BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsche Courant van Maandag <2,4 Januarij ;>H76V°. ó9. BUITEN LaNIjSCHE BERiGTEN. Men weetmeldt liet U. D.dat de door de Zuid-Afrikaansche repu- publiek aangekondigde en bij de hh. Insinger C». te Amsterdam openge stelde geldleening bestemd is o. a. tot den aanleg van een spoorweg van Pretoria naar eene havenplaats in de Delagoabaai. Naar wij nu vernemen, worden thans reeds plannen beraamd, om, voor het geval die spoorweg tot stand komt, eene geregelde stoomvaartdienst tot stand te brengen tusschen Vlissingen en het eindstation van dien spoorweg. Volgens de Tijd heeft de bisschop van Haarlem vastgestelddat voortaan elke nieuwe mis-compositie, voor en aleer zij op de zangkoren wordt uitgevoerd, aan het onderzoek der kerkelijke overheid moet onder worpen worden. De Amst. C. meldt dat ook de heer mr. E. J. Asser, te Amsterdam, eene bijdrage van ƒ100 heelt toegezegd voor een //Frans-Hals-fonds." Bjj de aanbesteding van het maken van een nieuwen ijzeren brug over den Rijn tusschen Hazerswoude en Koudekerk zijn ingekomen negen inschrij- vingsbilletten. De minste inschrijving was van den heer J. Sprey, te Koude kerk, voor ƒ14883. Naar men uit Brielle meldt is het stoomschip Groningen verloren, j Het schip zit vol water en wordt door de strandjutters als goede prijs be- schouwd. Tengevolge daarvan bevat het FFeekbl. van Foorne en Putte de volgende bekendmaking: De officier van justitie te Brielle; tot de ervaring gekomen zijnde, dat van het tusschen Oost-Voome en den Hoek van Hol land aan den grond zittende stoomschip Groningen goederen weggevoerd en te Oost-Voorne aangebragt zijn; berigt, dat volgens verlangen van de reederij van dat stoomschip, geen goederen daarvan mogen worden afge haald, en dat door hem, officier van justitie, orders zijn gegeven, daarop gestrengelijk toe te zien. Door den heer M. Spoor, onlangs te Broek op Langendijk overleden, is aan de algemeene armen dier gemeente een legaat vermaakt, groot ƒ2000. Te Utrecht is overleden dr. P. J. van Kerckhoff, sedert 1868 hoog leeraar in de wis- en natuurkunde aan de hoogeschool aldaar. De over ledene, die den hoogleeraar Mulder was opgevolgd, had zich op scheikun dig gebied een goeden naam verworven. Uit Meppel meldt men dat kerkvoogden der hervormde gemeente van Meppel en Oosterboer, op advies van een hooggeacht regtsgeleerde, zijn teruggekomen op hun besluit om bij dén hoogen raad te appelleren tegen het vonnis van den kantonregter, in zake de weigering van den heer Montijn tot bet voldoen van den kerkelijken omslag. Te Veghel is dezer dagen een ligte schok van aardbeving waar genomen. Te Oss is dezer dagen des nachts, door middel van valsche sleutels, uit een gesloten schuur van een landbouwer een vet varken ontvreemd, hetwelk met een touw om den nek naar buiten is gesleept, en op eene draagbaar van takken naar een eikenschop gedragen. Daar is het geslagt; althans men heeft daar de ingewanden gevonden. Door de rijksambtenaren, gestationneerd te Wessem (Limburg), is op de Maas aangehouden een boot beladen met 1800 kg. zout. De bemanning heeft zich door in de rivier te springen uit de voeten gemaakt. Een tweede boot, eveneens met zout bevracht, wist zich aan de waakzaamheid der amb tenaren te onttrekken. Te Meerssen in Limberg heeft een treurig ongeluk plaats gehad. Woensdag II. bevond de molenmeesters Lebrun zich met zijn zwager, den heer C.bij den wapensmid de Gelder, om een revolver te koopen. Hij vond bij de hem getoonde niet zijne keus en verlangde er een zooals zijn zwager had, die daarop het zijne aan den beer de Gelder ter hand stelde. I Deze, onwetend dat er zich een schot op bevond, beproefde het slot; het 1 schot ging af en trof den heer Lebrun, die onmiddellijk op de plaats dood bleef. De ongelukkige laat eene weduwe met 8 kinderen na. Op wapen smid heeft zich vrijwillig ter beschikking van de justitie gesteld. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn bij het binnenlandsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madura benoemd: tol controleur le kl. W. J. Larive, ambtenaar op non-activiteit; tot controleur 2e kl. H.R. Roodmaker, idem, en C. P. J. Koetsveld. Blijkens bet voorloopig verslag over het wets-onlwerp tot wijziging en aanvulling van sommige arlikelen van het Burgerlijk Wetboek, betreffende bet regt van hypotheek en van de wet van 30 December 1839, gaven eenige j leden bij het onderzoek in de afdeelingen der tweede kamer te kennen, dat de indiening van een voorstel op zoo beperkte schaal hen had teleurgesteld, een voorstel, dat eigenlijk slechts een gedeeltelijke en nagenoeg onveranderd overgenomene regeling bevat van een onderdeel van den veelomvattenden arbeid der staatscommissie, wier rapport in 1870 gereed was. In eene ge deeltelijke herziening der wettelijke bepalingen op het hypothecaire crediet had men wenschen te zien opgenomen: eene regeling van erediet-hypothe- ken, van inpandgeving van hypotheken en van hypotheken aan toonder, alsmede eene wijziging der hypotheekregten. Andere leden deelden in deze bedenkingen niet of slechts ten deele. Zij juichten het stelsel van partieële wijziging toe en plaatsten zich op het standpunt door de regering gekozen. Dit doende hadden evenwel zeer vele leden tegen deze voordragt gewigtige bezwaren. Een groot aantal leden wenschte beperking van het ontwerp lot het voorschrift dat de vernieuwing der inschrijving worde bepaald voor ééns, met het oog op de verzekering der regering, dat eene geheel nieuwe wetgeving op de overdragt van onroerend goed en de hypotheek-registers in voorbereiding is. Zoo goed als gisteren avond door de Amsterdamsche tooneelislen het tooneelspel »De ideeën van Mw. Aubry", van Alex. Dumas (fils), werd opge voerd, zouden wij gaarne wenschen dat meer en vooral oorspronkelijke stukken konden worden genoten. Wij zeggen oorspronkelijke,gedeelte lijk ook daarom, dat eene levendigheid, een gemak en buigzaamheid in den dialoog, als men gisteren avond in dit vertaalde stuk bewonderen kon, schaars gevonden wordt in tooneelspelen geschreven in onze taal. Toch zou dit niet tot het onbereikbare behooren; dat bewijst deze vertaling, die evenwel hier en daar te wenschen overlaat. Wat het stuk zelve betreft, het is een van die Fransche producten, welke wij in onze conversatietaal omschrijven, door ze gewaagd te noemen; die den stempel dragen van de gebreken en deugden van de Parijsche bohème uit de laatste dagen van het tweede keizerrijk en waarin de dege ligtzinnigheid en ligte degelijkheid dier dagen op het duidelijkst weerkaatsen. Mw. Aubry (mw. Kleine - Gartman) is eene dame, die er wijsgeerige, ideale denkbeelden op na houdt omtrent eer en fatsoen en die er opregt naar streeft daarnaar te leven. Eene grisette reikt zij de hand en ont vangt zij in haar omgeving, al heeft die vrouw een onecht kind, omdat zij in haar herkent de vrouw van karakter en zij acht haar hooger, die met berouwvolle hooghartigheid haar misstap erkent en herstellen wil, dan zekeren heer Tellier (Messers), die achter een masker van conventionele acht'bre deftigheid diezelfde grisette verleidde. Zij handelt juist volgens haar begrippen, door hem de deur te wijzen, wien de wereld niets verwijt en houdt haar de hand boven het hoofd, die in den gewonen zin door de maatschappij wordt uitgestooten. Zij heeft een zoon Camille (Kistemaker), een zeldzaam braaf en degelijk mensch, en die zoon is verliefd op de schoone Jeannine (mw. Ellenberger), zonder dat hij weet dat haar kind onecht is en haar naam geschandvlekt. Als het mevrouw Aubry nu eindelijk blijkt dat haar zoon Jeannine lief heeft, dan komt de strijd. Het oogenblik is daar om hare begrippen toe te passen en zij deinst daarvoor terug. Neen, haar kind kan zij die vrouw niet geven, haar, die zij wel anderen aanried. Dan volgt een prachtig geteekende strijd tusschen haar eergevoel en haar pligtsbetrachting, en bewijst de schrijver in haar hoe gemakkelijk het is menschlievende begrippen voor te staan als men niet in de noodzaak komt ze toe te passen, hoe moeijelijk het is het evenwigt te bewaren tusschen edele theoriën en de nuchtere werkelijkheid. Eindelijk zwicht zij, als het blijkt, dat de vrouw, die zjj Haren zoon weigert, haar overtreft in groot heid van ziel. In zooverre de hoofd-intrigue, die, het valt niet te ontkennen, zeer mooi is. Het stuk is verder bijgewerkt met scherpe kleuren. Lucienne (mej. Poolman) b. v. is het contrast van Jeannine. Lucienne is een naïef kind van zestien jaar, dat in haar onnoozelheid den schrijver gelegenheid gaf haar eene menigte gewaagde uitdrukkingen op de onschuldige lippen te leg gen. Valmoreau (Morin), het contrast van Camille, is een losbol van eerste qualiteit, die zijne levenswijze met eene beminnelijke openhartigheid vertelt en kruidt met tal van zetten, die eene fatsoenlijke vrouw doen blozen, en Barantin (de heer Vos) vertegenwoordigt tegenover mw. Aubry de praktijk, die haar begrippen onuitvoerbare idealen noemt. Mw. Ellenbergerdie in den beginne als Jeannine wat sentimenteel scheen, speelde vervolgens haar rol schitterend. Mw. Aubry kon moeijelijk waardiger dan door mw. Kleine worden vertolkt, en de heer Morin zal on getwijfeld als losbol een beteren indruk hebben gemaakt dan de brave-Hen- drikachtige heer Kistemaker. Mej. Poolman was allerliefst naïet en ver diende zeker, evenals in het door haar en in het algemeen meesterlijk afge speelde nastukje, de zoo duidelijk uitgedrukte sympathie van het publiek. 'sGRAVENHAGE, 22 Januarij. Z. M. heeft den kolonel der infanterie van het leger in Nederl.-lndië G. B. T. Wiggers van Kerchem benoemd tot generaal-majoor bij dat leger. Aan den heer W. van den Broecke is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Domburg. Aan den heer mr. J. W. J. baron de Vos van Steenwijk is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als regter in de arrond.-regtbank te Zwolle. De soiree ten hove werd gisteren avond door een 300-tal gasten, zon der dames, bijgewoond. Het waren de leden van het eorps diplomatique, de hof-dignitarissen der verschillende hofhoudingenalsmede onderscheidene hooge functionarissen. De muziekale uitvoering werd gegeven onder de leiding van den heer van der Does door een vijftal van Zr. Ms. pensionaires. Den 25stcn dezer zal voor den hoogen raad behandeld worden de voor ziening in cassatie van den procureur-generaal bij het voormalig provinciaal geregtshof in Utrecht, als requirant tegen mr. E. L. Bosch, redacteur en uitgever van het Utrechtsche Dagblad, door het Utrechtsche hof vrijgespro ken van de aanklagt van laster wegens het plaatsen van een berigt over den bakker de Laat, ter zake van diens wegvoering van zijne dochter naar een r. k. gesticht. Advocaat mr. van Eek, alhier, zal voor mr. Bosch optreden. ESIGEEAW©. LONDEN21 Januarij. De Times prijst het gedrag van een Engelsehen assuradeur, den heer Harris, die, vernomen hebbende, dat zijn advocaat een juridisch zeer houd bare, maar onedele exceptie gepleit had, terstond heeft verklaard, van het daardoor verkregen voordeel geen gebruik te zullen maken. Het blad merkt aan, dat in alle handelsbetrekkingen, maar vooral in die van den assura deur tot den handelaar, eene goede trouw en een fijn gevoel van eer moe ten heerschen, die veel meer eischen en voorschrijven dan door eene wet kan bepaald worden. - Reeds vijf malen is een lading rundvleesch van New-York naar Liver pool gezonden en telkens in volkomen goeden en zuiveren toestand in Enge land aangekomen. Thans is bekend geworden op welke wijze het vleesch bewaard wordt en een netter, eenvoudiger manier is niet denkbaar. Het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 5