die in de mis van Beethoven de solopartij zong,
scheen onder den indruk van een eerste optreden voor 't publiek. Bij eene
herhaalde verschijning zal hij steeds winnen. De alt voldeed zeer goed,
maar de sopraan was wat zwak; de baryton niet onverdienstelijk, maar de
bas zeer slecht bij stem.
Ik eindig met den wensch van bij eene volgende uilvoering meer voldoe
ning te zullen smaken.
Leiden, 10 Februari 1876. Een Dilettant-Musicus.
Wanneer zal onze regeering zich de zaak der dierenbescherming aantrek
ken Immers wordt dagelijks het gevoel weder pijnlijk aangedaan bij het
aanschouwen der zoo onbarmhartige en ruwe wijze waarop de pasgeboren
kalvers vervoerd worden, met bebloede koppen over den ruwen rand der
wagens hangende, als pakgoederen opeengestapeld, soms nog met andere
vrachten, als blokken hout enz., op hunne leère lichamen.
Is het denkbaar, dat het bestuur der zoo beschaafde en geleerde stad
Leiden volstrekt niets doet om het lot dier weerlooze dieren te verzachten?
Is medegevoel met derzelver lijden zoo ten eenenmale onbestaanbaar met
het streven naar kennis en beschaving? Zijn niet de woorden vooruitgang
en verlichting ijdele klanken, wanneer men nog zooveel ellende en lijden
om zich heen bespeurt, hetgeen door strenge en wijze maatregelen zou kun
nen worden voorkomen Ivan de regeering niet bevelendat de kalvers
behoorlijk vervoerd eti terstond gedood werden op de minst wreede wijze
als zij ter bestemde plaatse gebracht zijn, in plaats van nog eenige uren op
de koude slraalsleenen te liggen rillen en langzaam te sterven onder den
boosaardigen moedwil der ontaarde straatjeugd Kan zij ook daartoe niet
in overleg treden met omliggende sleden en dorpen?
Hetzelfde is van toepassing op de ongelukkige trekhonden, ezels en paar
den, die, zonder dat er op gelei wordt of zij sterk genoeg zijn en dus ge
noegzaam gevoed, vrachten moeten trekken onder zware mishandeling, die
hunne krachten te boven gaan. Zou men den gebruikers van honden of
ezels, ja van alle trekdieren, niet kunnen bevelen bij hun voertuig niet van
slok of zweep voorzien te zijn? Indien hierop een behoorlijk toezicht be
stond, voorzeker zou de treurige ziekte der hondsdolheid, waarvan slechte
behandeling de hooldoorzaak is, niet langer angst en schrik onder de inge
zetenen verwekken. Zal de regeering der stad Leiden alliid doof blijven
voor een beroep op hare barmhartigheid ter wille van hen, die zeiven
hunne slem niet kunnen verheden? Is hel niet een der plichten eener
Christenmaatschappij ook te zorgen voor de schepselendie het niet voor
zichzelven kunnen doen, en van welke zij bovendien nut en voordeelen
trekt? X.
Ter teregtzitting der arrond.-regtbank te Leiden, dd. 11 Februarij 1876,
zijn de volgende vonnissen uitgesproken: A. G. P., te Leiden, aangeklaagd
wegens opligting, vrijgesproken; M J. S.te Leiden, aangeklaagd wegens
laster, vrijgesproken: J v. d. P.. te Katwijk aan Zee, wegens gewelddadig
heid jegens een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening, tot
gevangenisstraf van 3 dagen: D. A. D.te Katwijk aan Zee, wegens moed
willige verbreking van afsluiting en gewelddadigheid jegens een bedienend
beambte in de waarneming zijner bediening, lot gevangenisstraf van 3
dagen; P. v. L., te Leiden, wegens beleediging niet dreigementen van een
bedienend beambte in de waarneming zijner bedieningtot geldboete van
ƒ15 of subsidiair 3 dagen gevangenisstraf.
lieden overleed, in den ouderdom van vijftig jarenonze geliefde Moeder
en Behuwdmoeder, Mevrouw de Weduwe AR1US FOCKEMA, geboren
CATHARINA ELISABETH MEES.
R. A. FOCKEMA.
Leiden, 10 Februari 1876. MANTA RUTGERS VAN DER LOEFF,
M. E. A. RUTGERS VAN DER LOEFF,
Eenige en algemeene kennisgeving. Fockf.ma.
Bezoeken worden niet afgewacht.
Allen die iels te vorderen hebben van den lieer JL C. A. BAU»,
worden verzocht daarvan zoo spoedig mogelijk opgave te doen aan zjjn
adres te Arnhem, Ensebius-Buitencingel.