BIJVOEGSEL, behoorende lolde Leidsche Courant
van Maandag <29 N ovember dH75J". 279.
b. een door den heer de Roo van Alderwerell, strekkende om n". 2 aldus
te doen luiden:
hiermede ten 3 tire gereed was, was er inmiddels weder brand ontstaan
jn de diamantslijperij van den heer Citroen in de Paardenstraat. Door de spoe
dige hulp van twee stoom- en vier handspuiten werd de brand gestuit,
nadat het achtergedeelte van het huis was vernield.
Men meldt uit DiepenheimDoor den hoogen waterstand van de Schip-"
beek had üingsdag avond alhier ecne doorbraak plaats, die binnen weinige
uren vele landerijen onder water zette. Gelukkig snelden de burgemeester,
de eigenaren der belendende percelen en vele belangstellende ingezetenen
onmiddellijk naar de plaats des onheils, om door paalwerk, dammen, enz.
de ontstane dijkbreuk te herstellen. Daardoor werden grooler rampen afge
wend en bleef het dorp gelukkig gespaarddat bij langeren duur der over
strooming weldra overlast van hel water zou gekregen hebben.
Naar men uit Groningen meldt, zou, volgens aldaar ontvangen be-
rigten, door bankiers in Engeland het gcheele bedrag van 6 millioen gulden
zijn geplaatst, dat noodig is voor de totstandkoming der buurtspoorwegen
(concessie Heemstra) in die provincie en Friesland.
Te 's llerlogenbosch is gevankelijk binnengebragt eene dienstbode, be
schuldigd een kind te hebben omgebragt, waarvan zij kort te voren was
bevallen.
De Vliss. C. meldt hel volgende: De Belgische loodsschoener n°. 2,
onder bevel van schipper P. P. Baels, bevond zich in den nacht van 19 op
20 Nov. jl. op de hoogte van Oslende. Zuid-Oost ten Zuiden, naar gissing
18 mijlen afstand. De manschappen aan boord bestonden uit den schipper,
vijf loodsen en vijf loodsleerlingen. De wind woei storm van het noord
westen tot het noord-noord oosten, met regenhuijen, en de zee liep ver
schrikkelijk hoog. Bij het wenden kwam er eene zee aan boord die het
schip op zijde wierp, en verschansingenkajuitskap, scheepsluiken en kompas
overboord sloeg; de zeilen vlogen weg en de stukken sloegen rond de masten.
Toen het schip zich rigtte, kwam een tweede zee, welke drie manschappen
met zich medesleepte, namelijk dc loodsleerlingen L. Aspelagh, G. Baslien
en L. Neuts, die hun graf in dc golven vonden. Het schip was 2/3 vol
water en het grootzeil met boom hing overboord en sloeg gedurig tegen hel
schip. In dezen zinkenden staat kon men niet anders doen dan vóór den
wind houden. Eindelijk zonk de schoener bij het strand op de hoogte van
fihyvelde (Frankrijk) omstreeks 5 ure in den morgen. Dc manschappen
waren verpligt zich in het want te bergen; ten 10 ure werden zij, niet
zonder levensgevaar, gered, en bij hunne aankomst aan land ontvingen zij
vanwege den heer Dewulf, consul van Belgie te Duinkerkenen van de
inwoners met de meeste menschlievendheid alles wat hun toestand vereischle.
Dit geval dompelt twee weduwen en twaalf minderjarige kinderen in het
ongeluk, van welke acht bij de familie van L. Neuts en vier bij die van
0. Dastien.
Te Meerssen, in Lintburg, is dezer dagen achter eene heg het lijk
gevonden van een scharenslijper en ketellapper, liet ligchaam droeg de
blijken van gepleegde gewelddadigheid en was tevens zoo goed als van klec-
ileren ontbloot.
Z. K. 11. prins Alexander is eergisteren namiddag ten 5 ure te Brussel
aangekomen. De prins werd aan het Noorderstation door den koning en de
koningin der Belgen in gala-rijtuigen ontvangen. De koning zal den prins
bet grootkruis der Leopoldsorde schenken.
La Ju ivo. -- De opera-voorslelling van het Fransche tooneclgezelschap
uit's Graveuhage was gisteren avond vrij goed bezocht, en de uitvoering was ge
lukkiger dan den eersten keer, dat het gezelschap zich hier hooren liet. In
mevrouw Laville-Ferminet, Rachel, werd eene smaakvolle, degelijke zange
res, die over goede stemmiddclen beschiktdoor het publiek herhaaldelijk
toegejuicht. Eudoxie, mevr. Durrieu, wier delicaat stemmetje niet altijd ge
noeg naast hel flinke geluid van Rachel uitkomt, kan evenmin erkend wor
den van goede school te zijn. Ele'azar, de heer Robert, was gisteren avond
niet altijd gedisponeerd maar het moet gezegd worden dat deze heer even als
de heer Feillingcr. Brogni, nog eene schoone slem bezit. De heer Robert
werd in de bekende aria »Dicu m'éclairc" zeer toegejuicht, hoewel het //Hé-
las! quand du seigneur la grace tutélaire" onopgemerkt bleef, en toch veel
beter gezongen was.
Het groot ballet-personeel weerde zich gister avond duchtig cnhelorchesl
niet minder; het laatste zeker meer ten voordeele van den goeden smaak
dan het eerste.
's GRAVENHAGE27 November.
Door Z. M. is Z. K. H. de graaf van Vlaanderen, hertog van Saksen,
lirins van Saksen-Coburg-Gotha, benoemd tot ridder grootkruis in de orde
van den Nederl. Leeuw, en bevorderd tot commandeur der orde van den
Nederl. Leeuw de heer mr. T. II. der Kinderen, lid in den raad van Nederl.
ludië en gouvernements-commissaris voor dc regeling van het reglswezen in
de bezittingen buiten Java en Madura.
Z. M. heeft aan den kanonnier 2e kl. C. A. H. Francke, van het le
reg. vesting-artillerie, vergunning vergunning verleend tot het dragen van
de Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldlogt tegen
frankrijk in 1870 en 1871.
Door Z. M. zijn benoemd: tot substituut-officier van justitie bij de
arrond.-reglbank te Deventer de heer P. E. G. Gerlings, thans in die betrek-
hing bij de arrond.-reglbank te Dordrecht; en tot substituut officier van
justitie hij de arrond.-reglbank te Dordrecht de heer mp. F. Pleyte, thans
kantonregter te Geldermalsen. Voorts is aan den heer A. G. van der Hoek
vergund zijne notariële standplaats over te brengen van Minnertsga, gemeente
Barradeel, naar St. Jacobi-parochiegemeente het Bildt.
Bij kon. besluit van 25 dezer zijn benoemd tol commies der posterijen
4e klasse de heeren: 11. F. L. Oudenhoven, J. J. G. StutlerheiniP. W. Pape-
gaay, F. A. de Klerck Jr.. J. G. van Nes van Meerkerk, G. Koens, R. L.
Houwiuk, C. E. van de Kamer, P. J. Th. Voel, D. 11. van de Werk, P. H.
L. Verwey en S. Wybenga, thans surnumerairs.
In 'de zitting van de eerste kamer van heden zijn de rapporten uitge-
bragt over verschillende wetsontwerpen, die tegen Maandag aan de orde
zijn gesteld.
De beraadslagingen in de tweede kamer over het verslag der commissie
tol onderzoek der van regeringswege verstrekte inlichtingen op de adressen
van den gemeenteraad van Rotterdam en van de kamer van koophandel en
fabrieken aldaar, betreflende de aansluiting van den Rijnspoorweg aan den
Hollandschen spoorweg, hebben in de zitting van gisteren den volgenden
uitslag opgeleverd (reeds gisteren met een enkel woord vermeld).
Op de conclusie van de meerderheid der commissie, luidende:
ȟe kamer besluit:
"1". den minister van binnenlandsche zaken dank te zeggen voor de ver
strekte inlichtingen;
"2". te verklaren dat door dc overeenkomst van 5 Julij/29 Junjj 1875 lus-
schen de ministers van binnenlandsche zaken en van financiën en dc nedcr-
landsche rijnspoorwegmaatschappij gesloten, het algemeen belang niet behoor
lijk is behartigd,"
werden drie amendementen voorgesteld:
a. een door den heer Kuyper, stack kende om n°. 2 aldus le lezen:
"te verklaren dat deze inlichtingen haar geen aanleiding gevenop dit
oogenblik verandering te brengen in den stand dezer zaak, gelijk die door
het votum der eerste kamer van 24 September ji. geworden is;"
"te verklaren, dat art. 4der overeenkomst van 5 Julij/29 Junyl875, lus-
schcn de ministers van binnenlandsche zaken en van financiën en de ncder-
landsche rijnspoorwegmaatschappij gesloten, in verband met de tweede alinea
van art. 1 afkeuring verdient;"
c. een door den heer van Wassenaer van Calwijckstrekkende om het
zelfde n°. 2 aldus le lezen:
"te verklaren, dat zij (de kamer) betreurt, dat de regering het in 's lands
belang noodig geacht heeft eene bepaling in art. 1 der overeenkomst van
Junij en Julij 1875 op te nemen, die het vrije oordeel der staten-generaal
over liet algemeen nut der aangeboden of aan te bieden onteigeningswetten
belemmert."
Nadat de minister van binnenlandsche zaken, de voorstellers der amen
dementen, alsmede de heeren Bredius en lleydenrijck het woord hadden
gevoerd, deed de heer van Zinnicq Bergmann het voorstel om de beraad
slagingen te sluitendat met 38 legen 35 stemmen werd verworpen. Daarna
namen aan de discussie nog deel de heeren van Zinnicq Bergmann, Stieltjes
en de ministers van financiën en van binnenlandsche zaken. Hierop volgde
eene woordenwisseling, gevoerd tusschen den heer Kuyper, die zich beklaagde
over door den minister van financiën jegens hem gebezigde uitdrukkingen,
die hij vermeende zich te moeten aantrekken, en dc hh. Fransen van de
Putte, de Roo van Alderwerclt, van Wassenaer van Calwijck, Winlgens,
Begramden minister van financiën en den voorzitter. De heer Sehimmel-
penninck van der Oye stelde alstoen voor de beraadslagingen over de ver
schillende voorgedragen conclusiën te sluiten, welk voorstel met G3 legen
11 stemmen werd aangenomen.
Dc uitdrukkingen van den minister van financiën, waarover de lieer Kuy
per zich beklaagde, waren de volgende: «Die spreker (de heer Kuyper) be
gon dezen morgen met zijn genoegen te betuigen dat de discussie niet was
afgebroken. Dit kan dc min. begrijpen van iemand als van dien spr.die
alles, het dierbaarste wal hij had, zijne roeping, heeft opgeofferd om lid
der vertegenwoordiging te worden. Voor zoodanigen spr. moet niets aan
genamer zijn dan de discussiën te rekken. Hij kan zich natuurlijk geen
begrip maken van de mogelijkheid dat eene regering wel eens tevreden is
als langdurige discussiën eindigen". Nadat de heer Kuyper daarover het
woord had gevoerd en enkele leden mede over die uitdrukkingen hunne
afkeuring hadden le kennen gegeven, verklaarde de voorzitter dat hij de
woorden van den minister van financiën met aandacht had gevolgd. F,n
ofschoon hij als lid der vergadering niet gaarne die woorden zou wenschen
uit te spreken, moest hij toch erkennen dat zij hem niet voorkwamen van
dien aard le zijn dat zij zouden vallen binnen het bereik der strafbepaling
van art. 49 van het reglement van orde.
Alle conclusiën, in stemming gebragt, werden verworpen. De conclusie
van de meerderheid der commissie met 40 legen 35 stemmen. De conclusie
van de minderheid der commissie, luidende-, "De kamer besluit: 1°. den
minister van binnenlandsche zaken haren dank te betuigen voor de gegeven
inlichtingen; 2'. als haar gevoelen uit te spreken dat, na al het vroeger ge
beurde, het verkieslijk ware geweest, indien de overeenkomst van 5 Julij/29
Junij 1875 ware aangegaan onder voorbehoud van goedkeuring door de wet
gevende magt," werd verworpen met 58 tegen 17 stemmen. Het voorstel
van den heer de Roo van Alderwerell werd verworpen met 38 tegen 37
stemmen. Het voorstel van den heer Kuyper werd mede verworpen met 46
legen 29 stemmen, en het voorstel van den heer van Wassenaer van Catwijck
werd insgelijks verworpen met 38 tegen 36 stemmen. Bij de verwerping
van alle voorstellen zal nu de zaak lot onderzoek in handen eenrr nieuwe
commissie worden gesteld, hetzij door den voorzitter, hetzij door dc kamer
le benoemen. Omtrent die benoeming zal in eene volgende zitting een voor
stel worden gedaan,