Vrijdag 11 fc een werkman in de ijzergieterij van de heeren van dei- Horst eu Aberson, te Keppel, met de stoommachine in aanraking gekomen, waardoor zijn hoofd totaal vermorseld wei;d. De ongelukkige laat een we duwe met twee kinderen na, Door het gemeentebestuur van Luxemburg is de volgende proclamatie uitgevaardigd. "Medeburgers! Op 5, 6 en 7 October e. k. zal de bevolking van het groothertogdom de 25,le verjaring vieren van den dag, waarop Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden werd benoemd tot sledehouder van Z. M. den koning, groothertog van Luxemburg. De feesten, door de stad Luxemburg op die heugelijke! dagen te vieren, zullen op schitterende wijze een tjjdperk van het vierde gedeelte cener eeuw besluitengelijk de geschiedenis van liet Luxemburgsche volk geen tweede kan aanwijzen, heizjj men zulks beschouwt van het standpunt zijner staat kundige vrijheid en onafhankelijkheid of van dat zjjner stofleljjke en zede lijke welvaart. De buitengewoon gelukkige toestand, waarin het land verkeert, is het gevolg van de trouwe zorg van den edelen vorst, die ons land regeert; en zeer veel heeft daartoe bijgedragen de broeder des koningswiens jubilc hooggeëerde prins-stedehouder, die al zijn krachten heelt bevordering van de welvaart des volks, dat hjj hartelijk de de w(] vieren gewijd aan bemint: Medeburgers! Dat de bevolking der hoofdstaddoordrongen van dank baarheid voor het geluk, dat ons land te beurt valt, die heuglijke dagen met geestdrift vicre, als den aanvang van een nieuw tjjdperk van voorspoed, dat aan Luxemburg zal zijn beschoren, zoolang Z. K. 11. dc teugels van het bewind blijft voeren. Een algemecne illuminatie onzer woningen zij een vrijwillige, maar schit terende hulde door ons gebragt aan den beminden prins-stedehouder, voor wien wjj allen dc ongevcinsdstc liefde en hoogachting koesteren. Leve de prins-stedehouder! Leve de koning! Leve het Huis van Oranje- Na ssau Blijkens het lsltn Jan. 1874 waren afkomsti; bedroegonder koloniaal verslag van Ned. Indifi, de aid. "hoogcre burgerschool" 132 van elders dan Batavia 56, terwijl welke 42 van elders dan Batavia. voorj 1875, leerlingen. In t aantal thldc den Van dezen internes 63 Bij het eind van den cursus legden 9 met goed gevolg het eind-examen af. Den !>l Jan. 1875 telde men 152 leerlingenwaarvan 76 externes en 76 internes. De ont vangsten der inrigling gedurende het dienstjaar 1874 bedroegen 51115 en de uitgaven ƒ194,921 tegenover respectivelijk 49360 en ƒ172.0115 in 1873. In de behoefte aan middelbaar onderwijs buiten Batavia zal, ingevolge eene in Sept. 1874 door het opperbestuur verleende inrigting, worden voorzien door de oprigting van eene hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus tc Soerabaija, die zich zooveel noodig zal aansluiten aan de hoogere burger school met 5 jarigen cursus te Batavia. Men beoogt ook de oprigting te Soeraba(ja van eene burgerschoolin de plaats van de opgeheven ambacht school aldaar, bestemd voor de lagere klasse der Europesche maatschappij; bij het verschil van gevoelen deswege behoudt de gouverneur zich het doen van een nader voorstel. De kosten van het Europeesch lager onderwijs over 1873 (over 1874 kon dergelijke opgaaf nog niet worden gedaan) worden berekend op ƒ741,783, waartegenover staat eene ontvangst van ƒ109,985, zoodal de kosten gemid deld per leerling kwamen te staan op ƒ119. Uit een staat betreffende het openbaar lager onderwijs voor Europeanen blijkt dat er ultimo 1874 waren: op Java en Madura de Buileubezittiugen Totaal Aantal gouvernementsscholen53 21 74 (Hoofdonderwijzers 53 21 74 Hulponderwijzers74 28 102 Onderw.jzend personeelxweekc,ingcll I3 14 [Te zamen140 50 190 betalende1808 636 2444 Aantal leerlingen j niet-belalende 2352 785 3137 te zamen 4160 1421 5581 i laagste klasse 2242 769 3011 waarvan in de middelste 1507 485 1992 (hoogste 414 167 578 aantal inlanders en vreemde Oosterlingen, onder de leerlingen begrepen192 192 384 Het particulier Europeesch onderwijs bleef nagenoeg op gelijke hoogte als in 1873. Men telde in 1874 29 particuliere scholen, met 13 hoofdonder wijzers, 22 hoofdonderwijzeressen (of waarn.)23 hulponderwijzers en 28 hulpondervvijzcressen en een 5-tal kwcekelingenen 2000 leerlingen, 682 jongens en 1318 meisjes. Er zijn bovendien nog 5 andere particuliere school-- inrigtingen, waaromtrent de bijzonderheden ontbreken. In 1873 lelde men op Java voor het inlandse!) onderwijs: 92 gouverne- ntents- en 114 particuliere scholen, zamen 206; aantal leerlingen 17082, waarvan 11209 gouvern.-scholen. Om de uitzetting van deze laatste scholen te kunnen nagaan, strekke dat men 1866 slechts telde 60 gouvern.-scholen, 3281 leerlingen; dus in 1873 32 scholen en 7928 leerlingen meer. ''Aal de buitenbezittingen betreft, is o. a. hel noodige verrigl, dat in 'l begin van 1876 een kweekschool te Macasser worde opgcrigt voor de opleiding van inlanders. Op de buiten bezittingen zamen lelde men in 1873 1739 gouver- nements- en 1948 particuliere scholen, totaal 367; aantal leerlingen 29829. waarvan 15791 op goiiverncmenlsch. Hare opgave ontbrak echter nog. 's GRAVENHAGE. 4 October. Door Z. M. is aan J. ,1. Doonkwartiermeester, dienende op den ramntonitor Adde als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens de redding van een drenkeling uit het kanaal door Walcheren, toegekend de brotfzen medaille, ingesteld hij besluit van 22 Sept. 1855. alsmede eenloffe. lijk getuigschrift. Door Z. M. is vergunning verleend aan den voor de dienst in bestemden soldaat P. E. Uuse, van het koloniaal werfdepot, tot het dragen van de Fransche medaille voor het deel neuten aan den veldtogt. in Italie°en van de Italiaansche zilveren medaille voor militaire dapperheid, en aan den voor de dienst in Indië bestemden kanonnier 2JC kl. G. F. Arndtvan liet koloniaal werfdepot, lot het dragen van de Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtogt tegen Frankrijk in 1870. -- De le luit. J. D. N. de Fremery, van de artillerie-instructie-compagnie wordt met 1 November a. s. overgeplaatst bij het le reg. vesting-artillerié en bij die compagnie vervangen door den leD luit. M. J. Boeijc, van het l« reg. vesting-artillerie, die in verband daarmede bjj het 2C reg. vesting, artillerie is overgeplaatst. 11. M. de koningin is Zaturdag avond uit Stuttgart hier ter stede teru«. gekeerd. De trein van den Rijnspoorwegwaarmede II. M. de reis her waarts had ondernomen, kwam evenwel hier ter stede niet aan. Tenge volge van den feilen storm was een wagon le kl. van het station alhier door den wind voorlgedrcven en bij de spoorwegbrug te Voorburg in de vaart geloopcn, ten gevolge waarvan het verkeer gestremd werd. De koningin zag zich derhalve genoodzaakt met haar gevolg nabij Voorburg den trein te verlaten, van waar zij later met rijtuigen is algehaald. Prinses arriveerde met denzelfden trein uit Beijeren. Z. K. 11. prins Alexander is Zaturdag avond uit Zwitserland alhier aan gekomen. Naar men verneemt worden er conlerenliën gevoerd tusschen den minister van buitenlandsche zaken en den vertegenwoordiger van Venezuela aan ons hof, over de verwikkelingen van die republiek mei het eiland Cu- ragao. waarbij ook de klagt van den scheepsgezagvoerder Schoonewolf over mishandeling van zijn scheepsvolk moet onderzocht worden. De minister van justitie zal op Woensdag en de minister van oorlo» op Donderdag aant. geen gehoor verleenen. De afdeclingen der tweede kamer zetten dagelijks het onderzoek voor! van de verschillende hoofdstukken der staalsbegrooiing voor 1876. -- De heer Target, minister van Frankrijk hij ons hof, gaat morgen naar Parjjs, ten einde aan de parlementaire werkzaamheden deel te nemen. Een hoogleeraar in het strafregt, vervolgd wegens overtreding van art. 17 der wet tot voorziening tegen besmettelijke ziekten van 4 Deern- her 1872, is een onderwerp, dat, meer dan vele andere reglszaken, geschikt is dc aandacht te hocijen. Sedert geruimen tijd was er verschil van rneenin; tusschen den burgemeester van Amsterdam en de gezamenlijke hoogleerara aan het Athenaeum lllusire aldaar, in hoeverre deze laatsten verpligt zijn te gehoorzamen aan die wet en het koninklijk besluit van 28 Febr. 1873 Stbl. n°. 35voorschrijvende dat de hoofden der scholen verpligt zijn telken jarc eene lijst te vormen en in te dienen aan den burgemeester hunner ge meente, welke ljjst de namen- der leerlingen moet bevatten, benevens Je verklaringen omtrent het met goed gevolg inenten der leerlingen of van het feit, dat zij aan de natuurlijke kinderpokken (variolae) hebhen geleden. Tot hiertoe was het bij geen hoogleeraar aan eenige academie of athe naeum opgekomen er aan te denken dat de bovengemelde verpligting op het academisch hooger onderwijs van toepassing zou kunnen zijn, en een stemmig hebhen dan ook de Amsterdamsche hoogleeraren (waaronder de geheele juridische en medische faciliteit) geweigerd aan eene verpligting te voldoen, die voor hen niet geschreven was. Van eene andere mecning was evenwel de officier van justitie tc Amsterdam, die den ambtenaar van hetÜ.M, bij het derde kaulongeregt gelastte eene strafvervolging deswege in te stellen. Dientengevolge ontstond het zeldzame geval dat een hooglecraar in het straf regt, degeen die uil den aard der zaak er als het ware toe was aangewe zen om de reglen der professoren te handhaven, teregt stond. De kanlonregter mr. J. de Vries wees een vonnis in den geest der boo* leeraren en ontsloeg den beklaagde van alle regtsvervolging. Van daar hoo ger beroep. De officier van justitie handhaafde zijne zienswijze bij die regt- bank, maar ook deze was van oordeel, dat de wet niet slaat op liet onder wijs gegeven aan hoogeseholen of athenaea. Niet tevreden met deze beslis sing kwam liet O. M. in cassatie, ten gevolge waarvan heden de behandeling bij den lioogen raad plaats vond. Mr. C. Asser, alhier, trad als advocaat van den gerequireerde mr. C. M. J. Willeumier op en concludeerde tot ver werping der voorziening. Het O. M. zal later in deze belangrijke zaak conclusie nemen. liet hoogste regtscollegie gaf heden zijne beslissing in de reeds meer malen besproken zaak van den beer C. M. B. Doms Jr. te Amsterdam, die laatstelijk door het Utrechtsche geregtshof is veroordeeld tot 15 dagen cel straf ter zake van onwilligen manslag door uietinachtneming van de voor schriften van een reglement bij hel uitlaten van goederen van toepassing- Nadat door verschillende collegiën drie vrijspraken en twee veroordeelingen waren gegeven, heelt dc hooge raad thans de laatste veroordeeling bekrach tigd. Hij heelt geoordeeld dat door het verzuim van den requfraut het on geluk is veroorzaakt. De cassatiemiddeleu werden ongegrond bevonden en het beroep verworpen. -- De heer Th. P., dentiste-mecanicien alhier, is heden door de arrond- reglbank wegens onbevoegde uitoefening van de tandheelkunde veroordeeld tot 150 boete of subsidiaire gevangenisstraf van 14 dagen. Bij den storm, die Zaturdag avond woedde, hebben voor zoover bekend geene persoonlijke ongelukken plaats gehaddan alleen dat de bestuurder op den bestelwagen van de Hol!, spoorwegmaatschappij eene ernstige wonde bekwam, toen op den Sclteveningschen weg een boom op dat voertuig teregt ts gekomen, waardoor de wagen vrij zwaar beschadigd werd. Van de zes Seheveningsche pinken, die eergisteren zijn uitgevaren, zijn gisteren vier bin nengekomen, waarvan een met gebroken mast.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2