LEIDSCHE
COURANT.
1875.
277,
VRIJDAG 26 NOVEMBER.
3T A DS-BER ICIITEN.
miNNENLANDSCHE BEIÜGTE.N.
De Courant verschijnt dagelijks, Zen- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p. 3.50;
met hef. Ferslag der Handelingen can den Gemeenteraad t 3.35, franco p. p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f1.it>
'sjaars, buiten de expediiiekosten. afzonderlijke nommert der Courant zijn verkrijgbaar voer 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der AdverlentiSn is van 1—4 regels iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat
de Gemeenteraad, ingevolge art. 265 der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. n°.
85), in zijne vergadering van heden heeft vastgesteld het 2" suppletoir kohier
der plaatselijke directe belasting voor het jaar 1875, en dat kohier alsnog
ter Secretarie dezer gemeente (flnancieele afdeeling), gedurende acht dagen,
voor een ieder ter lezing is nedergelegd; terwijl binnen dien lijd elke op
dat kohier aangeslagene, krachtens de 5' zinsnede van bovengenoemd wets
artikel, zijne bezwaren tegen den aanslag, bij verzoekschrift op ongezegeld
papier, bij de Gedeputeerde Staten dezer provincie kan inbrengen.
En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d BRANDELER, Burgemeester,
Leiden, 25 November 1875. E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet
te weten dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier zijn ter hand
gesteld twee op den 20slen dezer maand invorderbaar verklaarde kohieren
voor de belasting op het personeel, dienstjaar 1875/6; houdende aanslagen
voor een voljaar en voor negen maanden; terwijl ieder verplicht is zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd
Leiden, 25 November 1875. v. d. BRANDELER.
LEIDEN. 25 November
In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad zijn benoemd:
tol leeraar in de staatswetenschappen aan de hoogere burgerschool mr. B. H.
Greren, thans lijdelijk met dat onderwijs belast; tot hulponderwijzer aan
de jongensschool der 1« kl, G. J. F. Bicgman alhier; en tot algemeen markt
meester C. Plu, thans commissaris der aardappeleiimarkt. Voorts werd op
nieuw tot lid van de commissie voor de bewaarscholen benoemd de heer
P. I. de Fremery.
Aan de orde was een voorstel van de plaatselijke schoolcommissie tot
wijziging van de bepalingen aangaande liet geven van vacaulie op de open-
lare scholen; welke wijziging strekt om in de verordeningen voor het lager
onderwijs de bepaling op te nemen dat de hoofden der openbare scholen
verpligl zijn om zoo dikwijls in een of meer lokalen hunner school de tem
peratuur lot 80 graden Fahrenheit is geslegen, aan de leerlingen, die aldaar
onderwijs ontvangen vacantie te geven. Burg. en welh. waren van meening.
.■at, aangezien by de verordening aan den burgemeester de bevoegdheid is
verleend om in bijzondere gevallen vacantie te geven, het niet noodig was voor
bet beoogde doel eene nadere bepaling vast te stellen. De heer Goudsmit
betoogde dal het in ieder geval Vele moeijelijkheöen zou opleveren om tel
kens den burgemeester te raadplegen, wanneer de temperatuur zekeren
graad had verkregenen dal liet daarom beter was in deze het voorbeeld
van andere gemeenten te volgenen het oordeel daarover aan de hoofd
onderwijzers over te laten. De heer de Fremery meende dat het bezwaar
zou wegvallen wanneer de burgemeester verlof gaf in enkele gevallen
geen school te houden. De heef Goudsmit kon dit niet toegeveneen alge-
meeiten regel te stellen, gelooide hij, behoorde niet tot de bevoegdheid van
Jen burgemeester, wel tot die van den raad. De heer du Rieu wees op de
moqjelijkheid om den warmtegraad te constaterendie toch naar de lokalen
zeer verschillend zou zijn. De heer Ilartevelt meende dal het daarom juist
goed zou zijn de zaak aan den hoofdonderwijzer over le laten. De heer van
Jet Lilh had bezwaar in het woord //verpligt" dat in hel voorstel stond,
W zou dal gaarue zoodanig veranderen dat de hoofdonderwijzer «bevoegd"
zou zijn. De lieer Goudsmit had daartegen bezwaar, als zijnde iets subjec
tiefs. De heer Le Dooie zou deze zaak maar aan de onderwijzers overlaten;
gaarne zou Jiij echter zien dat de schoolcommissie hare aandacht ook eens
vestigde op het aantal schooluren en hel luiswerk, waardoor de kinderen
soms overladen werden en er weinig tijds over bleef om zich buiten de school
'e bewegen. De voorzitter meende dat dit laatste thans niet aan de orde
en de heer Goudsmit zeide dat hij gaarne, indien de heer Le l'oole later
"P deze zaak terugkwamwilde medewerken om daarin verbetering te brengen,
"e heer van Hettiuga Tromp zag er bezwaar in het al of niet houden van
school bij eene temperatuur van 80 graden aan de hoofdonderwijzers over le
laten. De heer van der Lilh meende dat men dit gerust aan hunne prudentie
kon overlaten. Wanneer de onderwijzer zooveel hart niet had voor de kin
dereu, dan deugde hjj niet voor zijn vak. Bij eene zoodanige temperatuur
kon hij ook moeijelijk ouderwijs gevendus zijn eigen belang was ook bij
de zaak betrokken. De heer Dercksen verklaarde zich zoowel tegen het
voorstel als legen het amendement. De heer van Iterson, wiens oordeel
in den loop van het debat door den heer Goudsmit werd ingeroepen,
verklaaidc dat hij moest erkennen dat hij een warmtegraad van 80 graden
het onderwijs geen vrucht draagt. Om het beoogde doel te bereiken was
de eenvoudigste weg de beste, en dus de zaak op te dragen aan de onder
wijzers; wanneer in de loop van den ochtend de temperatuur in de school
80 graden bereikte en men dan eerst den burgemeester of zijn plaatsver
vanger muesl gaan spreken, dan werd het te laat. Het amendement van
den heer van der Lilh, in stemming gebragtwerd verworpen met 17
tegen 2 stemmenen daarna hel voorstel aangenomen met 14 tegen 5
stemmen.
J Vervolgens was aan de orde het verzoek van J. H. Carlier, aannemer
van de verbouwing van hel schoollokaal op de Aalmarkt, om kwijtschelding
van boete. Door burg. en welh. was voorgesteld de boete van ƒ410 te
verminderen met ƒ200. De lieer Goudsmit, ofschoon bereid dc tegemoelko-
miug te verleenen, vroeg echter of er niet voortaan in de bestekken scher
pere bepalingen zouden kunnen opgenomen worden, t. w. dat regen, wind
enz. niet als buitengewone omstandigheden in aanmerking zullen komen.
De voorzitter zeide dat uit de voordragt bleek dat ook hier het weder niet als
eene buitengewone omstandigheid was aangenomen; alleen de schaarschte
aan werkvolk. Hij wees hierbg ook op de Mare-brug, die nog niet was
opgeleverdomdat eenige stukkeu gegoten ijzerwerk, die men uit Enge
land of elders moest hebben, nog niet waren ontvangen. Slechts in enkele
gevallen werd remissie gegeven. De heer Goudsmit geloofde dat zijne her
innering niet zoo gunstig was als dié van den voorzitter. De heer Krantz
was niet voor de remissie, en wat de Mare-brug betrof, het was belagche-
lijk zooals daaraan was gewerkt. Men kon dit geen buitengewone omstan
digheid noemen, üok de heer van Iterson had zich geCrgerd over de wjjze
waarop aan deze brug was gewerkt. De voordragt werd ten slotte met 15
tegen 4 stemmen aangenomen.
Voorts werden achtereenvolgens met algemeene stemmen toegestaan de
verzoeken van YV. Hoogenstraaten en Zn., tot het leggen van een duiker;
van 1. Imans, lot het leggen van een riool; en van A. Vilders, ter bekoming
van gemeentegrond. De voordragt tot het rooijen van 19 hoornen, op ver
schillende plaatsen der stad staande, werd goedgekeurd. De voorzitter merkte
hierbij op dat er een abuis was in de voordragt: op den Nieuwen Rijn zou
niet de boom voor de woning van den heer Schimmel, maar die voor de
woning van den heer Kooykei' gerooid worden. De verzoeken van II. den
Haan en van liet bestuur van den Broek- en Simontjespolder, ter bekoming
van grond aan de Haarlemmerlrekvaart, werden toegestaan. De afgestane
grond bedraagt 180 centiaren. Ook werd aangenomen de voordragt van
commissarissen der bank van leening, betrekkelijk de uilkeeriug aan de
ambtenaren van niet uitbetaald iraciement en administratieloon, en de
teruggave aan de voormalige inbrengers, van de niet afgehaalde meergelden.
Op hel verzoek van J. C. Vunderink, onbezoldigd inspecteur van policie en
ambtenaar belast met hel loezigt op de honden, om verhooging van jaar
wedde, werd, overeenkomstig het advies der commissie van financiën, met
10 tegen 9 stemmen afwijzend beschikt.
De ontwerp-verordening regelende het pensioen van gemeente-ambtenaren
werd op nieuw aangehouden. De heer Goudsmit verzocht de commissie dili
gent te verklaren, want zij wenschte nog wel aan enkele bezwaren te
gemoet te komen.
Ten slotte werden nog met algemeene stemmen toegestaan de verzoeken
van J. van der Wiel, tot het leggen van een stoep, en van S. Lips, ter
bekoming van gemeentegrondvastgesteld het 2Je suppletoir kohier der
plaatselijke directe belasting, dienst 1875; en goedgekeurd dc voordragt tot
onderhandsche verhuring van de woning boven hel telegraafkantoor.
Voor het sluiten der vergadering vestigde de heer Ilartevelt de aandacht
van den voorzitter op hel antwoord van burg en welh. op n°. 95 der begroo-
ling. t. w. dal de torens van de Mare- en llooglandsche kerken reeds waren
afgestaan en men onderhandelingen zou willen openen om ook nog andere
torens over te dragen. F.r was bij de behandeling der beg rooiing niet verder